Wat betekent 2023 voor… mijn portemonnee?

Gepubliceerd op: 23 november 2022

Historische krapte op de arbeidsmarkt, flink schommelende aandelenkoersen en een inflatie die tot in de dubbele cijfers reikt. 2022 is economisch gezien een behoorlijk bewogen jaar. Maar wat zal 2023 ons brengen? In deze nieuwe reeks vertelt Charles Kalshoven, macro-econoom en senior strateeg bij APG, wat we volgend jaar kunnen verwachten van onder meer de woningmarkt, de arbeidsmarkt en de beurs. Vandaag deel 1: Wat betekent 2023 voor mijn portemonnee?

Belangrijk voor de inhoud van iemands portemonnee is of de lonen harder stijgen dan de prijs van het zogenoemde boodschappenmandje, en of de overheid maatregelen neemt om de gevolgen van de hoge inflatie te verzachten. Ondanks dat er nog veel onzekerheden zijn, met name over de inflatie, ziet Kalshoven het niet somber in voor de portemonnee van de gemiddelde Nederlander in 2023. Wel zullen de verschillen tussen individuen groter zijn dan in andere jaren.

Loonstijging
Kijken we naar de lonen, dan is de verwachting van onder meer het Centraal Planbureau (CPB) en De Nederlandsche Bank dat die volgend jaar met ruim 4 procent zullen stijgen. Dat lijkt wellicht wat karig met een inflatie van 14,3 procent in oktober. De FNV eiste deze maand dan ook een loonsverhoging van 14,3 procent. Dat is volgens Kalshoven niet realistisch. “Ook bedrijven hebben een hogere energierekening en misschien een hogere huur, dus dat maakt het voor hen moeilijk om te zeggen ‘we doen er meer dan 10 procent bij’. Vaak kunnen ze de gestegen kosten ook niet volledig doorberekenen aan de klanten, omdat ze dan marktaandeel kwijtraken. Een loonstijging van 4 procent lijkt misschien niet veel als je kijkt naar de inflatie, maar het is wel hoger dan we in jaren hebben gehad.” 

Inflatie
De vraag is dan wat de prijzen gaan doen. Naar verwachting komt de inflatie over 2022 uit op ongeveer 10 procent. Het CPB gaat er nu vanuit dat de inflatie komend jaar op 2,5 procent zal uitkomen. “Dat zou een stuk lager zijn dan de verwachting van 5,5 procent die de Europese Centrale Bank heeft voor de inflatie in de hele eurozone. Maar op zich is dat niet zo gek. De Nederlandse inflatie ligt dit jaar namelijk juist ruim boven de Europese. Ook zal het energieplafond dat op de valreep voor Prinsjesdag is afgesproken de inflatie drukken.”


Goed om te weten: het inflatiecijfer van het CBS voor dit jaar is een overschatting van wat mensen echt in de portemonnee voelen. Dat komt doordat de rekenmeesters uitgaan van de fictie dat elke Nederlander elke maand een nieuw energiecontract afsluit, en dus te maken heeft met de hoge variabele tarieven van dit jaar. In werkelijkheid geldt dat maar voor een beperkte groep, omdat veel mensen een vast energiecontract hebben. “Voor volgend jaar zit er dan een prijsdaling verwerkt in het inflatiecijfer die niet iedereen zal herkennen.”

Veel werknemers kunnen een loonstijging tegemoet zien van ruim 4 procent

Energieplafond
Als de lonen inderdaad met 4 procent stijgen en de inflatie beperkt blijft tot 2,5 procent, hoeft de gemiddelde Nederlander volgend jaar niet te vrezen voor koopkrachtverlies, zeker omdat de overheid bijspringt met tijdelijke maatregelen zoals het energieplafond en een accijnsverlaging op benzine. “Wel bestaan er grote verschillen tussen Nederlanders. Waar de gemiddelde loonstijging zo’n 4 procent is, stijgen het minimumloon, de bijstandsuitkering en de AOW volgend jaar met 10 procent. Ook maakt het nogal uit of je in een goed geïsoleerd huis woont. Dan heb je eerder een lage energierekening en is het energieplafond niet eens nodig. Je profiteert dan van de loonstijging en de beperkte inflatie. Woon je echter in een slecht geïsoleerd huis en komt je energieverbruik boven het prijsplafond uit, dan ga je erop achteruit.”


Er zijn wel mogelijkheden de gevolgen van de hoge energieprijs voor de portemonnee te temperen. Kalshoven: “Wanneer de tarieven laag zijn, letten we niet zo op ons energieverbruik, maar nu zetten toch veel mensen hun verwarming lager, douchen korter of pakken minder vaak de auto.”


Net zoals het nogal uitmaakt of je in een goed geïsoleerd huis woont of niet, zijn er ook andere factoren die grote gevolgen kunnen hebben voor iemands portemonnee. “Statische koopkracht is de illusie dat er niets verandert aan jouw situatie, maar dat geldt natuurlijk lang niet voor iedereen. Vooral grote gebeurtenissen kunnen erin hakken: denk aan een echtscheiding, je baan kwijtraken of het krijgen van een kind. En de hypotheek vernieuwen is een stuk duurder geworden”, aldus Kalshoven. “Er zijn natuurlijk ook positieve voorbeelden: je portemonnee kan profiteren als je een (nieuwe) baan vindt en je bespaart woonlasten als je gaat samenwonen. Dit zijn veel grotere effecten dan je ziet in de koopkrachtplaatjes.”


Lichte plus

Ondanks dat we een recessie ingaan, is Kalshoven optimistisch gestemd over 2023. “De werkloosheid zal iets oplopen, maar vanwege de krapte op de arbeidsmarkt zal dat beperkt zijn. Veel werknemers kunnen daarom een loonstijging tegemoet zien van ruim 4 procent, en de minima zelfs van 10 procent. De inflatie zal waarschijnlijk flink lager uitkomen, op 2 tot 3 procent. Dan zijn er nog de overheidsmaatregelen, die de koopkracht van de gemiddelde Nederlander helpen, al zullen er grote verschillen bestaan.”