Beleggingen uitgelegd: het aandeel

Gepubliceerd op: 3 mei 2023

De beleggingswereld kent vele bekende en minder bekende termen. Denk bijvoorbeeld aan aandelen, obligaties of futures. Maar wat zijn het precies? In een nieuwe reeks lichten we de kenmerken en de ontstaansgeschiedenis van de diverse beleggingscategorieën toe. In deze eerste aflevering gaat Ton van Ooijen (binnen APG verantwoordelijk voor beleggingen in consumentengoederen in de ontwikkelde markten) in op de bekendste beleggingsvorm: het aandeel. 

Het aandeel in ‘t kort

Wat is het?
Een verhandelbaar eigendomsbewijs van een onderneming.

Wanneer is het ontstaan?
In 1602, toen de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) als ’s werelds eerste ‘multinational’ aandelen uitgaf.

Wat komt er nog meer bij kijken?
Lang verhaal kort: ken het bedrijf waarin je belegt.

Wat is het?
Een aandeel is simpel gezegd een verhandelbaar eigendomsbewijs van een onderneming. Bij een beursgenoteerd bedrijf – wat de meeste grote ondernemingen zijn – vindt de handel in deze eigendomsbewijzen plaats via de aandelenbeurs. In principe kan iedereen zo’n aandeel kopen, en daarmee mede-eigenaar van een bedrijf worden.


Een aandeel heeft zowel voor de aandeelhouder als voor de onderneming die de aandelen uitgeeft verschillende voordelen, legt Van Ooijen uit. “Zo kun je als belegger je vermogen – en dus het risico – spreiden door te beleggen in meerdere bedrijven. Een ander voordeel is dat aandelenbeleggingen vaak tot meer rendement leiden dan de rente op een spaarrekening. Verder heb je als aandeelhouder zeggenschap over de strategie van het bedrijf. Een bekend voorbeeld hiervan is de aandeelhoudersvergadering, waar aandeelhouders mogen stemmen over onder meer het beloningsbeleid voor de bestuurders. Ook keren veel beursgenoteerde ondernemingen dividend (deel van de winst, red.) uit aan hun aandeelhouders.” Dit is wel afhankelijk van de prestaties van het bedrijf. “Gaat het een bedrijf voor de wind? Dan kunnen aandeelhouders rekenen op (een verhoogd) dividend. Gaat het bedrijf door een mindere periode? Dan zal het minder of geen dividend uitkeren.”


Dat is meteen een voordeel voor bedrijven. Als zij geld lenen van bijvoorbeeld een bank, moeten zij altijd rente op die lening betalen. Daartoe zijn ze verplicht, terwijl het uitkeren van dividend een keuze is. “Dat maakt het aantrekkelijker voor een onderneming om met de uitgifte van aandelen geld op te halen, in plaats van met een lening. Mocht het financieel misgaan, dan zijn ze de oorspronkelijke waarde van de aandelen niet verschuldigd aan hun aandeelhouders.”

De oorsprong van het aandeel gaat terug naar de oprichting van de VOC

Wanneer is het ontstaan?
Hiervoor moeten we terug naar de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602. “Vóór die tijd werd het startkapitaal voor ondernemingen geleverd door rijke particulieren of families”, aldus Van Ooijen. “Het doel waarvoor de VOC werd opgericht, handelen in specerijen uit ‘De Oost’, vroeg om een investering die niet door één rijke familie of zelfs de staat kon worden opgebracht. Daarom wierf de VOC investeringen onder een grote groep particulieren.” Bijzonder was dat zich onder de 1143 investeerders niet alleen rijke patriciërs bevonden, maar bijvoorbeeld ook kruideniers en huishoudsters. Zij kregen een betalingsbewijs, een zogeheten recipisse. Dat kon van persoon op persoon worden overgedragen of doorverkocht, waardoor het nu wordt gezien als de vroegste vorm van een aandeel.


Wat komt er nog meer bij kijken?

Belangrijk is dat de belegger het bedrijf kent waarin hij of zij belegt, stelt Van Ooijen. “En dat houdt niet alleen in dat je de koers van het aandeel in de gaten moet houden, maar ook kijkt naar wat de specifieke drivers van de onderneming zijn. Welke factoren maken het bedrijf waardevol? Waarom groeit de winst? In welke sectoren is het actief en wie zijn de concurrenten?” Daarbij hoort ook een begrip van de risico’s. “Als een aandelenbelegging te mooi is om waar te zijn, is dat waarschijnlijk ook zo. En alles heeft een prijs. Goedkope aandelen zijn niet voor niets goedkoop. Daarom is het altijd goed om te kijken naar de risico’s die gelden voor het bedrijf waarin je belegt.” Van Ooijen haalt instemmend Warren Buffet aan. Deze superbelegger zei ooit, dat je alleen in aandelen moet beleggen van bedrijven waarvan je denkt dat ze over vijf jaar nog steeds bestaan, en als het goed is dan ook meer waard zijn geworden. “Je moet ook geen aandelen kopen als je je geïnvesteerde geld op korte termijn weer nodig hebt. Dat is geen beleggen maar speculeren”, besluit Van Ooijen.