Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: hoofdeconoom Thijs Knaap over de vraag of Nederland zich in een stille depressie bevindt. Zijn antwoord? “Precies het tegenovergestelde is waar.”
Het is kommer en kwel in Amerika; het land is economisch in verval. Tenminste, als je de ‘TikTokkende’ jongeren daar moet geloven. Het leven ‘van nu’ wordt vergeleken met dat van de jaren dertig in de vorige eeuw. Destijds bevond Amerika zich in een langdurige economische crisis, waarin veel banken failliet gingen, mensen hun huizen verloren en de aandelenmarkt kelderde. Ook nu dreigt het die kant op te gaan. Zo’n beetje alles is er volgens de jongeren op achteruitgegaan: het inkomen, de brandstofprijzen, boodschappen, auto’s, woningen. Online wordt zelfs gesproken over een silent depression. Hebben ze feitelijk gelijk? En hoe zit het in Nederland?
Laagste niveau ooit
Hoe voelen de Amerikanen zich? Knaap slaat er de Consumer Sentiment-index van de universiteit van Michigan op na. “Alles wijst op achteruitgang”, concludeert de APG-hoofdeconoom meteen. De meting, die al sinds de jaren zeventig loopt, beoordeelt hoe consumenten als collectief op een bepaald moment over de economie denken. “De index stond vorig jaar juni op het laagste niveau ooit. Dat geeft wel aan dat er iets aan de hand is, en dat het sentiment onder de Amerikanen erg negatief is. Kanttekening daarbij; de Republikeinen zijn veel minder tevreden dan de Democraten. Dat heeft alles te maken met de zittende president, Joe Biden. Dat is een Democraat, waarbij ik ook zie dat de Democraten nu een stuk minder tevreden zijn dan in de laatste jaren onder de vorige Democratische president, Obama.”
Maar betekent dit dan dat Amerika zich in een depressie bevindt? “Nee”, zegt Knaap resoluut. “In een depressie staat de economie stil, is de werkloosheid hoog en is er veel armoede. Dat is dus niet zo. Pakweg een op de vier Amerikanen was in de jaren dertig werkloos, nu is dat vier op de honderd. En ja, de prijzen zijn gestegen, maar de inkomens ook.” Hij wijst daarbij ook op de armoedecijfers. “38 miljoen Amerikanen vallen onder de armoedegrens. Dat is veel, maar in verhouding de helft minder dan in de jaren vijftig, toen deze metingen begonnen.”
Overschatting
Maar waarom maken de Amerikanen zich dan zorgen? Knaap denkt aan overschatting. “Mensen overschatten hoe slecht het nu gaat. Ze kijken naar films en series uit vroegere jaren, en zien gelukkige gezinnen die in grote huizen wonen en in prachtige Chevrolets rijden. Maar dat is slechts de halve waarheid. De armoede op het platteland is niet of nauwelijks zichtbaar in die films en series, terwijl die armoede er natuurlijk wel was.”
Een andere mogelijkheid is volgens Knaap dat de cijfers van nu een te rooskleurig beeld geven. “Maar dat geloof ik niet. Er werd en wordt goed gemeten.” De inflatie dan? “Dat zou wel een reden kunnen zijn voor de mineurstemming. Immers, inflatie zijn we in de Westerse wereld niet echt meer gewend. En dan vooral de stijgende huizenprijzen, dat maakt jongeren onzeker en zorgt dat ze zich slecht voelen.”