Nederland van Straks
Pensioen is voor veel mensen iets voor morgen. Dat het pensioenstelsel gaat veranderen, is een feit. Maar hoe zit dat met onze maatschappij? Hoe ziet het Nederland van straks eruit? We vragen het mensen uit een dwarsdoorsnede van de samenleving. In deze aflevering: Björn Vennema, medeoprichter van Social Finance NL, een organisatie voor het meten, financieren en vergroten van maatschappelijke impact.
We wonen in een welvarend land, maar niet iedereen profiteert daar in dezelfde mate van mee. De coronacrisis onderstreept dat nog eens: mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, minder opleiding en een arbeidsbeperking bijvoorbeeld, lijken extra kwetsbaar te zijn voor werkverlies en armoede. In het Nederland van straks moeten ook kwetsbare groepen delen in welvaart en welzijn, vindt Björn Vennema, medeoprichter en mededirecteur van Social Finance NL. Hoe? Door geld op een slimmere, objectievere en eerlijker manier in te zetten om maatschappelijke vraagstukken op te lossen.
Hoe zie je het Nederland van nu?
“Voor het oog is Nederland vlak, maar onder de oppervlakte gaat een gepolariseerd landschap schuil. De tegenstellingen op politiek, cultureel en maatschappelijk gebied zijn groot. Ook de verschillen tussen arm en rijk nemen toe. Er is steeds minder geld om kwetsbare groepen in de samenleving te ondersteunen, zoals kansarme jongeren of ouderen. Er is dus sprake van een groeiende tweedeling in Nederland. Als we daar niets aan doen, worden de maatschappelijke problemen alleen maar groter.”
Hoe moet het Nederland van straks er in jouw ogen uitzien?
“Er moet weer meer eenheid in de samenleving komen. Ook de onderkant van de samenleving moet kansen krijgen om volwaardig mee te doen en toegang krijgen tot alle beschikbare middelen. Daarvoor moeten we ons financiële systeem veranderen. Nu kijken veel beleggers vooral naar risico en rendement bij de beslissing of ze ergens hun geld in steken. Als ze ook zouden kijken naar de impact van een bedrijf of project op de samenleving, dan kun je met elkaar maatschappelijke verandering tot stand brengen. Bijvoorbeeld door bewust te investeren in zonne-energie, in sociale huisvesting of in een project voor schuldhulpverlening.”
Maar voor dat soort doelen bestaan toch allerlei overheids- of liefdadigheidsinstellingen?
“Die stellen vaak niet de mens, maar het systeem centraal. Mensen met psychische problemen of schulden die aankloppen voor hulp, raken soms verdwaald in een wirwar van organisaties die langs elkaar heen werken. Bovendien is de maatschappelijke sector vaak niet zakelijk ingesteld: er wordt te weinig gekeken hoe een zo groot en positief mogelijk effect op de samenleving kan worden gerealiseerd. Er blijft dus veel maatschappelijke waarde liggen. Een voorbeeld is Ctalents, een detacheringsorganisatie voor mensen met een audiovisuele beperking. Het bij elkaar brengen en begeleiden van werkzoekende en werkgever kost meer tijd en energie dan bij gemiddelde kandidaten, maar dat vertaalde zich niet in een hogere fee. Daardoor kon Ctalents niet met commerciële uitzendbureaus concurreren. Dat is zonde. Met een beter verdienmodel kun je meer mensen helpen, maar in het huidige financiële systeem ontbreekt zo’n verdienmodel voor sociale ondernemingen nog steeds.”