APG als werkgever
Sluiten

Navigeer snel in deze serie:

Sluiten

Deel deze serie:

APG als werkgever

Hoe is het om bij APG te werken? Voor welke uitdagingen staan we? Wat hebben we te bieden en waar staan we voor?
Je leest het hier. 

Thema
Onze organisatie
Collectie inhoud
38 Publicaties

Navigeer snel in deze serie:

“Het lijkt soms alsof we die economische kloof tussen mannen en vrouwen wel oké vinden”

Gepubliceerd op: 6 maart 2023

Loonkloof, pensioenkloof, koopkrachtverlies bij scheiding, financiële afhankelijkheid. Ruim 60 jaar na het afschaffen van de Wet Handelingsonbekwaamheid lopen vrouwen in economisch opzicht nog steeds hardnekkig achter. Op Internationale Vrouwendag staat Parkstad Limburg stil bij het thema Vrouw en Geld. Mariëlle Heuts schuift namens APG aan bij de forumdiscussie.

 

Vandaag de dag krijgen vrouwen nog altijd minder betaald voor dezelfde functies als mannen, werken ze vaker parttime en zijn ze minder economisch onafhankelijk. Voor de oorzaak moeten we kijken naar de recente geschiedenis, zegt rechtshistoricus Madeleijn van den Nieuwenhuizen. Zij verzamelt verhalen over de tijd dat getrouwde vrouwen volgens het Burgerlijk Wetboek ‘handelingsonbekwaam’ waren – een juridische categorie die ook gold voor kinderen en ‘zwakzinnigen’.

 

Deze wet hield stand tot 1956 en hield onder andere in dat je als vrouw vanaf je ja-woord geen eigen bankrekening mocht openen, geen hypotheek of verzekering kon afsluiten, en dat je alleen een arbeidscontract kon afsluiten met formele toestemming van je man. Je loon droeg je technisch gezien ook af aan je man, want hij was de baas over de gemeenschap van goederen waarin je toen standaard trouwde. Het idee achter deze wet was dat in de vereniging, dus ook in de echtvereniging, slechts één de baas kon zijn. De tomeloze lobby van politica Corry Tendeloo leidde tot afschaffing van deze handelingsonbekwaamheid.

 

Bizar. Met dat ene woord omschrijft Mariëlle Heuts de wet die in 1956 is afgeschaft. Heuts is bestuurssecretaris en -adviseur bij APG en nauw betrokken bij de transitie naar een nieuw pensioenstelsel, waarbinnen het informeren en begeleiden van pensioendeelnemers een belangrijk onderdeel is. Ook hielp ze bij de ontwikkeling van online platformen die inzicht bieden in de eigen financiële situatie. “Ik heb het trouwboekje van mijn grootouders bewaard. Daarin staat letterlijk dat de vrouw gehoorzaamheid verschuldigd is aan haar man. Anno nu is dat niet meer voor te stellen. Daarna duurde het overigens nog tot 1980 voordat de wet gelijke behandeling er kwam.”

Op Internationale Vrouwendag praat je in een forumdiscussie mee over de economische ongelijkheid van vrouwen. Wat is jouw motivatie om aan te schuiven?  

“Het lijkt soms alsof we die economische kloof tussen mannen en vrouwen wel oké vinden. De ontwikkeling om het gat te dichten verloopt in elk geval enorm langzaam. En dat boeit mij. Op microniveau vindt iedereen het inmiddels gelukkig heel vanzelfsprekend dat mannen en vrouwen gelijke kansen hebben. Maar op macroniveau ziet het ernaar uit dat het nog jaren gaat duren voordat de loonkloof tussen mannen en vrouwen verdwenen is.”

 

Waar kijk je het meest van op?
“APG dichtte na eigen intern onderzoek in 2019 in één keer de loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke collega’s. We haalden de landelijke media met het besluit om mannen en vrouwen hetzelfde salaris te betalen. Dat voelt dan toch als de omgekeerde wereld.

Maar ik sta er ook van te kijken dat Nederland zo achterloopt op de rest van Europa, terwijl we op andere vlakken vaak juist als een ondernemend en vooruitstrevend land worden gezien. Ik kom privé veel in Frankrijk, daar vinden vrouwen fulltime werken volstrekt normaal. We hebben hier in Nederland dus niet alleen een gat te dichten tussen mannen en vrouwen, maar ook met de rest van Europa.”

Wat kan daaraan ten grondslag liggen?

“De rechten van de vrouw, zoals die waren vastgelegd in de wet, zijn daar zonder meer een oorzaak van. De traditionele taakverdeling die toen is ontstaan, zorgt ook generaties later nog vaak voor sociale druk bij vrouwen om bijvoorbeeld de meeste zorgtaken in het gezin op zich te nemen. Ook is er, kijkend naar het huidige aantal vrouwen in topposities, nog steeds een glazen plafond voor vrouwen die hun mannelijke collega’s vaak sneller carrière zien maken.

 

Tot slot denk ik dat veel vrouwen zich onvoldoende realiseren wat de effecten zijn van bepaalde keuzes – bijvoorbeeld parttime gaan werken bij de komst van kinderen. Je tekent niet alleen voor een loonkloof tijdens je loopbaan, maar ook voor een pensioenkloof daarna.”

 

Genoeg werk aan de winkel dus om die kloof te dichten. Waar moeten we starten?
“Het start met bewustwording, dus goede voorlichting is essentieel. Daarin zie ik onder meer een rol voor werkgevers. Bijvoorbeeld door actief het gesprek aan te gaan met parttime werkende vrouwen over hoe ze gefaciliteerd kunnen worden om meer uren te werken. Denk aan flexibelere werktijden of thuiswerkmogelijkheden. Ik durf te wedden dat er veel mogelijk is door met een andere bril naar de realiteit te kijken.

Het bevoordelen van vrouwen met een quotum is ook een veelgebruikt middel. Dat zie ik echter meer als een hulpmiddel dan als een oplossing. Het pakt de bron van het probleem niet aan.
Een andere rol is er voor echtgenoten en partners; zij kunnen hun vrouwen stimuleren. Ik denk hierbij aan een gesprek dat ik had met een vrouwelijke collega. Zij zette een stap op de ladder en kreeg een leidinggevende functie. Hartstikke mooi natuurlijk. Maar haar man zag dat helemaal niet zo zitten. Want: ze was vaker van huis, had meer verantwoordelijkheid en werkte meer in de avond. Hoe moest dat nu met de kids? Die man keek voor de opvang van hun kinderen direct naar zijn vrouw en niet naar zichzelf of naar andere oplossingen.”

En dan zijn er de vrouwen zelf natuurlijk. Hoe kunnen zij morgen al zelf die kloof een stukje dichten?

“Ga op zoek naar informatie. Er is genoeg over dit onderwerp te vinden op internet. Zorg dat je begrijpt wat bijvoorbeeld minder werken betekent, zowel in het hier en nu (loonkloof), maar ook voor je carrière en je toekomst na pensionering (pensioenkloof). Stel jezelf de vraag of je op basis van deze informatie dezelfde keuzes zou maken. Als jij minder werkt, ben je later afhankelijk van de pensioenpot van je man. Wil je dat? En als je dan niet meer samen bent? Wil je dat risico lopen? En maak dit thuis aan de keukentafel bespreekbaar. Ik heb in mijn omgeving een scheiding meegemaakt waarbij de vrouw er beduidend slechter vanaf kwam dan de man. Dat zou ik niet willen meemaken. En dat gun ik mijn kinderen ook niet.

 

Kijk ook naar je salaris. Vrouwen verdienen nog steeds minder dan mannen voor hetzelfde werk. Het is bovendien nog vaak een typisch vrouwending om daarover niet te onderhandelen. Of kijk of je niet toch een paar uur meer zou kunnen werken. Ga het gesprek hierover aan met je werkgever en onderhandel over je salaris. Toen ik een nieuwe stap zette binnen APG heb ik aan HR gevraagd of mijn salaris passend was. Het ging mij niet eens om het geld, maar ik wilde zeker weten dat er serieus naar gekeken was.”

 

Internationale Vrouwendag is natuurlijk ook een dag om te vieren wat goed gaat. Welke vooruitgang heb jij zelf al ondervonden en wat wil jij doorgeven?
“Laten we wel wezen, de afgelopen generaties is er al ongelooflijk veel veranderd in positieve zin. Zo hebben mijn ouders mij van kind af aan gestimuleerd om mijzelf te ontwikkelen en mijn eigen geld te verdienen. Mede dankzij hen ben ik financieel onafhankelijk. Overigens met alle support van mijn man, ook daar ben ik trots op. Nieuwe schoenen kopen met de creditcard van mijn man? Ik kan mij daar niets bij voorstellen! Ook ben ik dankbaar voor de vrouwelijke rolmodellen die ik had. Mijn moeder heeft mij laten zien dat werk en gezin elkaar niet in de weg hoeven te staan. Ze grapte altijd dat we met mijn vaders inkomen de vaste lasten betaalden en dat we van haar inkomen de leuke dingen deden. Ook mijn beide oma’s hebben gewerkt, zelfs in de tijd dat dit not done was. Ik ben dus niet anders gewend dan dat vrouwen hun steentje bijdragen. En dat is ook wat ik wil meegeven aan mijn twee dochters. Dat je met werk veel kunt bereiken. Dat gaat veel verder dan alleen in financiële zin. Werken en onafhankelijk zijn doen ook iets met de balans en gelijkwaardigheid in een relatie. Bovendien is werken leuk en kun je er iets mee betekenen.”

Financiële onafhankelijkheid van vrouwen is binnen APG een belangrijk thema. Als Topvrouw van het Jaar 2022 werkt APG CEO Annette Mosman aan het vergroten van het financiële bewustzijn en de financiële onafhankelijkheid van Nederlandse vrouwen. “Vrouwen nemen te vaak besluiten op basis van onvolledige informatie, dat moet écht anders”, aldus Mosman in een interview.
“220.000 euro pensioen minder, willen vrouwen dat echt?” | APG

Francine van Dierendonck, lid raad van bestuur en verantwoordelijk voor deelnemers- en werkgeversservices en fondsenbedrijf, maakt zich ook sterk voor financiële gelijkheid. Tijdens de opening van de Expositie Vrouw en Inkomen van ABP en APG zei ze: “Financiële onafhankelijkheid betekent dat je beschermd bent als je bijvoorbeeld gaat scheiden.”

Volgende publicatie:
“Ontmoedig vrouwen die de IT in willen niet”

“Ontmoedig vrouwen die de IT in willen niet”

Gepubliceerd op: 3 maart 2023

Ja, er zijn wel degelijk vrouwen die werken in de IT leuk vinden. Die boodschap wil software ontwikkelaar Sabine de Win heel graag aan de man brengen. Een meer diverse genderverdeling in het vakgebied is ook hoog nodig. Waarom, legt ze op 29 maart samen met business informatie analist Frederique Janssens uit tijdens APG’s devConf 2023.

 

Als software ontwikkelaar bij APG nam Sabine de Win voor het eerst deel aan devConf, een door de pensioenuitvoerder georganiseerd event om de Zuid-Limburgse developer community een impuls te geven. Toen er na afloop feedback werd gevraagd had ze eigenlijk maar één opmerking: ‘Waarom zit er geen vrouw in de organisatie?’. Waarop Sabine direct in de gelederen werd opgenomen.

Op 29 maart is haar vuurdoop om zelf een presentatie te geven op het event over het onderwerp Power to the Wo-Men; vrouwen in de IT. Even vroeg Sabine zich af wie er eigenlijk zit te wachten op wat zíj daar van vindt. Maar die gedachte verdween snel toen ze met collega en business informatie analist Frederique Janssens in gesprek raakte en het tweetal ontdekte dat er veel onderzoek naar het onderwerp wordt gedaan en dat er ook behoefte is aan mensen die erover vertellen.

Impuls voor developers – 29 maart devConf in Heerlen

Pensioenuitvoerder APG organiseert ook dit jaar weer de devConf. Deze vindt 29 maart plaats op de Brightlands Campus in Heerlen en heeft als doel de Zuid-Limburgse developer community een impuls te geven met nieuwe ideeën. De 'line-up' van dit jaar bestaat uit een aantal bekenden, een aantal verrassende nieuwe sprekers en ook internationale sprekers die eerder al te zien waren op J-Fall en AzConf 2022. Nieuwgierig? Ga naar devconf.nl voor het volledige programma. Iedereen die interesse heeft in IT is welkom, inschrijven is nodig om een plek te reserveren.

Eyeopener
“Weet je dat in de VS twee keer zoveel vrouwen in de IT werken dan in Nederland? Hoe tof zou het zijn als wij hier dat aantal ook bereiken!” In voorbereiding op haar presentatie is Sabine veel te weten gekomen. “Vrouwen die aan aantal jaar geleden op hun iPhone via Siri naar een abortuskliniek zochten, werden naar een adoptiecentrum gestuurd. Maar Siri wist tegelijkertijd wel te vertellen waar je Viagra kon kopen. Zoiets gebeurt niet als er een vrouw in het team zit die feedback kan geven.”

Kop indrukken
Naast het delen van interessante weetjes heeft Sabine ook een duidelijk doel voor ogen op het event. Ze wil mannen ervan bewustmaken dat er vrouwen zijn die IT wél leuk vinden. “Ik zou willen dat er nooit meer een man is die tegen een vrouw zegt dat ze gek is als zij aangeeft in de IT te willen werken. Druk die interesse bij vrouwen, of jonge meiden, niet de kop in.”

 

Haar missie komt mede voort uit eigen ervaring. Sabine was als kind sociaal heel sterk en werd om die reden door school en haar ouders zachtjes de richting opgeduwd van de alfavakken. En dat terwijl Sabine geïnteresseerd was in computerspelletjes en pc’s. “Toen mijn vader zich liet omscholen tot systeembeheerder, intrigeerde mij dat enorm. Ik wilde altijd weten waar hij mee bezig was.” Maar door haar studiekeuze bleef die interesse bij een hobby - als er een website gemaakt moest worden kon je bij Sabine terecht - en belandde ze in de evenementenbranche. Daar vulde ze haar dagen met, kortgezegd, het organiseren van bruiloften.

Opnieuw beginnen
Misschien waren het de hormonen, misschien was het gewoon het goede moment, maar tijdens de zwangerschap van haar eerste kind besloot Sabine toch een andere weg in te slaan. “Werken in de evenementenbranche ging voor mij niet hand in hand met het hebben van een gezin. Dus het idee om eindelijk wel te gaan coderen ontstond in die periode. Ik ging die stap zetten, ook al betekende dat dat ik helemaal opnieuw moest beginnen.”

 

En zo leerde Sabine bij een bedrijf dat niks anders doet dan mensen opleiden en omscholen voor de IT-branche een website bouwen in de computertaal PHP. “Het doel van die bootcamp was dat in die drie maanden het kwartje viel en als dat zo was, dan werd je gedetacheerd.” Sabine belandde uiteindelijk bij APG. “Het klikte direct en ik kreeg de kans om te starten op een plek waar in een nog iets oudere computertaal gecodeerd wordt. Dat is voor mij de perfecte opstap om ervaring op te doen in een ontwikkelomgeving. Ook krijg ik de ruimte om andere talen te leren.”
Dat ze voornamelijk tussen mannen werkt die een voorsprong hebben, deert Sabine niet. “Ik heb geen moment het idee gehad dat ze op mij neerkijken. Ze willen me allemaal helpen om mezelf te ontwikkelen en verder te komen. Ik vind het ook écht heel leuk. Als programmeur moet je flexibel zijn, snel kunnen leren. De creativiteit die ik in de evenementenbranche gebruikte, gebruik ik nu ook. Dat ik daardoor soms anders denk dan IT’ers die dit werk al langer doen, kan een voordeel zijn.”

 

Geen girly stuff

Haar vriend was gelijk razend enthousiast over de carrièrestap, maar Sabines vrienden verklaarden haar voor gek. “Ze zeiden dat ik doodongelukkig zou worden tussen ‘al die stoffige developers, die nerds die totaal niet sociaal zijn’. Maar blijkbaar werken dat soort mensen bij een ander bedrijf want bij APG kom ik ze niet tegen. De developers van tegenwoordig zijn misschien anders. En hoewel mijn vriendinnen heel blij voor me zijn - ze zien hoe gelukkig ik nu ben – hebben ze minder interesse in mijn werk dan toen ik bruiloften organiseerde. We praten nu niet meer over girly stuff, over hoe de bruid eruitzag.”

 

Probleem opsporen
De lach die van oor tot oor op Sabines gezicht verschijnt, verraadt dat zij wel zonder die girl talk kan. “Ik word er zo blij van als ik een probleem in een code moet opzoeken. Of als ik de oplossing voor een probleem moet bedenken. Bijvoorbeeld: mijn team levert elke maand de betaalspecificaties van de deelnemers van onze pensioenfondsklanten op. Als dan het nettobedrag niet klopt, dan is dat een groot probleem dat is ontstaan door een fout in de code. Ik speur die dan op. Die code is geschreven in een programmeertaal - EGL waar ik mee werk genereert bijvoorbeeld JAVA - die de bekende nullen en enen leesbaar maken.

Het gaat om logica. Zie het als een bakmachine in een fabriek. Er gaat meel in, en water en eieren. De machine mixt, het gaat in de oven en er komt een brood uit. Elke machine heeft z’n functionaliteit, maar toch kan het ergens mis gaan. Er kan als het ware teveel water in het brood zitten. Ik zoek dan uit waar en hoe dat gebeurt.”

Sabine is nieuwsgierig en leergierig. Dat ze niet de nieuwe Steve Jobs wordt is haar wel duidelijk, maar ze ziet een wereld aan mogelijkheden die ze nog kan ontdekken. “Ik wil op meerdere vlakken inzetbaar zijn: front end en back end. Ik wil iets creëren en daar heb ik skills voor nodig. Dat is ook het leuke aan opnieuw beginnen aan een carrière.” Daarnaast wil de software developer ook een leuke moeder zijn voor haar twee kinderen. “Voor hen ben ik mama, maar ze mogen wel zien dat ik hard werk en het leuk vind om te blijven leren. Gegarandeerd ga ik mijn dochter van vier ook leren coderen. Zodra ze een beetje gesetteld is op school natuurlijk. Mijn man is daar ook helemaal fan van; we zien het al helemaal voor ons dat we met haar kleine codeerprojectjes doen. Bij ons komt er geen poppenhuis, ze heeft oprecht geen interesse in poppen, ze is echt een ontdekker.”

 

Zelf ontdekken

En zo komen we weer bij de presentatie die Sabine tijdens devConf geeft. “Er zijn maar weinig vrouwen die starten met een opleiding in de IT en als ze dat al doen dan haken ze vaak ook weer af. Jammer, want het zit er bij velen echt in. Dat zie ik ook als ik op de basisschool leerlingen met digitale vaardigheden leer om te programmeren in Scratch. Ik zie dan echt vrouwelijke programmeurs in de dop. Meiden die er enthousiast van worden. Maar hou ze ook enthousiast! En laat meer meiden en vrouwen ermee in aanraking komen. Want het is nu nog onbekend terrein voor velen. Ze weten niet wat je ermee kunt en hoe de sfeer is in een team. Vrouwen moeten het gewoon ook zelf gaan ontdekken.”

Power to the Wo-Men

Sabine de Win en Frederique Janssens 29 maart, 15:05 - 15:50

Wist je dat programmeren een vrouwentaak was? Of dat de term ‘computers’ synoniem was voor vrouwelijke programmeurs? Er werken tegenwoordig nog maar heel weinig vrouwen in de IT, maar er schuilt veel meer vrouwelijkheid in ons mooie vakgebied dan je denkt. In deze presentatie nemen we je mee in de wereld van vrouwen in de IT en waarom een diverse genderverdeling nodig is in ons vakgebied. En daar hebben we ook mannen hard bij nodig!

Volgende publicatie:
IT Executive interviewt enterprise architecten APG

IT Executive interviewt enterprise architecten APG

Gepubliceerd op: 3 maart 2023

Bij de grootste pensioenverzekeraar van Nederland is een toekomstbestendige IT een absolute noodzaak. APG gaat immers verplichtingen aan voor de zeer lange termijn met zijn klanten. Daan Rijsenbrij (architectuur-auditor) en Hotze Zijlstra (IT-journalist) stelden hierover enkele vragen aan APG'ers Henk Dado en Gerben Wierda in hun rol van senior enterprise architect.

Het interview met de titel Architectuur voor een toekomstbestendige IT bij APG staat online op itexecutive.nl. Hierin vertellen Henk en Gerben hoe APG eruitziet voor een enterprise architect en lichten ze de grootste achitectuurprestaties van de afgelopen vijf jaar toe. Ook wordt er vooruitgeblikt op de cruciale achitectuuruitdagingen in de pensioensector.

Volgende publicatie:
“We doen eigenlijk zo’n beetje wat grote bedrijven als Microsoft doen”

“We doen eigenlijk zo’n beetje wat grote bedrijven als Microsoft doen”

Gepubliceerd op: 1 maart 2023

Wie zíjn die mensen die er bewust voor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? We nemen je mee achter de schermen. Bram Scipio (42) is service owner. “Bij APG ging een wereld voor me open.”

 

Service owner, dat klinkt belangrijk. Wat houdt jouw werk precies in?

“Ik ben inhoudelijk verantwoordelijk voor zo’n 35 mensen op het IT Service Center. Daar bewaken we 365 dagen per jaar, 24 uur per dag het IT-landschap, zoals we dat noemen. Als er een storing binnenkomt, proberen we die zo snel mogelijk te verhelpen. Wij zijn ook de afdeling die ervoor zorgt dat alle collega’s eens in de zoveel tijd een nieuwe telefoon en laptop krijgen. En toen met corona ineens iedereen thuis moest werken, waren wij degenen die dat mogelijk maakten voor 3500 mensen. Dat was een leuk, groot project waarbij we als dienst echt werden gezien.”

 

Hoe ben je bij APG terechtgekomen?

“Nou, ik heb nogal een carrièreswitch gemaakt. Voordat ik de IT inging, was ik horecaondernemer. Daar ben ik op een gegeven moment mee gestopt; ik wilde iets anders doen. Ik had al een mbo-opleiding systeem- en netwerkbeheer gedaan, later ben ik ICT & Informatiemanagement gaan studeren aan de hogeschool. Na mijn afstuderen ben ik gaan werken in de e-commercewereld. Ik hield me daar vooral bezig met uitdagende ICT-vraagstukken van klanten. Ik heb er veel geleerd, maar na een paar jaar was ik toe aan een échte IT-organisatie. Ik merkte dat ik energie kreeg van het oplossen van die complexe vraagstukken. Zo kwam ik zeven jaar geleden bij APG terecht.”

 

Euh, maar APG is toch een pensioenorganisatie, geen IT-bedrijf?

“Veel mensen weten het niet, maar APG is behalve een pensioenorganisatie ook een heel groot IT-bedrijf. Alles wat je kunt bedenken op IT-gebied, hebben wij in eigen huis. We doen eigenlijk zo’n beetje wat grote bedrijven als Microsoft doen, maar dan in Heerlen. Ik wist dat eerlijk gezegd ook niet voordat ik hier in dienst kwam; er ging een wereld voor me open.”

 

Is die wereld niet stiekem een beetje saai?

“Allesbehalve! Er zijn zoveel interne en externe ontwikkelingen die ons werk beïnvloeden. Denk aan het nieuwe pensioenstelsel, waarbij we zorgen voor een gezond financieel perspectief voor een groot deel van de Nederlandse bevolking. Maar er zijn ook bedreigingen in de vorm van cybercrime. Je kunt je wel voorstellen dat dit invloed heeft op ons IT-landschap. Dat moeten we wendbaar, stabiel en veilig houden, en de gebruikerservaringen moeten positief blijven. We bouwen niet alleen betrouwbare en solide diensten, maar omarmen ook nieuwe technologieën zodat we een gids kunnen zijn op het gebied van IT-dienstverlening. En als er dan toch iets mis is, zetten we alle zeilen bij om dit te repareren en te herstellen. Dit alles zorgt ervoor dat we dagelijks worden uitgedaagd in ons werk. Ik hoef me dus nooit te vervelen.”

 

Wat vind je het leukst aan je werk?

“Het allerleukste vind ik dat ik mijn collega’s mag faciliteren om het beste uit henzelf te halen. Ik zorg ervoor dat ze hun werk zo optimaal mogelijk kunnen doen en begeleid hen om hun werkplezier te vergroten. Daar zit natuurlijk veel persoonlijke ontwikkeling in. Als ik collega’s kan helpen hun ambities te bereiken, dan heb ik een groot gedeelte van waar ik voor sta al bereikt.”

 

Wat zijn je drijfveren?

“Mijn persoonlijke motto is: ‘Geniet en heb plezier door iedere dag uitdaging te zoeken, te investeren en te ontwikkelen’. Ik ben een doorzetter en hou van uitdagingen. Zoals gezegd coach ik mijn collega’s en teams om optimaal te presteren en doelen te realiseren. In mijn ideale wereld doe ik dit door het creëren van een werkomgeving waarbij plezier, veiligheid, vertrouwen en ambitie vooropstaan.”

 

Welke karaktereigenschappen maken dat je hier echt op je plek bent?

“Collega’s zeggen dat ik zeer klant- en servicegericht ben, een verbinder, goed in plannen en organiseren, ambitieus en daarbij grensverleggend en oplossingsgericht.”

 

Komen die eigenschappen ook privé van pas? Wat doe jij als je niet aan het werk bent?

“In mijn vrije tijd ben ik een recreatieve hardloper, ik vind het heerlijk om lekker buiten te sporten. Ik woon vlak bij de Brunssummerheide en de Tevenerheide en deze omgeving is heerlijk om lekker af te schakelen. Regelmatig schrijf ik me in voor hardloopevenementen, waarbij niet alleen de sportieve prestatie maar ook de gezelligheid belangrijk is.”

 

Wat merken pensioendeelnemers van jouw werk?

“Mijn team en ik zorgen ervoor dat onze APG-collega’s moderne ICT-werkplekken en -diensten tot hun beschikking hebben, zodat zij optimaal, zorgeloos en met plezier kunnen werken en samenwerken. Op onze afdeling zijn we ook de stem van de klant en heb ik veel contact met stakeholders: wat kunnen we beter doen? Dat past wel weer bij mijn achtergrond: de klant of gast is altijd koning en zijn of haar wensen staan voorop. Het is de kunst om wat zij willen, te vertalen naar werkende oplossingen. We zorgen er dus niet alleen voor dat alles werkt, maar zijn ook continu bezig met verbetering. Met onze excellent georganiseerde dienstverlening kunnen onze APG-collega’s zich dan weer volledig richten op hun werk voor fondsen, werkgevers en deelnemers.”

 

Volgende publicatie:
“220.000 euro pensioen minder, willen vrouwen dat echt?”

“220.000 euro pensioen minder, willen vrouwen dat echt?”

Gepubliceerd op: 16 december 2022

SER Topvrouwen interviewt APG-CEO Annette Mosman

De uitvoering van de op handen zijnde nieuwe Pensioenwet leidt tot de grootste operatie in de pensioensector ooit. Dat zegt APG-CEO Annette Mosman in een interview met SER Topvrouwen, onderdeel van de Sociaal-Economische Raad (SER).

 

En ook als Topvrouw van het Jaar 2022 werkt Annette aan een haast niet te overschatten transformatie: het financiële bewustzijn en de financiële onafhankelijkheid van Nederlandse vrouwen vergroten. “Vrouwen nemen te vaak besluiten op basis van onvolledige informatie, dat moet écht anders.”

