De beleggingswereld kent vele bekende en minder bekende termen. Denk aan aandelen, obligaties, opties, futures of swaps. In een speciale reeks lichten we de kenmerken en de ontstaansgeschiedenis van de diverse beleggingscategorieën toe. In deze aflevering gaat Alex Tiebout, Expert Portfolio Manager bij APG, in op een minder bekend instrument: de future, behorend tot de zogenoemde derivaten.
De future in het kort
Wat is het?
Een future, ook wel termijncontract genoemd, is een financieel contract tussen twee partijen.
Wanneer is het ontstaan?
Al in de zestiende eeuw maakten boeren met handelaren prijsafspraken over de toekomstige oogsten.
Wat komt er nog meer bij kijken?
Net als andere derivaten is het ongeschikt voor de particuliere en niet-financieel onderlegde beleggers of bedrijven.
Wat is het?
Een future is een derivaat. Dat betekent dat het een afgeleid product is, gebaseerd op de prijs van de onderliggende waarde. Die waarde kan een aandeel zijn, maar evengoed een index, wisselkoers, renteniveau of grondstof. Handel in financiële derivaten brengt grote risico’s met zich mee en dat geldt zeker voor futures. Koersschommelingen op de beurs of de grondstoffenmarkten kunnen leiden tot enorme winsten of tot in principe onbeperkte verliezen.
In een future oftewel termijncontract maken verkoper en koper bindende afspraken over de prijs van een product of financiële dienst op een bepaalde dag in de toekomst. Dat kunnen fysieke goederen zijn zoals olie, metalen, landbouwproducten, maar ook renteproducten zoals obligaties of de waarde van aandelen- en valutakoersen. Grofweg zijn er twee soorten futures: bij de long future is de koper verplicht om op de afgesproken datum het onderliggende product tegen een bepaalde prijs te kopen. Bij de short future moet de verkoper het onderliggende product verkopen tegen de afgesproken prijs.
Wat komt er nog meer bij kijken?
Het principe van de future is eenvoudig, maar blijkt in de praktijk erg ingewikkeld. Net als andere derivaten is het ongeschikt voor de particuliere en niet-financieel onderlegde beleggers of bedrijven, zo waarschuwen banken en brokers steevast. “Helemaal mee eens”, zegt Alex Tiebout, sinds 2010 werkzaam bij APG en daarvoor als handelaar actief op de beursvloer voor ABN Amro. ”De risico’s kunnen enorm zijn. De prijsschommelingen op de beurzen en termijnmarkten en op de grondstoffenmarkten zijn de grootste risicofactoren. Op de beurzen kunnen gekke dingen gebeuren, beïnvloed door bijvoorbeeld oorlogen of natuurrampen. De risico’s zijn niet goed in te schatten. Je hebt echt grote buffers nodig als je in futures wilt beleggen.”
“Futures worden afgesloten met de onderliggende waarde van het concrete product of dienst als basis. Stel, een graanproducent maakt als verkoper van de future met een belegger, bank of hedgefonds de afspraak om op 1 november een partij graan te leveren voor een miljoen euro. Als op die dag die partij graan op de markt slechts acht ton waard is, dan moet de koper van de future toch dat miljoen aftikken en zit hij met een verlies van twee ton. De graanproducent is dan juist spekkoper.’
Hoe financier je futures?
Nu is het niet zo dat de koper ook fysiek met die partij graan in zijn achtertuin zit. “Nee, futures vertegenwoordigen geen fysieke waarde. Je rekent niets af, behalve afsluitkosten. In tegenstelling tot aandelen en obligaties of bij de aanschaf van olie of metalen. Die betaal je gewoon. Futures reken je pas af op de afgesproken datum tegen de afgesproken prijs. Die kun je dus financieren zonder echt geld zodat je er in één keer heel veel kunt kopen. Het bekende hefboomeffect. De verliezen en winsten kunnen daardoor heel groot zijn, afhankelijk van de stijging of daling van de onderliggende waarde.”
Nog een voorbeeld. Stel, je koopt 200 futures voor een graancontract van 100 euro per stuk. Als de marktprijs op de afgesproken dag 80 euro is, dan moet jij toch kopen tegen 100 euro. En ben je 16.000 euro kwijt, want een future wordt op de afgesproken dag cash afgerekend. “Precies, en dat maakt futures zo riskant.”
Wanneer is het ontstaan?
Al in de zestiende eeuw maakten boeren met handelaren prijsafspraken over de toekomstige oogsten. Zo wilden ze hun risico’s afdekken. Bekend voorbeeld was de Tulpentermijnbeurs in Amsterdam. In 1865 werd de Chicago Board of Trade opgericht, een beurs met de eerste gestandaardiseerde futures op tarwe. Nu worden de meeste futures elektronisch verhandeld op de effectenbeurzen wereldwijd, onder meer op de Amsterdamse beurs.
Speculeren of zekerheid
Vaak worden futures geassocieerd met speculanten. “Bij beleggers is dat natuurlijk zo”, aldus Tiebout. “Echter, bedrijven, organisaties en pensioenfondsen willen vooral risico’s afdekken tegen veranderende wisselkoersen of rentes. Ze willen zeker weten dat ze op een bepaalde dag aandelen of producten kunnen kopen of verkopen tegen een gegarandeerd bedrag. Daarvoor zijn ze bereid om kosten te maken en eventueel verlies te nemen. Bij APG is dat ook ons uitgangspunt bij het werken met derivaten: risico’s voor de pensioenfondsen en hun deelnemers afdekken. In het geval van een (verwachte) crisis en daardoor een daling van de aandelenmarkten, zijn futures een goed product om de dalende aandelenmarkten te compenseren. Futures zijn liquide producten en kunnen makkelijk gekocht of verkocht worden.
Om te anticiperen op dalende aandelenmarkten kunnen futures (tijdelijk) verkocht worden ter compensatie van mogelijk dalende aandelen. Hierdoor hoeft de fysieke aandelenportefeuille niet tijdelijk afgebouwd te worden, iets wat vaak gepaard gaat met hoge kosten. Futures maken daarom deel uit van onze totale portefeuille met aandelen, obligaties, et cetera; het totaalpakket moet zorgen voor stabiliteit en zekerheid.”