Nederland telt 18 miljoen inwoners. In slechts acht jaar groeide de bevolking met 1 miljoen mensen, maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek afgelopen week bekend. Buitenlandse migratie blijkt een belangrijke aanjager van de groei. Wat doet dit cijfer met de betaalbaarheid van de oudedagvoorzieningen in Nederland? Wij vroegen het APG-econoom Charles Kalshoven.
Hoe uniek is de huidige bevolkingsgroei?
"De bevolkingsgroei is hoger dan we in jaren gezien hebben. Als we naar een iets langere trend kijken – het vijfjaarsgemiddelde – dan zitten we nu op de hoogste bevolkingsgroei sinds 1973-1977. Daarbij geldt dat de Nederlandse bevolking niet alleen snel is gegroeid, maar ook ingrijpend van samenstelling is veranderd, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Zowel het aandeel ouderen als het aandeel inwoners met een migratieachtergrond is sterk gestegen. Toch is Nederland in internationaal opzicht op verschillende demografische maatstaven, zoals kindertal, levensverwachting, grijze druk en aandeel immigranten, een vrij gemiddeld westers land.”
Het aantal Nederlanders groeit hard. Is dat economisch goed of slecht?
“Er zitten verschillende kanten aan. Als je goed kijkt naar de cijfers van het CBS, dan blijkt dat er in 2022 en 2023 meer mensen overleden dan er kinderen werden geboren. De bevolking groeide alleen doordat er meer immigranten dan emigranten waren. Dat was ook in de eerste helft van 2024 zo. Nu kunnen die immigranten tekorten oplossen. Bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. Daar zijn handjes nodig. Zorg, onderwijs, ICT en techniek hebben al jaren te maken met krapte. Maar dat betekent niet meteen dat dit Nederland in economische zin ook iets oplevert. Als de economie alleen groeit omdat er meer mensen zijn, dan schiet je daar per hoofd van de bevolking eigenlijk niets mee op. Je moet vooral kijken naar de productiviteit. Productiviteitsgroei is de bron van welvaart. Dus wat doen die handjes? Wat leveren die op? In 2023 was de (schamele) groei van de economie volledig toe te schrijven aan een stijging van de werkgelegenheid. De arbeidsproductiviteit, berekend als het bruto binnenlands product per gewerkt uur, was 0,6 procent lager dan in 2022. Het aantal gewerkte uren nam toe met 0,7 procent. Kortom, we werken meer uren, maar zijn ook iets minder productief.
Daarnaast loop je tegen een ander probleem aan. Immigranten moeten ook ergens wonen, en juist op de woningmarkt is de krapte groot. Overigens denk ik wel dat de groei van het aantal arbeidsimmigranten tijdelijk is. Landen als Polen, Roemenië en Bulgarije vergrijzen sneller dan Nederland en krijgen de komende vijftien jaar te maken met een krimp van 10 tot 15 procent van het aantal 20- tot 64-jarigen. Nu haalt Nederland daar nog ruim de helft van zijn arbeidsmigranten vandaan. Als die handen straks in eigen land nodig zijn, zou de stroom naar Nederland weleens kunnen opdrogen. En Nederland dan? Nou, wij zullen keuzes moeten maken. Houden we de arbeidsintensieve bedrijfstakken in stand, automatiseren we een deel of verhuizen we die industrie naar andere landen? In de jaren 60 en 70 stonden we ook voor die keuze. Eerst werden Italiaanse en Spaanse, later ook Turkse en Marokkaanse gastarbeiders naar Nederland gehaald. Maar dat bleek ook uitstel van executie. Wat is er vandaag de dag nog over van de textielindustrie? Maar dat neemt niet weg dat gastarbeiders een belangrijke rol kunnen vervullen op de arbeidsmarkt, en dat goed beleid essentieel is. De geschiedenis van de gastarbeiders leert namelijk dat het raadzaam is om oog te hebben voor langdurige inzetbaarheid van migranten, en om een (arbeids-)migratiebeleid te voeren dat consistent is met de (gewenste) richting waarin de Nederlandse economie zich zal ontwikkelen.”