In het interview geeft Annette antwoord op de vraag hoe een leider het vertrouwen krijgt dat nodig is om een zeer complexe opdracht succesvol af te ronden. Hier draait het om authenticiteit en de mens achter een mening. “Als leider is het je taak om een cultuur te creëren waarin medewerkers niet schromen om hun stem te laten horen. … Ik ben resultaatgericht, maar ik kan niet de juiste besluiten nemen zonder de kennis en kunde van de ruim 3.000 professionals die aan ons verbonden zijn.”

Competenties
Via de discussie over de nieuwe pensioenwet en het belang van de deelnemer komt het gesprek dan uit op diversiteit. APG zet in op brede targets en wil graag diversiteit en inclusie binnen de organisatie zichtbaar maken. “De zogenoemde zachte competenties zijn helemaal niet zacht. Nu we de uitkomsten van beleid niet langer overzien, kunnen we niet langer enkel beslissen op basis van ratio en harde cijfers. Er komt altijd intuïtie bij kijken, empathie, goed stakeholdermanagement, oog voor duurzaamheid. Oftewel, feminiene competenties.” En: “Als vrouwen er niet van overtuigd zijn dat ze in alle opzichten klaar zijn voor een topbaan, steken ze hun vinger niet op. En dus verdienen ze minder. Meer bewustwording is daarom nodig: zo moet HR er alles aan doen om vrouwen te stimuleren de stap wel te zetten.”

Papegaai
Dan vertelt Annette dat ze zelf ook niet meteen hapt als er zich een baan voordoet, waardoor het interview verder doorgaat over haar eigen schuchterheid en de noodzaak van jezelf kennen. “Ik kijk graag de kat uit de boom, ik heb een calvinistische achtergrond. Bij ons was het idee dat je hard moest werken en dan zou alles goed komen. Dat heb ik gedaan, en mijn geluk was dat ik bij KPMG begon. Daar werkten we met korte projecten, waarna je feedback kreeg die je op moest schrijven. En wat betreft minpunten was het: wat ga je eraan doen? Verschrikkelijk vond ik dat, maar het bleek een zegen – ik heb mijzelf daardoor zó goed leren kennen.”
Een manman-coach en een papagaai kunnen je daarbij helpen, onthult Annette vervolgens. “Ik heb een papegaai op mijn schouder, die heeft er altijd al gezeten. In het begin van mijn carrière schreeuwde hij af en toe in mijn oor dat ik het niet kon, of dat ik nog heel veel moest leren. Dat was toen ook eigenlijk wel waar.” 

Onafhankelijkheid
Het interview sluit af met Annettes titel van Topvrouw van het Jaar 2022 die ze eind september won en de missie die deze titel met zich meebrengt. “Ik wil streven naar meer financiële onafhankelijkheid voor vrouwen, en daarbij hoort natuurlijk ook een goed pensioen... Nederlandse vrouwen die parttime werken bouwen op jaarbasis tot wel 10.000 euro minder pensioen op dan fulltimers. Na 40 jaar hebben zij gemiddeld 220.000 euro minder in hun pensioenpot dan een fulltime werkende man. De keuze voor parttime werk wordt te vaak gemaakt onder sociale druk: de maatschappij verwacht van vrouwen dat ze meer gaan zorgen. Ik ben er daarnaast van overtuigd dat vrouwen die keuze maken op basis van onvolledige informatie. Het lijkt een goede oplossing, maar heb je precies op een rij wat de impact is op het verloop van je verdere carrière? Je komt vaak niet meer terug in een fulltimebaan, je loopt promoties mis. En dat pensioen, hè. 220.000 euro minder dan mannen, willen vrouwen dat echt?”

Volgende publicatie:
“Vrouwen zijn er nog niet, maar ze moeten moed houden”

“Vrouwen zijn er nog niet, maar ze moeten moed houden”

Gepubliceerd op: 14 november 2022

Vandaag is het Equal Pay Day. Hoewel de positie van de vrouw de afgelopen eeuw enorm is verbeterd, is er nog steeds sprake van een financiële kloof tussen mannen en vrouwen. Een gesprek met historica Els Kloek over onder meer de inhaalslag van vrouwen in Nederland, een op mannen schietende dienstbode, en de voor- en nadelen van deeltijdbanen.    

 

Ze is van huis uit wetenschapper, is gepromoveerd, maar noemt zich al jaren ‘onderneemster in geschiedenis’ en ‘historisch onderzoekster’. Els Kloek ziet zichzelf als vrouw van de praktijk, als iemand die liever gewoon aan het werk gaat dan verzeild raakt in theoretische debatten. Die liever de geschiedenis van gewone mensen bestudeert dan die van koningshuizen en oorlogen. En dan vooral de geschiedenis van vrouwen, want die werden door historici vaak overgeslagen.

Kloek stond onder andere aan de wieg van het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland, en schreef het veelgeroemde boek ‘Vrouw des huizes – een cultuurgeschiedenis van de Hollandse huisvrouw’. Ze maakte vooral naam met het monumentale, tweedelige naslagwerk ‘1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis’, met daarin 2 x 1001 biografieën van bekende Nederlandse vrouwen, uit pakweg de laatste duizend jaar. 

Digitale expositie ‘Vrouw en inkomen’

De positie van de vrouw in Nederland is de afgelopen eeuw duidelijk verbeterd. Dat blijkt ook uit de expositie ‘Vrouw en inkomen’, opgezet vanwege 100 jaar ABP; een prachtige, digitale tijdreis met bijzondere verhalen, van bijzondere vrouwen. Een van de samenstellers is historica Els Kloek. Je kunt de expositie over 100 jaar vrouwen digitaal bezoeken: Welkom bij 100 | De Expositie - ABP 100 jaar (pensioenvannederland.nl).

In welke opzichten is de positie van vrouwen in Nederland de laatste honderd jaar verbeterd?

“Het is normaal geworden dat je als vrouw kunt werken. Vergeet niet dat vrouwen vroeger werden geacht te stoppen met werken zodra ze trouwden. Bovendien zijn vrouwen pas sinds 1957 wettelijk gezien ‘handelingsbekwaam’; voor die tijd werden ze niet in staat geacht om hun eigen financiën te regelen. De uitvinding van de pil zorgde ervoor dat vrouwen min of meer konden plannen wanneer ze kinderen kregen, en daar hun loopbaan op konden afstemmen. En sinds 1980, als gevolg van de Wet op Gelijke Behandeling, zijn mannen en vrouwen in juridisch opzicht gelijk aan elkaar. Deze maatschappelijke revolutie heeft zich de vorige eeuw heel geleidelijk voltrokken.”  

 

Maar toch is er nog steeds die loon- en pensioenkloof…

“Ja, en dat is op zich natuurlijk ronduit bizar. Want waarom krijgen vrouwen voor hetzelfde werk vaak minder betaald dan mannen? Ik denk dat we een beetje geduld moeten hebben, want met wetten en maatregelen verandert niet meteen hoe mensen leven en denken. Niettemin ben ik hoopvol als je kijkt naar wat er in de afgelopen honderd jaar is gerealiseerd. Het heeft gewoon tijd nodig. Neem het onderwijs. Dat is altijd een enorm emanciperende factor. Meisjes kunnen in Nederland inmiddels hetzelfde onderwijs volgen als jongens. Meiden kunnen nu zoveel vakken kiezen! Een eeuw geleden was dat ondenkbaar. En vrouwen hoeven niet meer hun hele volwassen leven te wijden aan het opvoeden van kinderen. Ze kunnen dankzij allerlei voorzieningen, hun man desgewenst de deur uitzetten. Nou, tot voor kort werkte je je als vrouw dan enorm in de nesten.”

 

Vrouwen krijgen vaak de kritiek dat ze minder verdienen omdat ze vaker voor deeltijdbanen kiezen. Hoe ziet u dat?

“Die loonkloof komt inderdaad voor een deel doordat vrouwen vaker parttime werken. Maar dat verklaart nog niet waarom ze voor gelijk werk in de praktijk vaak minder betaald krijgen dan mannen. Ik draai het altijd graag om: waarom gaan mannen niet meer in deeltijd werken? Deeltijdbanen zijn heus zo slecht nog niet. Als je kinderen krijgt, wil je die ook kunnen opvoeden en de juiste zorg aan ze besteden. Ik vind het problematisch dat veel jonge gezinnen nu met zo’n overvolle agenda zitten. Ze hebben vaak geldzorgen, hebben discussie over de taken in het huishouden, hebben er last van dat de tijden van kinderopvang en school niet aansluiten op hun eigen werktijden. En dan moeten ze ook nog carrière maken... kortom, ze moeten door veel hoepels tegelijk springen.”

Hoe bent u daar in uw eigen carrière mee omgegaan?

“Ik begon na mijn studie met fulltime werken. Maar ik voelde me daar niet prettig bij. En heb toen gekozen voor een andere, parttime baan. Dat kon ik me financieel gezien gelukkig permitteren, wat echt een voorrecht is geweest. Daardoor had ik de vrije tijd om ook dingen te doen die ik heel leuk vond, waar mijn hart naar uitging. Wat trouwens toch vaak weer werkgerelateerd was. Wat dat betreft heb ik nog een beetje de trekken van een hippie uit de jaren zestig, haha.”

 

Vrouwen hebben dus veel in eigen hand?

“Zeker. Er wordt nog vaak naar vrouwen gewezen dat het tuttebollen zijn die de hele dag thuis bij de kinderen willen zitten. En dat het dus hun eigen schuld is dat ze geen carrière maken of weinig verdienen. Maar dan hebben vrouwen het weer gedaan. Ik vind dat mannen ook in beweging moeten komen. Bijvoorbeeld meer taken in het huishouden op zich nemen. Wat dat betreft is er al veel ten goede veranderd, in mijn jeugd was het bijvoorbeeld ondenkbaar dat een man de luiers verschoonde; de enkeling die dat wel deed, zweeg erover. Bang voor een watje te worden uitgemaakt. Die tijd is gelukkig voorbij. Wat een winst is dat! Daarbij heeft het uiteraard enorm geholpen dat het huishouden veel minder tijd vergt dan vroeger, dankzij wasmachines en andere apparatuur.”

 

Welke vrouwen ziet u als iconen van de Nederlandse vrouwenemancipatie?

“Dat zijn er heel wat. Een van mijn favorieten is de dienstbode Neeltje Lokerse. Die stond in 1902 gewapend op het Haagse Binnenhof. Daar werkte de vader van haar pasgeboren kind, tevens haar werkgever. Hij weigerde zijn kind te erkennen. Toen hij naar buiten kwam, schoot ze op hem maar ze raakte hem niet. Ze wilde alleen maar aandacht voor de zaak, vandaar haar actie. Ze werd direct gearresteerd maar later weer vrijgesproken. Daarna heeft ze zich, bijvoorbeeld door lezingen te geven, haar leven lang ingezet voor verbetering van de positie van dienstbodes, ongehuwde moeders en prostituees. Heel dapper, want die waren destijds allemaal rechteloos. Andere iconen zijn Corrie Tendeloo en Clara Meijers. Tendeloo was een politica die zich inzette voor juridische gelijkheid tussen man en vrouw. Dankzij een motie van haar werd in 1955 het gedwongen ontslag van ambtenaressen bij huwelijk afgeschaft. Ze zorgde er ook voor dat de handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen werd opgeheven. En Clara Meijers zorgde er in 1928 voor dat er voor vrouwen een aparte Vrouwenbank kwam. Het was voor vrouwen destijds vrijwel onmogelijk om een lening te krijgen als ze bijvoorbeeld een winkel wilden openen, of een hypotheek voor een eigen huis nodig hadden.”

 

Waarom bent u al een leven lang bezig met de geschiedenis van vrouwen in Nederland?

“Ik ben van 1952, de tijd dat de vrouw de man nog hoorde te volgen. Ik was nog scholier, toen ik in Leiden bij de oprichting van Dolle Mina was, in 1969. Die feministische actiegroep paste in de tijdgeest, ik vond dat machtig interessant. Toen ik geschiedenis ging studeren, ging mijn aandacht als vanzelf naar de geschiedenis van vrouwen in Nederland. Die fascinatie heb ik altijd gehouden. Terugkijkend constateer ik dat er enorm veel verbeterd is voor vrouwen. We zijn er nog niet, maar we moeten moed houden en alert blijven. Ooit zullen mannen en vrouwen volstrekt gelijkwaardig zijn aan elkaar, daar ben ik van overtuigd. Dat ouderwetse mannenbastion wordt langzaam maar zeker steeds verder afgebroken.”

Foto's: Aad van Vliet

In 2122 geen pensioenkloof tussen vrouwen en mannen

Onderzoeksbureau Motivaction deed onderzoek naar het toekomstbeeld van de positie van vrouwen. Enkele uitkomsten:

  • Typische mannen- en vrouwenberoepen: Ruim een kwart van de Nederlanders denkt dat er in 2122 nog altijd typische beroepen voor mannen (zoals IT of defensie) en vrouwen (zoals zorg of onderwijs) bestaan.
  • Vrouwen in topposities: Vrouwen vinden het minder waarschijnlijk dan mannen dat er in 2122 evenveel vrouwen als mannen in topposities werken. Bijna 7 op de 10 vrouwen vindt dit wel wenselijk, mannen vinden dit minder vaak wenselijk (60 procent).
  • Parttime en fulltime werken: 56 procent van de Nederlanders vindt het wenselijk dat in 2122 de verdeling tussen parttime en fulltime werken eerlijk is verdeeld tussen mannen en vrouwen. Ook ziet de helft van de Nederlanders graag dat een voltijds werkweek uit 32 uur bestaat. Ruim een derde van de Nederlanders vindt dat ook waarschijnlijk.
  • Loonkloof: De helft van de Nederlanders denkt dat in 2122 de loonkloof is gedicht. 79 procent van de vrouwen vindt dit heel wenselijk, bij mannen ligt dit percentage op 66 procent.
  • Pensioen: Drie op de vijf Nederlanders vindt het wenselijk dat in 2122 iedereen een basispensioen ontvangt en je ook voor onbetaald werk (zoals mantelzorg of vrijwilligerswerk) aanvullend pensioen opbouwt. Kortom, in het Nederland van 2122 bestaat er geen pensioenkloof tussen vrouwen en mannen.

Volgende publicatie:
“Ik was zo onzeker dat ik de bevestiging die ik zocht, niet kon zien”

“Ik was zo onzeker dat ik de bevestiging die ik zocht, niet kon zien”

Gepubliceerd op: 17 oktober 2022

Uit de kast komen. Vier woorden die op papier zo gemakkelijk klinken, kunnen enorm moeilijk uit te voeren zijn als het jezelf betreft. Twee mensen die de stap naar buiten hebben gezet, zijn APG’er Evelien Starren en voormalig Wushu-topsporter Tim Sastrowiardjo. Op Coming-Outdag vertelden zij hun verhaal.

 

Op het eerste oog zijn ze zo verschillend. De Nederlandse transgendervrouw Evelien heeft een mooie carrière opgebouwd, is getrouwd en heeft twee kinderen. De homoseksuele en biculturele Tim studeert af aan de hogeschool Eindhoven en pakt langzaamaan zijn topsportcarrière weer op. En toch delen ze een heel persoonlijk, ingrijpend verhaal. Ze kwamen beiden uit de kast, hij als tiener, zij nadat ze de vijftig al gepasseerd was. En ze komen daar nog steeds bijna dagelijks uit. Want, zo vertellen ze in dit interview, uit de kast komen doe je niet maar één keer. Tim: “Mezelf kwetsbaar opstellen is een van de moeilijkste dingen die ik in mijn leven gedaan heb.”

APG’s Proud netwerk organiseerde samen met lhbti-organisatie COC Limburg dit gesprek tussen Evelien Starren en voormalig Wushu-topsporter Tim Sastrowiardjo. APG-directeur Shared IT Services Eric Helsloot interviewde het tweetal.

Tim Sastrowiardjo
De topsporter (26) uit Maastricht praat openlijk over zijn coming-out en zijn worsteling met zelfacceptatie. Maar dat is niet altijd zo geweest. Uit de kast komen had voor hem veel invloed op zijn dagelijks leven en in zijn sport. Zo vertelt hij dat hij zo onzeker was, dat hij de bevestiging die hij zocht van anderen, niet kon zien.

 

Een hoogtepunt uit zijn sportcarrière waren de Jeugd Olympische Spelen in China waar hij in 2014 een bronzen medaille won. Naast zijn studie Communicatie, houdt hij zich bezig met Psychologie en helpt hij anderen met hun persoonlijke ontwikkeling als mentale coach.

Evelien Starren
Zij is Expert Risk Manager Operational Due Diligence bij APG. Zij heeft onlangs samen met Erik van Dam het Proud netwerk binnen APG opgericht. Evelien gaat voor een belangrijk gedeelte van de tijd als vrouw door het leven en heeft daarover in een eerder interview al eens verteld.

Eric Helsloot 
De directeur Shared IT Services is groot aanhanger van diversiteit en inclusie en probeert dat bij SIS tot uitdrukking te brengen. Zo maakt hij in zijn team gebruik van de inzichten en ervaringen van unieke individuen. Over hoe hij dat doet en waarom sprak Eric al eerder.

Volgende publicatie:
‘De invoering van het nieuwe pensioenstelsel is een enorme uitdaging’

‘De invoering van het nieuwe pensioenstelsel is een enorme uitdaging’

Gepubliceerd op: 10 oktober 2022

Wie zíjn die mensen die er bewust voor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? We nemen je mee achter de schermen. Linda Kleeven (45) is Business & Information Consultant. “Het leuke is: ik denk zowel mee in de besluitvormingsfase als bij de daadwerkelijke uitvoering.”

 

Wat doet een Business & Information Consultant precies?

“Ik begeef me op het snijvlak van IT en pensioenen. Zowel intern als vanuit wet- en regelgeving en pensioenreglementen verandert er in deze sector continu een heleboel. En ik kijk dan vooral naar de impact van die veranderingen op de pensioenregelingen waar mensen recht op hebben.”

 

Over veranderingen gesproken: er staat nogal wat te gebeuren op pensioengebied.

“Ja, met de Wet toekomst pensioenen staat er een megawijziging op stapel waar alle uitvoerders mee bezig zijn. Het leuke is dat ik aan twee kanten mag meewerken. In de besluitvormingsfase denk ik mee over mogelijke scenario’s en oplossingsrichtingen. Wat betekenen die nu precies voor welke groepen mensen en wat is de impact ervan op uitvoerbaarheid en systemen? En als een besluit eenmaal is genomen, moet het ook nog gerealiseerd worden. Dat is het andere deel van mijn werk: nieuwe regelingen verder uitwerken en ervoor zorgen dat processen en systemen erop aangepast worden. Die combinatie vind ik een van de leukste dingen van het werk.”

 

Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit voor jou?

“Dat is iedere dag anders en dat is precies wat het zo leuk maakt. Elke verandering is een gezamenlijk proces. Voor het uitwerken van nieuwe regelingen overleg ik bijvoorbeeld met juristen, actuarissen, accountmanagers en communicatie-adviseurs. Vervolgens zorg ik er samen met informatieanalisten, systeemontwikkelaars en projectmanagers voor dat zo’n regeling gerealiseerd wordt. Ik werk graag in teamverband naar concrete resultaten. Binnen APG kan dat heel goed. Er zijn ook dagen dat ik alleen maar bezig ben met berekeningen, puzzelen, oplossingen bedenken en analyseren. Daar kan ik mijn nerdy kant in kwijt; ook heerlijk op z’n tijd.”

 

Hoelang werk je al bij APG?

“22 jaar. Als ik het hardop zeg, denk ik: zolang al? Maar ik heb me hier altijd op een natuurlijke manier kunnen doorontwikkelen. Omdat het zo’n groot bedrijf is, kun je intern veel verschillende dingen doen. Er kwam altijd weer iets nieuws op mijn pad, waardoor het uitdagend bleef. Met leuk werk en leuke collega’s vliegt de tijd.”

 

Hoe ben je in de pensioenwereld beland? Wat is je achtergrond?

“Ik heb heao bedrijfseconomie gedaan. Na mijn afstuderen kon ik meteen terecht bij pensioenfonds ABP, waar ik stage had gelopen. APG bestond toen nog niet als zelfstandige uitvoeringsorganisatie. In die tijd was je blij als je werk kon vinden en bij zo’n grote organisatie zag ik veel mogelijkheden. Pensioenen vond ik ook wel iets moois hebben. Ik ben begonnen op de afdeling nabestaandenpensioenen, waarbij ik veel direct contact had met deelnemers. Een mooie tijd, omdat ik mensen kon helpen in een moeilijke fase van hun leven. Je bent dan gelijk gemotiveerd om je werk echt goed te doen. Van daaruit ben ik me steeds verder gaan ontwikkelen, van pensioenuitvoering naar testen van pensioenmaterie en systemen naar het beschrijven van rekenregels. Het was ook altijd mogelijk allerlei opleidingen en cursussen te volgen. Toen APG werd opgericht en we ook de pensioenen voor PWRI en daarna bpfBOUW gingen beheren, moest dat allemaal worden doorgevoerd in de systemen. Dat waren mooie verandertrajecten om te doen. Nu de nieuwe pensioenregeling eraan zit te komen en er een heleboel in één keer verandert, komt al die ervaring goed van pas.”

 

Hoe reageren mensen als je vertelt wat voor werk je doet?

“Dat verschilt, maar een heleboel mensen zie ik denken: euh, leuk… maar niet heus.”

 

Wat vind jij zo leuk aan je werk?

“Dat het enorm divers is. De afdeling Business Improvement & Change, waar ik nu werk, houdt zich bezig met veranderingen. We zijn hier dus per definitie altijd weer met iets anders bezig. De ene keer is het een verandering vanuit wet- en regelgeving die geldt voor alle fondsen, de andere keer gaat het om een interne verbetering of een fondsspecifieke wijziging die je dan goed aan de doelgroep moet communiceren. Ik kan me voorstellen dat het voor buitenstaanders een saai werkveld lijkt, maar het is verrassend dynamisch.”

 

Wat motiveert je?

“Voor mij is het belangrijk om ergens aan te werken waar ik achter sta. Een bepaalde inkomenszekerheid als je arbeidsongeschikt wordt, ouder wordt of voor je nabestaanden als je komt te overlijden, is een groot goed. Ik vind de collectiviteit en solidariteit binnen ons pensioenstelsel belangrijk en denk dat het samen delen van risico’s belangrijk is. Ik hoop dat dit overeind blijft, ook in de toekomst; dat gaat me wel aan het hart.” 

 

Welke eigenschappen maken jou geschikt voor deze baan?

“Het helpt dat ik feeling heb voor het maken van analyses en berekeningen. Maar het belangrijkste is denk ik dat ik me goed in mensen kan verplaatsen en daardoor goed verbinding kan leggen tussen verschillende typen medewerkers. Actuarissen, juristen en accountmanagers hebben een heel andere belevingswereld dan systeemontwikkelaars en projectmanagers. Op mijn afdeling zitten we daar een beetje tussenin en proberen we ervoor te zorgen dat ze elkaar begrijpen en niet langs elkaar heen praten.”

 Wat doe je in je vrije tijd?

“Als ik niet aan het werk ben, zit ik vaak op de fiets. Meestal op de racefiets, maar voor de winter heb ik een soort mountainbike. Dat is mijn grootste hobby en uitlaatklep. Bij kantoorwerk zit je veel én zit je veel in je hoofd. De buitenlucht en fysieke inspanning zorgen voor wat balans. Ik moet ook wel bewegen omdat ik erg van lekker eten houd. Ik ga vaak op vakantie naar de Dolomieten of de Oostenrijkse bergpassen, hartstikke mooi daar. Geloof me: als je zo’n berg op zwoegt, denk je even niet meer aan pensioenen.”

 

Wat merken pensioendeelnemers van jouw werk?

“Uiteindelijk zorg ik er mede voor, meer indirect dan direct, dat ze krijgen waar ze recht op hebben, op tijd hun pensioen kunnen aanvragen en daarin goed begeleid worden.”

 

Waar liggen de komende tijd de uitdagingen voor jou?

“Met de nieuwe pensioenwet verandert er veel tegelijk. De wet zou moeten ingaan per 1 januari 2023, en vervolgens hebben we tot 2027 om over te gaan naar een nieuwe pensioenregeling, Voor APG betekent dit ook de overgang naar een nieuwe polis en kapitaaladministratie, voor al onze fondsen. Sommige dingen weten we al zeker en daarvan kunnen we bepalen wat de impact is en wat we moeten doen. Maar een heleboel dingen zijn nog onzeker. Daarbij moeten we werken met scenario’s en hypotheses. Wat verwachten we, en wat als zus of zo gebeurt? Daar werken we alvast mee, in de wetenschap dat het straks in de definitieve versie misschien toch heel anders moet. Alles wat je nu al kúnt doen, moet je ook doen, anders is zo’n deadline sowieso niet haalbaar. Bovendien moeten wij pensioendeelnemers ook ruim van tevoren kunnen inlichten over wat de wijzigingen voor hen betekenen. Tegen iemand die op 1 januari met pensioen gaat, kun je niet zeggen: we vertellen je dan wel welke keuzes je hebt en dit is dan het bedrag dat je krijgt. Een systeemwijziging zoals deze heeft nog nooit eerder plaatsgevonden. Daar krijg ik het wel warm van – ook op een goede manier. Het is een enorme uitdaging, die hopelijk geen nachtmerrie wordt.”

Volgende publicatie:
APG ondertekent partnerschap met Workplace Pride

APG ondertekent partnerschap met Workplace Pride

Gepubliceerd op: 4 oktober 2022

APG is partner geworden van Workplace Pride, het internationale platform voor LHBTQIA+-inclusie op de werkvloer. Het partnerschap past bij APG als aantrekkelijke werkgever voor werknemers met diverse achtergronden.

 

Werknemers uit de LHBTQIA+-gemeenschap verliezen maar liefst 30 procent van hun plezier en productiviteit als ze niet zichzelf kunnen zijn op de werkvloer, stelt Workplace Pride. APG gelooft dat, wanneer een werknemer zich welkom en gewaardeerd voelt op de werkvloer, dit leidt tot meer werkplezier en betrokkenheid bij werknemers en tot betere resultaten voor onze pensioenfondsklanten en hun deelnemers.

 

Afspiegeling
“Ons uitgangspunt is dat je bij ons kunt zijn wie je bent”, zegt Heleen Kuijten, Managing Director HR bij APG. “Wij streven ernaar een organisatie te zijn die een afspiegeling vormt van de samenleving waar wij  voor werken. Door partner te worden van Workplace Pride kunnen we gebruikmaken van hun kennis en netwerk, en zo verder werken aan een inclusieve werkomgeving. We zien het partnerschap als een ondersteuning en aanmoediging om onze ambities waar te maken en een voorbeeld te zijn op het gebied van diversiteit en inclusie, binnen en buiten onze sector.”

 

Over Workplace Pride
Workplace Pride is een stichting zonder winstoogmerk die zich inzet voor het verbeteren van het leven van leden van de LHBTQIA+-gemeenschappen op werkplekken over de hele wereld. De stichting streeft naar een wereld van inclusieve werkplekken waar LHBTQIA+’ers echt zichzelf kunnen zijn, gewaardeerd worden en, door hun bijdragen, kunnen helpen om het voortouw te nemen voor anderen. Naast APG zijn onder andere ABN AMRO, Unilever en PWC partners. Verder is o.a. de Rijksoverheid founder en zijn talloze bedrijven reguliere leden van het netwerk, waaronder ministeries en gemeentes en bedrijven als UWV, EY en De Nederlandsche Bank.



