Hoe haalbaar is het EU-plan om burgers te laten betalen voor hun CO2-uitstoot?

Gepubliceerd op: 21 december 2022

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Peter Verbaken, Hoofd van het Team Grondstoffen van APG, over de haalbaarheid van het EU-plan om burgers te laten betalen voor hun CO2-uitstoot.


Momenteel bestaat in de EU al een emissiehandelssysteem voor grote bedrijven in een aantal sectoren. Om CO2 te mogen uitstoten, hebben deze bedrijven certificaten nodig die door Brussel worden uitgegeven. Bedrijven kunnen de certificaten kopen en indien gewenst verhandelen met andere bedrijven. Door steeds minder van dit soort certificaten uit te geven, met een stijging van de CO2-prijs als gevolg, hoopt de EU de totale uitstoot van de industrie jaarlijks terug te dringen. Consumenten hoeven zelf overigens geen certificaten te kopen om hun auto vol te tanken of hun huis te verwarmen. Die verantwoordelijkheid ligt bij de benzinestations en energieleveranciers. Doordat zij dat zeer waarschijnlijk wel gaan doorberekenen aan hun klanten, ziet het ernaar uit dat de Europese consument vanaf 2027 meer gaat betalen voor de fossiele brandstof voor de auto en verwarming.


Vergroenen

“Hiermee loopt de EU redelijk voorop, in de zin dat de consument een CO2-heffing krijgt opgelegd. Het is daarmee de eerste poging om op deze manier het gedrag van de consument via beleid te vergroenen”, aldus Verbaken. Een verschil met het bestaande emissiehandelssysteem is dat daarbij altijd de zorg bestaat of industrieën hun economische activiteiten niet verplaatsen naar landen waar geen belasting op CO2-uitstoot wordt geheven. Dat maakt de uitvoering van het systeem complex. “Bij deze variant voor consumenten heb je die zorg niet, omdat het voor de hele EU geldt en men hier toch een energiecontract moet afsluiten of de auto moet voltanken of opladen. Wat de uitvoerbaarheid ook ten goede komt, is dat het alleen gaat om energiebedrijven en benzinestations die de certificaten moeten kopen en de kosten dan doorberekenen aan de klant. Het aantal participanten is daarmee beperkt.”


Bij dit soort maatregelen is het belangrijk dat mensen een alternatief wordt geboden, stelt Verbaken. “En die alternatieven zijn er. Om de CO2-heffing op het verwarmen van de woning te compenseren, kan de consument zijn of haar huis isoleren of een warmtepomp kopen. Elektrisch rijden wordt daarnaast steeds makkelijker en betaalbaarder, en vormt daarmee steeds meer een alternatief voor de auto met een verbrandingsmotor.” Vraag is wel of deze alternatieven voor iedereen haalbaar zijn. “Dat moet blijken uit de details van de uitvoering. Het oprichten van het Sociale Klimaatfonds, dat onderdeel vormt van de wetgeving, moet er in ieder geval voor zorgen dat ook consumenten met de laagste inkomens kunnen vergroenen. Want uiteindelijk is dat wat je wilt. Als iedereen hetzelfde blijft doen en gewoon voor de emissierechten betaalt, dan bereik je niet zoveel. Het is overigens wel zo dat de opbrengsten van de verkochte emissierechten worden gebruikt voor innovatie en verduurzaming. Dat hebben ze in Brussel mooi rondgemaakt.”

De wet kent wel voorbehouden zodat de gevolgen voor de consument niet te extreem worden

Gevoeligheid
Wat betekent het voor de consument? “Brandstof voor de auto en energie voor het verwarmen van het huis zullen iets duurder worden. Er zijn in de wetgeving wel een aantal voorbehouden ingebouwd zodat de gevolgen voor de consument niet te extreem worden. Dat heeft onder meer te maken met de hoge energieprijs van afgelopen jaar. De wet gaat daarom pas in 2027 in. Mocht de energierekening dan exceptioneel hoog zijn, dan kan het plan een jaar worden uitgesteld. En dan is er dus het Sociale Klimaatfonds. Daarnaast houdt Brussel de mogelijkheid open om bij een zeer hoge CO2-prijs extra CO2-rechten beschikbaar te stellen, wat de hoge prijs enigszins kan drukken.”


Een mogelijke gevoeligheid die speelt bij het direct belasten van de CO2-uitstoot van de consument is dat er tegelijkertijd bedrijven en hele sectoren zijn die nog niet of slechts deels onder het emissiehandelssysteem vallen. Verbaken: “Dat is een beetje een politieke discussie, maar het heeft in elk geval ook te maken met de vraag hoe eenvoudig of ingewikkeld de uitvoerbaarheid van zo’n systeem is. Bij de CO2-belasting voor de industrie speelt de zorg dat bedrijven verhuizen naar een plek waar geen CO2-belasting wordt geheven. Dan zou je met het importeren van het eindproduct van zo’n bedrijf alsnog bijdragen aan de CO2-uitstoot. De nieuwe wetgeving probeert ook hier een oplossing voor te vinden door de invoering van een zogenoemd Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Dat moet ervoor zorgen dat voor producten die naar de EU worden verscheept bij de grens alsnog moet worden afgerekend voor de CO2-uitstoot, als deze uitstoot in het land van herkomst niet voldoende is belast. Omdat de implementatie hiervan ingewikkeld is, wordt in de komende jaren een proef opgezet waaruit moet blijken of de CABM uitvoerbaar is. Bij de CO2-heffing voor consumenten speelt dat niet, die is zowel haalbaar als uitvoerbaar.”