Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Senior Portfolio Manager Infrastructuur Viktor Filipan, over de vraag of elektriciteitsnetten efficiënter worden gebruikt als afnemers een wekelijkse voorspelling krijgen over de verwachte opbrengst van zonne- en windenergie.
Hoeveel meer of minder zon kunnen we de komende dagen verwachten, ten opzichte van wat normaal is voor de tijd van het jaar? En op welke dagen gaat het flink waaien, zodat onze windmolens veel energie opwekken? Op dit soort vragen geeft meteorologe Helga van Leur antwoord in een wekelijks Energieweerbericht op YouTube. Het moet consumenten stimuleren om een groter deel van de elektriciteit te verbruiken op momenten dat er (te) veel stroomaanbod is (tussen 10.00-15.00 uur) en een kleiner deel daarvan wanneer het aanbod schaarser is (tussen 18.00-20.00 uur). Beter voor het milieu, is de gedachte, omdat de gascentrales dan minder vaak aan hoeven om stroomtekorten op te lossen. En beter voor onze portemonnee, omdat elektriciteit goedkoper is wanneer er een overschot aan aanbod is. Maar gaat een energieweerbericht ook daadwerkelijk aan die twee doelen bijdragen?
In directe zin is er geen sterke financiële prikkel voor de consument om energieverbruik af te stemmen op de productie van duurzame energie, zegt Filipan. Maar als we als samenleving helemaal geen rekening houden met die momenten van schaarste of overschot door wind- en zonnestroom, zal dat op termijn een stuwend effect hebben op de elektriciteitsprijs – overdag én ’s avonds.
Massaal de wasmachine aan
Filipan: “Als consument heb je nu meestal de keuze tussen een enkeltarief en een dubbeltarief. Bij die laatste betaal je meer – het normaaltarief – op werkdagen van 7.00 tot 21.00 uur of 23.00 uur, afhankelijk van de regio. Tijdens de nachten, in het weekend en op feestdagen betaal je minder – het daltarief. Die verdeling tussen daluren en de uren daarbuiten is vrij grof. Vanuit dat perspectief is er voor de individuele consument geen materiële prijsprikkel om het stroomverbruik meer af te stemmen op het aanbod dan hij of zij al deed. Natuurlijk zijn er ook mensen voor wie milieuoverwegingen de voornaamste reden zijn om hun elektriciteitsverbruik aan te passen. Maar puur op basis van dat motief gaat Nederland niet massaal de wasmachine aanzetten op dagen met veel wind en zon.”
In meer indirecte zin kan de individuele consument er echter wel profijt van hebben wanneer er rekening wordt gehouden met het aanbod van energie uit zon en wind, zegt Filipan.
Groningen
“Vroeger was het relatief makkelijk om stroomvraag en -aanbod gelijk op te laten gaan. Maar door de jaren heen zijn Nederlandse huishoudens meer elektriciteit gaan verbruiken voor functies waarvoor in het verleden fossiele brandstoffen werden gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan inductiekoken, verwarming met warmtepompen en het opladen van de elektrische auto. Dat gebeurt over het algemeen ‘s avonds, als de zon vaak al weg is en het ook niet altijd waait. Op zo’n moment neemt de vraag naar elektriciteit in een relatief korte periode sterk toe – piekbelasting. Door de toenemende elektrificatie van onze samenleving en de toenemende opwekking van duurzame stroom wordt deze piekbelasting steeds hoger en het afstemmen van vraag en aanbod op het stroomnet nog complexer. Het komende decennium neemt deze uitdaging verder toe.”
Hoe meer de stroomvraag uit de pas loopt met het aanbod, hoe duurder elektriciteit wordt. Want het betekent dat de gascentrales vaker aan moeten.
“Wanneer de vraag hoger is dan het aanbod worden voornamelijk gascentrales ingezet om te voorzien in onze elektriciteitsbehoefte. Maar gas is duur en nu in Groningen het einde van de gaswinning nadert, is Nederland importeur in plaats van exporteur van gas geworden. Als genoeg mensen de elektrische auto opladen op momenten met veel wind en zonne-energie, is er minder gas nodig in de Nederlandse energiemix en wordt die mix minder kostbaar. Doen we dat massaal niet, dan gaan we met zijn allen hogere prijzen voor elektriciteit betalen.”
Windparken stilgezet
Behalve het plannen van de elektriciteitsconsumptie zijn er nog andere manieren om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Maar die manieren hebben hun beperkingen.
Filipan: “Opslag van stroom in grootschalige batterijen is enigszins in opkomst en wordt door netwerkbedrijven ingezet om piekbelasting te reduceren. Je kunt elektriciteit ook exporteren, al is dat vaak geen oplossing voor een overschot. Want wanneer er in Nederland een overaanbod aan stroom is, heeft een land als Duitsland dat vaak ook. Soms is het uitschakelen van de opwekking de enige manier om overbelasting van het netwerk te voorkomen. Dat doen we nu al met windparken. Ook de sterk toegenomen opwekking van zonne-energie in de afgelopen jaren vergroot het risico op stroomoverschotten. Daarom verleent een aantal Nederlandse gemeenten al geen vergunningen meer voor de aanleg van zonneparken.”
Ook wordt onderzocht hoe we de netwerken zodanig kunnen uitbreiden dat ze de stijgende piekbelasting aankunnen en komen er steeds meer slimme technologieën om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. APG investeert actief in bedrijven die dergelijke technologie ontwikkelen, zoals Groendus (onder andere slim energiebeheer voor bedrijven) en Net2Grid (software voor additioneel inzicht uit slimme meters).
Zonde
Uiteindelijk is slimmer omgaan met het elektriciteitsverbruik een van de belangrijkste elementen in het oplossen van dit probleem. Voor het klimaat, maar ook voor de beurs van de consument.
Filipan: “Het zou zonde zijn als we met zijn allen nog hogere tarieven betalen doordat we meer gas nodig hebben om te voldoen aan onze energievraag. Je had immers die wasmachine bij wijze van spreken ook ’s middags kunnen laten draaien op goedkopere duurzame stroom. Zo’n energieweerbericht draagt bij aan het bewustzijn hierover en in die zin kan het bijdragen aan een efficiëntere benutting van het elektriciteitsnetwerk. Dat is een collectief belang, waarmee je ook als individuele consument op de lange termijn gebaat bent.”