Volgende publicatie:
Annette Mosman is Topvrouw van het Jaar 2022

Annette Mosman is Topvrouw van het Jaar 2022

Gepubliceerd op: 30 september 2022

APG-bestuursvoorzitter Annette Mosman is verkozen tot Topvrouw van het Jaar 2022. Dit werd donderdag bekendgemaakt in het bijzijn van 350 genodigden uit het bedrijfsleven, de overheids- en non-profitsector. De jury prijst Mosman om haar lef en authentieke leiderschapsstijl. Mosman: “Dit voelt als een enorme eer. De Topvrouw van het Jaar-titel is voor mij echt een stimulans om deze leiderschapsstijl voort te zetten."

 

Behalve Mosman waren ook Carina Hilders (directievoorzitter van Reinier de Graaf ziekenhuis) en Nadine Klokke (CEO van Knab) in de race voor de titel. De jury verkoos Annette onder meer om haar authentieke leiderschapsstijl. Het oordeel luidde verder: “De winnares is een vrouw met een missie. Ze is selfmade zou je kunnen zeggen, want zij heeft van huis uit nooit echt een rolmodel gehad en met vallen en opstaan is zij zo ver gekomen. Fouten maken mag in de cultuur die haar voor ogen staat. Haar leiderschap is authentiek. Ze heeft lef en dat zal ze nodig hebben bij de moeilijke opdracht die voor haar ligt.”

De jury bestond uit voorzitter Khadija Arib (voormalig Tweede Kamervoorzitter), Mariëlle Bartholomeus (Lid Raad van Bestuur Rivas Zorggroep en Topvrouw van het Jaar 2020),  Janine Vos (CHRO bij Rabobank en Topvrouw van het Jaar 2021),  Eelco Hoekstra (Lid Raad van Bestuur SHV) en Dolf van den Brink (CEO Heineken).

 

Authenticiteit
Annette is blij met de titel en voelt zich vereerd: 
“Hoe meer leiderschapservaring ik krijg, hoe meer ik overtuigd raak van het belang van authenticiteit. Door dicht bij mezelf te blijven, kan ik de meeste positieve impact maken – als vrouw en als leider. En bij APG kán ik ook volledig mezelf zijn. Dat maakt me ontzettend trots. Op de organisatie, maar vooral ook op de collega's."

 

Over haar leiderschapsstijl zegt ze: "Ik geloof in nieuw leiderschap, dat begint met het betrekken van alle stakeholders, waarbij oprecht en goed luisteren een basisvoorwaarde is. Om vervolgens alle belangen te wegen, tot een besluit te komen en dat succesvol uit te voeren. Het winnen van deze titel sterkt me in die overtuigingen. Het stimuleert me om ze in mijn rol binnen APG maar ook extern te blijven uitdragen.”

 

Rolmodel
De jaarlijkse verkiezing van de Topvrouw van het Jaar, die dit jaar voor de achttiende keer plaatsvond, heeft als doel een platform te creëren waarop vrouwelijke directieleden in Nederlandse bedrijven en organisaties aandacht krijgen, zichtbaar zijn en daarmee een functie als rolmodel kunnen vervullen. De beoordelingscriteria daarvoor zijn de zwaarte van de functie en de behaalde resultaten, maar ook de durf en ambitie in de carrière tot nu toe en het bevorderen van diversiteit in de eigen organisatie. De stichting Topvrouw van het jaar is verantwoordelijk voor de jaarlijkse verkiezing.

 

Annette was donderdag te gast bij Op1. Die uitzending kun je hier terugkijken.

Volgende publicatie:
“Met ‘ik heb er geen tijd voor' kun je niet meer aankomen, die tijd krijg je gewoon cadeau”

“Met ‘ik heb er geen tijd voor' kun je niet meer aankomen, die tijd krijg je gewoon cadeau”

Gepubliceerd op: 27 september 2022

Iets goeds doen voor een ander. Een droom nastreven. Werken aan een betere, duurzame wereld. Als er iets is dat APG’ers verbindt, dan is het wel dat velen op hun eigen manier bijdragen aan een leefbare, vitale en inclusieve maatschappij.

 

Pieter Beckers, performance engineer,  is zo’n APG’er die zich inzet voor anderen. Elk jaar werkt hij als vrijwilliger mee aan de kindervakantieweek in Margraten. Hij gebruikt hiervoor de twee Toekomstdagen die elke APG'er jaarlijks kan inzetten voor zichzelf of voor een ander. “Die stralende gezichtjes als ze het terrein op komen rennen, daar doe ik het allemaal voor.”

 

“Elke zomer zijn we twee weken aan de slag om de kinderen een onvergetelijke tijd te bezorgen, daarvoor zijn we 24 uur per dag aan het werk. Ik ga hoogstens even naar huis om te douchen en schone kleren aan te trekken. Heel intensief dus. Maar uit de saamhorigheid tussen de leiders en de vreugde die het de kinderen brengt, haal ik genoeg energie om dat vol te houden. Als de kinderen ‘s ochtends uitgelaten het terrein op komen rennen en zich verheugen op weer een dag vol avonturen, dan is alle vermoeidheid direct weg.” 

Kindervakantiewerk is een avontuurlijk programma van een week voor kinderen van 5 tot 12 jaar. Eerst worden door de organisatie stoere hutten en attributen gebouwd van houten palen. Een basis die de kinderen gedurende die week uitbouwen tot een heus dorp. Aan de hand van een centraal thema worden allerlei spannende activiteiten georganiseerd om de jonge dorpsgenoten bezig te houden en ze het een en ander te leren.

Koempels
Pieter: “Het thema van dit jaar was ‘Koempels’. Dat is de Limburgse term voor mijnwerkers. Al houdt het woord veel meer in dan dat. Het staat ook voor kameraadschap, koempels laten elkaar niet in de steek. Dat is ook wel wat we de kinderen wilden meegeven: samenwerken en er zijn voor elkaar. Tevens brachten we de kinderen door dit thema wat kennis bij over het mijnverleden van Zuid-Limburg.”

Activiteiten
De hele groep van 35 vrijwilligers is het hele jaar door in touw om de kinderen een onvergetelijke week te bezorgen. Voor elke dag is er een nieuw verhaal met opdrachten die moeten worden vervuld. Speurtochten, een verfgevecht, waterspellen en allerlei andere activiteiten waarbij moet worden samengewerkt. Met die opdrachten verdienen de kinderen materialen die nodig zijn om de hut af te maken. Aan het einde van de week is het dorp op die manier helemaal klaar en zijn de kinderen apetrots op wat ze bereikt hebben.

“Het is heel fijn om iets voor kinderen te doen, zij zijn immers onze toekomst. Naar mijn mening wordt er te weinig voor ze georganiseerd. Kinderen zitten veel binnen en vullen hun vrije tijd met gamen, filmpjes kijken op een tablet of tv kijken. Eens lekker ouderwets buiten ravotten is er niet meer altijd bij. Voor een kleine vergoeding bieden wij ze een week lang plezier in de buitenlucht. Daar besteed ik heel graag mijn zomervakantie aan.”

Paplepel
De betrokkenheid bij mensen om hem heen is er bij Pieter met de paplepel ingegoten. “Ik ben opgegroeid in een dorp, en daar zorgt iedereen gewoon voor elkaar. Ik geef om andere mensen en zet me graag voor ze in, zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Daarnaast vind ik het heerlijk om fysiek bezig te zijn. Voor mijn werk zit ik al genoeg achter een beeldscherm. Dat veel van mijn vakantiedagen opgaan aan het kindervakantiewerk, vind ik daarom niet erg. Maar toch is het wel heel fijn dat ik daar sinds dit jaar twee toekomstdagen voor kan inzetten. Want echt vakantie heb ik op die dagen bepaald niet.”

Maatschappelijke rol
Die maatschappelijke rol was ook een van de redenen waarom Pieter een jaar geleden koos voor APG als werkgever. “De twee toekomstdagen die we krijgen om iets goeds te doen voor een ander zijn daar een voorbeeld van. Maar ook op werkgebied valt het op dat de mensen om ons heen centraal staan. Door de innoverende technieken en methoden waarmee we werken zijn we echt bezig een mooie toekomst te creëren voor de deelnemers. Neem het agile werken bijvoorbeeld, dat helpt echt enorm om de gepensioneerden zo goed mogelijk van dienst te zijn. En dat past dus precies bij hoe ik ben.”

Pieter hoopt dat zijn verhaal collega’s inspireert om ook iets voor anderen te doen. “Ik zou de dagen zeker niet laten liggen maar er echt iets goeds mee doen. Het excuus ‘ik heb er geen tijd voor’ heb je niet meer, want die tijd krijg je gewoon cadeau.”

Volgende publicatie:
“We zeggen altijd: compliance is eigenlijk van iedereen”

“We zeggen altijd: compliance is eigenlijk van iedereen”

Gepubliceerd op: 5 september 2022

Wie zíjn die mensen die er bewust voor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? We nemen je mee achter de schermen.

Sara van den Bleeken (35) is Senior Compliance Officer. “Wij bevorderen dat alles wat we bij APG doen voldoet aan wet- en regelgeving en in het belang is van onze klanten en de pensioendeelnemers.”

 

Wat doet een compliance officer?

“Ik houd me, samen met mijn team, bezig met integriteit binnen de organisatie in de breedste zin van het woord. Dan moet je denken aan toezicht op het naleven van wet- en regelgeving en de interpretatie daarvan, maar ook het professioneel en integer handelen van medewerkers an sich. We adviseren bijvoorbeeld over het tegengaan van belangenverstrengeling, en als we diensten uitbesteden, verzekeren we ons ervan dat de organisaties waarmee we zakendoen zich niet schuldig maken aan criminele activiteiten zoals witwassen. Daarnaast doen we risicoanalyses en risicomanagement. Het komt er kort gezegd op neer dat wij bevorderen dat alles wat we bij APG doen voldoet aan wet- en regelgeving en in het belang is van onze klanten en de pensioendeelnemers. Maar uiteindelijk doen we het samen. We zeggen altijd: compliance is niet alleen van de compliance-afdeling, maar eigenlijk van iedereen. Ja, wij dragen eraan bij, maar iedereen die bij APG werkt heeft een belangrijke rol bij het in stand houden van de goede reputatie en het vertrouwen in APG.”

 

Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit voor jou?

“We hebben binnen het team verschillende aandachtsgebieden. Ik houd me bijvoorbeeld iets minder bezig met medewerkersintegriteit, maar richt me vooral op de integriteit gerelateerd aan producten en diensten we als APG zijnde uitvoeren. Op dit moment ben ik met name druk met van alles rondom de aanstaande pensioentransitie. Mijn werkdagen bestaan veelal uit overleg met collega’s over zaken die spelen, dingen die we aan het ontwikkelen zijn of zaken die mogelijk niet goed zijn gegaan.”

 

Hoe ben je bij APG terechtgekomen?

“Voordat ik in februari bij APG aan de slag ging, werkte ik ruim acht jaar als toezichthouder bij AFM, de Autoriteit Financiële Markten. Dat is als het ware het laatste station qua gedragstoezicht op de financiële markten. Ontzettend interessant, maar ik wilde graag nog net een stap daarvoor zitten. Niet pas handelen nadat dingen geïmplementeerd zijn, maar al eerder kunnen sturen en ingrijpen. Daarom heb ik de overstap gemaakt naar APG. Want op de afdeling compliance is dat precies wat we doen. Door het advies dat wij geven, kunnen we echt impact hebben op wat er gebeurt.”

 

Is je werk niet saai?

“Nee, ontzettend leuk juist. Wat me vooral aanspreekt is de diversiteit ervan. Je bent niet verantwoordelijk voor één specifiek aandachtsgebied, maar denkt en werkt mee in de breedte van de organisatie. Heel uitdagend en interessant.”

 

Wat maakt het zo interessant?

“De pensioenwereld is volop in beweging. De sector staat aan de vooravond van een grote transitie. Dat brengt veel uitdagingen met zich mee waar we ons met het hele team nu en de komende jaren op richten. Ook het vak van compliance officer blijft zich continu ontwikkelen. Mensen denken soms dat je in deze rol alleen maar vinkjes zet bij wet- en regelgeving, maar het is veel breder, alleen al door nieuwe technologieën en mogelijkheden. Binnen compliance bereiden we ons steeds meer voor op een digitale toekomst waar data-analyses en real-time monitoring onderdeel van zijn. Maar ook de maatschappelijke context wijzigt. Dat vraagt om een ander perspectief. Je moet ook constant zelf blijven nadenken of wat we doen wel het goede is. Wat tien jaar geleden als integer werd gezien, vinden we nu misschien echt niet meer kunnen. Juist deze dynamische omgeving maakt het werk interessant. Zowel de pensioenwereld als het vak compliance is in ontwikkeling en nog lang niet uitgekristalliseerd.”

Wat vertel je op feestjes over je werk?

“Dan vertel ik vooral hoe leuk ik het vind om bij de grootste pensioenuitvoerder van Nederland te werken en te mogen bijdragen aan een goed pensioen voor Nederlanders. Ik denk dat mensen niet altijd begrijpen wat ik precies doe, maar ze vinden het meestal wel interessant als ze horen wat er allemaal speelt en hoe groot de belangen zijn. Dat spreekt wel tot de verbeelding.” 

 

Wat doe je in je vrije tijd?

“Ik vind het fijn om buiten te zijn. Ik woon in de buurt van het strand en ga daar vaak heen met mijn dochtertje van 2,5. Ook ga ik regelmatig lekker fietsen en sinds kort ben ik ook steeds vaker op het water te vinden. Ik houd er vooral van om mensen om me heen te hebben. Heerlijk drankjes doen met vrienden, lekker eten en koken.”

 

Welke eigenschappen maken jou geschikt voor deze baan?

“Ik ben kritisch en nieuwsgierig, dat zijn wel eigenschappen die van pas komen in dit werk. Ik wil altijd weten hoe iets precies zit en mijn voelsprieten uitzetten om alles te horen en te zien. In dit vak moet je ook analytisch kunnen denken en initiatief durven nemen. Om je werk goed te kunnen doen, is het daarnaast belangrijk dat je goed kunt communiceren. Want wat je hebt gezien, moet je ook kunnen overbrengen, op een overtuigende, verbindende manier. Voor zover dat karaktereigenschappen zijn, bezit ik die denk ik wel.”

 

Wat geeft je voldoening in je werk?

“Het geeft me voldoening als ik het idee heb dat ik echt iets heb kunnen betekenen, op enige manier het verschil heb kunnen maken. Pensioen staat  bij veel mensen niet direct op het netvlies, terwijl bijna iedereen het opbouwt. Als het niet in orde is, duurt het heel lang voordat je daarachter komt. Daarom is het des te belangrijker dat alle partijen in de sector hun werk goed doen. Ik vind het mooi om eraan bij te dragen dat ouderen een goed pensioen hebben. Dat is uiteindelijk ook goed voor Nederland. Die maatschappelijke component is een van de redenen dat dit werk me zo trekt. Vanwege de grootte van APG doet het er echt toe wat we hier doen.”

 

Wat merken pensioendeelnemers van jouw werk?

“Als wij ons werk goed doen, kunnen pensioendeelnemers erop vertrouwen dat hun pensioen goed is en dat er in hun belang wordt gehandeld. Als de wereld perfect was, zou mijn werk overbodig zijn. Maar menselijk gedrag is niet altijd perfect. Iedereen kan weleens iets over het hoofd zien. Als compliance officers proberen we het zijlicht te zijn, om tot het best mogelijke eindresultaat te komen. Dat is heel belangrijk, want als we niet compliant zijn kan dat leiden tot reputatieschade en verlies van klanten of schade voor hun pensioendeelnemers. Wat we doen, doen we voor hen.”

Volgende publicatie:
Annette Mosman finaliste Topvrouw van het Jaar 2022

Annette Mosman finaliste Topvrouw van het Jaar 2022

Gepubliceerd op: 21 juli 2022

Annette Mosman is doorgedrongen tot de finale van de verkiezing voor Topvrouw van het Jaar 2022. De bestuursvoorzitter van APG is een van de drie finalisten, die werden gekozen uit tien genomineerde topvrouwen.

 

Doel van de verkiezing is om aandacht te vestigen op vrouwelijke directieleden van Nederlandse organisaties, zodat zij een rolmodelfunctie kunnen vervullen. “Ik zou het mooi vinden om te kunnen inspireren door invulling te geven aan duurzaam, waardegedreven en inclusief leiderschap,” zegt Annette Mosman in de video waarin ze zich presenteert aan de jury. “Als ik topvrouw van het jaar zou worden, geeft me dat een verantwoordelijkheid en ook de mogelijkheid dat ik meer podia heb om mijn boodschap uit te dragen.”

 

De andere twee finalistes zijn Carina Hilders (Managing Director van het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft) en Nadine Klokke (CEO van de online bank Knab). De drie finalistes werden gekozen door een vijfkoppige jury onder leiding van Tweede Kamerlid Khadija Arib.

 

Half september presenteren de finalistes zich persoonlijk voor de jury. Bij de verkiezing wordt vooral gekeken naar de mate van durf, ambitie en leiderschapsstijl van de topvrouwen. Op 29 september maakt de jury de winnares bekend. Dit zal gebeuren tijdens een diner in Theater Amsterdam. Minister Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip treedt die avond op als keynote speaker.

 

Dit jaar is het de achttiende keer dat de verkiezing wordt gehouden. Eerdere winnaars waren onder meer Mariëlle Bartholomeus (Lid Raad van Bestuur RIVAS Zorggroep en Topvrouw van het Jaar 2020) en Janine Vos (Member Managing board en CHRO Rabobank en Topvrouw van het jaar 2021). Zij vormen dit jaar ook onderdeel van de jury.

 

 

 

Volgende publicatie:
Jongeren krijgen in podcast een kijkje in de (beleggings)keuken

Thijs Knaap over het werk van professionele beleggers in jongerenpodcast

Gepubliceerd op: 15 juli 2022

In aflevering 109 van de podcastserie Jong Beleggen vertelt de hoofdeconoom van APG enthousiast en bijna zonder adem te halen over zijn werk. Dat doet ‘ie op basis van de vele vragen die op hem afgevuurd worden. Hoe is het om als hoofdeconoom te werken bij een pensioenuitvoerder als APG?

 

Hoe belegt APG meer dan 550 miljard euro namens ABP en zijn andere pensioenfondsklanten? Hoe wordt de asset allocatie bepaald bij een professionele belegger? Wat zijn de verwachtingen op de financiële markten voor de toekomst? En wat gaat er eigenlijk veranderen in de pensioenuitvoering?

 

Wil je in een uurtje bijgepraat over beleggen in de pensioenwereld, luister dan naar deze podcast.

 

Volgende publicatie:
“Ons leven is sindsdien radicaal veranderd”

“Ons leven is sindsdien radicaal veranderd”

Gepubliceerd op: 5 juli 2022

Het aantal mantelzorgers neemt toe - 5 miljoen Nederlanders, 1 op de 6 APG'ers - en door de druk op mantelzorgers is er meer verzuim op de werkvloer. Bij APG kunnen collega's aan elkaar mantelzorguren doneren, die APG nog eens verdubbelt. Om zo de last te verlichten. René Kooij – Van Bugnum maakt hier gebruik van. Naast zijn werk als allround medewerker voor Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten, staat hij al vier jaar als mantelzorger klaar voor zijn man Peter. Hij deelt zijn verhaal: “Hij zit gevangen in zijn eigen wereld.”

“Vier jaar geleden waren we in ons vakantiehuis in Spanje toen Peter een herseninfarct kreeg. Twee jaar later, weer in Spanje, werd hij door een tweede infarct getroffen. Ons leven is sindsdien radicaal veranderd.

Na het eerste infarct wisten we nog niet echt wat Peter mankeerde. Hij bleef thuis als ik ging werken en wanneer ik terugkwam trof ik hem daar op de bank waar ik hem in de ochtend had achtergelaten. We gingen het normaal vinden, maar dat was het natuurlijk niet. Ik verzorgde hem, regelde alles. Die twee jaar waren heel zwaar. Na het tweede infarct is Peter eerst naar een verpleeghuis gegaan om te revalideren. Er moest iets gebeuren, want zo ging het niet meer. Helaas woont hij daar nu permanent op een afdeling voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Wat het voor mij als partner en mantelzorger niet minder zwaar maakt. 

 

Leuk leven
Ik help Peter bij alles. De afspraken met de artsen, de bezoeken aan het ziekenhuis. Ik moet overal mee naartoe. We doen ook leuke dingen samen, zoals laatst toen we een weekendje in Limburg waren. Ik probeer Peter toch ook een leuk leven te geven. Maar ik durf niet meer samen met hem naar ons huis in Spanje te gaan, te bang dat Peter daar voor de derde keer iets overkomt. Die twee infarcten, de stress eromheen en het ziekenhuisverblijf van een maand, hebben er echt ingehakt bij mij. Wat als hij daar weer in het ziekenhuis terechtkomt, en ik weer lange tijd daar vastzit met hem?
​​​​​​​
Gevangen 
Peter was een extraverte man. Een zanger die iedereen entertainde en alles voor iedereen regelde. Nu is hij het tegenovergestelde, toont geen enkel initiatief. Ik sta in de ochtend op, ik was me, kleed me aan, maak ontbijt, pak de krant, ga naar de winkel. Dat kan hij niet. Peter zit op de bank, in zijn eigen wereld. Hij kan heel de dag naar het scherm van zijn iPad turen. Hij communiceert ook niet uit zichzelf, start geen gesprek. Dat komt ook door de afasie die hij aan de infarcten heeft overgehouden.

Peter is nu 58 jaar, maar in zijn doen en laten is ‘ie een ouwe man. Zijn levenslust is helemaal weg en dat vind ik heel moeilijk om te zien. Hij zit gewoon gevangen in zijn eigen lichaam. Zelf ervaart Peter dat overigens niet zo. Hij vindt dat hij gewoon ‘wat rustiger’ is. Ik kan niet zeggen of dit hem zelf geen verdriet doet. Soms lijkt hij in gedachten verzonken en als ik dan vraag waar hij aan denkt, zegt hij ‘niks’. Alsof hij het niet wil, of niet kan zeggen. En op andere, sporadische momenten denk ik heel even ‘oh daar is mijn Peter weer’. Wat hij wel nog kan is zingen. Soms treedt hij, op zijn manier, op voor bekenden. Dan zie je weer heel even die levenslust in zijn ogen. Tot hij moe wordt en de woorden vergeet. Dan stopt hij met zingen en zit ‘ie ook gelijk weer in zijn eigen wereld. Dat is zo vreemd.

 

Total loss
Peter komt om het weekend thuis en op de maandag erna ben ik vrij. Dat kan niet anders, want na zo’n weekend ben ik total loss. En daar komen de mantelzorguren die collega’s doneren enorm goed van pas. 
Door die extra vrije tijd kan ik dit volhouden​​​​​​​. Ik krijg er elk jaar best wat, hoewel ik wel merk dat het aantal donaties wat afneemt. Dat snap ik ook wel, collega’s hebben de uren zelf nodig. Het ontroert me hoe graag collega’s een ander willen helpen. Ik heb van een collega die ik persoonlijk niet kende, en die uit dienst ging, 32 uur gekregen. Dat schiet natuurlijk wel op, zeker als je bedenkt dat APG dat aantal nog eens verdubbelt. En die collega had het jaar daarvoor ook al spontaan uren gedoneerd. Mensen geven verder wat ze kwijt kunnen, de ene keer vier uur, dan eens acht. Dit is een heel fijne regeling. Mede daardoor heb ik me vorig jaar staande kunnen houden.

Schuldgevoel
Plannen voor later zijn allemaal weg. We zouden na ons pensioen deels in Spanje gaan wonen, maar dat gebeurt niet meer. Om zelf toch ook een beetje te ontspannen, ga ik nu soms in mijn eentje iets leuks doen. Wandelen met een vriendin, een etentje met vrienden, een weekje naar Spanje. Langer niet, dat voelt niet goed. Ik heb dat wel moeten leren, iets voor mezelf te doen. Dat was niet zo makkelijk. Zodra ik iets leuks ging doen, kreeg ik een enorm schuldgevoel. Maar dat gevoel slijt, ik doe mijn ding nu wel. 
​​​​​​​

Ik heb wel nog steeds het gevoel dat ik deze situatie moet verantwoorden, dat ik me moet bewijzen. Want er zijn altijd wel mensen die zeggen dat het allemaal wel meevalt, die Peter alleen op de betere momenten zien. Gelukkig krijg ik daarin ook ondersteuning, van een maatschappelijk werker en goede vrienden. En ook in mijn werk, het contact met mensen en de afwisseling, vind ik afleiding.”

1 op de 6 medewerkers binnen APG is mantelzorger. Zij zorgen minimaal vier uur per week en/of gedurende drie maanden of langer voor een zieke, invalide of gehandicapte naaste: partner, kind, (schoon)ouder, overige familieleden, vriend(en) of buren. Hulp aan mensen zonder een gezondheidsbeperking valt buiten de definitie. APG doneert als werkgever voor elk uur dat jij doneert, één extra uur aan de specifieke mantelzorgcollega. Het maximum dat APG Groep doneert is 1000 uur op jaarbasis voor alle mantelzorgcollega’s.

Volgende publicatie:
APG ontvangt keurmerk socialer ondernemen

“Laat mensen het werk doen dat ze het beste kunnen”

Gepubliceerd op: 30 juni 2022

Directeur Shared IT Services Eric Helsloot ziet gebruikmaken van talenten als kracht voor de organisatie


APG heeft de ambitie om door te groeien naar een nog duurzamere inclusieve organisatie. Het behalen van de Aspirantstatus op de Prestatieladder Socialer Ondernemen draagt hieraan bij. Dit landelijke TNO-keurmerk voor sociaal ondernemen laat zien dat APG een meer dan gemiddelde bijdrage levert aan de werkgelegenheid van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Eric Helsloot, directeur Shared IT Services, ziet dit als een mooie kans om nog meer talent een plek te bieden: ”In mijn eigen team is altijd ruimte voor unieke individuen.”

 

Het verkrijgen van de Aspirantstatus op de Prestatieladder Socialer Ondernemen (zie kader) is ‘mooi en staat leuk’ op de website van APG. Maar de volgende, belangrijke stap is de inhoud erachter waarmaken, zegt Eric Helsloot. “Inclusiviteit is zeer waardevol voor een organisatie. Het is nu aan ons om die veilige en uitdagende werkomgeving te bieden aan iedereen die daar behoefte aan heeft.”

 

Kleurenpallet
Woorden die Helsloot in de praktijk omzet naar daden. Want om van zijn afdeling Shared IT Services het beste IT-team maken, kon de directeur eigenlijk maar één manier bedenken: zoveel mogelijk gebruikmaken van inzichten en ervaringen van unieke individuen. “Ik ben groot aanhanger van diversiteit en inclusie en dat probeer ik bij SIS tot uitdrukking te brengen.”


