APG keert zich tegen buitensporige beloningen

Gepubliceerd op: 17 juli 2020

APG heeft in het afgelopen AVA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders)-seizoen samen met andere beleggers vier keer een beloningsvoorstel van een Nederlands bedrijf weggestemd. Het laat zien dat maatschappelijk betrokken aandeelhouders als APG gebruik maken van hun toegenomen invloed op de bestuurdersbeloningen bij beursgenoteerde bedrijven.

APG stemde - namens de pensioenfondsklanten ABP, bpfBOUW, SPW en PPF APG - tegen het nieuwe beloningsbeleid bij Besi, Wolters Kluwer, Euronext en SBM Offshore. In totaal stemden aandeelhouders in het afgelopen AVA-seizoen het beloningsvoorstel weg bij vijf Nederlandse beursgenoteerde bedrijven; in één daarvan, metaalbedrijf AMG, is APG niet belegd.

 


‘Say on pay’

Sinds december 2019 moet het beloningsbeleid van een Nederlands beursgenoteerd bedrijf ten minste 75% van de aandeelhoudersstemmen achter zich krijgen. Daarnaast moeten bedrijven in het beloningsverslag - waarin ze verantwoording afleggen over het salaris en de variabele beloning voor de top - aangeven hoe ze rekening houden met de ‘maatschappelijke acceptatie’. Aandeelhouders hebben bij het beloningsverslag een adviserende stem, de zogenaamde ‘say on pay’. 

 

APG keerde zich ook tegen het beloningsbeleid bij onder andere Van Lanschot Kempen, Basic-Fit en Signify (de voormalige lichtdivisie van Philips). In het oog sprong de tegenstem bij Ahold-Delhaize - het moederbedrijf van Albert Heijn. We vinden het onjuist dat het bedrijf het belang van duurzaamheid bij het vaststellen van de beloning heeft verminderd. Ook heeft Ahold Delhaize maar één duurzaamheidscriterium toegepast voor de beloning van de top. Dat criterium - het aandeel gezonde voeding in de verkoop van eigen merk-voedingsproducten - is ook nog eens nauwelijks te controleren. 

 

APG ziet graag dat bij beursgenoteerde bedrijven duurzaamheidscriteria een rol spelen bij het bepalen van de beloning voor bestuurders. “Maar dan moeten die criteria wel relevant, transparant en objectief meetbaar zijn”, zegt Mirte Bronsdijk, specialist op het gebied van ondernemingsbestuur bij APG Asset Management. Niettemin ging een grote meerderheid van de aandeelhouders van Ahold-Delhaize akkoord met het voorstel.

Internationaal stemde APG in ontwikkelde markten iets vaker vóór ‘say-on-pay’ beloningsvoorstellen (53%) dan vorig jaar (45%). Een aanzienlijk deel van onze nee-stemmen heeft te maken met buitensporig hoge ontslagvergoedingen voor CEO’s in de Verenigde Staten. In de VS zijn ontslagvergoedingen van meer dan tweemaal het salaris plus bonus vrij gebruikelijk. Vergeleken met Europa en het Verenigd Koninkrijk (72%), stemmen we in de VS veel minder vaak in met de beloning voor de top (37%).

 

Meer vrouwen aan de top

Aandeelhouders stemden over negentien bestuurdersbenoemingen bij Nederlandse beursgenoteerde bedrijven; in zeven gevallen ging die plek naar een vrouw. De meeste nieuwe benoemingen in de Raad van Commissarissen - die bij bedrijven toezicht houdt op het bestuur - gingen naar vrouwen. Eumedion, een samenwerkingsverband van grote Nederlandse beleggers waarvan ook APG deel uitmaakt, dringt bij bedrijven aan op een betere balans tussen mannen en vrouwen in topposities. Van de grote beursgenoteerde Nederlandse bedrijven voldoet op dit moment alleen ABN AMRO niet aan het toekomstige wettelijke quotum van een derde vrouwen in de Raad van Commissarissen.

 

Follow This-aandeelhoudersresolutie

Olie- en gasbedrijf Shell was in het afgelopen AVA-seizoen de enige Nederlandse onderneming waarbij een voorstel van aandeelhouders in stemming werd gebracht. APG onthield zich van stemming bij de resolutie, die was ingediend door het activistische aandeelhouderscollectief Follow This. Daarin werd Shell opgeroepen om zich vast te leggen op bindende klimaatdoelstellingen voor 2050. Hoewel APG de ambitie voor een klimaatneutrale economie in 2050 deelt, willen wij niet blijven twisten over bindende doelen op de lange termijn. Wat APG betreft ligt de focus bij Shell (en andere oliebedrijven) nu op het doorvoeren van concrete maatregelen om de recent aangescherpte klimaatambities waar te maken.