Nu militaire bescherming van Europa door de Verenigde Staten geen vanzelfsprekendheid meer lijkt, blijkt de EU tot stappen in staat die tot voor kort voor onmogelijk werden gehouden. Maar liefst 800 miljard euro wil de Europese Commissie vrijmaken voor defensie, te investeren in Europese bedrijven. In welke richting beweegt deze sector zich eigenlijk? We vroegen het aan luitenant-generaal b.d. Ton van Loon.
Pensioenfondsen kunnen een rol spelen in die extra investeringen in defensie. Zo is bijvoorbeeld ABP bereid hier, onder duidelijke voorwaarden, in ieder geval over verder te praten. Hoe kijkt u hier tegenaan?
Van Loon: “Ten eerste denk ik dat institutionele beleggers in alle vormen zich moeten realiseren dat je beleggen in defensie niet per se moet afwijzen. Een tijd lang is er door sommigen bijna reclame gemaakt met ‘wij beleggen niet in wapens, want wapens zijn slecht’. Laten we daar onmiddellijk mee ophouden. Daarnaast moeten we ons realiseren dat je op dit moment mogelijk veel geld kunt verdienen met beleggingen in defensie. Maar een institutionele belegger moet natuurlijk wel naar de echt lange termijn kijken.”
Kunt u dat toelichten?
“Wat we nu doen bij Defensie, is allereerst ‘repareren’ wat we in tientallen jaren door onverstandige bezuinigingen hebben kapot gemaakt. Tankbataljons opbouwen en dergelijke, zijn noodreparaties op de korte termijn. Maar als institutionele belegger kijk je dus naar welke industrie een langetermijneffect heeft op wat er in Europa gebeurt, en in welke vorm. Voor Europa betekent de lange termijn dat het op eigen benen gaat staan. We moeten veel meer gaan nadenken over de vraag hoe we als economie concurrerend blijven. Welke stappen moeten we daarvoor zetten? De defensie-industrie is zo’n gebied waarin we nu zien: als Europa wil innoveren, dan kan dat. Twee jaar geleden maakte in Europa niemand drones. Nu produceren we er duizenden per week. Een goed voorbeeld is VDL NedCar in Limburg dat nu, na MINI’s, voor Defensie drones gaat produceren. Rheinmetall heeft al twee fabrieken in Oekraïne en breidt dat uit naar vier. De capaciteit en met name het denkvermogen voor de defensie-industrie is dus aanwezig.”
Wat zou de overheid moeten doen om bedrijven te stimuleren die zich richten op die lange termijn? Orders plaatsen voor de lange termijn, zoals veel wordt gezegd?
“De grote spelers in de defensie-industrie zijn helemaal niet zo bang dat die orders niet komen. Ze vrezen vooral het stroperige proces om tot het besluit te komen die orders in te leggen. Sterker nog, het is überhaupt niet toegestaan om wapens te produceren als je geen order hebt. Je zult dus een systeem moeten bedenken – op Europees niveau, denk ik persoonlijk – waarin je al productiecapaciteit kunt ontwikkelen voordat er orders geplaatst zijn. Neem bijvoorbeeld munitie. Ik ben er helemaal geen voorstander van om daar enorme bergen van te produceren. Want die moet je ergens opslaan en als het geen oorlog wordt, ligt het er over tig jaar nog en moet je het ook weer opruimen. In plaats daarvan moet je ervoor zorgen dat je de productiecapacitéít hebt en daarbij voortdurend blijven doorontwikkelen. Maar dan moeten overheden daaraan meewerken en vooral zelf ook investeren. De tijd dat we twintig jaar deden over een aanschafproject, is voorbij. Want in Oekraïne zie je hoe ontstellend snel de ontwikkelingen tegenwoordig gaan.”