En dat is in de ingewikkelde wereld die de IT is, geen voor de hand liggende gedachte, legt Helsloot uit. “Die bestaat immers vooral uit mannen en bij ons toch vaak van wat hogere leeftijd.” En toch heeft de directeur sinds een aantal jaar een managementteam dat voor de helft uit vrouwen bestaat. En van alle leidinggevenden is zelfs meer dan de helft vrouw. “Maar we kijken niet alleen naar gender, we kijken ook naar de teamsamenstelling op basis van karakter en werkhouding, bijvoorbeeld aan de hand van managementdriveprofielen. Met als resultaat dat we in het managementteam van SIS nu een mooi samengesteld kleurenpallet hebben waarbij collega’s complementair zijn aan elkaar, elkaar scherp houden en versterken.” En daar stopt het niet bij. Bij SIS werkt ook een aantal collega’s met een migratieachtergrond. “Door andere culturen in de organisatie te brengen, verrijken we onszelf weer.”

De werkzaamheden bij Shared IT Services zijn heel divers en worden uitgevoerd door in totaal 300 medewerkers. Met uiteenlopend opleidingsniveau en van echte uitvoerders tot heel analytisch ingestelde medewerkers. Volgens Helsloot is het dan ook een afdeling die bij uitstek geschikt is om inclusie op te pakken. “Als je ergens passende werkplekken kunt creëren, dan is dat hier wel. Dus ik doe graag mee aan het invullen van de participatie-ambities die bij de zojuist verkregen Aspirantstatus horen.”

Eric Helsoot
Grote foto: D&I-ambassadeurs Nike Darley en Sterre Ooms met het verkregen certificaat. 

Kernkwaliteiten
Om te illustreren op welke manier je mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plek kunt bieden, wijst Helsloot naar IT security, een bedrijfsonderdeel waar analyse centraal staat: veel naar data kijken, heel gestructureerd te werk gaan, dingen uitsluiten op basis van reductie. Werkzaamheden waarbij een hoge concentratie bijvoorbeeld een pre is. En dat kan bij mensen met een autismespectrumstoornis juist een van de kernkwaliteiten zijn, weet Helsloot. “Vroeger zou je er misschien niet aan denken om iemand uit die doelgroep aan te nemen. Want ‘dat is iemand met een rugzak’ en zo iemand in je team halen ‘wordt alleen maar lastig’. Maar ik zeg: kom maar door. Ik zet mensen in op hun kwaliteiten en laat ze het werk doen dat ze het beste kunnen.”

Onbekende

Zijn aanpak werpt vruchten af, vertelt de directeur van SIS. “Zo’n training bijvoorbeeld opent de ogen van mensen en zij gaan ook echt aan de slag met die inzichten.” Maar er is ook weerstand geeft hij toe. “Anderen zeggen in alle eerlijkheid ‘wanneer stoppen we met die flauwekul, laten we weer aan het werk gaan’. Ook dat is een afspiegeling van de maatschappij. Aan ons dan de taak om de dialoog aan te gaan zodat we elkaars perspectieven begrijpen. En waar mogelijk de angst voor het onbekende wegnemen.”

 

Bij Helsloot zit de motivatie om op deze manier een maatschappelijke bijdrage te leveren in elk geval diepgeworteld. “Ik ben ook betrokken bij de Buitenboordmotor van APG. Daarin begeleiden we medewerkers naar ander werk. Niet omdat we van ze af willen, maar omdat collega’s misschien in een sector als de zorg, het onderwijs of de installatiebranche wel hun passie vinden. Dat is ook een manier om de juiste mensen met de juiste skills en ervaring op de juiste plek te krijgen. Daar word je als bedrijf beter en als mens gelukkiger van.”

2 vragen over de Prestatieladder Socialer Ondernemen

Wat is het keurmerk PSO?
De Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) is een wetenschappelijk onderbouwd  kwaliteitskeurmerk van TNO dat inzicht geeft in de mate waarin organisaties meer dan gemiddeld sociaal ondernemen, gericht op de arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. De PSO brengt op bedrijfsniveau in kaart hoe het aantal medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt zich verhoudt tot het totaal aantal werkzame medewerkers gedurende een peiljaar. Dit wordt de 'directe sociale bijdrage' genoemd. De indirecte sociale bijdrage is gericht op inkoop en/of uitbesteden van werk bij bedrijven met een PSO-certificaat.
Naast de totale sociale bijdrage moet een organisatie ook voldoen aan de kwalitatieve eisen. Denk hierbij aan het aanbieden van passend werk aan een medewerker uit deze doelgroep en zorgen voor een goede begeleiding. De PSO is ingericht als een prestatieladder met vier niveaus: de Aspirantstatus en trede 1, 2 en 3. Het is de ambitie van APG om in 2024 trede 1 te behalen.

 

Waarom zet APG in op het keurmerk PSO en participatiebanen?
APG wil bijdragen aan een inclusieve arbeidsmarkt. Met het creëren en invullen van 10 arbeidsplekken voor collega’s is daar al een eerste invulling aan gegeven. Vanuit de D&I Board heeft voorzitter en rvb-lid Ronald Wuijster het initiatief opgepakt om ook mensen van buiten de organisatie naar passend werk te begeleiden. Mede geïnspireerd door onze klant PWRI, het fonds voor werknemers en gepensioneerden van de sociale werkvoorziening en passend bij de maatschappelijke rol die APG inneemt. De begeleiding gebeurt door het creëren en invullen van minimaal 4 arbeidsplekken in samenwerking met organisaties die ervaring hebben in het bemiddelen en coachen van deze talenten. 

Volgende publicatie:
APG breidt samenwerking met non-profitorganisatie JINC uit naar Amsterdam

APG breidt samenwerking met JINC uit naar Amsterdam

Gepubliceerd op: 3 juni 2022

APG staat voor een samenleving waarin je achtergrond niet je toekomst bepaalt. Als partner van JINC investeert APG dan ook in de talentontwikkeling van kinderen in Zuid-Limburg. Deze samenwerking wordt uitgebreid naar Amsterdam, waar medewerkers zich als vrijwilliger gaan inzetten voor de verschillende projecten van de non-profitorganisatie. Annette Mosman, CEO APG, ondertekende hiervoor een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. “De jeugd heeft de toekomst, dus als we voor een aantal jongeren het verschil kunnen maken, hebben we de wereld weer ietsje mooier gemaakt.

 

JINC strijdt voor een Nederland waar de postcode geen voorspeller meer is van succes op de arbeidsmarkt. De non-profitorganisatie spreekt van honderdduizenden Nederlandse kinderen die opgroeien in een omgeving met veel werkeloosheid en weinig rolmodellen. Met de nieuwe samenwerkingsovereenkomst geeft APG nu ook concreet invulling aan maatschappelijke betrokkenheid in de regio Amsterdam en helpt mee om kinderen een goede start te geven op de arbeidsmarkt. Voor APG is de uitbreiding een heel logische stap. Annette Mosman: “Van huis uit heb ik geleerd dat je er moet zijn voor je buren en mensen in je omgeving. De roots van APG liggen in Amsterdam en Heerlen, en daarom vind ik het zo gaaf dat we naast al die grote dingen die we al doen als organisatie ook impact willen maken in onze directe omgeving.”

 

Baas van morgen
APG’ers die werkzaam zijn op het kantoor in Heerlen werken sinds 2019 in de regio Zuid-Limburg op vrijwillige basis mee aan verschillende projecten. Tijdens de Bliksemstage bezoeken leerlingen van de basisschool, het vmbo en het praktijkonderwijs een aantal afdelingen van de organisatie. Tijdens de sollicitatietrainingen leren APG’ers aan jongeren hoe je een sollicitatiegesprek voorbereidt. En op de dag van de Baas van Morgen mag een leerling de plek innemen van een leidinggevende. Deze week ontving APG in dat kader de vijftienjarige Danique uit Kerkrade.

 

Verborgen kwaliteiten
Mosman merkt op dat bij de samenwerking met JINC het mes aan twee kanten snijdt. Door zich in te zetten voor JINC investeert APG namelijk ook in de talentontwikkeling van de eigen medewerkers. Mosman: “Zij leren bijvoorbeeld hoe ze met eenvoudig taalgebruik, humor en relativeringsvermogen jongeren meekrijgen. Daarnaast leren medewerkers over de samenleving, over jongeren, maar ook over zichzelf. Want wie als trainer of coach aan de slag gaat, stuit vaak op allerlei verborgen kwaliteiten.”

Verschil maken
De samenwerking sluit ook aan bij APG als pensioenuitvoerder. “We werken met trots en overtuiging voor de 4,6 miljoen deelnemers van onze fondsen. We willen het verschil maken voor deze deelnemers door voor een goed pensioen te zorgen en onze bijdrage te leveren aan een leefbare wereld. Ons pensioenstelsel levert een bijdrage aan het terugdringen van inkomens ongelijkheid. Een bijdrage leveren aan het terugdringen van sociale ongelijkheid past dus heel goed bij ons.” Daarnaast past de uitbreiding van het contract in de duurzaamheidsambitie van APG. Lokale maatschappelijke betrokkenheid is een van de vier onderwerpen waarop wordt ingezet door de organisatie. Mosman: “Met sponsorbudget en de vrijwillige inzet van medewerkers willen we een leefbare, vitale en inclusieve maatschappij ondersteunen. De activiteiten van JINC passen hier goed bij.”

 

Voorop staan echter de meer dan 65.000 basisschool- en vmbo-leerlingen die door de inzet van bedrijven de kans krijgen om te groeien. Zij ontdekken hierdoor welke beroepen er bestaan, welke werkzaamheden daarbij horen en wat ze al dan niet leuk vinden. En dat is belangrijk, vult Angelique Middeldorp van JINC aan. “Kinderen moeten jong kiezen welke kant ze opgaan, en velen van hen weten nauwelijks wat er te koop is op de arbeidsmarkt.”

Volgende publicatie:
“Die collegialiteit is nog belangrijker dan alle financiële regelingen”

“Die collegialiteit is nog belangrijker dan alle financiële regelingen”

Gepubliceerd op: 1 juni 2022

Ooit was 1 juni niet de Dag van de Ouders, maar de Dag van het Kind. In een aantal landen, zoals Polen, Roemenië, Rusland, Hongarije, Tsjechië, Portugal, China, de VS en Duitsland, wordt Kinderdag nog steeds feestelijk gevierd. Ouders nemen hun kroost dan mee voor een uitje en geven ze cadeaus. In 2012 riepen de Verenigde Naties 1 juni uit tot de Dag van de Ouders. Sindsdien verschoof Kinderdag op de Nederlandse kalender naar 25 juni. Maar vermoedelijk zijn maar weinig ouders hier met deze feestdagen bekend.

Mike Jongerius (38), sinds een half jaar werkzaam bij het HR-team Data & Analytics, had er in elk geval nog nooit van gehoord. Terwijl hij het ouderschap inmiddels toch aardig onder de knie heeft: zijn vrouw en hij hebben twee zoontjes en een dochtertje. Hun oudste kind is 4, de jongste bijna 2 maanden.

 

Volledig doorbetaald

Mike is een betrokken vader. Voor hem is het vanzelfsprekend om nauw bij de zorg voor zijn kinderen betrokken te zijn. Een aantal officiële regelingen helpen daarbij. Zo kreeg hij in april, na de geboorte van Elias, vijf dagen volledig doorbetaald geboorteverlof. Daarnaast is het sinds juli 2020 mogelijk om in het eerste half jaar vijf extra weken aanvullend geboorteverlof op te nemen. Via de Wet arbeid en zorg (WAZO) wordt dan 70 procent van het loon doorbetaald. APG vult deze uitkering echter aan tot 100 procent van het salaris. “Die vijf weken neem ik allemaal op,” vertelt Mike. Het is een populaire regeling: in 2021 maakten 81 verse ouders bij APG hier gebruik van.

 

Onbetaald verlof

En hoe heeft hij het verder geregeld? “Mijn vrouw heeft nu nog kraamverlof, maar gaat straks weer aan de slag. Ik ben op vrijdag bij de kinderen, zij op woensdag. Verder gaan ze twee dagen naar de opvang, en één dag per week zijn opa en oma er. Zonder opa’s en oma’s ben je nergens, hoor.”

Mike en zijn vrouw hebben allebei een contract voor 36 uur. Om op vrijdag voor zijn kinderen te kunnen zorgen, neemt Mike vier uur per week ouderschapsverlof op. Onbetaald. Al verandert dat per 2 augustus. Medewerkers krijgen vanaf die datum de eerste 9 weken ouderschapsverlof betaald. Het UWV keert dan 70 procent van het dagloon van de medewerker uit. Máár: dat percentage is gebonden aan het maximum dagloon dat het UWV heeft vastgesteld. In de praktijk kan dat dus lager uitvallen dan 70 procent van je werkelijke salaris. Een andere voorwaarde is dat die eerste 9 weken ouderschapsverlof in het geboortejaar van het kind moeten worden opgenomen. De overige 17 weken (in totaal heb je recht op 26 weken) kun je tot acht jaar na de geboorte aanvragen – en zijn onbetaald.

Maar die mooie perspectieven lonken pas over een paar maanden. Voorlopig komt het erop aan dat werkgevers zelf een aantrekkelijke werkomgeving voor hun medewerkers realiseren. En daarover is Mike zeer te spreken bij APG.

Flexibel werken

“Dat je flexibel kunt werken, is iets dat je als ouder heel erg helpt. Als het nodig is kan ik thuis wat later starten of pas na de spits naar kantoor vertrekken, als de kinderen naar school zijn of naar de opvang. Die flexibiliteit – en een leidinggevende die meedenkt – is nog belangrijker dan alle financiële regelingen. Met je werk, een baby en twee jonge kinderen is het gewoon best een druk leven. Soms ben je daardoor wat minder scherp. Dan is het fijn als een collega bereid is iets meer te doen op een moment dat het bij mij thuis even niet loopt. Ik kan tot op zekere hoogte zelf mijn werkuren bepalen. Dat je dat binnen je team kunt regelen, dat die onderlinge collegialiteit er is, is heel waardevol om alles voor elkaar te krijgen. Zo wordt de combinatie zorg en werk hanteerbaar als jonge ouder.”

 

Extra kinderopvangbijdrage

Als zijn vrouw weer aan het werk gaat, zal ook Elias, net als zijn zusje, twee dagen per week naar de kinderopvang gaan. Z’n oudste broertje zit na schooltijd op de BSO. Een fikse kostenpost voor ouders – alle kinderopvangtoeslagen ten spijt. Die toeslag wordt door de overheid en de werkgever samen gefinancierd. Hoeveel je maandelijks ontvangt, hangt af van de hoogte van het inkomen, het aantal kinderen en het soort opvang – waarvoor ook nog eens een maximum uurtarief geldt. Met drie kinderen kan dat aardig in de papieren lopen. “Volgens mij zijn we nu al zelf, voor twee kinderen, rond de 700 euro per maand aan kinderopvang kwijt,” schat Mike. “Het is in elk geval onze grootste kostenpost.”

APG komt daarin tegemoet met een extra kinderopvangbijdrage van 300 euro netto per jaar. Natuurlijk, op het totale bedrag is dat een druppel op de gloeiende plaat. “Maar andere werkgevers doen dat niet,” zegt Mike. “Dus het is wel heel fijn.” Die mening deelde hij met 471 andere werknemers van APG die in 2021 hier aanspraak op maakten.

 

Hogere bijdrage voor werkende ouders
Er glooit wel licht aan de horizon. Het kabinet-Rutte IV wil de vergoeding van de kinderopvang voor werkende ouders in de komende jaren namelijk verhogen tot 95 procent. Dit staat in het coalitieakkoord van het kabinet ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’.

Het duurt wel nog even voordat dat voor elkaar is, dus eerst maar eens de Dag van de Ouder vieren. En daarna wellicht de Dag van het Kind, met festiviteiten en cadeautjes? Dat laatste betwijfelt Mike. “Voorlopig houd ik het bij Sinterklaas.”

 

Volgende publicatie:
“Geld maakt niet gelukkig, maar zorgen om geld maken wel ongelukkig”

“Geld maakt niet gelukkig, maar zorgen om geld maken wel ongelukkig”

Gepubliceerd op: 31 mei 2022

De huidige inflatie zorgt er ook in Nederland voor dat een groeiend aantal mensen in rap tempo in financiële problemen komt. En dat raakt niet alleen de portemonnee, het tast ook de gemoedsrust aan. Mensen financieel weerbaar maken, is volgens deskundingen belangrijk. Juist nu. En daarin spelen werkgevers ook een rol. Reden voor Heleen Kuijten, managing director HR bij APG, om deel te nemen aan een rondetafelgesprek over dit onderwerp. “Wij kunnen medewerkers helpen om hun financiële plaatje zo goed mogelijk in te richten.”

Geldvinder, APG’s eigen startup, houdt op dinsdag 7 juni een rondetafelgesprek waarin financiële fitheid bij medewerkers centraal staat. Het huidige economische klimaat is daarvoor een actuele aanleiding, zegt Richard Coonen, CCO & Business Developer van het online platform. “Juist nu we na de coronacrisis ons geld weer overal kunnen uitgeven, hebben veel gezinnen het financieel lastig. 62% van de werkgevers heeft medewerkers met geldzorgen en 46% heeft te maken met loonbeslagen.” Maar werken aan financiële fitheid gaat niet alleen over het oplossen van problemen, legt Coonen uit. “Het gaat om mensen financieel weerbaar maken en houden. Zodat zij goed kunnen omgaan met financiele tegen- en meevallers.”

 

Waaróm die financiële fitheid zo belangrijk is, bespreken Richard Coonen en Heleen Kuijten, managing director HR bij APG, op 7 juni tijdens een online webinar met andere HR-directeuren, wetenschappers en deskundigen. Centraal staan twee vragen: waarom is financiële fitheid net zo belangrijk als fysieke en mentale fitheid? En: hoe besteed je hier als werkgever aandacht aan? Met in het verlengde een minstens zo belangrijke vraag: wat gebeurt er als je niks doet?

Verantwoordelijkheid
Om maar gelijk met het antwoord op die laatste vraag te starten: niks doen is volgens Kuijten voor een werkgever eigenlijk geen optie. “Medewerkers zijn verantwoordelijk voor wat ze in hun privéleven doen. En dus ook verantwoordelijk voor hun financiën. Wat wij kunnen doen, is helpen om de financiën zo goed mogelijk op orde te krijgen. Om te voorkomen dat mensen uitvallen.” Die houding past volgens Kuijten bij goed werkgeverschap, maar ook bij de maatschappelijke rol die APG wil vervullen.

Ondanks die eigen verantwoordelijkheid weet Kuijten dat geldproblemen niet altijd te voorzien zijn. Als mogelijke oorzaken noemt ze inflatie, studieschuld of scheiding. “In Nederland belanden mensen met een modaal en hoger inkomen momenteel ook bij de schuldhulpsanering en mensen met een baan kloppen steeds vaker bij de Voedselbank aan. In de krant las ik over een vrouw die met drie kinderen in een caravan woont. Zij dacht alles voor elkaar te hebben: huwelijk, huis met overwaarde. Maar na de scheiding van haar man bleek dat ze van die overwaarde toch geen twee huizen konden kopen. En daar zat ze dan.”

Achter de voordeur
In haar directe omgeving ziet Kuijten “gelukkig” geen schrijnende gevallen. Maar bezorgd is ze wel om vrienden die als zzp’er werken. “Die verdienen goed, maar hoe zit het als ze met pensioen gaan? Als je in dienst bent, spaar je verplicht. Maar een zzp’er zal misschien zijn huis moeten verkopen om later rond te komen.” Die gevallen ziet Kuijten ook voorbijkomen als ze naar APG kijkt. “Het algemene, maar generalistische, beeld is natuurlijk dat je bij een bedrijf als APG prima verdient. Maar we weten ook dat dit soort problemen juist achter de voordeur afspelen. En bij de gevallen waarvan we het wel weten, kampen medewerkers met loonbeslagen of hebben een partner die als zzp’er door corona het inkomen zag verdwijnen.”

Drie pijlers
Vaak kom je er pas achter wat er speelt in iemands leven, als die medewerker uitvalt, zegt Kuijten. En waar in eerste instantie gedacht wordt aan fysieke klachten, spelen mentale en financiële gezondheid volgens haar zeker ook een rol. “Je valt niet uit op één stuk, het is een combinatie van die drie pijlers die onder je vandaan wordt gehaald.” De managing director HR illustreert dit aan de hand van een eigen ervaring. “Toen mijn vader failliet ging, zag ik als kind wat dat met zich meebrengt. Het verdriet, de zorgen... Geld maakt niet gelukkig, maar zorgen om geld maken wel ongelukkig. En dat neem je de hele dag met je mee. Zeker als je kostwinnaar bent en kinderen hebt, zit het constant in je hoofd, en in je lijf.”

Periodiek
Het is wat Kuijten betreft vrij simpel om een medewerker de helpende hand te bieden. “Natuurlijk kun je als werkgever zeggen: ‘Je verdient toch genoeg, hoe kan dit nu gebeuren?’. Maar dit thema moeten we serieus nemen.” Kuijten denkt dan bijvoorbeeld aan een periodiek financieel onderzoek. “Zoals je ook het periodiek medisch onderzoek hebt. Ben je afgestudeerd en heb je een studieschuld? Ga je scheiden? Is je pensioen in zicht en wil je eerder stoppen met werken? Als werkgever kun je de medewerker aanbieden om op die momenten het gesprek aan te gaan. Ook kun je een cursus financieel plannen aanbieden of een sessie met een geldcoach. Bij APG krijgen medewerkers een vitaliteitsbudget waarmee ze naar de sportschool kunnen. En wij bieden medewerkers in onze huidige cao ook de mogelijkheid om gebruik te maken van Geldvinder.”

“Dit online platform heeft APG in co-creatie met 20 werkgevers, 3 werkgeverkoepels en vertegenwoordiging van de vakbonden ontwikkeld”, vult Coonen aan. “Het laat medewerkers zien hoe je er nu, en in de toekomst, financieel voor staat, wat financiële consequenties zijn van bepaalde (loopbaan) keuzes, wat je kunt verbeteren en hoe je dat kunt doen. En wel door inzicht te geven in zaken als inkomen en uitgaven, buffers en risico’s, vermogen en schulden.” En ook pensioen, benadrukt Coonen: “Het pensioenstelsel is de komende jaren aan grote veranderingen onderhevig en er wordt een actievere rol van mensen gevraagd. Geldvinder helpt een weg te vinden in deze lastige materie.”

Schaamte
De stap zetten om ook daadwerkelijk gebruik te maken van dergelijke opties, kan groot zijn, beseft Kuijten. “Schaamte kan een rol spelen. Door het als werkgever te benoemen en de deur voor een gesprek open te zetten, laat je zien dat het iedereen kan overkomen.”
Er zitten wel grenzen aan het bieden van hulp, voegt de managing director HR toe. “Het is natuurlijk iemands goede recht om niet te melden dat er financiële zorgen zijn. Maar als leidinggevende hoop je wel dat de vertrouwensband met je team zo goed is, dat mensen op tijd aan de bel trekken.”

Aan tafel zitten Heleen Kuijten (CHRO APG), Richard Coonen

(CCO & Business Developer Geldvinder), Paul-Peter Feld (Chief HR Officer Enexis), Renée-Andrée Koornstra (directeur HRM Arbo & Milieu VU Amsterdam), Tinka van Vuuren (Professor in Strategic Human Resources Management en Vitality Management), Clairette van der Lans

(Projectleider financieel fitte werknemers bij Wijzer in Geldzaken), Dr. Darya Moghimi (Senior Human Resources Business Consultant  Work & Organizational Psychologist), Anouschka Laheij (Gespreksleider).

Volgende publicatie:
“De software die ik bouw spoort fouten en fraude op”

“De software die ik bouw spoort fouten en fraude op”

Gepubliceerd op: 2 mei 2022

Wie zíjn die mensen die er bewust voor kiezen om in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? We nemen je mee achter de schermen.  

De Britse Hillary Ovaga (39) is DevOps Engineer. “Zo’n avontuur in Nederland zag ik wel zitten.”
 

Hoe ben je bij APG terechtgekomen? 

“Ik werkte hiervoor in Engeland bij een bedrijf dat belangrijke software levert aan APG. Na een jaar of negen was ik toe aan een nieuwe uitdaging en een nieuwe omgeving. Een avontuur in het buitenland leek me wel wat. Toevallig benaderden APG-relaties mij voor een expatfunctie. Dat zag ik direct zitten. In 2019 heb ik gesolliciteerd bij APG en kon ik beginnen als Senior Business Application Consultant. Inmiddels heet dat DevOps Engineer 4.” 

 

Wat trok je aan in Nederland? 

“Mijn vader woonde hier tijdelijk in de jaren tachtig met een studiebeurs, het Netherlands Fellowship Program. Hij had mooie verhalen over het land en er lagen vroeger altijd ansichtkaarten in huis van zijn Nederlandse vrienden. Dat maakte dat ik affiniteit had met het land. Al ben ik heel anders dan mijn vader. Hij is veel beter in taal en heeft Nederlands leren spreken, bij mij wil dat nog niet echt vlotten. Het is wel een grote wens van me en APG faciliteert taallessen, maar ik heb het de laatste tijd zo druk met werk en het vaderschap dat het er gewoon bij inschiet.” 

 

Wat vind je van Nederland, nu je hier daadwerkelijk woont? 

“Ik vind Nederland een prachtig land. De mensen zijn wat relaxter dan in Engeland. Ik houd ook van die fietscultuur hier. Nederlanders zijn op veel manieren behulpzaam, zeker op het gebied van taal. Als ik in Duitsland was gaan werken, had er veel meer druk op me gestaan om de taal te leren. Maar jullie zijn zo goed in Engels en verwachten niet van expats dat ze jullie taal spreken. Wat ik soms wel lastig vind, is hoe direct jullie zijn. In Engeland verpakken we een boodschap zorgvuldig, jullie zeggen meteen waar het op staat. Dat was even wennen. Maar het heeft ook wel wat. Wat me overigens ook aanspreekt aan Nederland, is het belastingvoordeel dat expats zoals ik krijgen (de 30 procent-regeling voor kennismigranten, red.). Dat compenseert enigszins de hoge kosten voor het verhuizen naar een ander land.” 

 

En nu ben je dus DevOps Engineer 4. Dat klinkt als geheimtaal. Wat doe je precies? 

“Ik werk in een team dat zich richt op het ontwerpen, creëren en onderhouden van de software rond het reconciliatieproces en corporate actions. Ik ben een van de Business Application Consultants voor de reconciliatiesoftware.” 

 

Pardon?  

“Het reconciliatieproces is de dagelijks verplichte en noodzakelijke laatste fase in elk assetmanagement- en investeringsbedrijf. APG koopt en verkoopt, wij betalen mensen en zij betalen ons. Al die transacties moeten gecheckt worden. Heel simpel gezegd: als we vijf aandelen hebben verkocht, heeft de andere partij dan echt vijf aandelen ontvangen, en hebben wij daar het juiste bedrag voor gekregen? De software die wij hebben gebouwd, loopt dat na. Deze stap is essentieel om bijvoorbeeld fouten, discrepanties, inconsistenties en fraude op te sporen. Als je dit nalaat, kan dat leiden tot het verliezen van de controle over contanten en activa, boetes, reputatieschade en mogelijk een negatieve impact op het rendement, wat uiteindelijk slecht nieuws is voor zowel APG als pensioenklanten en het hardwerkende publiek dat bijdraagt aan de pensioenfondsen. Ik houd me bezig met het ontwerpen en bouwen van die software. Ik moet er, samen met collega’s, voor zorgen dat het doet wat het moet doen. Als onze gebruikers een probleem tegenkomen, is het mede mijn verantwoordelijkheid om dat zo snel mogelijk op te lossen.” 

