Historische krapte op de arbeidsmarkt, flink schommelende aandelenkoersen en een inflatie die tot in de dubbele cijfers reikt. 2022 is economisch gezien een behoorlijk bewogen jaar. Maar wat zal 2023 ons brengen? In deze reeks vertelt Charles Kalshoven, macro-econoom en senior strateeg bij APG, wat we volgend jaar kunnen verwachten van onder meer ons koopkrachtplaatje, de arbeidsmarkt en beleggingen. Vandaag deel 3: Wat betekent 2023 voor de woningmarkt?
De oververhitte woningmarkt van de afgelopen jaren verleidde RTL tot het maken van het tv-programma Kopen zonder kijken. Mensen die moeite hadden een geschikte woning te vinden, schakelden dat programma in om zo toch een eigen huis te kunnen kopen. Kalshoven verwacht dat dit format in 2023 beter kan worden veranderd naar een variant waarbij niet de kopers, maar verkopers worden geholpen. Woningen worden namelijk goedkoper, waardoor er voor kopers meer te kiezen valt. Aan de andere kant nemen de woonlasten van een koopwoning toe door de gestegen rente. Dat maakt het vooral voor starters (nog) lastiger een woning te vinden.
Eisen
Een afkoeling van de woningmarkt verloopt volgens een vast stramien, stelt Kalshoven. “Makelaars merken eerst dat de aanloop van kijkers afneemt, maar weten de woningen nog wel voor goede prijzen te verkopen. Daarna volgt een periode waarin huizen langer te koop staan, wat tot een toename van het aanbod leidt. De verkopers hebben namelijk een prijs in hun hoofd en willen daarmee niet te snel zakken. Het aantal transacties neemt vervolgens af, iets dat je nu al ziet. De afgelopen jaren zagen potentiële kopers geregeld af van allerlei eisen, bijvoorbeeld een bouwkundige keuring, omdat ze bang waren anders achter het net te vissen. Die periode is voorlopig voorbij.”
Kopers kunnen dus kritischer worden, maar tegelijkertijd stijgen de hypotheeklasten. “De rentestijging van grofweg 1,5 procent van begin dit jaar naar 4,5 procent nu betekent dat een annuïteitenhypotheek per maand bruto bijna 50 procent duurder wordt. Netto is het verschil kleiner. Eerst bestond het leeuwendeel van de maandlasten uit aflossing. Nu is de hoofdmoot rente – en die kun je aftrekken van de belasting. In het eerste jaar zijn de netto maandlasten daarom ‘maar’ 27 procent hoger. Maar vergeet niet dat door de tijd heen een groter deel van je maandbedrag uit aflossing bestaat en een kleiner deel uit rente. Uiteindelijk ben je in jaar 30 – waarin je bijna alleen nog maar aflost – dus wel 50 procent meer kwijt dan eerst.” Volgens Kalshoven wegen de gedaalde huizenprijzen hier niet tegenop: “Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek lagen de huizenprijzen in oktober ongeveer 1,5 procent onder de piek, de Nederlandse Vereniging van Makelaars zag de prijzen in het derde kwartaal met 6 procent dalen. Om op lagere maandlasten uit te komen heb je een daling van een kwart of meer nodig. Dat zie ik niet zo snel gebeuren.”