Welke impact heeft het groeiende wagenpark op de Nederlandse economie?

Gepubliceerd op: 11 januari 2024

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Thijs Knaap, hoofdeconoom bij APG, over de vraag welke impact het groeiende wagenpark op de Nederlandse economie heeft. “Dit brengt meer teweeg dan alleen fileleed.”

Het aantal auto’s in Nederland stijgt al decennia, maar het afgelopen jaar was daarin wel een hoogtepunt. Het wagenpark steeg met maar liefst 180.000 stuks tot 9,4 miljoen personenauto’s. Dat is een ongekend aantal, de jaren ervoor kwamen er ‘slechts’ zo’n 100.000 auto’s per jaar bij. Tien jaar geleden telde Nederland 8,2 miljoen personenauto's. Nu zijn we nog voor 2030 het land van de 10 miljoen auto’s. Dat baart zorgen, onder meer de ANWB trok aan de bel en zei in het AD dat Nederland de extra auto’s nog wel aan kan, maar niet in combinatie met uitgestelde wegwerkzaamheden. In 2023 was de filezwaarte – de lengte vermenigvuldigd met de duur van de file – 17 procent hoger dan in 2022 en ook 6 procent hoger dan in 2019, het jaar voordat corona uitbrak. Maar zijn die files het enige probleem voor de economie?

 

Van A naar B

“Laat ik beginnen met te zeggen dat de auto ons ver heeft gebracht. Die heeft gezorgd voor mobiliteit, voor het feit dat we ons makkelijk en relatief goedkoop van A naar B kunnen verplaatsen. Dat geeft een gevoel van vrijheid, ook omdat de auto een soort privéruimte is waar je zorgeloos de hoge noten van bijvoorbeeld Adele kunt meezingen”, aldus Knaap. Die autonomie en empowerment hebben er volgens hem voor gezorgd dat steeds meer Nederlanders een auto hebben aangeschaft. “Nederland telt nu meer dan één auto per twee inwoners. Dat is aan de ene kant natuurlijk goed voor de economie. Wij bouwen geen auto’s, maar assembleren ze bij VDL wel. Bovendien maken we in Nederland ook veel auto-onderdelen. Verder zijn we ook een beetje eigenaar van veel autofabrikanten, omdat we in ze beleggen.”

 

Maar, erkent de hoofdeconoom van APG, er zijn zaken te bedenken die veel beter voor de Nederlandse economie zijn dan auto’s. Ook omdat hij de negatieve effecten van het almaar uitdijende wagenpark kent. Onderzoeksbureau Panteia heeft in 2019 berekend dat de economische schade door files uitkwam op een bedrag tussen 1,2 en 1,5 miljard euro. “Natuurlijk, files kosten geld. Maar de simpele berekening van het aantal uren dat Nederlanders in de file staan keer het gemiddelde uurloon lijkt toch ook wel een overschatting. Bijvoorbeeld omdat mensen ook vaak vrijwillig in de file staan. Omdat ze het gewoon even fijn vinden om in de auto te zitten. Niet de ochtendstress van de kinderen naar school brengen, nee, lekker alleen in de auto naar een afspraak of kantoor. En ach ja, een file hoort erbij.”

Niet de ochtendstress van de kinderen naar school brengen, nee, lekker alleen in de auto naar een afspraak of kantoor

Uitstoot en lawaai

De oplopende filedruk is overigens slechts een van de nadelige gevolgen van het toenemende ‘blik op de weg’. Knaap: “Denk aan de uitstoot en het lawaai. Meer auto’s betekent ook dat er meer asfalt nodig is. Asfalt dat ten koste gaat van de openbare ruimte, die ook voor andere dingen is bedoeld. Bomen bijvoorbeeld, maar ook voet- en fietspaden. Amerika is wat dat betreft het doembeeld; daar vind je op sommige plekken bijna geen trottoirs meer, waardoor je vrijwel nergens te voet naartoe kunt.”

 

Knaap ziet dan ook dat veel gemeente- en stadsbesturen werken aan maatregelen die het autorijden in onder meer de binnensteden onaantrekkelijk maken. “Kijk maar naar de parkeertarieven in Amsterdam, daar wordt niemand blij van. Bovendien is 30 kilometer per uur daar de max. In Groningen geldt al sinds de jaren zeventig dat je snel van de wijk op de ring bent, maar niet met de auto de binnenstad kunt doorkruisen.”

 

Rekeningrijden

Waar de lokale besturen dus erg actief zijn, is dat op landelijk niveau anders. Er wordt al jaren gesproken over betalen naar gebruik, beter bekend als rekeningrijden. Immers, rekeningrijden kan leiden tot minder files, minder verkeersongevallen en verbetering van de luchtkwaliteit. “Toch willen ze er in Den Haag niet aan, omdat we het ook lastig vinden als we in onze vrijheden worden beperkt, of door het idee dat autorijden straks alleen nog maar voor de rijken is weggelegd”, zegt Knaap. Toch ligt er nu wel een plan om in 2030 rekeningrijden in te voeren. Er gaat dan één vast tarief gelden, of je nu in de spits rijdt of in de daluren. “Dat is een gemiste kans, dat gaat in mijn ogen geen verschil maken. Je moet onderscheid maken in plaats en tijd. Een Fries die ’s avonds laat naar zijn nachtdienst rijdt, over de uitgestorven N356 van Holwerd naar Dokkum, die moet je helemaal niet belasten. Maar je moet wel de Amsterdammer die zich op maandagochtend over de ring A10 voortbeweegt laten betalen voor het gebruik.”

Wat volgens Knaap in de toekomst een verschil kan maken, is de zelfrijdende auto. “Zeker als het een deelauto is. Die is voor de gebruiker goedkoper dan een eigen auto, het is efficiënter en gaat minder ten koste van de openbare ruimte omdat die auto’s continu in beweging zijn en minder parkeerplekken nodig hebben.” Op verschillende plekken in de wereld wordt er met wisselend succes geëxperimenteerd met de zelfrijdende auto. De techniek, maar ook de wetgeving staan een grootschalige uitrol voorlopig nog in de weg. Knaap: “Maar als die doorbraak er komt, dan hebben veel Nederlanders helemaal geen eigen auto meer nodig. Maar dan nog moet niet iedereen zich op maandagochtend door zelfrijdende auto’s naar de Randstad willen laten vervoeren. Want dan hebben we alsnog heel veel auto’s nodig.”