Het geeft me veel voldoening dat wij de laatste waakhond zijn binnen het bedrijf

Wat vind je leuk aan je baan? 

“Veel dingen. Om te beginnen houd ik van deze sector. Ik ben er bij toeval ingerold na mijn studie en wist aanvankelijk niet of het wel bij me paste, maar in de loop der tijd ben ik er echt geboeid door geraakt. Ik vind de focus op data ook heel interessant. Data zijn het nieuwe goud, en alles loopt binnen in ons systeem. Daarnaast geeft het me veel voldoening dat wij de laatste waakhond zijn binnen het bedrijf. Er zijn meerdere afdelingen die alles in de gaten houden, maar aan het eind komt het allemaal aan op ons systeem om fouten en potentiële fraude op te sporen. Dat vind ik heel bevredigend. Verder heb ik het geluk met aardige, respectvolle en toegewijde collega’s te werken, echte teamplayers met wie het fijn samenwerken is. En ik houd van de manier waarop het bedrijf naar zijn werknemers omkijkt. Als expat werd ook alles voor me geregeld. Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar ik zal het bij een laatste opmerking laten: ik vind het geweldig dat je hier veel mogelijkheden krijgt om te leren en te groeien, en dat dat ook wordt gestimuleerd.” 

Je beheert pensioengeld van mensen, dus je moet zeker weten dat je goede, verantwoorde, duurzame keuzes maakt

Dus je vindt het niet saai om in de pensioensector te werken? 

“Nee. Als klein jongetje zou het nooit bij me opgekomen zijn om in deze branche te gaan werken, maar nu ik het doe bevalt het me uitstekend. Wat APG doet, sluit aan bij wat ik belangrijk vind. Ze investeren verantwoord en duurzaam. Er is bovendien geen ander bedrijf dat die investeringen zo moet verantwoorden als APG. Je beheert pensioengeld van mensen, dus je moet zeker weten dat je goede, verantwoorde, duurzame keuzes maakt. Dat is in mijn optiek verre van saai. En dan heb ik het nog niet eens gehad over alle innovaties waar we aan mogen werken, zoals artificial intelligence, machine learning en cloud computing. Bij het woord pensioen denk je aan oude mensen met stokken, dat is wellicht een saai beeld, maar zo ervaar ik het bij APG helemaal niet.” 

 

Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit voor jou? 

“We werken nog veel vanuit huis. Dat vind ik jammer, want ik ging altijd graag naar kantoor. Het eerste wat ik ’s ochtends doe, is checken of er geen problemen zijn met de software. Als die er zijn, hebben die natuurlijk prioriteit en moeten we die zo snel mogelijk oplossen. Is er niets aan de hand, dan hebben we dagelijks om negen uur een vergadering. Daarin bespreken we wat we die dag gaan doen en of we bepaalde hindernissen ervaren bij het behalen van onze tweewekelijkse doelen. Vervolgens hebben we de tijd om ons te focussen op onze taken, in mijn geval voornamelijk het ontwerpen en bouwen van de software. Die focus is ook belangrijk, want je moet je kunnen concentreren om je werk goed te doen.”  

 

Wat geeft jou voldoening in je werk? 

“Dingen gedaan krijgen. Softwareproblemen oplossen en ervoor zorgen dat het bedrijf alles heeft wat het nodig heeft voor een ongehinderde bedrijfsvoering. Het voltooien en afronden van nieuwe software die ik heb gebouwd en weten dat het waarde toevoegt aan de bedrijfsvoering. Het geeft me veel energie dat ik daaraan een bijdrage lever. Het motiveert me ook dat ik daarvoor fair word beloond. Hier werken verbreedt mijn horizon, ik leer zoveel nieuwe dingen. En dat ik hier een expat ben, voelt als een groot avontuur. Ik ben een beetje onderdeel van de maatschappij, al is mijn Nederlands terrible.” 

Wat doe je zoal wanneer je niet aan het werk bent? 

“Ik ben alleenstaande vader van een zoon van 7. Dat beslaat een groot deel van mijn leven. Speelafspraken met andere kinderen, Boss Baby en Magic School Bus met hem kijken en op zaterdag naar voetbal. Wanneer het kan, ga ik met vrienden een biertje drinken. Verder ben ik heel leergierig en kijk ik graag naar documentaires over geschiedenis, kosmologie, natuur, psychologie en natuurkunde. Ik kijk ook naar films en series, als ik er tijd voor heb. Als ik mijn verstand even op nul wil zetten, kijk ik naar Family Guy, BoJack Horseman of Green Eggs and Ham. Ik leid niet zo’n actief leven als ik zou willen, simpelweg omdat ik er als alleenstaande vader niet aan toekom. Ik loop wel een paar keer per week hard en ik maak elke dag een flinke wandeling.” 

 

Wat merken APG-klanten concreet van jouw werk? 

“Als ik mijn werk goed doe, krijgt APG geen boetes en krijgen klanten geen slecht nieuws. Als ik er – samen met mijn team – voor zorg dat het systeem doet wat het moet doen, dan gaat er geen geld verloren door menselijke fouten of frauduleuze activiteiten. Het is een belangrijke stap.”  

Volgende publicatie:
Ondernemersplatform noemt CEO APG ‘rolmodel’ voor inclusief leiderschap

Ondernemers- platform noemt CEO APG ‘rolmodel’ voor inclusief leiderschap

Gepubliceerd op: 26 april 2022

APG-bestuursvoorzitter Annette Mosman behoort tot de dertig meest inclusieve leiders van 2022. Dat zegt MT/Sprout, een platform gericht op ondernemer- en leiderschap. De ‘Inclusive30’ is een lijst met dertig mensen “die een bewezen bijdrage leveren aan inclusie en diversiteit in het Nederlandse bedrijfsleven”.


Leiders die het verschil maken door het goede voorbeeld te geven, concrete vooruitgang te boeken en het belang van diversiteit en inclusie (D&I) actief uit te dragen. Daar is MT/Sprout voor de Inclusive30 naar op zoek gegaan.


Ongelijkheid aangepakt

Het platform noemt APG “een organisatie die school maakt met het uitroeien van de ongelijke beloning van mannen en vrouwen in dezelfde functies.” Mosman blijkt voor de Inclusive30 onder andere in beeld te zijn gekomen omdat APG, na in 2019 de loonkloof in één keer gedicht te hebben, de ongelijkheid nu ook structureel aanpakt. Daarvoor is het bedrijf op zoek gegaan naar de oorzaken van het gemiddeld minder steile carrièrepad bij vrouwen. Het werk blijkt bij APG vooral nog te verzetten in de managementlaag direct onder de raad van bestuur. Op dat niveau maken vrouwen 26 procent uit van het totale aantal managers. Op raad van bestuursniveau (50 procent vrouw) en in de raad van commissarissen (60 procent vrouw) heeft APG die verhouding al goed op orde.


MT/Sprout constateert dat het in het Nederlandse bedrijfsleven op rvc-niveau de goede kant op gaat. Maar op rvb-niveau is minder vooruitgang geboekt – zeker als het gaat om niet-beursgenoteerde bedrijven.


Die vooruitgang bereik je onder andere door het omarmen van verschillen, zegt Mosman. “Diversiteit en inclusie zijn leuk, het verrijkt jou en je organisatie. Begin klein, dan realiseer je uiteindelijk grote veranderingen. En ten derde: maak beleid, maar wees vooral inclusief in het dagelijks contact.”


‘Zonneklaar’

Aan ‘aandacht’ voor diversiteit en inclusie (D&I) is er in Nederland geen gebrek. In het bedrijfsleven zul je niet snel mensen aantreffen die er tégen zijn, althans niet openlijk. Ook volgens MT/Sprout zijn ‘nut en noodzaak van inclusiviteit zonneklaar’. Om er in één adem aan toe te voegen dat het boeken van tastbare vooruitgang ‘een tweede’ is. Reden te meer om het als criterium te hanteren voor de Inclusive30.    

Volgende publicatie:
Religieuze feestdag inruilen geeft ruimte aan alle geloven

Religieuze feestdag inruilen geeft ruimte aan alle geloven

Gepubliceerd op: 25 april 2022

Wat als een medewerker vrij wil zijn op de dag dat moslims het Suikerfeest vieren en juist wil werken op bijvoorbeeld Goede Vrijdag? Geen probleem bij APG. Wij staan voor een inclusieve werkomgeving waar iedereen zichzelf kan zijn. Daarbij hoort ook het vieren van religieuze feestdagen. En dan niet alleen op de dagen die Nederlandse werknemers officieel vrij hebben. Collega Mohammed Elfayda is daar maar wat blij mee. “Ik krijg echt alle ruimte om mijn geloof uit te oefenen.”

Voor Mohammed Elfayda, Productowner Swift & Payment Services bij APG, is deze ramadan een heel speciale. “Omdat corona ‘voorbij’ is en wij thuis nu met z’n drietjes zijn in plaats van met zijn tweeën. Voor mijn gezin is het echt een maand van bezinning en zelfreflectie.”

Ramadan is de negende maand van de islamitisch maankalender en die startte dit jaar op 1 april. Het is een heel belangrijke maand, vertelt Mohammed. “Moslims herdenken in deze periode dat de profeet Mohammed (vrede zij met hem) zijn eerste boodschap van God ontving. Alles wat God hem vertelde, is opgeschreven in de Koran. Herdenken doen we door te vasten; een van de vijf zuilen van de islam, naast geloofsbelijdenis, gebed, het schenken van aalmoezen en een bedevaart naar Mekka. En dat betekent dat wij moslims tussen zonsopgang en zonsondergang niets eten of drinken. Dus nee, we drinken ook geen slokje water tussendoor.”

Gebroken nachten
Zijn werk lijdt niet onder het vasten, vertelt Mohammed. “Om de eenvoudige, maar ook bijzondere reden, dat ik mijn werktijden zelf kan bepalen. En dat is echt ideaal. Ik sta in deze maand voor zonsopgang op om nog wat te eten waardoor mijn nachten altijd gebroken zijn. Maar ik heb dan wel de vrijheid om een uurtje later te starten met werken. Een tweede voordeel is dat ik zowel op ons kantoor in Heerlen als in Amsterdam de mogelijkheid heb om mijn gebed te doen.”

Dus nee, ook geen slokje water tussendoor

Gedekte tafels
Als Mohammed terugdenkt aan vroeger krijgt hij automatisch een glimlach op zijn gezicht. “De hele familie bij elkaar, lange, gedekte tafels en iedereen was tevreden. De afgelopen twee jaar waren toch anders door corona. En ook dit jaar is het nog niet zoals vroeger, iedereen is nog - terecht - voorzichtig. Dit jaar eten we daarom vaak samen met mijn ouders of schoonouders en dus niet met de hele familie. En dat doen we dan bij ons thuis. Want onze zoon van 9 maanden is gewend om rond de klok van acht uur te gaan slapen. En omdat zonsondergang op dit moment rond 20.45 is, schuift de familie bij ons aan.”

Vaste tradities

Het is volgens de APG’er traditie dat je in de avond je vaste verbreekt met een glaasje water of melk en een dadel. Gevolgd door een kopje soep. “Dit kan traditioneel harira zijn of een tomatengroentesoep. Een traditie van mezelf is dat ik bij de soep een broodje gezond eet met de partysaus van broodjeszaak Bufkes, haha. Als ik dat op heb, zit ik aardig vol. Ongeveer 1,5 uur na het avondeten gaan we naar de moskee voor het avondgebed.”

 

Veel zoetigheid
Nu de ramadan bijna voorbij is, kijkt Mohammed uit naar het Suikerfeest. Dat vindt mogelijk plaats op 2 mei, de precieze dag hangt af van de nieuwe maan. “Rond de laatste dagen van de ramadan controleert men of de nieuwe maan gezien is. Wanneer het Suikerfeest is, weet je dus eigenlijk pas de avond van te voren. Op die ochtend van de eerste dag van de tiende maand, shawwal genoemd, staan we vroeg op, verzorgen onszelf en gaan naar de moskee. Na het gebed wordt iets gegeten, bijvoorbeeld dadels of andere zoetigheid, ten teken dat het vasten echt voorbij is. Dan begint het feest. We gaan op familiebezoek, eten nog meer zoetigheid en wisselen cadeautjes uit. En als dat mogelijk is bezoeken we ook de graven van overleden dierbaren.”

Voor Mohammed staat er qua werk niks in de weg om het Suikerfeest te vieren. “APG heeft een diversiteitsdag in het leven geroepen. Dat betekent dat elke werknemer Goede Vrijdag in kan ruilen voor een religieuze feestdag naar keuze.”

Volgende publicatie:
APG sponsort Topvrouwen Limburg

APG sponsort Topvrouwen Limburg

Gepubliceerd op: 6 april 2022

Meer vrouwelijk leiderschap bevorderen in heel Nederland. Met dat doel voor ogen heeft bestuurslid Francine van Dierendonck namens APG een sponsorcontract met Stichting Topvrouwen Limburg ondertekend. APG heeft een bijzondere band met de regio Limburg, en wil daarom juist ook hier extra aandacht vragen voor diversiteit.”

De stichting Topvrouwen Limburg heeft als doel vrouwelijk ondernemerschap en vrouwelijk leiderschap in de zuidelijke provincie te stimuleren en te ontwikkelen. En bij die missie sluit APG zich aan. Francine van Dierendonck, lid van de raad van bestuur en verantwoordelijk voor Fondsenbedrijf en Deelnemers- en Werkgeversservices (DWS), legt uit: “Als grote werkgever wil APG vrouwelijk leiderschap in heel Nederland bevorderen. APG heeft een bijzondere band met de regio Limburg, en wil daarom juist ook hier extra aandacht vragen voor diversiteit. Hoe mooi zou het zijn als de Topvrouw Limburg 2022 straks door alle collega’s binnen APG, man én vrouw, als een rolmodel wordt gezien? Dat ze door haar geïnspireerd en gemotiveerd worden in hun verdere carrière.”

Als sponsor spant APG zich in om ‘het vrouwelijk ondernemerschap, vrouwelijk management, vrouwelijke energie en vrouwelijke zakenemotie te stimuleren en te ontwikkelen in de eigen organisatie’. Dat gebeurt volgens Van Dierendonck in de praktijk als volgt: “Bij het aantrekken van promoties en benoemingen zijn wij alert op diversiteit en de afgelopen jaren heeft APG veel werk gemaakt van het dichten van de loonkloof. Ook zijn we recent een executive leiderschapsprogramma gestart om talent in de organisatie te ontwikkelen. Omdat we de verhouding man-vrouw nog niet op orde hebben in alle lagen van de organisatie, bieden we dit programma met voorrang aan een groep talentvolle vrouwen aan.”

Het verschil maken
De jaarlijkse verkiezing om de eretitel Topvrouw Limburg is een van de manieren waarmee de stichting vrouwelijk leiderschap stimuleert. Met de verkiezing worden inspirerende topvrouwen in de schijnwerpers gezet. De titel gaat naar ‘een persoonlijkheid die vertrouwen uitstraalt en geeft, én een topvrouw met een gevestigde reputatie, die zich met passie inzet om het goede te doen voor mens en maatschappij’.
Hannie Bovens, Head of Regulatory & Client Reporting bij APG en tevens onbezoldigd bestuurslid bij Stichting Topvrouwen Limburg vult aan: “Samen met de jury vertalen wij dit nu naar concrete beoordelingscriteria. Deze zullen dynamisch zijn; elke jury kan er een eigen stempel op drukken en ook de tijdsgeest speelt een rol. Rode draad is wel ‘waar je als vrouw het verschil maakt’. En hoe je daarmee een rolmodel voor anderen bent.”

Niet vanzelf aan de top
Hannie is al langere tijd betrokken bij het stimuleren van vrouwelijk leiderschap. In het verleden als lid van het topvrouwennetwerk binnen APG en vanuit haar rol als commissaris bij een woningcorporatie kwam het voornemen om een vrouwelijk commissarissennetwerk in Limburg op te zetten. Zo kwam ze ook in contact met Topvrouwen Limburg. “Jaren geleden dacht ik dat het doorstromen van vrouwen wel allemaal vanzelf zou gaan. Als ik daar echter op terug kijk, constateer ik iets heel anders. Van mijn generatie hebben ook alle vrouwen doorgestudeerd en zijn (velen fulltime) blijven werken, maar helaas zie je dat niet terug in de cijfers van vrouwelijke leidinggevenden.”

Stichting Topvrouwen Limburg is overigens niet gelijk aan of een afsplitsing van Stichting Topvrouw van het Jaar dat zich richt op vrouwen in heel Nederland. Wel streven ze hetzelfde doel na.

Sonja Stassen, Eef Langenveld, Francine van Dierendonck en Hannie Bovens. 

Volgende publicatie:
Hoe citizen development leidt tot leuker en efficiënter werk

Hoe citizen development leidt tot leuker en efficiënter werk

Gepubliceerd op: 5 april 2022

Organisaties lijken steeds meer de waarde van citizen development in te zien. Zo ook APG. Een zogheten citizen developer is een medewerker die geen professionele ontwikkelaar is maar wel kleinschalige applicaties kan maken. George Drost, Maarten Lafeber en Iris Schipper vertellen hoe deze aanpak het werk makkelijker en leuker maakt. “De cultuur op de werkvloer verandert als mensen de kans krijgen om nieuwe dingen te leren.”

Wat moet je in je hebben om een citizen developer te worden? Het begint met nieuwsgierigheid, zegt George (Digital Lead). “Als een citizen developer repetitief werk doet, zal hij of zij benieuwd zijn naar een tool die dat werk makkelijker kan maken.” Je hoeft hiervoor geen diehard programmeur te zijn, vult Maarten (Strategist) aan. “Al helpt het wel als je enige affiniteit met data hebt. Ik had al wat ervaring met programmeren door m’n studie Financial Engineering. Maar ik denk dat tachtig procent van wat ik programmeer door iedereen kan worden gedaan. Het gaat erom dat je de tijd ervoor neemt en de wil hebt om het te doen. Ook is het belangrijk dat je niet bang bent voor verandering.”

 

DataCamp
Doordat er veel low code/no code-applicaties zijn, kun je volgens George ook zonder veel kennis van programmeren al aan de slag. George: “Als je er nog niet veel van weet, kan dat ook een trigger zijn om bijvoorbeeld een DataCamp-cursus te volgen." (DataCamp is een online learning-platform over data science, red.) Veel citizen developers beschikken vaak wel al over enige kennis van data en programmeren, bijvoorbeeld omdat ze er tijdens hun studie vakken in hebben gevolgd, zoals Maarten. Ook Iris (Junior Asset Management Professional) oefende tijdens haar studie Finance & Investment met programmeren. “Vooral bij het schrijven van m’n masterscriptie en voor het vak statistiek. Maar ik zou niet zeggen dat dat direct vertaalbaar is naar wat ik voor m’n werk doe.” Om haar kennis wat op te frissen, volgt ze nu de data scientist-cursus van DataCamp.

 

“Mijn manager moedigt me aan Python te leren,” vervolgt Iris. “Dat kan ik toepassen in mijn huidige opdracht, die zich richt op alternatieve data over de telecom- en mediasector. Die data moeten worden gevisualiseerd, zodat collega’s er snel informatie uit kunnen halen. Daarvoor schrijven we met behulp van Python een script, zodat de nieuwe data automatisch worden gevisualiseerd in een pdf-rapport.” Ze denkt dat ze binnenkort al de vruchten kan plukken van haar Python-kennis. “Ik moet er nog wat meer handigheid in krijgen, maar ik denk dat ik in de volgende opdracht van mijn traineeship snel dingen zie die efficienter of makkelijker kunnen. Dat is dan dankzij mijn DataCamp-training.”

Een citizen developer is iemand die iets mogelijk maakt, nieuwsgierig is en nieuwe dingen wil leren

Oplossingen
Wat deze collega’s motiveert, is het aandragen van oplossingen die hun werk leuker maken. “Je doet je werk sneller, waardoor je meer tijd hebt om andere dingen te doen. Zo kun je meer taken afhandelen. En als iemand zijn of haar werk leuk vindt, verbetert dat de prestaties,” zegt George. Bovendien maken citizen developers applicaties die de kans op menselijke fouten verkleint. Zo merkte strateeg Maarten dat hij en z’n collega’s vaak in csv-bestanden werkten. “Als economen maken we verwachtingen voor de toekomst. Daarvoor hebben we veel data nodig, die we in csv-bestanden zetten. Maar het schiet niet op als je op een server moet grasduinen en dan maar hopen dat het bestand ‘versie3_nieuw.csv’ het juiste is,” grapt hij. “Daarom hebben we een database gemaakt waarin automatisch alle data worden geladen die we nodig hebben. Zo’n database moet je vergelijken met een site als bol.com. Maar in plaats van een product, zoek je naar een dataset. Doordat ze in een database staan, zijn ze de data nu sneller opvraagbaar, ook voor collega’s buiten ons team. Door zo’n database wordt ons werk robuuster en de kans op fouten kleiner.”

 

Communities
“Als je iets nog niet onder de knie hebt, heb je een manier nodig om het te leren,” aldus George. “Bij APG werken we daarom met communities. Hierin zitten experts en collega’s met kennis en dezelfde interesses. Als je vragen hebt, is er in de community altijd wel iemand die je kan helpen. Zo inspireren collega’s elkaar om met creatieve ideeën te komen.” Een voorbeeld daarvan is het digitaliseringsgroepje binnen Fiduciair Management, waar strateeg Maarten onderdeel van uitmaakt. “Daar delen we bijvoorbeeld dat we binnen ons team een dashboard hebben gemaakt en bieden we onze hulp aan als een ander team ook een dashboard wil maken. Maar we bespreken in ons groepje ook digitaliseringsinitiatieven van buiten onze afdeling. Ook als niemand van ons er direct bij betrokken is, vinden we het belangrijk alle initiatieven goed te volgen. Het kan namelijk op een gegeven moment ook betrekking hebben op onze werkzaamheden.”  

 

Over het algemeen gedijen citizen developers in een omgeving die hen aanmoedigt om zichzelf te verbeteren, legt George uit. “Wanneer mensen de kans krijgen nieuwe dingen te leren, zoals een bepaalde tooling, verandert dit de cultuur op de werkplek. Er is ruimte voor nieuwe ideeën en innovatie.” Zo draagt het bij aan de tevredenheid van werknemers. Ook stimuleert het een organisatie efficienter te werken en de best mogelijke oplossingen voor klanten te ontwikkelen. George: “Een citizen developer is iemand die iets mogelijk maakt, nieuwsgierig is en nieuwe dingen wil leren. Je hoeft geen programmeer-expert te zijn. Sommige mensen zullen het sneller of gemakkelijker oppikken dan anderen, maar dat is niet erg. Het gaat erom dat we elke dag proberen onze digitale samenwerking te verbeteren.”

Volgende publicatie:
“Financiële vragen van jongeren spelen echt in het nu”

“Financiële vragen van jongeren spelen echt in het nu”

Gepubliceerd op: 29 maart 2022

Op 28 maart is de Week van het geld van start gegaan. Het startsein werd gegeven vanuit de Kunsthal in Rotterdam, door koningin Máxima, erevoorzitter van platform Wijzer in geldzaken. Ook minister van Financiën Sigrid Kaag was aanwezig. Samen gingen ze via een videoverbinding in gesprek met vier gastdocenten, verspreid over vier leslocaties in Nederland. Daaronder ook het DaCapo College in Geleen, waar op dat moment APG’s Hoofd Groeifabriek Anne-Marie Le Doux voor de klas stond.

 

Aan welke klas gaf je de gastles? Anne-Marie: “Deze leerlingen zijn dertien tot zestien jaar oud en volgen praktijkonderwijs fase twee, ook wel de stage-oriënterende fase genoemd. Hierin gaat het onder andere om bewustwording van talenten – onder andere via stages – maar er is bijvoorbeeld ook aandacht voor zelfstandig wonen. Alles is erop gericht om aan het einde van deze fase te kunnen uitstromen in de richtingen winkelmedewerker, horeca, facilitaire dienst of techniek.”

De Week van het geld en 'Nu voor later'

 

De Week van het geld vindt, net als de gastles ‘Nu voor later’, plaats onder de paraplu van Wijzer in geldzaken. Dit platform is een initiatief van het ministerie van Financiën, gericht op bevordering van de financiële fitheid in Nederland. Om dat te bereiken, vindt een krachtenbundeling plaats tussen partners uit de financiële sector, de wetenschap, de overheid en onderwijs-, voorlichtings- en consumentenorganisaties.

In de inmiddels 11e editie van de Week van het geld, wordt tot en met vrijdag 1 april extra aandacht gevestigd op de duizenden gastlessen en workshops die medewerkers uit de financiële sector op basis- en mbo-scholen geven. De gastlessen en workshops worden door het hele jaar heen gegeven. Het thema dit jaar is ‘Van Doekoe tot Digi’ en gaat over de toenemende digitalisering van geld (bijvoorbeeld contactloos betalen, internetbankieren, digitale betaalverzoeken en online beleggen).

Waarover heb je het met hen gehad? “Ik heb de gastles ‘Nu voor later’ gegeven, ontwikkeld door de Pensioenfederatie. PGGM en APG zijn gevraagd om hiervoor docenten af te vaardigen. De les is gemaakt om studenten na te laten denken over hun financiële toekomst. Het gaat over wat je nu en in de komende jaren kunt doen om ook als je met pensioen bent, prettig te leven. De les geeft ook inzicht in wat pensioen eigenlijk is, hoe het is opgebouwd en wat belangrijke momenten zijn om op te letten als het om je pensioen gaat.”


Is het niet lastig om leerlingen in deze leeftijdsgroep voor pensioen te interesseren?
“Wat je merkt, is dat pensioen nog erg ver van hun bed is. Hun vragen spelen echt in het nu, bijvoorbeeld: hoe werkt de belastingaangifte voor mijn bijbaantje? Hoe werkt mijn DiGiD? Heb ik straks een eigen zorgverzekering nodig? En hoe regel ik dat eigenlijk? Daar moest ik mijn verhaal echt even op aanpassen. Gelukkig zit de les supergoed in elkaar, hij is heel interactief en makkelijk aanpasbaar op het niveau waarmee je te maken hebt.

Ik heb wel gemerkt dat je als docent echt een duizendpoot moet zijn. Juf Debby kende alle leerlingen van haver tot gort, had precies door wat er allemaal speelde tijdens de les, hield ondertussen ook hun energieniveau in de gaten, en wist mijn verhaal nóg levendiger te maken voor haar leerlingen. Dat is best indrukwekkend. Ook voor een gastdocent is het fijn als zo iemand, al dan niet op de achtergrond, aanwezig is.”


Hoe heb je die brug naar pensioen geslagen?
“Bijvoorbeeld door het te hebben over het sparen voor een brommer. We hebben besproken dat je zoals je kunt sparen voor een brommer, ook kunt sparen voor onvoorziene uitgaven – en dus ook voor pensioen. We hebben het over het belang van vooruitkijken gehad, aan de hand van een telefoonabonnement. We gingen in gesprek over ‘hoe het met je dure telefoonabonnement moet als je je bijbaantje kwijtraakt’. De conclusie was dat je een schuld of betalingsachterstand echt moet zien te voorkomen, en dat je zeker wil wegblijven van een BKR-registratie. Aandacht daarvoor is ontzettend belangrijk want meer dan 37 procent van de jongeren heeft schulden en één op de vier heeft al een betalingsachterstand.”


