Wie zíjn die mensen die er bewust voor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? In 'De mens achter je pensioen' nemen we de lezer mee achter de schermen. Deze keer: Dave Extra, Manager Master Data Management bij APG. “De mannenweekeinden die ik organiseer, vormen mijn manier om iets terug te geven aan de wereld.”
Hoe wordt iemand Manager Master Data Management?
“Ik weet niet of er een specifieke route voor is, maar die van mij ging als volgt: ik ben vijftien jaar geleden bij APG begonnen. Mijn toenmalige manager was vrij enthousiast dat ik een technische en bedrijfskundige achtergrond had en niet zozeer een financiële. Dat bood mij toentertijd de kans om niet alleen in Heerlen. maar ook in Amsterdam te werken, en daar de nieuwe afdeling Business Management mede op te zetten. Vandaaruit rolde ik in een klein team dat zich bezighield met data-administratie en -verwerking. Terwijl dat team groeide naar zo’n 25 medewerkers, werd ik gevraagd om samen met een collega de afdeling die nu Data Management heet te runnen. En dat doe ik nu bijna zes jaar.”
Je hebt er al vijftien jaar op zitten bij APG. Hoe houd je je werk spannend?
“Kenmerkend voor APG is dat je hier je eigen uitdagingen kunt zoeken, en die zijn er volop, maar ook gevoed wordt door je omgeving. We zijn als organisatie continu in beweging. Zelf heb ik tot nu toe zo’n vijf verschillende functies bekleed. In die periode hebben we waanzinnig grote projecten uitgevoerd en een ongekend systeemlandschap neergezet. Ik zeg altijd dat je moet aanpakken waar je warm van wordt, dan krijg je heel vaak mogelijkheden. En die pak ik graag met twee handen beet.”
Wat kan er volgens jou beter bij APG?
“We zouden wat meer lef mogen tonen. We zijn een grote vermogensbeheerder en beheren ontzettend veel geld. Dat betekent dat we veel waarde hechten aan een zekere mate van veiligheid en een vrij lage risk appetite hebben. Dat is terecht, want een foutje kan grote gevolgen hebben. We hebben daarom lang gefocust op robuuste processen en automatisering, en weinig ruimte voor risico gelaten. Tegelijkertijd is de wereld dermate in beweging, dat je als organisatie ook erg flexibel moet zijn, want vijf jaar vooruitkijken kan gewoon niet meer. Dat vraagt aan onze zijde om lef en het durven zetten van stappen. Bij ons werden de zogenaamde ‘blauwe’ collega’s, die volgens de Management Drives-methode (die aan de hand van zes kleurenbollen inzicht biedt in de drijfveren van mensen, red.) veel belang hechten aan structuur, altijd erg gewaardeerd. Zij volgen immers de regels altijd netjes en houden het systeem in stand. Het zou goed zijn als er een gezonde balans ontstaat tussen collega’s met verschillende kleuren.”
Welke kleur heb jij volgens deze methode?
“Ik behoor tot de zeldzame categorie mensen bij wie alle kleurenbollen even groot zijn, maar lijk een lichte voorkeur te hebben voor resultaatgerichtheid. Ook scoor ik relatief hoog op out-of-the-box-denken en het sociale aspect. Dat de kleurenbollen bij mij even groot zijn, maakt het af en toe weleens complex. Ook voor mezelf moet ik kleur bekennen. Letterlijk.”