De Verenigde Staten stappen onder president Trump uit het OESO-akkoord waarin ruim 130 landen afspraken winsten van bedrijven voor minimaal 15 procent te belasten. Dit zou ervoor moeten zorgen dat landen niet langer met elkaar concurreren door met steeds lagere belastingtarieven multinationals te lokken. Betekent dit het einde van het akkoord? We bellen erover met Martijn Bottenberg (Senior Counsel Tax bij APG) en Johan Barnard (Head International Public Affairs bij APG).
Welke concrete afspraken bestaan er momenteel op dit vlak?
Bottenberg: “De Europese Commissie heeft op basis van het OESO-akkoord een eigen richtlijn uitgevaardigd. Die verplicht EU-lidstaten een minimumtarief van 15 procent aan winstbelasting in te stellen. Dat voorkomt de prikkel bij multinationals om kunstmatige bedrijfsstructuren op te zetten, die weliswaar legaal zijn, maar als onwenselijk worden aangemerkt. Idealiter betalen bedrijven belasting in de landen waar zij hun geld verdienen, en zou het niet uit moeten maken waar hun hoofdkantoor is gevestigd. Zo’n multinational maakt immers gebruik van de voordelen die een land te bieden heeft, zoals de infrastructuur. Dan lijkt het me redelijk dat dit soort bedrijven bijdragen aan de instandhouding van de infrastructuur. Die 15 procent vormt een compromis. Ter vergelijking: het Nederlandse tarief is 25,8 procent, en is in het verleden weleens 35 procent geweest.
Over Pijler 1 van het OESO-akkoord, die de verdeling van heffingsrechten moet regelen, bestaat nog geen consensus, en het ziet er niet naar uit dat dit onder Trumps presidentschap gaat veranderen.”
Wat voor gevolgen heeft het besluit van Trump voor de coalitie van landen die wel belastingconcurrentie tegen willen gaan?
Barnard: “Waarschijnlijk zullen andere westerse landen Trump hierin niet zomaar volgen, maar proberen zijn presidentschap uit te zitten. De enorm grote groep van landen die inmiddels achter een minimale winstbelasting staat, zal dan ook niet zomaar uit elkaar vallen. In de fiscale praktijk verandert er door Trumps besluit dus vermoedelijk niet zo veel. De Europese Commissie heeft met wisselend succes geprobeerd om Amerikaanse techbedrijven te dwingen meer belastingen in de EU te betalen. Trump zal zich nu wel met dit soort zaken willen bemoeien, maar het is lang niet zeker dat hij de macht heeft om daar tegenover een sterke partner als de EU veel mee te bereiken. Kleine landen die niet in een blok zitten, zouden er meer last mee kunnen krijgen. Bovendien kennen de VS met 35 procent een relatief hoge winstbelasting. De te lage belastingentarieven vind je vooral in belastingparadijzen en landen met bijzondere belastingregimes om zo investeringen aan te trekken.”