Heb je het ook over pensioenfondsen gehad?
“Niet zozeer over pensioenfondsen, wel over het onderscheid tussen pensioenopbouw als zelfstandige en pensioenopbouw in loondienst. Een aantal van deze leerlingen droomt er van om een eigen kapsalon te starten, of gaat als zelfstandige aan de slag in de bouw. Dus hoe je als zelfstandige pensioen opbouwt en wat je dan allemaal kunt regelen, is heel relevant om te weten voor ze. Het gaat om een groep die vaak relatief jong start met werken. Hoe eerder ze starten met het maken van gezonde financiële keuzes, hoe prettiger ze nu, maar ook later, kunnen leven.”


Hoe ging het gesprek met koningin Máxima en minister Kaag?
“Dat verliep wat chaotisch omdat er problemen met het geluid waren. Daardoor hebben alle vier gesprekken eigenlijk niet echt goed kunnen plaatsvinden. Jammer, maar van de docente kreeg ik wel terug dat haar klas het gesprek met de koningin en de minister heel leuk had gevonden. Zich ‘gezien voelen’ is voor deze groep geen vanzelfsprekendheid.”

Volgende publicatie:
CEO Annette Mosman over nieuw leiderschap in LOF Magazine

“Nieuw leiderschap gaat om oprecht luisteren, interpreteren en op je mening durven terugkomen”

Gepubliceerd op: 8 maart 2022

LOF, het platform en magazine voor en door vrouwen, lanceert vandaag, op Internationale Vrouwendag, een themanummer over ‘goed geld’. Hierin staat de spotlight op de relatie tussen vrouwelijk leiderschap en duurzaamheid in de financiële sector. Ook publiceren zij hun jaarlijkse overzicht van de ‘Top 50 Women in Sustainable Finance’ (waarin Claudia Kruse en Anna Pot, beiden werkzaam bij APG AM, respectievelijk op de 11e en 12e plaats staan). Ter gelegenheid hiervan interviewden zij APG bestuursvoorzitter Annette Mosman over haar kijk op leiderschap, diversiteit en financiële fitheid. 

 

Bij de start van het interview wordt de toon al meteen gezet: Mosman gelooft niet in mannelijk of vrouwelijk leiderschap. Wél in nieuw leiderschap. “Elke CEO moet zich afvragen: hoe verhoudt mijn bedrijf zich tot de samenleving?”

Nieuw leiderschap, aldus Mosman, is leiderschap voor de lange termijn. “En dat betekent dat je moet kunnen omgaan met onzekerheid. Niemand weet het. Natuurlijk moet je een stip op de horizon hebben en een richting en tussenstations formuleren, maar het is een illusie dat ik een plan van aanpak kan neerleggen van nu tot 2027. En als je dat wel doet, dan sluit je je ogen voor de samenleving en je deelnemers. Nieuw leiderschap gaat om oprecht luisteren, interpreteren en op je mening durven terugkomen. En werknemers de geborgenheid geven om te mogen vallen en opstaan.”

 

Vrouwelijke compententies

Dat neemt niet weg dat vrouwelijke competenties volgens haar goed passen in dit tijdperk. “Maar die competenties kunnen we ook vinden bij mannen. Je komt in ieder geval niet meer weg met ouderwets eenzijdig aandeelhoudersdenken. De samenleving laat meer van zich horen en elke leider, ook de CEO, moet weten wat er in de samenleving leeft.” Divers samengestelde teams, stelt ze, zijn hierbij essentieel. “Dat diversiteit leidt tot betere besluitvorming en een betere organisatie, is gewoon een feit.”

 

Meer compassie

Mosman vertelt hoe haar maatschappelijke antenne door de jaren heen steeds gevoeliger is geworden. “Tien, vijftien jaar geleden was dat nog anders. Ik werkte bij KPMG en Generali en had succes door hard te werken en veel te leren. En daar had ik lol in. Ik geloofde in de uitspraak: master of your own destiny. Mijn compassie voor hen die het minder getroffen hebben, was toen nog minder ontwikkeld. Nu weet ik dat je heel hard kunt werken, maar toch een ander resultaat kunt krijgen. Je hebt niet alles in de hand. En ik vind dat we die mensen meer moeten helpen.”

 

Eigen ervaring

Het stimuleren van financiële fitheid is dan ook een nadrukkelijk doel van APG, in samenwerking met de fondsen. Het accent ligt daarbij op vrouwen, omdat die vaker parttime werken. Mosman: “Heel simpel: parttime werken betekent een parttime pensioen. Wees je daar bewust van. Wat als je gaat scheiden? Hoe is het dan geregeld? Wat als je partner wegvalt? Kennis over het partnerpensioen schiet vaak tekort en dat weet ik uit eigen ervaring. Toen ik op mijn dertigste weduwe werd, was ik positief verrast dat ik een nabestaandenpensioen kreeg. Ik wist niet dat het bestond en ik was notabene accountant.”

 

Duurzaamheid versus rendement

Op de vraag hoe APG ervoor zorgt dat duurzaam beleggen en het bereiken van een zo hoog mogelijk rendement hand in hand gaan, antwoordt Mosman: “We hebben steeds meer data en kennis over de duurzaamheidsambities en -agenda’s van de bedrijven en sectoren waarin we beleggen. En dus een grote adviesrol richting onze fondsen. We zouden het heel lastig vinden als een aangesloten fonds duurzaamheid een modegril vindt: zo’n fonds zouden we niet kunnen bedienen. Maar het kan ook zijn dat een fonds via engagement invloed wil uitoefenen: je blijft juist wel als aandeelhouder aan tafel zodat je druk kunt uitoefenen. Dat is steeds een inschatting: waar heb je de meeste impact? Maar uiteindelijk staat voor mij voorop dat onze deelnemers met pensioen moeten kunnen gaan in een leefbare wereld.”

 

Benieuwd naar het volledige interview? Je kunt LOF magazine hier bestellen.

 

Volgende publicatie:
“Voor mij als trainee is het hier één grote snoepwinkel”

“Voor mij als trainee is het hier één grote snoepwinkel”

Gepubliceerd op: 7 maart 2022

Wie zíjn die mensen die ervoor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? We nemen je mee achter de schermen.

Zakaria Driouech (26) is trainee Finance & Risk bij APG. “Als trainee krijg je meteen veel verantwoordelijkheid, dat heeft me wel verrast.”

 

Wat doe je precies als trainee Finance & Risk?

“Een traineeship bij APG houdt in dat je twee jaar lang diverse opdrachten uitvoert binnen Asset Management. Er zijn verschillende richtingen, zoals digital, quant, investment en portfolio. Omdat risk management mij het meest aantrok, heb ik gekozen voor de finance & risk-track. Daar houd je je bezig met financiële en operationele risico’s.”

 

Wat is dat, risk management? Hoe manage je risico’s?

“Risicomanagement is een breed begrip. Bij APG houden verschillende teams zich hiermee bezig. Zo heb je asset risk, dat de financiële risico’s in kaart brengt die gepaard gaan met lopende en mogelijke investeringen. Er is ook een team dat zich richt op operationele risico’s. Dat kijkt niet zozeer naar het financiële plaatje, maar naar de kwalitatieve aspecten van een mogelijke investering: hoe is de bedrijfsvoering, hoe is het management, wat is de reputatie in brede zin? Weer anderen beoordelen de modellen die binnen APG worden gebruikt om bijvoorbeeld mogelijke rendementen te voorspellen. Doen die modellen wel wat ze horen te doen, zijn ze geschikt voor de doeleinden waarvoor ze worden gebruikt?”

 

En wat doe jij concreet?

“Als trainee roteer je. De eerste periode heb ik bij client risk gezeten. Daar was het mijn taak om zo’n risicomodel te testen om te zien of het doet wat het hoort te doen en of de voorspellingen binnen de grenzen de werkelijkheid benaderen. Ontzettend leuk om te doen; ik kon er allerlei vaardigheden toepassen die ik tijdens mijn studie Econometrie had opgedaan.”

 

Waar zit je nu?

“Bij enterprise risk management. Die afdeling overziet de risico’s van bedrijfsvoering. Een hypothetisch voorbeeld: stel dat er op de investeringsafdeling per ongeluk wordt geïnvesteerd in een bedrijf dat op de lijst staat van bedrijven waar níét in geïnvesteerd mag worden. Dan zou dat volgens de regels moeten worden gerapporteerd. Gebeurt dat niet, dan is er een kans dat APG reputatieschade oploopt, of dat er onverantwoorde investeringen worden gedaan met misschien financiële schade tot gevolg. Ik onderzocht frauderisico’s en hoe we die het beste kunnen signaleren. Ik vond het tof om ook kennis te maken met deze operationele kant van het risicomanagement.”

Wat vind je leuk aan het traineeship?

“Ik doe veel kennis en ervaring op en krijg een goed beeld van wat APG allemaal doet in brede zin. Het allerleukste vind ik dat je zelf binnen het bedrijf moet netwerken om je volgende opdracht binnen te slepen. Op die manier kun je jezelf steeds weer uitdagen. Je zou denken dat je als trainee nog niet zoveel mag doen, maar niets is minder waar. Je krijgt meteen veel verantwoordelijkheid, je draait eigenlijk volledig mee. Dat heeft me wel verrast. En door het allemaal te ervaren, kan ik echt ontdekken wat het beste bij me past.”

 

En, welk team past tot nu toe het best bij je?

“Ik heb verrassende inzichten opgedaan in de twee teams waar ik tot nu toe heb gezeten, maar om heel eerlijk te zijn ben ik nog steeds overtuigd dat ik de kant van asset risk op wil. Daar ga ik nu ook mijn laatste opdracht doen, iets waar ik veel zin in heb.”

 

Maar je dacht niet: die pensioensector is hartstikke saai?

“Dat idee had ik vroeger wel, maar toen er tijdens mijn studie iemand van APG een gastcollege kwam geven, ging er een wereld voor me open. Het is veel dynamischer en uitdagender dan ik dacht. Vooral het werkveld waar ik nu in zit, asset management, is verre van saai. APG heeft daarin veel grote investeringsprojecten. Het is voor mij één grote snoepwinkel. Ik heb me nog geen moment verveeld.”

APG is niet alleen bezig met geld verdienen, maar draagt ook echt iets bij aan de wereld

Je had ook bij een bank kunnen gaan werken. Waarom koos je voor pensioenen?

“Ja, het bankwezen heb ik overwogen, dat stond zeker op mijn lijstje en ik heb er zelfs een aanbod gekregen. Maar toen ik eenmaal op gesprek was geweest bij APG, was ik meteen verkocht. Het was op meerdere vlakken een goede match. Ze bieden zoveel mogelijkheden op het gebied van risk management, het gebied dat mij interesseert. Ik vind het daarnaast belangrijk dat APG niet alleen bezig is met geld verdienen, zoals banken dat doen, maar ook echt iets bijdraagt aan de wereld. Ik voelde me aangetrokken tot die maatschappelijke betrokkenheid.”

 

Wat motiveert je, wat zijn je drijfveren?

“Ik hoop een verschil te kunnen maken in het overzien van de risico’s die bij investeringen komen kijken, om op die manier een goed en veilig pensioen te kunnen bieden aan alle deelnemers. Dat vind ik mooi, dat wij alles doen voor de pensioenen van zoveel Nederlanders.”

 

Wat merken klanten concreet van jouw werk?

“Indirect zullen ze uiteindelijk merken dat hun pensioen op een veilige manier wordt opgebouwd.”

 

Welke eigenschappen maken jou geschikt voor deze baan?

“Ik ben erg leergierig en ambitieus en heb veel doorzettingsvermogen. Dat is een goede match met de uitdagingen die APG te bieden heeft.”

 

Wat doe je in je vrije tijd?

“Ik sport graag. Een beetje fitnessen in de sportschool, zaalvoetballen… Verder breng ik veel tijd door met familie en vrienden.”

 

Wat vinden je vrienden en familie ervan dat je in de pensioenwereld werkt?

“Mwah, ik denk dat iedereen om me heen een stoffig beeld heeft van de pensioensector. Maar als ik dan vertel waar APG Asset Management zich mee bezighoudt, de investeringen die ze doen en de omvang ervan, raken ze snel onder de indruk. Het is zo’n enorme speler, dat verwachten ze niet. Mijn vader werkt in het onderwijs en andere familieleden bouwen ook hun pensioen op bij ABP, een van onze klanten. Zij grappen weleens of hun pensioen wel in goede handen is. Ik vertel ze dan altijd dat hun pensioen niet in betere handen kan zijn dan die van APG.”

Wil je meer te weten komen over beschikbare traineeships bij APG? Kijk dan hier voor meer info!

Volgende publicatie:
"De kleinste ontwerpaanpassingen kunnen een groot verschil maken"

"De kleinste ontwerpaanpassingen kunnen een groot verschil maken"

Gepubliceerd op: 7 februari 2022

Wie zíjn toch die mensen die ervoor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En vinden ze hun werk nou oprecht leuk? We nemen je mee achter de schermen.

Brettney Vlieland-Pijst (33) is adviseur marketing & communicatie en visueel designer bij APG. “Het is voor mij een uitdaging om informatie zo simpel mogelijk te maken, zodat het voor iedereen toegankelijk is.”

 

Wat doe je precies bij APG?

“Officieel ben ik adviseur marketing & communicatie, maar dat is eigenlijk een containerbegrip. De één is marketeer, de ander contentspecialist. Ik ben een beetje een vreemde eend in de bijt. Het werk dat ik doe is heel divers. Ik ben inmiddels visueel designer, want ik houd me nu ook bezig met grafische vormgeving.”

 

Aan wat voor werkzaamheden moeten we dan denken?

“Ik maak bijvoorbeeld verslagen op, maar ook het welkomstkaartje dat pensioendeelnemers ontvangen en nog veel meer. De visuele identiteit van een fonds is ontzettend belangrijk. We beheren geld van mensen; een betrouwbare, herkenbare uitstraling is dan essentieel. Ik werk binnen APG vooral voor bpfBOUW, het pensioenfonds voor de bouw.”

 

Hoe ben je hier beland?

“Ik ben ruim vijf jaar geleden bij APG begonnen bij het klantcontactcentrum, dat is een goede plek om het bedrijf en de klanten te leren kennen. Vervolgens ben ik overgestapt naar de werkgeversdesk, waar ik werkgevers hielp met cao-gerelateerde vragen. Daarna werd ik contentspecialist bij de afdeling marketing & communicatie. In deze functie heb ik steeds meer grafisch werk naar me toe getrokken. Ik ben ook aangenomen met die bedoeling, denk ik. Ik heb eerder gewerkt bij een educatieve uitgeverij.”  

 

Wat maakte dat jij dacht: ik ga in de pensioenwereld aan de slag, dáár gebeurt het?

“Vóór APG werkte ik als zelfstandige. Ik was continu bezig met het binnenhalen van nieuwe opdrachten. Toen ik kinderen kreeg, had ik behoefte aan wat meer zekerheid. Bovendien miste ik collega’s om me heen. Met de pensioenwereld an sich had ik niet zo veel, maar ik heb wel hart voor de bouw. Mijn inmiddels gepensioneerde vader werkte in de bouw, en andere familieleden doen dat nog steeds. Dat is erg leuk, want zij vormen mijn klankbord. Als ik een idee heb, leg ik het aan hen voor; zij zijn immers de doelgroep.”

“Famileden van mij werken in de bouw. Dat is erg leuk; zij vormen mijn klankbord”

Wat deed je als zelfstandige?

“Ik was fotograaf. Ik ben best wel een strebertje en dat heeft me ver gebracht. Zo ben ik in een boek beland als één van de honderd beste opkomende fotografen van Nederland. Supertof.”

 

Mis je je fotografiewerk niet?

“Wel een beetje, maar in mijn vrije tijd fotografeer ik gelukkig nog regelmatig. Voor bpfBOUW ontferm ik me trouwens ook over de fotografie en video-opnamen met externe partijen. Zo hebben we een video gemaakt over wat er qua pensioen allemaal komt kijken bij een scheiding. Echt fantastisch vond ik dat, om mensen te vinden die openhartig wilden vertellen over zo’n gevoelig onderwerp.”

 

Wat geeft je voldoening in je werk?

“Ik wil een verschil kunnen maken. Foto’s maken is leuk, maar als ik iets ontwerp waardoor mensen ineens wél begrijpen hoe ze iets moeten invullen, maak ik veel meer impact. Ik heb een zwak voor doelgroepen die bijvoorbeeld moeite hebben met lezen. Het is voor mij een uitdaging om content zo simpel mogelijk te maken, zodat het voor iedereen toegankelijk is. Dat doe je niet alleen in tekst, maar ook door – ik noem maar wat – twee kolommen te gebruiken in plaats van één, zodat je kortere zinnen krijgt. En ook met symbolen en infographics kun je een enorm verschil maken. Alle informatie die we brengen, moet duidelijk, eenvoudig en overzichtelijk zijn. Het geeft me voldoening om daaraan bij te dragen.”

Welke eigenschappen maken jou geschikt voor deze baan?

“Mijn enthousiasme en creativiteit. Ik ben ook iemand die altijd in mogelijkheden denkt: hoe kan het wél?”

 

Hoe ziet een werkdag eruit voor jou?

“Ik kijk eerst in mijn mail of er hulpvragen zijn. Dat kan van alles zijn; van het bewerken van een foto tot het plaatsen van een video op YouTube. Ook krijg ik regelmatig de vraag of ik wil meekijken of iets klopt met de huisstijl. Dan ga ik verder met mijn projecten, zoals het pensioenhandboek. Verder heb ik niet een bepaald dagritme. Dat brengt ook uitdagingen met zich mee; je moet alles goed plannen, want je kunt gauw verzuipen in het werk. Als je alles oppakt, kom je niet meer aan het belangrijkste werk toe. Maar het zou niets voor mij zijn om elke dag hetzelfde riedeltje af te werken. Ik houd van afwisseling en verandering, daar drijf ik op.”

 

Wat doe je als je niet aan het werk bent?

“Mijn zoon (6) en dochter (4) nemen veel tijd in beslag. Ik ga graag dagjes uit met ze, naar de dierentuin bijvoorbeeld. Verder ben ik toch wel het liefst aan het werk. Ja, ik ben een echte workaholic.”

 

Hoe reageren mensen in je omgeving als je ze vertelt over je werk?

“Er komt altijd wel weer een discussie op gang over de pensioenen en dat er niets voor hen overblijft. Ik probeer ze dan het belang van collectiviteit uit te leggen. Dat helpt meestal wel. Als ik vertel wat ik precies doe, snappen ze wel waarom ik hier bij APG zit. Mijn vrienden zullen overigens nooit denken dat ik een saaie baan heb, daar kennen ze mij te goed voor.”

 

Wat merken pensioendeelnemers van jouw werk?

“Heel veel, met mijn werk maak ik informatie toegankelijker en begrijpelijker voor ze. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een pensioenhandboek voor werkgevers. Veel werkgevers in de bouw zijn familiair. Zij weten het als eerst als er iets wijzigt in de persoonlijke situatie van hun werknemers. Als iemand gaat scheiden bijvoorbeeld, kan de werkgever een to-dolijstje geven, met daarin ook de eerdergenoemde video, zodat zijn werknemer precies weet wat hij moet regelen. De kleinste aanpassingen kunnen een groot verschil maken. Om nog een voorbeeld te noemen: op formulieren werd vaak een handtekening vergeten, omdat een vlakje daarvoor ontbrak. Door zoiets simpels toe te voegen, en een checklist te maken met vinkjes – ‘dit moet u doen, dat moet u inleveren’ – moet dat in de toekomst beter gaan. Dat voorkomt ook dat formulieren heen en weer gestuurd moeten worden.”

Volgende publicatie:
APG werkt mee aan inclusieve beleggerswereld

APG werkt mee aan inclusieve beleggerswereld

Gepubliceerd op: 4 februari 2022

APG US sluit zich aan bij Out Investors, een wereldwijde organisatie die de beleggerswereld toegankelijker wil maken voor LHBTQ+-professionals. Max Hartley, oprichter van de APG US LBGTQ+ affiniteitsgroep en adviseur private equity, legt uit waarom. 

Nu APG diversiteit en inclusie intern steeds meer omarmt en vormgeeft, is het tijd om ook de verbinding op te zoeken met externe partijen. Het lidmaatschap met Out Investors is een eerste stap in die richting, zegt Max Hartley. “Ik zie deze verbintenis als de eerste van vele D&I-gerelateerde partnerschappen die APG kan aangaan. Niet alleen om professionals te ondersteunen, maar ook om te leren van goede praktijkervaringen op het gebied van bijvoorbeeld werving, ontwikkeling en mentorschap.”

Goede voorbeeld
Elk van de meer dan 90 andere firma’s die lid zijn van Out Investors heeft zijn eigen kaders en benadering voor het in dienst nemen van LGBTQ+-werknemers en het creëren van een ondersteunende cultuur. Hartley: “Het is voor APG buitengewoon waardevol om hier kennis mee te maken en op haar beurt te dienen als een goed voorbeeld. Daarnaast biedt het lidmaatschap aan professionals in de financiële sector een plek om te netwerken.”

Stappen gezet
De toewijding van APG aan ESG en D&I was voor Max de belangrijkste reden om bij de organisatie te gaan werken. Hij merkt op dat APG goede vooruitgang boekt bij het toepassen van diversiteit en inclusie bij zowel werving als bij de waarden van APG in het algemeen. “D&I is bijvoorbeeld een belangrijk punt van zorgvuldigheid in onze private equity-investeringen en APG wordt gezien als een grote speler als het aankomt op verbetering van D&I in de financiële sector. Het is heel interessant om deel uit te maken van een organisatie die zo'n verandering uitdraagt."

 

Maar het gaat niet alleen om wat APG naar buiten toe doet. Medewerkers meer bewust maken van de stappen die APG heeft gezet op het gebied van diversiteit en inclusie, blijft ook belangrijk. Hartley: “Op die manier wordt ons dagelijks handelen met elkaar ook steeds inclusiever. Een recent voorbeeld van ons kantoor in New York is de eerste jaarlijkse Diversity Day die we in november vierden. Daar kwamen heel veel collega’s op af en dat zorgt ervoor dat het gesprek over diversiteit en inclusie niet stil valt.”

Over de APG US LGBTQ+ Affinity Group

De APG US LGBTQ+-groep wil professionele LGBTQ+-netwerken uitbreiden door middel van evenementen die ons verbinden met mensen binnen en buiten onze organisatie. De groep streeft ernaar samen te werken met gelijkgestemde organisaties om dit te doen. De groep gelooft in inclusie en gelijkheid - wat betekent dat iedereen welkom is! We erkennen openlijk met trots wie we zijn en we ondersteunen APG intern en onze lokale gemeenschap extern.

Volgende publicatie:
“Metaverse kan onze interactie met deelnemers op z’n kop zetten”

“Metaverse kan onze interactie met deelnemers op z’n kop zetten”

Gepubliceerd op: 3 februari 2022

Welke trends gaan we dit jaar zien? En wat kenmerkte vorig jaar? Experts van APG laten hier hun licht over schijnen. Vandaag Anne-Marie Le Doux (hoofd van de Groeifabriek) over belangrijke ontwikkelingen op het gebied van innovatie. “Innovatie moet niet alleen meer om nieuw draaien, maar ook om duurzaam.”

 

De GroeiFabriek is onderdeel van APG en richt zich op innovaties rondom de behoeftes van deelnemers, werkgevers en pensioenfondsen. Kortom: de klanten van APG. Hierbij maakt de GroeiFabriek gebruik van technologieën en werkwijzen die zich hebben bewezen in andere sectoren. Kijkend naar haar vakgebied ziet Le Doux enkele trends die dit jaar mogelijk een belangrijke rol gaan spelen. Deze ontwikkelingen komen niet uit het niets, maar speelden vaak vorig jaar ook al. Zo blijkt corona nogal eens een versterkende invloed te hebben op de innovatietrends.

Samensmelting
Bij innovatie komen al gauw digitale toepassingen in beeld, en dat geldt ook voor de Groeifabriek. Le Doux verwacht dat metaverse als trend voor dit jaar en daarna door gaat zetten. “Dat is een soort samensmelting van de fysieke en digitale wereld. Mensen die Minecraft of Fortnite spelen, zullen er bekend mee zijn. Met behulp van virtual reality (de gebruiker bevindt zich volledig in een digitale 3D-wereld, red.) en augmented reality (een digitale toevoeging aan de fysieke wereld van de gebruiker; bijvoorbeeld de mogelijkheid om op je telefoon te zien of een tv of meubel in je woonkamer past, red.) kunnen we ons steeds echter in de digitale wereld bewegen. Metaverse is nu nog een concept, maar wel een die onze interactie met de deelnemers van onze fondsklanten volledig op de kop kan zetten. Want als een deelnemer of bedrijf ons wil benaderen via metaverse, moeten we onze dienstverlening daarop aanpassen zodat we hen ook in die wereld van dienst kunnen zijn. Het is daarom zeker iets dat we in de gaten houden.”

“Een ontwikkeling die vorig jaar al speelde en dit jaar zal doorzetten, is de noodzaak om innovatie los te koppelen van groei,” zegt Le Doux. “Als mensen een nieuwe telefoon kopen dan is dat goed voor de economische groei, maar het heeft ook negatieve gevolgen voor het milieu en klimaat. Daarnaast zagen we de afgelopen twee jaar dat er een grens zit aan de overvloed die we gewend zijn. Denk aan lege schappen in de supermarkt, flink stijgende energieprijzen en winkels die ineens om 20.00 uur dicht moesten. Corona heeft ons doen beseffen dat schaarste zomaar kan toeslaan. Innovatie moet daarom niet alleen meer om nieuw draaien, maar ook om duurzaam. Je kunt dus een nieuwe telefoon kopen, maar dan moet er wel een manier zijn om de oude op circulaire wijze af te breken, zodat de grondstoffen kunnen worden hergebruikt. En dat is echt anders dan hoe het was.”

We moeten nog meer inspelen op het afnemende vertrouwen

Vertrouwen
Door corona is in de afgelopen twee jaar het vertrouwen van mensen erg op de proef gesteld. “Dit speelt al langer, maar ik verwacht dat het vertrouwen in instituties er dit jaar niet groter op zal worden,” stelt Le Doux. “Daar moeten we nog meer op inspelen. Dat doen we door gehoor te geven aan de roep om meer transparantie en eerlijke antwoorden. Dat betekent dat je als bedrijf op het juiste moment de juiste en relevante informatie bij de klant wil krijgen, op een manier die bij de klant past. We zijn nu bij APG bezig met een zogenaamd Digital Experience Platform, waarop deelnemers de antwoorden op hun pensioenvragen kunnen vinden. Die pensioeninformatie is natuurlijk de basis, maar ik verwacht dat er ook steeds meer zal worden gevraagd naar informatie over de wijze waarop wij beleggen of hoe wij omgaan met persoonsgegevens. Hoe beter je dit soort vragen als bedrijf kunt beantwoorden, hoe groter de kans dat je de vertrouwensband met de klant versterkt. En vertrouwen behouden en versterken is, vooruitkijkend naar de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel, ook voor APG van groot belang.”

