Nederland van straks
Pensioen is voor veel mensen iets voor (over)morgen. Dat het pensioenstelsel gaat veranderen, is een feit. Maar hoe zit dat met onze maatschappij? Hoe ziet het Nederland van straks eruit? We vragen het mensen uit een dwarsdoorsnede van de samenleving. In deze eerste aflevering: Katja Staartjes, de eerste Nederlandse vrouw die Mount Everest beklom.
Nederland 2020: met ruim zeventien miljoen mensen zitten we in een figuurlijk tentje in het basiskamp. We staan aan het begin van een gezamenlijke expeditie naar de top van de berg: het Nederland van overmorgen. Voorlopig is die top echter nog in mist gehuld, al zien we soms wel de contouren. Welke maatschappelijke veranderingen zullen we de komende vijftien jaar doormaken en welk leiderschap hebben we nodig, op weg naar dat Nederland van straks? Vooral samenwerking wordt steeds belangrijker, aldus Katja Staartjes. Ze beklom een aantal achtduizenders, bergen van meer dan 8.000 meter hoog. Daarnaast heeft ze uitgebreide ervaring als (interim)manager en is ze trainer, coach en schrijver. De titel van haar jongste boek: Topteams. Samen bergen verzetten.
Hoe zie jij het Nederland van straks: wat denk je aan te treffen op de top van de berg?
‘Ik zie twee kernontwikkelingen. Eén: de noodzaak tot verduurzaming, om de uitputting van de aarde een halt toe te roepen. Twee: een groeiende behoefte aan inclusiviteit, openstaan voor verschillen en verbondenheid creëren. Klimaatverandering en politieke onrust leiden tot vluchtelingenstromen. Daarnaast zien we verdeeldheid in de maatschappij: tussen verschillende culturen, tussen kansarm en kansrijk. Die verscherpte tegenstellingen moeten we zien te overbruggen. En we zitten ook nog eens midden in de coronacrisis.’
Onzekere tijden dus. Om wat voort soort leiderschap vraagt dat?
‘Allereerst: zorg dat de basis op orde is. Dat biedt houvast in tijden van onzekerheid en verandering. Tijdens een klim kan te weinig uitrusting voor grote problemen zorgen. Zonder touwtje aan mijn handschoen kan die de diepte in vallen en kan mijn hand bevriezen. Het kleinste vergeten detail kan levens redden of juist kosten. Denk aan het gebrek aan mondkapjes in de zorg tijdens de coronacrisis. Maar als je te véél spullen mee naar boven neemt, wordt je rugzak te zwaar en ben je weer te traag.’
Ballast, terwijl je in tijden van verandering juist wendbaar moet zijn?
‘Precies: wendbaarheid is uitgangspunt twee. Hoog op een berg kan het weer zomaar omslaan, of doemen onverwachte obstakels op, zoals gletsjerspleten en ijsmuren. We denken vaak dat alles maakbaar is, proberen elk risico af te dekken. Maar zonder risico haal je ook nooit de tóp. We moeten dus loslaten, improviseren, accepteren dat het fout kan gaan en veerkracht tonen bij tegenslag. Het derde uitgangspunt: Less is more. Het vooruitgangsdenken heeft tot een patstelling op onze planeet geleid. We moeten duurzamer denken en doen: grenzen stellen aan de groei, terug naar de essentie en meer op de lange termijn denken én acteren.’
Wat kunnen we daarbij leren van bergbeklimmen?
‘Als je tijdens een klim te snel naar de top wilt, word je hoogteziek van de ijle lucht en kun je zelfs doodgaan. Niet voor niets wordt een hoogte vanaf 7.500 meter de Zone des Doods genoemd. Om te wennen aan het zuurstoftekort klimmen we in fases, telkens wat hoger. Tussentijds keren we terug naar het basiskamp om te herstellen. Soms zien we af van de top, wanneer de risico’s te groot zijn. En als we wel de top bereiken, moeten we ook nog de afdaling volbrengen. Net als in het dagelijks leven: je kunt juichen omdat je bijvoorbeeld een megadeal hebt gesloten, maar je bent er pas als de klant tevreden is en je product het milieu niet belast. Het gaat om duurzame en gedeelde resultaten.’
Welke eigenschappen van leiders worden belangrijker?
‘Onzekerheid vraagt sterk leiderschap: iemand die niet alleen praat maar ook dóet en die het lef heeft om lastige beslissingen te nemen, zoals durven stoppen met een niet-duurzame activiteit of bureaucratisch gedoe. Het gemeenschappelijk belang is leidend, niet het eigen ego: dienend leiderschap dus. Een leider die mensen achter een gemeenschappelijk doel en de gekozen koers weet te krijgen. Want je moet wel zorgen dat iedereen in het team dezélfde berg wil beklimmen en dezelfde route neemt. Zeker nu door coronacrisis en digitalisering thuiswerken de norm lijkt te worden. Een goede leider weet mensen ook op afstand te inspireren en te verbinden en straalt vertrouwen uit. Dat moet tijdens het klimmen ook, als je op een steile bergwand samen aan een touw hangt en elkaar niet kunt zien.’
Samenwerken of je leven ervan afhangt?
‘Letterlijk, ja. Dat betekent ook goed communiceren. Bij het klimmen spreken we vaak tekens af, zoals: twee rukjes aan het touw betekent ‘veilig’. Voor effectief teamwerk helpt het om de zwakste schakel te versterken: als iemand moeilijk meekomt, maak dan zijn rugzak lichter en laat iemand anders in diepe sneeuw vooroplopen. Dan kom je samen sneller vooruit. Die noodzaak voor meer en betere samenwerking geldt niet alleen voor teams, maar ook binnen bedrijven. En daarbuiten, met steeds complexere samenwerkingsverbanden.’
Waarom is dat zo belangrijk?
‘Uitdagingen als de energietransitie zijn te groot om alleen aan te kunnen. Juist in de toekomst hebben we elkaar nodig, worden gemeenschapszin en solidariteit weer belangrijker. Dat geldt ook voor het pensioen: ook al verandert het stelsel, we moeten als samenleving wel voor elkaar blijven zorgen. Effectieve teams zijn divers, daar komt die inclusiviteit terug. Het maakt de samenwerking er niet gemakkelijker op, maar het eindresultaat wel beter. Ook al zijn er verschillen, met een gezamenlijk doel wil je állemaal naar die top. De sleutel is onderling respect. Toekomstbestendig leiderschap is ook ánderen succes gunnen, voorbeeldgedrag tonen en integer zijn: claim alleen dat je de top gehaald hebt, als dat ook echt zo is. Het zijn tijdloze waarheden, die actueler zijn dan ooit.’