Beleggingen uitgelegd: beleggingsfondsen

Gepubliceerd op: 12 maart 2024

De beleggingswereld kent veel bekende en minder bekende termen. Denk aan aandelen, obligaties, opties en swaps. In een speciale reeks lichten we de diverse beleggingscategorieën toe. In deze aflevering gaat Gaston Siegelaer, Senior Investment Specialist bij APG, in op beleggingsfondsen.

Beleggingsfondsen het kort

 

Wat is het?

Een beleggingsfonds is een collectieve belegging, een mandje van bijvoorbeeld verschillende aandelen en/of obligaties. Beleggingsfondsen zijn de laatste twintig jaar razend populair geworden bij particuliere beleggers. Een beleggingsfonds moet aan strenge en transparante regels voldoen.

 

Wanneer is het ontstaan?

Het allereerste beleggingsfonds werd in 1774 opgericht in Amsterdam en droeg de naam ‘Eendragt maakt Magt’.

 

Wat komt er nog meer bij kijken?

Er zijn honderden beleggingsfondsen, het aanbod is zeer divers. Belangrijk is het onderscheid tussen actief en passief beheer.

Wat is het?

Een beleggingsfonds is een collectieve belegging. Deelnemers leggen samen geld in waarmee de aanbieder van het fonds beleggingen zoals aandelen, obligaties en/of andere waardepapieren koopt.

 

Beleggingsfondsen zijn er in vele soorten en maten. Ze zijn te onderscheiden naar beleggingscategorie: aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen en geldmarkt. Of een combinatie van categorieën: dan heet het multi-asset. Binnen de categorieën zijn er weer volop keuzes mogelijk zoals duurzaamheid of regio. “Met vele tienduizenden fondsen wereldwijd is de keuze groot”, weet Siegelaer. “Er zijn talloze aanbieders, onder wie de reguliere banken, verzekeraars en andere financiële dienstverleners. Online instappen is makkelijk, maar het is wel aan te bevelen om een weloverwogen keuze te maken. In principe spreiden beleggingsfondsen de risico’s in een beleggingsportefeuille omdat er verschillende waardepapieren in het mandje zitten. Maar de risicoprofielen kunnen wel degelijk verschillen. Beleggen brengt nu eenmaal altijd risico’s met zich mee. Obligaties bijvoorbeeld zijn over het algemeen minder risicovol dan aandelen. Is er kans op een hoog rendement, dan is er ook meer kans op verlies.”

 

Variërende kosten

De kosten die aanbieders berekenen zijn ook een factor van belang voor de keuze. “Door de concurrentie en het aanbod zijn de beheerkosten de laatste jaren fors gedaald. De beheerkosten van een passief beheerd wereldwijd gespreid aandelenfonds zijn rond de 0,15 procent; dat was decennia geleden wel het viervoudige. Toch zijn er ook fondsen die zich op specifieke thema’s richten en zo’n 0,5 procent of meer aan beheerkosten rekenen. ”


Derde keuzefactor is het mandje zelf. Wat zit erin; is er een bepaalde selectie gemaakt? “Zo kun je in een aandelenfonds beleggen dat in alle grote beursgenoteerde ondernemingen ter wereld belegt, dus dan beleg je ook in tabaksfabrikanten en in bedrijven die geen werknemersrechten erkennen, om maar eens wat te noemen. De laatste jaren zien we echter dat ESG-criteria belangrijker worden; ESG staat voor Environment, Social, Governance. Beleggers en pensioenfondsen willen beleggen in bedrijven die rekening houden met milieu, arbeidsomstandigheden en verantwoord bestuur. Daarom zijn er beleggingsfondsen die geen aandelen hebben in bijvoorbeeld wapenfabrikanten of producenten van fossiele energie. Of in bedrijven die belasting ontwijken of kinderarbeid inzetten. Andersom zijn fondsen populair die juist investeren in ondernemingen in de duurzame sectoren en hightech.”

 

Expert en regels

Een belegger zou dat natuurlijk zelf kunnen uitzoeken? “Dat kan”, aldus Siegelaer, “maar dat is nu net het grote voordeel van een beleggingsfonds. De beheerder kent de markt en zoekt uit welke aandelen en/of obligaties in een mandje thuishoren en welke niet. Een expert dus die ook weet hoe de prestaties zijn van de bedrijven, gebaseerd op vele informatiebronnen. Ook over de duurzame prestaties van bedrijven, om zo greenwashing te voorkomen. Een expert belegt jouw geld in dat mandje met verschillende bedrijven en doet dat met kennis en informatie die je zelf nooit vergaart. Bovendien moeten beleggingsfondsen aan strenge regels voldoen en volkomen transparant zijn wat betreft risico’s, kosten en de beleidsvrijheid van de beheerder. Alles is vastgelegd in het prospectus.”

 

Wanneer is het ontstaan?

Beleggingsfondsen zijn ‘bedacht’ in het achttiende-eeuwse Amsterdam. Het allereerste fonds, genaamd ‘Eendragt maakt Magt’, werd in 1774 opgericht in Amsterdam door de vermogende koopman/makelaar Abraham van Ketwich (1743-1809). Van Ketwich bood investeerders met beperkte middelen de gelegenheid om te investeren in obligaties. Die werden uitgegeven door banken en regeringen in onder andere Oostenrijk, Denemarken en Rusland, voor deelname in plantageleningen in West-Indië.

 

Wat komt er nog meer bij kijken?

Belangrijk is het onderscheid tussen een actieve en passieve beheerstijl. Siegelaer: “Van een actieve beheerstijl spreken we als de fondsmanager probeert de markt te verslaan, oftewel meer rendement te behalen dan de markt zelf. Dat vergt actief handelen en anticiperen op koersmutaties. Met alle risico’s van dien. Een passieve beheerstijl betekent dat het fonds de markt volgt."