Technologietrends
Le Doux: “Technologie speelt altijd een grote rol bij innovatie, denk aan data fabric, cybersecurity mesh en hyperautomation. Wat je ziet, is dat door het combineren van een aantal van deze technieken onze processen steeds foutlozer, datagedrevener en meer gecontroleerd werken. Vanuit de GroeiFabriek onderzoeken wij nu of we op deze manier een aantal processen bij onze pensioenuitvoering een flinke stap vooruit kunnen helpen. Zo bekijken we of RegTech – een combinatie van technieken zoals onder andere artificial intelligence, big data, cloud computing en machine learning – ons kan helpen om volledig geautomatiseerd te voldoen aan compliance-voorschriften. Al die techniek verkleint de kans op menselijke fouten. Wij hebben daar als GroeiFabriek een aandeel in door prototypes te maken die we vervolgens met deelnemers, fondsen en APG’ers beoordelen op toegevoegde waarde.”

Opkomende kansen
Wat nu een trend is, is al heel snel business as usual, stelt Le Doux. “Het is dan ook belangrijk om als APG voortdurend om ons heen te kijken naar opkomende kansen. Wat zien we gebeuren in andere sectoren? Wat verwachten onze deelnemers en werkgevers van onze dienstverlening over een aantal jaar? Hoe kunnen we fondsen helpen hun strategie te realiseren door de inzet van nieuwe technologieën? Het is aan ons als GroeiFabriek om oplossingen te bedenken voor dit soort vragen en te testen of ze werken.”

Volgende publicatie:
“Niet alles is een gevecht, dat heb ik moeten leren”

“Niet alles is een gevecht, dat heb ik moeten leren”

Gepubliceerd op: 26 januari 2022

Hoe goed zorgen pensioenuitvoerders voor hun eígen pensioen? Emile Toes vertegenwoordigt zijn collega’s in het bestuur van het personeelspensioenfonds van APG. Benaderbaar en met een recht-voor-zijn-raap-mentaliteit, maar ook koppig als het moet. “Juist als het schuurt, boek je resultaat.”

 

In de pre-coronatijd werd Emile Toes als bestuurder van het personeelspensioenfonds van APG bij de koffieautomaat geregeld aangesproken door zijn collega’s: “Zeg, waarom is de pensioenpremie gestegen?” Of: “Ik hoor dat het partnerpensioen wordt versoberd: wat maak je me nou?”

“Dat soort beslissingen raakt mensen direct in hun portemonnee,” zegt Toes. “Logisch dat ze daar vragen over hebben. Ik probeer dan uit te leggen waarom zo’n besluit noodzakelijk is en welke afwegingen we daarbij als bestuur hebben gemaakt.”

Nee, hij heeft de koffieautomaat en daarmee de confrontatie met collega’s nooit stiekem ontweken. “Ik zie het juist als een voordeel dat wij als bestuurders zelf op de werkvloer rondlopen. Hoe vaak kom je als leraar of defensiemedewerker een ABP-bestuurder tegen? Als je miljoenen deelnemers bedient, is een-op-eencontact onmogelijk. Bij ons als klein en zelfstandig ondernemingspensioenfonds is de drempel laag en zijn de lijnen lekker kort.”

Toes is sinds twee jaar bestuurder namens de werknemers in PPF-APG, dat het pensioen verzorgt voor 7000 deelnemers, van wie er 2200 actief zijn. In het dagelijks leven is hij werkzaam als businessconsultant bij APG. In die rol rekent hij onder meer pensioenreglementen door en denkt hij mee over de bediening van de aangesloten fondsen. Toes draagt dus verschillende petten: hij is zelf werknemer van APG, deelnemer én bestuurder van het eigen pensioenfonds en in die laatste rol ook nog eens klant van zijn eigen werkgever. Een soort Droste-effect dus.

 

Hoe houd je die petten uit elkaar?

“Je moet altijd zorgen dat je de schijn van belangenverstrengeling vermijdt. Het helpt dat iedereen mijn dubbele pet kent, ik ben daar gewoon open over. In mijn dagelijks werk bij APG voer ik geen werkzaamheden direct voor PPF uit. En als er in de bestuursvergadering bijvoorbeeld een advies van APG besproken wordt waaraan ik zelf heb meegeschreven, stem ik niet mee, maar ga ik even koffiedrinken. Het is ook een voordeel dat ik die verschillende rollen vervul. Omdat ik veel van pensioenuitvoering weet, kan ik het bestuur daar veel input over geven.”

 

Waarom ben je destijds gekozen als bestuurder, denk je?

“Ook mijn medekandidaat was ongetwijfeld geschikt geweest voor deze rol. Misschien ben ik uiteindelijk gekozen omdat ik niet technocratisch, maar open en toegankelijk wil zijn. Bestuurders zijn net mensen: er is soms sprake van ingewikkeld politiek gedoe omdat ze recht willen doen aan alle belangen, of een vervelende boodschap mooi willen aankleden. Maar je kunt beter gewoon eerlijk en recht voor zijn raap zeggen hoe het zit: dat je een lastig besluit hebt moeten nemen, dat negatief kan uitpakken voor sommige mensen.”

 

Geef eens een voorbeeld?

“Neem de versobering van het partnerpensioen. Een besluit van de sociale partners, dat het fonds vervolgens toetst en uitvoert. Dat was best een forse aanpassing, maar die was nodig om het pensioen in de toekomst betaalbaar te houden. Dat leidde bij sommige deelnemers tot zorg en ontevreden reacties. Dan licht ik zo’n besluit toe: een-op-een, vaak meer dan een uur. Dat zijn niet altijd prettige gesprekken en soms kom je inhoudelijk ook niet tot elkaar. Maar toch is het waardevol om van gedachten te wisselen. Een ander lastig onderwerp is indexatie. Ook in 2022 gaan we als fonds niet indexeren, voor het vijfde jaar op rij, hoe graag we het ook zouden willen. Onze beleidsdekkingsgraad is met 107,5 procent lager dan de wettelijke vereiste van 110 procent, al gaat het de goede kant uit. Dat proberen we goed uit te leggen, bijvoorbeeld tijdens de deelnemersbijeenkomsten of de jaarlijkse gepensioneerdendag, die sinds corona overigens beide digitaal zijn.”

 

Straks wordt het misschien mogelijk om al bij een dekkingsgraad van 105 procent te indexeren. Goed nieuws?

“Ja, maar je moet ook naar de toekomst kijken. Het moet niet zo zijn dat je indexeert en twee jaar later weer moet korten, omdat je dekkingsgraad te veel is gedaald. We willen jojobeleid vermijden. Bovendien moet het evenwichtig zijn: als de uitkering van de gepensioneerden stijgt, wat zijn dan de gevolgen voor de actieve deelnemers? Daarover hebben we het met elkaar in het bestuur.”

 

En jij behartigt natuurlijk de belangen van de werknemers in het bestuur…

“We zijn als bestuur paritair samengesteld: we hebben zetels namens de werkgevers, de gepensioneerden en de werknemers. Maar we zijn niet verzuild, we kijken als bestuurders allemaal verder dan de partij die we vertegenwoordigen. Het gaat om veel geld en grote belangen. Dus ik kan het me niet permitteren om alleen het perspectief van de actieve deelnemers voor het voetlicht te brengen. Ik zit er voor iederéén: ook de gepensioneerden en de slapers.”

 

Niet alle medewerkers van APG zitten bij het personeelspensioenfonds. Enkele honderden medewerkers bouwen pensioen op bij ABP. Leidt dat tot onderlinge spanningen?

“Dat is historisch zo gegroeid. Als twee medewerkers dezelfde functie hebben, maar ze allebei bij een ander pensioenfonds zitten, is een vergelijking natuurlijk snel gemaakt. De dekkingsgraden zijn bijvoorbeeld niet gelijk. Mensen denken ook vaak dat wij duurder zijn dan ABP. Voor een klein fonds zijn de vaste kosten inderdaad een uitdaging, omdat je die over minder deelnemers kunt verdelen. Daarom zetten we als bestuur elk jaar in op verdere verlaging van de kosten, zowel voor de administratie als voor het vermogensbeheer. Ook het beleggingsbeleid wordt vaak vergeleken, we zitten voor ons vermogensbeheer immers allebei bij APG. Toen ABP bekendmaakte niet langer in fossiel te investeren, kregen wij als personeelspensioenfonds ook vragen van deelnemers: ‘Gaan jullie ook uit fossiele brandstoffen?’ Of juist: ‘Jullie gaan toch niet óók uit fossiel, hè?’”

Als individuele investeerder hebben we met die 1,7 miljard op mondiale schaal niet veel slagkracht, nee

En, wat was jullie antwoord op die vragen?

“Wij willen zorgvuldig de tijd nemen voor die afweging. We werken als bestuur met het bob-model: beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming. We zijn nu eerst alle consequenties goed in kaart aan het brengen. Daarbij kijken we ook naar het draagvlak bij onze deelnemers. Toevallig hadden we vlak vóór het ABP-besluit een enquête gehouden over verantwoord beleggen. Zo’n 70 procent vindt dat we op dat gebied best ambitieus mogen zijn. Zo kregen we eerder dit jaar ook vragen van deelnemers over ons belang in mijnbouwbedrijf Glencore, wegens mensenrechtenschendingen bij de kobaltwinning. Als bestuur hebben we toen besloten om niet langer in Glencore te beleggen.”

 

Hoeveel invloed kun je uitoefenen met een belegd vermogen van 1,7 miljard euro, versus de honderden miljarden euro’s van ABP, als grootste pensioenfonds van Nederland? Voelen jullie je niet als een muis tegenover een olifant?

“We zoeken vooral de samenwerking met andere partijen op. Als individuele investeerder hebben we met die 1,7 miljard op mondiale schaal niet veel slagkracht, nee, daarin moet je realistisch zijn. Een medebestuurder beschreef dat laatst mooi ironisch, met een fictieve krantenkop: ‘PPF-APG waarschuwt China voor de laatste maal.’ Toch zetten we ons als bestuur voor honderd procent in om met dat vermogen een zo goed en verantwoord mogelijk pensioen voor onze deelnemers te realiseren, ongeacht de omvang ervan.”

 

Veel pensioenfondsen worstelen met de communicatie met hun deelnemers: die vinden de informatie vaak te complex. Daar hebben jullie vast geen last van.

“Er werken hier genoeg mensen die de premie zelf kunnen narekenen, ja. Maar ook wíj hebben deelnemers bij wie het upo, het uniform pensioenoverzicht, meteen in een la verdwijnt, hoor. Er werken hier natuurlijk ook mensen die zich met andere dingen dan pensioenuitvoering bezighouden, zoals IT of databeheer. Bovendien moet onze communicatie ook te begrijpen zijn voor partners en kinderen van deelnemers. Dus we delen gewoon alle basisinformatie. Tegelijkertijd hebben relatief veel deelnemers inderdaad meer pensioenkennis dan gemiddeld. Het is dus soms zoeken naar het juiste communicatieniveau. Daarom ga ik ook graag die persoonlijke gesprekken aan. Daarin kun je meer de diepte ingaan.”

 

Waarom heeft PPF-APG in het nieuwe pensioenstelsel ondanks die grotere kennis niet gekozen voor de flexibele premieregeling, die meer verantwoordelijkheid bij de deelnemer zelf legt?

“De sociale partners hebben voorlopig gekozen voor de solidaire premieregeling (waarin er collectief belegd wordt, red). Daarbij heeft het belang van solidariteit de doorslag gegeven. In de flexibele premieregeling kunnen geen beleggingsrisico’s met elkaar gedeeld worden. De keuze is overigens nog niet definitief, het is een werkhypothese. Wij willen trouwens als een van de eerste fondsen in Nederland overstappen op het nieuwe stelsel, per 1 januari 2025. Een dubbele uitdaging: niet alleen voor ons als fonds, maar ook voor APG als werkgever en uitvoeringsorganisatie.”

Een zo hoog mogelijk pensioen tegen zo min mogelijk kosten. Dat wil ik bereiken voor onze deelnemers

Heb je daar vertrouwen in, met je pet van fondsbestuurder op?

“Ik heb er geen enkele twijfel over dat de mensen binnen APG de overgang naar het nieuwe stelsel aankunnen. Alle kennis en expertise is aanwezig. En als fonds zijn wij klein en wendbaar genoeg voor een soepele overgang. We vinden het niet erg om de rol van pionier te spelen. Sterker nog, we willen als het personeelsfonds van APG graag een showcase voor de transitie zijn. We zijn er ook al druk mee bezig. De nieuwe Wet toekomst pensioenen eist bijvoorbeeld dat we deelnemers vragen hoe zij aankijken tegen het omgaan met risico’s in hun pensioen. Dat risicopreferentie-onderzoek gaan we in januari al doen. De komende jaren worden druk, want als klein fonds hebben we geen bestuursbureau. We krijgen wel ondersteuning vanuit APG, maar we moeten ook veel zelf doen.”

Je hebt er dus bijna een baan bij en je wordt er niet eens voor betaald. Wat dríjft je als pensioenbestuurder, je wilde ooit arts worden?

“Ja, ik heb een jaar Medische verpleegkunde gestudeerd, maar dat bleek toch niets voor mij. Arts worden was een jongensdroom, net zoals mijn zoontje van vier nu zéker weet dat hij brandweerman wil worden. Ik zie trouwens wel een raakvlak tussen de medische wereld en de pensioensector. Het draait in beide gevallen om het welzijn van mensen en daar kan ik ook als pensioenbestuurder aan bijdragen.”

 

Mét een flinke dosis koppigheid, zoals je jezelf ooit typeerde. Hindert of helpt je dat?

“Allebei. Ik ben niet makkelijk te overtuigen. Maar als ik me te eigenwijs opstel, dan zijn er in het bestuur gelukkig zat mensen die mij terug in mijn hok kunnen duwen. Ik heb door mijn bestuursfunctie ook meer oog gekregen voor andere argumenten en inzichten. Niet alles is een gevecht, dat heb ik moeten leren. Mijn stelligheid heeft nadelen, maar het is ook een voordeel. Ik stá voor mijn mening. Mensen weten dus altijd precies hoe ik ergens over denk. Als je geen standpunt inneemt, kom je nergens. Juist als het schuurt in de discussie, boek je resultaat: een zo hoog mogelijk pensioen tegen zo min mogelijk kosten. Dat wil ik bereiken voor onze deelnemers. Daarbij heb ik ook een persoonlijke missie: een toegankelijk bestuur zijn, dat echt de tijd neemt voor onze collega’s, bij goed én slecht nieuws over het pensioen. We zijn goed op weg, maar het kan altijd beter.”

Wie is Emile Toes?

Zijn moeder knipte destijds een advertentie uit de regionale krant waarin trainees werden gevraagd voor ASW, het pensioenfonds voor woningcorporaties. Daar zochten ze schoolverlaters zonder pensioenkennis. Emile Toes (1986) paste precies in dat profiel. ASW ging na een aantal jaar samen met Cordares, het pensioenfonds voor de bouw, dat op zijn beurt weer samenging met APG. Toes verhuisde elke keer mee. Zijn eerste pensioenrol was medewerker Klantteam, vijftien jaar later is hij businessconsultant bij APG.

 

Met het mes op tafel

Toes was al op zijn dertigste (werknemers)voorzitter van het Verantwoordingsorgaan, dat het bestuur van PPF-APG adviseert en jaarlijks beoordeelt. Sinds februari 2020 is hij zelf bestuurder van het ondernemingspensioenfonds voor de medewerkers van APG en vijf gelieerde organisaties. Zijn discussievaardigheden kreeg hij van huis uit mee, als jongste (en helft van een tweeling) in een gezin met vijf kinderen uit Blaricum. Tijdens het eten over allerlei zaken van gedachten wisselen: het was letterlijk en figuurlijk dagelijkse kost.    

Volgende publicatie:
“Het is toch prettig om niet voor geldwolf te worden uitgemaakt”

“Het is toch prettig om niet voor geldwolf te worden uitgemaakt”

Gepubliceerd op: 24 januari 2022

Wie zíjn die mensen die ervoor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? We nemen je mee achter de schermen.

Julian Steenman (26) is quant-portfoliomanager bij APG. “Mensen denken ten onrechte dat een quant een gevoelloze machine is die de hele dag met z’n neus op een scherm zit te programmeren.”

 

Wat doet een quant-portfoliomanager?

“Een portfoliomanager beheert een beleggingsportefeuille. Ik werk binnen het vastgoedteam en werk daar mee aan het beheren van een vastgoedportefeuille van APG.”

 

En wat is een quant dan?

“Quant staat voor quantitative – kwantitatief dus. Het is een vrij breed, vaag begrip in de beleggingswereld, maar over het algemeen is een quant iemand die modelmatig of wiskundig naar potentiële beleggingen kijkt. We proberen de dingen die op de beurs gebeuren te verklaren door middel van wiskundige verbanden en oorzaak en gevolg. Daarnaast proberen we zinnige dingen te zeggen over wat de toekomst gaat brengen. Waar ik me specifiek mee bezighoud, is het systematiseren van het beleggingsproces binnen het vastgoedteam.”

 

Hoe gaat dat in z’n werk?

“Wat we simpel gezegd doen binnen het vastgoedteam, is ja of nee antwoorden op de vraag: willen we hierin beleggen? En ‘hierin’ is dan bijvoorbeeld een hotel. Het antwoord is altijd gebaseerd op onderbouwde argumenten en overtuigingen. Je kunt dat voor een groot deel standaardiseren. We werken aan een soort beslisboom, met bovenin de vraag of we gaan investeren, en naar beneden toe steeds gedetailleerder waarom we dat wel of niet doen. Door het op die manier te systematiseren, zorg je ervoor dat iedereen dezelfde stappen moet doorlopen in het nemen van beslissingen. Zo kun je die beslissingen makkelijker met elkaar vergelijken.”

 

Hoe word je zo’n quant?

“Als je wiskunde of econometrie hebt gestudeerd, krijg je al snel het label quant op je geplakt. Ik heb wiskunde gestudeerd aan de universiteit en kwam er gaandeweg achter dat ik de financiële wereld interessant vond.”

 

Toch klinkt ‘de financiële wereld’ wat flitsender dan ‘de pensioensector’. Hoe ben je bij APG beland?

“Ik had eigenlijk nooit nagedacht over de pensioenwereld, maar ben toevallig bij APG binnengerold voor mijn afstudeerscriptie. APG is de grootste vermogensbeheerder van Nederland, die schaal en complexiteit vind je nergens ander terug. Het is me hier zo goed bevallen dat ik heb besloten om te blijven. Dus heb ik een traineeship van twee jaar gevolgd en sinds oktober werk ik in deze nieuwe rol.”

 

 

En, nog geen spijt van je keuze?

“Zeker niet, ik heb absoluut de juiste keuze gemaakt.”

 

Wat vind je zo leuk aan deze baan?

“Meerdere dingen. Het beleggingsproces zie ik als een uitdagende, interessante puzzel. Ook vind ik het heel leuk om concreet bij te dragen aan het proces zelf, er samen met anderen voor te zorgen dat het steeds makkelijker wordt om te vergelijken waarom we wel in hotel A beleggen, maar niet in hotel B. Dat maakt het proces beter uitlegbaar en daarmee ook transparanter. Ik vind het daarnaast mooi meegenomen dat we een maatschappelijk belang dienen. Ja, we zijn bezig met geld verdienen en dat willen we bereiken met investeren, maar er zit wel een gedachte achter het waarom. We doen het om ervoor te zorgen dat mensen voldoende pensioen krijgen. Ik vind het fijn om daaraan bij te kunnen dragen, al is het in eerste instantie niet de reden geweest dat ik voor de pensioensector heb gekozen. Het is toch prettig om niet voor geldwolf te worden uitgemaakt.”

 

Wat drijft je in je werk?

“Het feit dat we investeren voor het pensioen van miljoenen mensen. Bij veel andere vermogensbeheerders is dat heel anders, daar probeer je geld te verdienen voor een klein aantal miljonairs. Toen ik ervoor koos mijn scriptie bij APG te gaan schrijven was dit niet mijn grootste drijfveer, maar door de jaren heen ben ik me steeds meer gaan identificeren met de missies van APG. Zo loopt APG wat verantwoord beleggen betreft aan kop binnen de financiële sector. Zelf vind ik duurzaamheid ook belangrijk. Ik ben bijvoorbeeld een aantal jaar geleden vegetariër geworden, uit milieuoverwegingen. Wat me concreet drijft in mijn werkzaamheden is het ontrafelen van dat ontzettend complexe proces dat komt kijken bij het maken van een investeringsbesluit. En daar vervolgens slimme, kwantitatieve oplossingen voor bedenken, geeft me erg veel voldoening.”

 

Als ik met vrienden zit, gaat het altijd minstens één keer over mijn werk. Ze vinden het erg interessant

Hoe reageren mensen als je vertelt wat je voor werk doet?

“Nou, ze vinden het erg interessant! Ik merk dat veel mensen de afgelopen jaren privé zijn begonnen met beleggen. In mijn omgeving is iedereen daarom erg geïnteresseerd in wat ik doe. Als ik een avond met mijn vrienden zit, gaat het altijd minstens één keer over mijn werk. Ze vragen bijvoorbeeld waar ik op dat moment mee bezig ben en hoe het hele beleggingsproces verloopt bij zo’n grote vermogensbeheerder.”

 

Goede vraag, hoe verloopt dat beleggingsproces?

“Als particulier klik je op een knop en dan koop je een aandeel. Maar bij een organisatie als APG gaan er heel veel stappen aan zo’n besluit vooraf. Je doet een due diligence-onderzoek, zoals dat binnen de vastgoedwereld heet: je verzamelt zoveel mogelijk informatie. Om even bij het hotelvoorbeeld te blijven: stel dat we overwegen een bepaald hotel te gaan kopen, dan lichten we het helemaal door. Hoe oud is het gebouw, wat is de staat van de kamers, moet het gerenoveerd worden, is het management betrouwbaar? We kijken bedrijfsspecifiek, maar ook naar de locatie. Wat is onze verwachting van de ontwikkeling van de huurprijs van hotels op deze plek, en van de inflatie? Al die stukjes informatie bij elkaar stoppen we vervolgens in een waarderingsmodel. Het doel is om daarmee een waardekaartje aan het hotel te hangen, waarmee we kunnen beoordelen of het al dan niet een aantrekkelijke investering is. Is het antwoord ja, dan gaan we naar een investeringscomité, dat al onze argumenten nog eens tegen het licht houdt. Is onze verwachting van de kamerprijzen bijvoorbeeld wel reëel? Alleen als we goed kunnen onderbouwen waarom iets een goede investering is, krijgen we groen licht en mogen we een bod uitbrengen.”

 

Hoeveel geld beheer je eigenlijk?

“De totale waarde van de vastgoedportefeuille van APG ligt ergens tussen de 50 en 60 miljard. Die beheren we wereldwijd met een team van iets meer dan vijftig mensen. Als je het zo bekijkt, beheren we 1 miljard euro per persoon.”

 

Beleg je ook privé?

“Ja, maar alleen binnen de bandbreedte waarin dat mag binnen APG. Omdat we ons professioneel bezighouden met beleggen, mogen we privé geen individuele aandelen kopen. Als je bijvoorbeeld zelf belegt in een bedrijf als Philips, dan zou dat je beslissingen op het werk kunnen beïnvloeden, of andersom. Beleggen in fondsen en trackers (‘mandjes’ aandelen die bijvoorbeeld de koers van de gehele AEX volgen, red.) mag wel, dus dat doe ik.”

 

Hoe ziet jouw werkdag eruit?

“Ik begin vaak met het lezen van het nieuws, beursgerelateerd en vastgoedspecifiek, zodat ik op de hoogte ben van wat er speelt. Daarna maak ik een to-do list van de twee of drie belangrijkste dingen die ik die dag gedaan wil hebben. Die prioriteiten hebben altijd te maken met dat waarderingsmodel waar ik het eerder over had, of met het systematiseren van het beleggingsproces. Binnen het team werken we daar met vijf tot tien mensen aan.”

 

Zit je de hele dag aan je beeldscherm gekluisterd?

“Nee zeg, gelukkig niet. Dat is het beeld dat veel mensen hebben van quants, dat het gevoelloze machines zijn die de hele dag dingetjes zitten te programmeren en te modelleren op hun computer. Maar daar zou ik heel slecht op gaan. Ik heb gelukkig ook meerdere keren per dag contact met collega’s. Dat is voor mij heel belangrijk. Nee, ik herken mezelf echt totaal niet in het stereotiepe beeld van een quant.”

 

Wat doe je in je vrije tijd?

“Ik sport veel, loop vaak hard. Verder lees ik graag, vind ik schaken leuk en ben ik een groot liefhebber van reizen – jammer dat dat laatste even niet meer kan.”

 

Welke karaktereigenschappen maken jou geschikt voor het werk dat je doet?

“Behalve dat ik het kwantitatieve stuk goed begrijp en abstract kan denken, kan ik goed de brug slaan naar mensen die een wat minder cijfermatige achtergrond hebben. Ingewikkelde materie zo eenvoudig mogelijk uitleggen is iets wat me wel aardig ligt.”

 

Wat merken APG klanten concreet van jouw werk?

“Uiteindelijk kom je dan uit op hoeveel pensioen er elke maand wordt overgemaakt. Als onze beleggingsresultaten goed zijn – al is het vastgoedstukje maar een klein onderdeel van het geheel – merken klanten dat bijvoorbeeld in het feit dat er niet gekort hoeft te worden en dat er wel indexatie plaatsvindt. En het systematiseren van het proces, wat we aan het doen zijn, leidt ertoe dat we uiteindelijk nóg beter beslissingen kunnen nemen en deze keuzes nog beter uitlegbaar zijn.”

Volgende publicatie:
‘De meeste mensen snappen niet wat ik doe’

‘De meeste mensen snappen niet wat ik doe’

Gepubliceerd op: 11 januari 2022

Wie zíjn die mensen die er bewust voor kiezen om in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? We nemen je mee achter de schermen. Latifa el Haddar (40) is allround pensioenmedewerker bij APG. “Eerlijk is eerlijk: ik word weleens tureluurs als ik voor de zestigste keer op een dag een rekeningnummer zit te wijzigen. Maar gelukkig is niet elke dag zo saai.”

 

‘Allround pensioenmedewerker’, dat klinkt als een manusje-van-alles. Wat doe je precies?

“Ik werk op de afdeling BTER, wat staat voor Bedrijfstakeigen regelingen. Ik houd me bezig met alle extra regelingen waar werkgevers en werknemers van de BTER-fondsen gebruik van kunnen maken vanuit de cao. Een voorbeeld is de Tijdspaarfondsregeling, die is bedoeld voor mensen die onder de cao Bouw & Infra werken. Hun vakantiegeld en vrije dagen worden in een potje gestort, en dat potje beheren wij. Wij houden ons ook bezig met de zwaarwerkregeling. Die regeling, waarmee werknemers eerder kunnen stoppen met werken, kan bij ons worden aangevraagd. Wij zorgen dan dat ze al geld krijgen uitgekeerd tot ze recht hebben op AOW. Vaak gebruiken ze dit samen met een vervroegd pensioen. Ook deelnemers die in de ziektewet of de WW zitten, kunnen bij ons een aanvraag doen voor een aanvullingsregeling. In totaal gaat onze afdeling over vijftien regelingen.”

 

Je werk heeft dus maar zijdelings met pensioenen te maken?

“Ja, dat klopt.”

 

Toch werk je in de pensioensector. Die staat niet bekend als de meest bruisende branche.

“Haha, laten we eerlijk zijn: het is soms supersaai. Als ik zestig rekeningnummers zit in te voeren op een dag, word ik er weleens tureluurs van. Maar dat is gelukkig niet elke dag zo.”

