Wat is het?
Een aandeel is simpel gezegd een verhandelbaar eigendomsbewijs van een onderneming. Bij een beursgenoteerd bedrijf – wat de meeste grote ondernemingen zijn – vindt de handel in deze eigendomsbewijzen plaats via de aandelenbeurs. In principe kan iedereen zo’n aandeel kopen, en daarmee mede-eigenaar van een bedrijf worden.
Een aandeel heeft zowel voor de aandeelhouder als voor de onderneming die de aandelen uitgeeft verschillende voordelen, legt Van Ooijen uit. “Zo kun je als belegger je vermogen – en dus het risico – spreiden door te beleggen in meerdere bedrijven. Een ander voordeel is dat aandelenbeleggingen vaak tot meer rendement leiden dan de rente op een spaarrekening. Verder heb je als aandeelhouder zeggenschap over de strategie van het bedrijf. Een bekend voorbeeld hiervan is de aandeelhoudersvergadering, waar aandeelhouders mogen stemmen over onder meer het beloningsbeleid voor de bestuurders. Ook keren veel beursgenoteerde ondernemingen dividend (deel van de winst, red.) uit aan hun aandeelhouders.” Dit is wel afhankelijk van de prestaties van het bedrijf. “Gaat het een bedrijf voor de wind? Dan kunnen aandeelhouders rekenen op (een verhoogd) dividend. Gaat het bedrijf door een mindere periode? Dan zal het minder of geen dividend uitkeren.”
Dat is meteen een voordeel voor bedrijven. Als zij geld lenen van bijvoorbeeld een bank, moeten zij altijd rente op die lening betalen. Daartoe zijn ze verplicht, terwijl het uitkeren van dividend een keuze is. “Dat maakt het aantrekkelijker voor een onderneming om met de uitgifte van aandelen geld op te halen, in plaats van met een lening. Mocht het financieel misgaan, dan zijn ze de oorspronkelijke waarde van de aandelen niet verschuldigd aan hun aandeelhouders.”