Nederlands pensioenstelsel krijgt een 8,5; voldoende ruimte voor verbetering

Gepubliceerd op: 1 november 2023

Nederland heeft het beste pensioenstelsel ter wereld, maar het is niet perfect. Dat blijkt uit het cijfer dat onderzoekers van Mercer ons stelsel geven. Actuarieel directeur Alexander Paulis van APG: “Een 8,5 is meer dan goed, maar laat tegelijkertijd nog wel ruimte voor verbetering. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het terugdringen van de grijze en witte vlek en zaken als het combineren van pensioen, zorg en wonen.”

 

In het kort:

  • De stelselherziening lijkt nauwelijks te zijn meegenomen in het onderzoek. Slechts de aanscherping van de regelgeving voor vervroegde uittreding wordt aangehaald, maar die heeft in de praktijk weinig betekenis.
  • Het onderzoek gaat ook niet in op aanpalende trajecten als pensioen bij scheiding, een bedrag ineens of pensioen voor zzp’ers.
  • De onderzoekers doen drie aanbevelingen: dring de schuldenlast van huishoudens terug, verhoog de arbeidsparticipatie van ouderen en voer een zorgpensioenkrediet voor mensen die voor jonge kinderen zorgen.

Het onderzoek van Mercer beoordeelde wereldwijd in totaal 47 pensioenstelsels. Daaruit bleek dat de Nederlandse indexwaarde licht steeg van 84,6 in 2022 naar 85,0 in 2023. De belangrijkste reden voor die betere waardering is de aanscherping van de regelgeving voor vervroegde uittreding. In z’n algemeenheid stellen de onderzoekers dat het Nederlandse pensioenstelsel financieel robuust is en hierdoor “uitstekend in staat is om uitkeringen te bieden aan pensionado’s, zowel nu als in de toekomst”. “Ik had niet anders verwacht dan dat Nederland bij de toplanden zou horen, maar dan mede vanwege de stelselherziening. Maar daar lees ik weinig over in het onderzoek”, reageert Alexander Paulis van APG. Hij vindt dat een gemis. “Het lijkt er sterk op dat het onderzoek is uitgevoerd zonder de hervormingen erbij te betrekken. Waarom dat is? Dat weet ik niet, maar welllicht heeft de relatief late aanname van de Wtp door het Nederlandse parlement er iets mee te maken.”

Aanpalende trajecten

Ook is Paulis kritisch op het feit dat er niets over ‘aanpalende’ trajecten, zoals pensioen bij scheiding, de uitkering van een bedrag ineens of pensioen voor zzp’ers, die ook al geruime tijd lopen in Nederland, is te lezen in het onderzoek. “Een 8,5 is meer dan goed, maar laat tegelijkertijd nog wel ruimte voor verbetering. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het terugdringen van de grijze en witte vlek. Niet iedereen bouwt voldoende pensioen op in Nederland, en die groep wordt groter. Waar we enkele jaren terug dachten dat we op dit vlak van minder dan 90 procent langzaamaan richting de 100 procent zouden bewegen, lijkt het toch minder voortvarend te verlopen. Daar moet aandacht voor zijn, en vandaar ook de aanpalende trajecten over pensioen voor bijvoorbeeld zzp’ers. Maar ook de pensioenopbouw van vrouwen verdient aandacht. En ik verwacht dat het combineren van pensioen, zorg en wonen in de toekomst zeker weer, of meer, aandacht krijgt”, zegt Paulis.

Belangrijke rol

Uit het onderzoek blijkt dat het Nederlandse stelsel vooral op het gebied van toereikendheid in waardering is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Dat laatste geldt ook voor de andere pijler, die leidend is in de beoordeling, namelijk houdbaarheid. Ook de AOW-uitkering speelt een belangrijke rol in de hoge score van Nederland. De ouderdomsuitkering is in vergelijking met andere landen bovengemiddeld goed. Toch hebben ook de onderzoekers aanbevelingen voor Nederland. De score van Nederland zou kunnen worden verhoogd door de schuldenlast van huishoudens terug te dringen, de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen en de invoering van een zorgpensioenkrediet voor degenen die voor jonge kinderen zorgen. Het zijn aanbevelingen die volgens Paulis in de marge van het Nederlandse pensioenstelsel lijken te spelen. “Zeker als je dit afzet tegen de grote stelselherziening.”

Het Nederlandse pensioenstelsel staat weer op de eerste plek. IJsland, vorig jaar de nummer 1, staat nu op de tweede positie. Onderzoeksbureau Mercer nam de pensioenstelsels van 47 landen onder de loep. Denemarken staat, net als vorig jaar, op de derde plaats en Israël staat nu op de vierde plek. Hierbij moet volgens Alexander Paulis van APG wel bedacht worden, dat de verschillen tussen deze landen klein zijn en binnen de onnauwkeurigheidsmarges van het onderzoek vallen.