 

Wat maakt je werk leuk?

“Ik vind het fijn dat we als team best autonoom zijn. We werken met z’n achten en als we vinden dat dingen anders moeten, kunnen we snel en makkelijk knopen doorhakken. De lijntjes met het bestuur zijn kort. Wat ik ook lekker vind, is de vrijheid die ik heb. Als je je uren maar maakt, maakt het niet zoveel uit wanneer je dat doet. Een collega van me begint om vijf uur ’s ochtends – zij liever dan ik. Je kunt inloggen wanneer je wilt en als je tussendoor even naar buiten gaat is dat helemaal prima. Er is geen 9-tot-5-mentaliteit. Dat ligt me wel.”

 

Het was vast niet je meisjesdroom om bij APG te werken. Hoe ben je hier beland?

“Ik ben erin gerold. Na mijn hbo-studie, die ik niet heb afgemaakt omdat mijn ouders in het derde jaar terug naar Marokko gingen en ik er alleen voor kwam te staan, heb ik veel via uitzendbureaus gewerkt. Op een gegeven moment kon ik op gesprek komen bij APG, toen nog Cordares. In diezelfde periode had ik ook een gesprek bij Wibra, voor de functie vestigingsmanager. Toen ik bij allebei werd aangenomen, was het kiezen.”

 

Waarom koos je voor APG?

“Ik zag het bij nader inzien niet zitten om elke dag een winkel te openen en de verantwoordelijkheid te hebben voor zo’n zaak. APG leek me een fijne werkgever die veel toekomstperspectief bood. En dat is ook wel gebleken. Ik werk hier nu vijftien jaar en heb veel opleidingen en cursussen mogen volgen. Zo heb ik mijn green belt gehaald, door verbeteringen binnen processen te leren herkennen. Ik ben nu verbeterspecialist op mijn afdeling. Als je een cursus of opleiding wilt volgen, wordt daar nooit moeilijk over gedaan. Ik ben dus nog steeds blij dat ik voor APG heb gekozen. Voordat ik vier jaar geleden bij de afdeling BTER terechtkwam, werkte ik onder meer bij de klantenservice en heb ik me beziggehouden met de pensioenen voor de bouw, schoonmaak en woningcorporaties. Ik zit inmiddels ook in de OR. Bij elke afdeling heb ik wel iets over mezelf geleerd. Die hele reis door het bedrijf heeft me gemaakt tot wie ik ben.”

Bij elke afdeling heb ik iets over mezelf geleerd. Die hele reis door het bedrijf heeft me gemaakt tot wie ik ben

Wat vertel je op feestjes over je werk?

“De meeste mensen snappen niet wat ik doe. Als je zegt dat je bij een pensioenuitvoerder werkt maar niet veel met pensioenen doet, zie je al wenkbrauwen fronsen. Als ik zeg dat ik verbeterspecialist ben, gaan die wenkbrauwen nog verder omhoog. ‘Ben je dan de hele tijd mensen aan het verbeteren?’ Bij een green belt denken mensen direct aan karate.”

 

Hoe ziet jouw werkdag eruit?

“Ik begin meestal rond half negen. Ik werk 28 uur per week, op maandag bekijk ik wat er naast de standaardproductie verder nog moet gebeuren. We verdelen het werk aan de hand van een fijne sheet die op mijn initiatief is gebouwd. Het staat iedereen vrij om op te pakken wat hij of zij wil. Ik pak meestal van alle smaakjes wat, om het voor mijzelf zo gevarieerd mogelijk te houden. De vragen die binnenkomen moeten we binnen tien werkdagen beantwoorden, maar we proberen daar sneller in te zijn. Nu we allemaal vanuit huis werken, zorgen we dat we elke dag even met elkaar videobellen en dan ook echt onze camera’s aanzetten om elkaar even te zien. Verder voeren we ieder onze eigen taken uit.”

 

Wanneer komt jouw afdeling in actie?

“Als er een vraag binnenkomt van een werkgever of werknemer. Dat gebeurt via het klantcontactcentrum, maar ook via portalen van werkgevers en via de mail. Voor elke regeling hebben we een aparte inbox. Deelnemers bellen ons niet direct, maar ik neem vaak wel telefonisch contact met hen op om een kwestie af te handelen. Dat vind ik persoonlijker.”

 

Welke vragen krijgen jullie het meest?

“De top 3 is een beetje gênant. Wat is mijn wachtwoord? Wat is mijn inlognaam? En: kunt u mijn rekeningnummer aanpassen? We hebben de website zo ingericht dat mensen die informatie makkelijk zelf zouden moeten kunnen vinden. Maar kennelijk is dat toch niet de plek waar de meeste bouwvakkers die informatie zoeken. Ze lijken het makkelijker te vinden om even te bellen of een mailtje te sturen.”

 

Dat lijkt me ook niet het meest uitdagende werk.

“Nee, daarom moet je het een beetje afwisselen voor jezelf. Er zijn ook uitdagender vragen hoor. Zo willen werknemers in de bouw vaak weten waarom hun werkgever nog geen geld heeft gestort in hun Tijdspaarfonds, of ze vragen hoe ze hun vakbondskeuze moeten doorgeven. Werkgevers vragen bijvoorbeeld hoe we tot een bepaalde berekening zijn gekomen. We hebben veel regelingen waarbij we berekeningen moeten maken, dus niet alles is makkelijk. Het is heel divers.”

 

Wat geeft jou voldoening?

“Als ik het voor elkaar krijg een verandering door te voeren en mijn team staat erachter en krijgt er energie van.”

 

Wat zouden je directe collega’s over je zeggen als we ze nu zouden bellen?

“Dat ik heel direct ben. Laat het maar aan mij over om de olifant in de kamer te benoemen. Ik durf feedback te geven en vraag er ook regelmatig om. Ik vertel duidelijk wat ik nodig heb en ben heel open. Dat zorgt ook voor verbinding, denk ik. Volgens mijn manager ben ik een natuurlijke trekker binnen het team. Ik heb er geen moeite mee om mensen te laten inzien waarom bepaalde dingen moeten gebeuren. Prioriteiten stellen vind ik niet moeilijk, leuk juist. Ik ben goed in overzicht houden.”

 

Wat doe je verder in het dagelijks leven?

“Ik ben best een bezig bijtje. Ik zit in de medezeggenschapsraad van de school van mijn kinderen, drie meiden van 16, 14 en bijna 10. Zo begrijp ik beter hoe het onderwijs in elkaar zit en wat er allemaal speelt. Daarnaast werk ik als vrijwilliger bij de karateclub. Ik vind het leuk om met de jeugd bezig te zijn. Ze noemen me daar juffrouw, terwijl ik alleen de ledenadministratie doe of eens een band omknoop als het ze zelf niet lukt. Zelf doe ik niet aan karate hoor, maar ik kickboks wel. Spinnen doe ik ook, en zumba. Ik ben eigenlijk altijd bezig. Wat ik doe om te ontspannen? Sport zie ik als ontspanning. Maar lezen vind ik ook leuk. Ik ben fan van Stephen King en heb al zijn boeken.”

Wat merken pensioendeelnemers concreet van jouw werk?

“Niet veel. Af en toe krijgen we wel vragen van ze. Of ze het geld uit hun Tijdspaarfonds kunnen gebruiken om eerder met pensioen te gaan bijvoorbeeld.”

 

En, kan dat?

“Nee.”

Volgende publicatie:
“Mijn vader wenste dat ik dood was gebleven”

“Mijn vader wenste dat ik dood was gebleven”

Gepubliceerd op: 4 augustus 2021

APG wil een organisatie zijn waar iedereen zichzelf kan zijn. Altijd, het hele jaar door. Maar bij gelegenheid, zoals Pride Amsterdam, geven we er graag wat extra aandacht aan. Collega Edith vertelt over geaccepteerd worden en erbij horen. Het zijn volgens haar primaire behoeftes die elk mens heeft. Maar in plaats daarvan vecht ze zelf al bijna heel haar leven tegen afwijzing. “Mijn ouders hebben nooit geaccepteerd dat ik lesbisch ben.”


Wie nu een vakantie boekt, kijkt op de wereldkaart die rood, oranje, geel en groen kleurt. Aan welke regels moeten we voldoen? Waar zijn we als Nederlanders welkom? Voor APG’er Edith* is uitzoeken in welk vakantieland ze welkom is routine. Want ook vóór corona kon ze voor een welverdiende vakantie niet zomaar de grens over. In zeventig landen die lid zijn van de Verenigde Naties is het homohuwelijk verboden, in ten minste elf landen kun je zelfs ter dood veroordeeld worden en in slechts elf landen zijn de rechten van lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en intersekse personen (lhbti) opgenomen in de grondwet. Edith: “Het is niet vanzelfsprekend dat ik ergens welkom ben. Zelfs niet in de tijd waarin we nu leven. Als bijna zestiger verbaas ik me daar nog bijna dagelijks over.” Ze vertelt haar verhaal nu tijdens Pride Amsterdam om een stukje bewustwording mee te geven. “Het is belangrijk om te beseffen hoe het voor iemand is om anders te zijn.”

Edith zag het levenslicht in Zuid-Limburg. Als nummer zes van in totaal zeven kinderen groeide ze op in een katholiek gezin. Alles wat afweek, was problematisch in huis. Helemaal toen Edith vertelde dat ze lesbisch was. “Ik ben uiteindelijk op mijn 21e uit de kast gekomen. Maar mijn ouders hebben dat nooit geaccepteerd. Ze bleven maar vragen wanneer ik met een man thuis zou komen en op de dag waarop ik vertelde dat ik met mijn huidige vrouw ging trouwen, zeiden ze ‘moet dit nou?’.”

Eigen keuzes
Haar vader dacht dat een psycholoog er wel achter kon komen hoe serieus de ‘afwijkende’ geaardheid van Edith was. Om haar ouders ter wille te zijn, en om maar geaccepteerd te worden, ging ze het gesprek aan. De psycholoog zag al snel dat “een dame van 21 echt wel haar eigen keuzes kon maken” en probeerde hen dat ook in te laten zien. Maar de acceptatie van haar ouders volgde niet, waardoor ze elkaar een jaar lang niet spraken. Edith herinnert zich nog glashelder een laatste opmerking van haar vader. “Op mijn veertiende heb ik een zwaar ongeluk gehad dat ik op het nippertje overleefde. Toen mijn vader hoorde dat ik lesbisch ben, zei hij letterlijk: ‘als ik toen geweten had, wat ik nu weet, had ik gewenst dat je dood was gebleven’.”


Met heel haar hart hoopt Edith dat de ouders van nu niet zo reageren. Maar zelfs in deze tijd is dat volgens haar niet vanzelfsprekend. “Tolerantie is er met pieken en dalen. Er zijn nog zoveel homo’s die in elkaar worden geslagen op straat. En kijk naar het tv-programma van Arie Boomsma waarin hij jonge mensen helpt om uit de kast komen. Dat zo’n programma in deze tijd nodig is, vind ik verbazingwekkend.” En dichter bij huis: haar eigen zus stemt op de ChristenUnie, die erom bekend staat homoseksualiteit uit te sluiten. “De acceptatie is er nog te weinig en zal er, ben ik bang, ook nooit volledig komen.” Waar dat door komt? Edith, die zichzelf inmiddels bij de kerk heeft laten uitschrijven, wijt het aan de mix van culturen waar we in leven. “Veel wordt door geloof en afkomst kapotgemaakt. Maar aangezien culturen, elk met hun eigen normen en waarden, steeds meer bij elkaar komen, moeten we elkaar leren accepteren zoals we zijn.”

Primaire behoefte
Erbij willen horen, ergens onderdeel van uitmaken is een primaire behoefte die door afwijzing wordt aangetast, benadrukt Edith dan. “Als er naar je gekeken wordt, om wat voor reden dan ook, dan is dat voelbaar. Dat tekent je en zorgt voor een innerlijk gevecht. Een worsteling die ik mijn leven lang al voer om te laten zien wie ik ben en te mogen zijn wie ik ben. Als ik op straat loop en de hand van mijn vrouw vasthoud, dan laat ik die los zodra ik iemand anders zie. Je hoeft maar iemand tegen te komen die er op tegen is, die je in elkaar slaat om wie je bent.” De tijd dat ze zich kwaad maakte om steeds op haar hoede te moeten zijn, ligt wel achter haar. “Het is zoals het is. Ik sta er boven en heb er vrede mee. En het is nu mijn keuze om er niet mee te koop te lopen.”


Hype

Op de werkvloer ervaart Edith dit overigens niet, want bij APG voelt ze zich wel geaccepteerd. “Ik vind het echt fantastisch dat mensen hun verhaal kunnen delen op bijvoorbeeld het intranet. Dat was vijf jaar geleden wel anders. Komt dat doordat diversiteit en inclusie nu een hype zijn? Als dat het geval is, dan is dat alleen maar goed. We moeten de aandacht erop blijven vestigen, met als gevolg dat ik mezelf kan zijn bij deze werkgever.”
Maar er is wel nog werk aan de winkel, bij APG en ook in de maatschappij om ons heen. “Als ik het bijvoorbeeld bij een loket over mijn partner heb, denkt men gelijk aan een man. En het adresseren van post aan ‘de dames’, dat is er nog niet. We lopen in Nederland dus zeker nog achter.”

 

En dan lichten haar ogen op, want Edith is, ondanks de tegenslagen in het leven positief ingesteld (“zonder donker kun je het licht niet zien”) én trots. Op wie ze is én op haar vrouw. Met wie ze deze zomer “veilig” naar een oom en tante op vakantie naar Oostenrijk gaat.

 

* In verband met haar privacy is de naam Edith gefingeerd.

Volgende publicatie:
‘Inclusie kun je niet afvinken’

‘Inclusie kun je niet afvinken’

Gepubliceerd op: 21 januari 2021

Rapper Typhoon hoopt dat élke werknemer zich verantwoordelijk gaat voelen voor diversiteit

 

Diversiteit en inclusie op de agenda zetten is één. Werknemers de ruimte geven om mee te beslissen over het thema is een belangrijke tweede stap. Met die boodschap bezoekt rapper, taalkunstenaar en keynotespreker Typhoon bedrijven in Nederland. Zo sprak hij in een online sessie ook met medewerkers van APG. “Inclusie hoort verweven te zitten in de bedrijfscultuur.”


Als je bedrijven bezoekt, krijg je een kijkje in de keuken. Wat kom je tegen?

“Ik zie een verscheidenheid aan initiatieven. Gelijke beloning van mannen en vrouwen, anoniem solliciteren, trainingen door alle lagen van de organisatie heen. En ook naar buiten wordt vaak een maatschappelijk standpunt ingenomen, door de regenboogvlag te hijsen of mee te varen met de Gay Pride. Ik zie de bereidheid en urgentie om dit thema echt onderdeel te maken van de bedrijfscultuur en strategie. Daarin mag APG zich scharen tot de voorhoede in de beweging en strijdlustigheid vooruit. Medewerkers zijn gedreven en willen de diepte in. En dat wil je als bedrijf bereiken. Van de woorden diversiteit en inclusie krijg ik echt jeuk als ze gebruikt worden als doel op zich. Als ze op de agenda staan, enkel om afgevinkt te worden. Een financiële kwartaalrapportage, die vink je af.”

Klinkt alsof werkend Nederland goed bezig is op het gebied van diversiteit en inclusie.
“Er wordt serieus tijd en aandacht in gestoken, dat is mooi om te zien. Maar vergeet niet om naast die inzet ook te vieren wat er al is. Dan heb je als bedrijf ook niet steeds het gevoel dat je achterloopt en iets in moet halen. Ook als dat wel het geval is. Wees moedig in je ongemak. Neem bijvoorbeeld die gelijke beloning voor mannen en vrouwen van APG. Dat is een topje van de ijsberg, maar het is al een goed voorbeeld voor andere bedrijven.”

Mis je nog iets als je kijkt naar de initiatieven die bedrijven op hun D&I-agenda zetten?
“Wat je als bedrijf ook inzet aan middelen om inclusie te stimuleren, mensen moeten het vóelen. Het DNA van een bedrijf moet voelbaar zijn in de wanden en het tapijt. Formuleer een duidelijke visie waarbij diversiteit en inclusie een van de pijlers is en bouw daar samen met de werknemers naartoe. Daar zit je succes. Mijn collega-spreker en corporate antropoloog Jitske Kramer verwoordt het heel treffend: ‘Inclusie is iemand uitnodigen op het feest en hem of haar mee laten dansen. Maar inclusie is ook diegene mee laten beslissen over de playlist’. Leg dit werknemers niet van bovenaf op, maar geef hen de ruimte om zich uit te spreken. Dan voelt iedereen zich verantwoordelijk en vorm je echt een cultuur samen.”

Kun je ook te veel aandacht aan het thema besteden?
“Het gaat hier om een cultuurverandering en die begint bij die ene gedachtenverandering. Daarvoor gebruik je woorden, die hebben kracht. Maar feit is dat iedereen op een andere manier, op een ander moment, aanhaakt. Je kunt iets vijf keer horen, en pas bij de zesde keer komt het binnen. Omdat iemand op dat moment de woorden gebruikt die jou raken. Het is dus goed om met elkaar in gesprek te blijven.”

Sommige issues rond inclusie zijn heel duidelijk en zichtbaar. Zoals leeftijd, geslacht en lichamelijke beperking. Maar er zijn ook niet zichtbare issues. Welke moeten we zeker ook bespreekbaar maken?
“Er zullen altijd blinde vlekken zijn en die moeten we samen onderzoeken. Institutioneel racisme is daar een recent voorbeeld van. Die term duikt, naast discriminatie en racisme, steeds vaker in discussies op. En laat zien dat racisme niet enkel persoonlijke overtuigingen zijn van individuen. Het komt nu terug in instituties, waardoor ongelijke kansen en uitkomsten voor bepaalde groepen ontstaan of blijven bestaan.”

Ik voelde me echt boos en ontredderd na de dood van George Floyd, het kwam dichterbij dan ik had gedacht.

Kijkend naar diversiteit en inclusie gaat Nederland erop vooruit. Tegelijk lijkt het debat te verharden. Voeren we de discussie op de juiste manier?
“De manier waarop de discussie gevoerd wordt, maakt mij heel verdrietig. Er is geen vaccin om dit probleem direct op te lossen. Het kost tijd en veranderen gaat niet zonder slag of stoot. Ik voelde me echt boos en ontredderd na de dood van George Floyd, het kwam dichterbij dan ik had gedacht. Ik hoop dat we kunnen blijven zien dat dit onderdeel is van een grotere beweging. We hebben perspectief nodig, de kracht van verbeelding, om te zien dat de verandering ten goede tijd kost.”

Ondanks dat negatieve gevoel, bruis je van de energie als je over het thema praat. Waar haal je die kracht vandaan?
“Uit mijn liefde voor de mens. Ik kijk naar het goede van iemand, ook als je het hebt over polarisatie. Hate is confused admiration, we willen niet haten, we worstelen allemaal met onze eigen vragen en persoonlijke crises. Dat ken ik ook van mezelf, niets menselijks is mij vreemd. Dus schaar mij maar onder de Rutger Bregmannen van deze wereld, ik denk dat alle mensen deugen. Slechts een enkeling zal echt slechte intenties hebben.”

Ik denk dat alle mensen deugen

Als jij praat over inclusie dan heb je het over gelijk zijn en gelijkwaardig zijn. Wat is het verschil?
“Mensen zijn niet allemaal gelijk, of hetzelfde. We zijn allemaal anders, in kleur en geslacht, maar wel gelijkwaardig als mens. Die diversiteit is mooi en moeten we omarmen. Kijk dus juíst naar mijn kleur, want daar ben ik enorm trots op. Maar kijk in eerste instantie naar mij als mens. Als jonge jongen woonde ik in 't Harde, waar een van de eerste asielzoekerscentra was. Toen ik op een avond op stap ging, werd ik geweigerd bij de ingang. Ik zou een asielzoeker zijn. Ik werd gezien als potentieel gevaar. Er werd van alles gedacht en gezien, maar niet wie ik echt was.”

Heb jij zelf ook last van onbewuste vooroordelen?
“Ik dacht van niet, tot voor kort. Mijn zus, die voor mij werkt, gaf aan dat een partij met wie we samenwerken haar niet aankeek tijdens meetings. Het was mij niet opgevallen en ik kon me er niets bij voorstellen. Dus ik deed er niks mee. Toen ik het later zelf zag, schrok ik. Ik voelde me schuldig richting haar. Ik kon alleen maar zeggen ‘ik zag het niet’, net zoals Johan Derksen deed toen het over homogeweld ging, wat echt niet kan. Maar dit was mijn blinde vlek. Ik heb me nu voorgenomen om in elk geval elk signaal serieus te nemen als iemand bij mij komt om iets aan te geven. Ook als ik het zelf niet gelijk zie.”

Jij wilt met je inspiratiesessies op de werkvloer onderdeel zijn van de beweging voorwaarts. Waarom?
“Zodat we iedereen de beste versie van zichzelf kunnen laten zijn. Laat vooroordelen niet zwaarder wegen dan iemands karakter. Met de beste versies van elkaar werken we aan de beste versie van een bedrijf, van de maatschappij. En dat lukt als we elkaar als gelijkwaardig zien. Vier de verschillen."

Volgende publicatie:
“Ben je bereid je aannames ter discussie te stellen?”

“Ben je bereid je aannames ter discussie te stellen?”

Gepubliceerd op: 24 juni 2020

Gerard van Olphen naar aanleiding van Black Lives Matter

 

Door de dood van George Floyd in Minneapolis is de roep om een einde te maken aan racisme wereldwijd luider geworden. Ook in Nederland is er veel aandacht aan besteed door de media en in het publieke debat. Waar staat APG in deze discussie? Vier vragen aan bestuursvoorzitter Gerard van Olphen.

 

Trekt APG consequenties uit de ontwikkelingen rondom Black Lives Matter?

 

“De wereldwijde protesten tegen institutioneel racisme en politiegeweld hebben wereldwijd een schokgolf teweeggebracht die we niet kunnen negeren, en niet wíllen negeren. Als organisatie willen we meer divers en inclusief worden, ook omdat we voor pensioenfondsen en hun deelnemers werken. We streven naar een medewerkerspopulatie die een weerspiegeling vormt van de deelnemerspopulatie van deze fondsen, en van de maatschappij in het algemeen. In dat streven willen we iedereen bij APG stimuleren om zichzelf te zijn op de werkvloer, en zichzelf te laten zien. Dat kan alleen als we ons uitspreken tegen discriminatie en we toewerken naar een cultuur waarin inclusie  geen ambitie maar een reflex is. Een cultuur waarin mensen gewaardeerd worden ongeacht culturele achtergrond, gender, en alle andere aspecten waarin ze van elkaar kunnen verschillen. Deze ontwikkeling hadden we overigens al ingezet. De maatschappelijke reactie die door Black Lives Matter wereldwijd is opgeroepen, bevestigt onze overtuiging dat die aandacht voor inclusie ongelooflijk belangrijk is.”

 

Is discriminatie iets waar mensen binnen APG veel last van hebben?

 

“Het is geen thema dat binnen de organisatie veel zichtbare aandacht opeist. Maar het zou naïef zijn om te veronderstellen dat er binnen APG geen discriminatie plaatsvindt, dat er geen mensen zijn die hier last van hebben. Niet iedereen die er tegenaan loopt, trekt aan de bel – om wat voor reden dan ook. En niet iedereen die zich schuldig maakt aan discriminatie, is zich er bewust van. We hebben allemaal onze aannames over anderen, soms zelfs vooroordelen. Dat kan ook bijna niet anders. Belangrijker is de vraag of je bereid bent om die aannames ter discussie te stellen, je bewust te worden ervan en je gedrag en overtuigingen aan te passen. Het onderwerp is in ieder geval meer gaan leven, collega’s uiten zich er meer over dan voorheen. En we roepen collega’s ook op om hun zorgen en ideeën te delen. Zodat we leiderschap kunnen tonen dat bijdraagt aan het wegnemen van de achterstandspositie van sommige mensen en groepen in deze maatschappij – of dat nou gaat om ras, geslacht, seksuele voorkeur of levensovertuiging.”    

 

Wat doet APG om discriminatie tegen te gaan?

“In de afgelopen jaren hebben we al een aantal initiatieven opgepakt op het gebied van Diversiteit & Inclusie. In de komende periode werken we van waardevolle initiatieven naar een heldere D&I-visie en -ambitie. Daarvoor gaan we inzetten op een aantal elementen. Integratie van D&I in onze strategie bijvoorbeeld, maar ook bewustwording en voorbeeldgedrag door rolmodellen binnen de organisatie. Onze aanpak zal data-gedreven zijn, waarbij we aanscherpen op basis van inzichten vanuit HR data & analytics. Ook in onze werving en selectie zal diversiteit en inclusie nadrukkelijker gaan terugkomen, bijvoorbeeld door te werken met meer diverse sollicitantenlijsten en selectiecommissies. Ik geloof daar sterk in.”

 

Wanneer is APG een diverse en inclusieve organisatie geworden?

 

Als we iets geleerd hebben uit onze gesprekken met andere bedrijven, dan is het dat het realiseren van Diversiteit & Inclusie om een lange adem vraagt. We zijn er nog lang niet, maar de ontwikkeling is begonnen.

Volgende publicatie:
Deze drie topvrouwen zien een ‘cut the crap-mentaliteit’ ontstaan

Deze drie topvrouwen zien een ‘cut the crap-mentaliteit’ ontstaan

Gepubliceerd op: 12 juni 2020

Hoe gaan drie topvrouwen van het Nederlandse bedrijfsleven om met de zakelijke en persoonlijke uitdagingen die de wereldwijde coronacrisis voor henzelf en de organisatie meebrengt?

 

De crisis zorgt voor grote onzekerheid, maar werpt ook nieuw licht op risicomanagement en de kracht van purpose, concluderen Tanja Cuppen, Bianca Tetteroo en Annette Mosman, lid raad van bestuur bij APG. ‘Ons verandervermogen is veel groter dan we dachten.’

 

Lees het volledige artikel hier.

 

Fotografie: ABN AMRO / Maartje Geels / APG

Volgende publicatie:
APG gaat vrouwelijke medewerkers gelijk belonen

APG gaat vrouwelijke medewerkers gelijk belonen

Gepubliceerd op: 22 mei 2019

Bij APG werken ongeveer 3000 medewerkers, waarvan 960 vrouwen. Uit onderzoek, uitgevoerd bij APG in Nederland, blijkt dat vrouwen bij APG in Nederland gemiddeld 2,2% minder salaris ontvangen. Ruim 125 vrouwelijke medewerkers krijgen per 1 juni een salarisverhoging. Dat is 13% van het totale aantal vrouwelijke medewerkers. Bij de overige 87% van bij APG werkzame vrouwen is er geen verschil in loon met vergelijkbare mannelijke medewerkers.

De hogere beloning van deze groep medewerkers met een ongelijk salaris wordt binnen het bestaande budget van APG gerealiseerd.

 

Marloes Sengers, directeur HR bij APG: “Bij APG staan we voor gelijk loon voor gelijk werk, daarom zetten we dit vandaag recht. Het verschil in beloning wordt door ons bovendien duurzaam gedicht: financieel en met aanvullende aandacht voor leidinggevenden en medewerkers. Zo voorkomen we herhaling in de toekomst en pakken we de oorzaken van de ongelijke beloning duurzaam en fundamenteel aan.”