Wat betekent 2023 voor… de arbeidsmarkt?

Gepubliceerd op: 1 december 2022

Historische krapte op de arbeidsmarkt, flink schommelende aandelenkoersen en een inflatie die tot in de dubbele cijfers reikt. 2022 is economisch gezien een behoorlijk bewogen jaar. Maar wat zal 2023 ons brengen? In deze reeks vertelt Charles Kalshoven, macro-econoom en senior strateeg bij APG, wat we volgend jaar kunnen verwachten van onder meer de woningmarkt, ons koopkrachtplaatje en de economie. Vandaag deel 2: Wat betekent 2023 voor de arbeidsmarkt?

De arbeidsmarkt brak in het eerste kwartaal van dit jaar drie records. Zo waren er in het eerste kwartaal 133 vacatures op elke 100 werklozen. Het totaal aantal vacatures steeg met 59.000 en kwam uit op 451.000. Verder steeg het aantal banen flink, met 127.000, en bereikte zo het recordaantal van 11.244.000. Blijft de krapte op de arbeidsmarkt aanhouden of strooit de aankomende recessie zand in de raderen?


Vacaturegraad

Er zijn nog steeds heel veel vacatures, namelijk 121 op elke 100 werklozen, blijkt uit de cijfers van het CBS over het derde kwartaal. “En er is nog een andere manier van meten waaruit de krapte op de arbeidsmarkt blijkt. Dat is de vacaturegraad, ook van het CBS”, legt Kalshoven uit. “Daarbij wordt gekeken naar het aantal vacatures per 1000 banen, en die staat nu op 51. Alleen in het afgelopen kwartaal was dat cijfer hoger, namelijk 54. Kijken we naar de gemiddelde vacaturegraad van de afgelopen 25 jaar, dan kom je uit op 23. We zitten nu dus op ruim het dubbele. Dat geeft wel aan dat het, ondanks de naderende recessie, nog steeds vrij makkelijk is een baan te vinden.” Kalshoven verwacht dat dat ook volgend jaar zo is. “Natuurlijk groeit in een minder hard draaiende economie het aantal benodigde ‘handjes’ minder, maar ik denk dat het zich vooral vertaalt in minder grote tekorten. Voor veel werkgevers moeten de omstandigheden ook wel erg verslechteren voordat ze afscheid willen nemen van met grote moeite geworven personeel.”


Er zijn vier sectoren waar de vacaturegraad bovengemiddeld hoog is: de bouw, horeca, informatie & communicatie en delfstoffenwinning. “Bij de bouw zou je kunnen zeggen dat het aantal vacatures wellicht wat afneemt als er projecten moeten worden uitgesteld door de stikstofproblematiek, maar dan nog blijven er veel openstaande vacatures”, stelt Kalshoven. Opvallend genoeg kent het onderwijs met 21 vacatures op 1000 werkenden een van de laagste vacaturegraden, terwijl het kabinet juist maatregelen treft om in die sector de krapte tegen te gaan. “Vergelijk je het echter met de laatste 25 jaar, dan is ook de huidige vacaturegraad voor het onderwijs hoog. En natuurlijk geldt dat een klas zonder leraar maatschappelijk ingrijpender is dan een kroeg zonder barman.” 

De meeste banen zullen in 2023 beter betalen dan ze dit jaar deden

Loon-prijsspiraal
De stijgende werkgelegenheid zal volgens het Centraal Planbureau (CPB) vooral onder werknemers plaatsvinden, en niet zozeer onder zelfstandigen die juist in de coronajaren een stabiele groei lieten zien. Dat de vraag naar het aantal werknemers hoog blijft, vertaalt zich deels in meer banen en deels in hogere lonen (zo rond de 4 procent). Volgend jaar levert dat een verbetering van de koopkracht op. Toch denkt Kalshoven niet dat er een loon-prijsspiraal komt. “De lonen volgen niet de inflatie van dit jaar die in de dubbele cijfers loopt. Dat verkleint de kans dat de inflatie zichzelf versterkt.”  


Het CPB verwacht dat er in 2023 meer werkenden zijn, maar ook meer werklozen. Kalshoven: “Dat lijkt tegenstrijdig, maar wat erachter zit is een stijgende beroepsbevolking. Dat is deels omdat de bevolking tussen 15 en 75 jaar groeit, en deels omdat een groter deel daarvan wil werken. De inschatting is dat zo’n 140 duizend mensen extra zich melden, waarvan grofweg twee derde een baan vindt – en een derde dus niet.” Het CPB gaat ervan uit dat de werkloosheid stijgt van 3,4 naar 3,9 procent, ofwel van 340.000 naar 385.000 werklozen. Een getal dat volgens Kalshoven alleszins binnen de perken is: “Als je werkloos wordt dan kan dat financieel en persoonlijk heftig uitpakken. In die zin is elke stijging onwenselijk. Tegelijkertijd is een werkloosheidspercentage van 3,9% historisch gezien erg laag. Afgezien van dit jaar, 2022, moeten we terug naar 1974 voor dat soort percentages. Toch wel lang geleden: dat jaar leerde de wereld ABBA net kennen en waren Ike en Tina nog bij elkaar.”


De ICT is een sector met veel vacatures. Toch ligt het aantal vacatures minder boven het langjarig gemiddelde dan in andere sectoren. De sector blinkt minder uit in relatieve groei. Het is een trend die al wat langer gaande is in de Verenigde Staten, waar veel techbedrijven de afgelopen tijd veel werknemers hebben ontslagen. “ICT’ers hebben het in vergelijking met het verleden minder voor het uitkiezen, maar hun uitzicht op een baan is nog lang niet slecht”, aldus Kalshoven. “Overigens zie je ook vaak dat een recessie tot een herschikking op de arbeidsmarkt en tot nieuwe kansen voor de toekomst leidt. Zo begon Google na het barsten van de dotcom-zeepbel, toen veel techies op zoek waren naar een nieuwe baan, waardoor het bedrijf snel kon groeien.”


Gekte

“De vacaturegraad is nog steeds heel hoog, de lonen stijgen zo’n 4 procent en het minimumloon zelfs met 10 procent”, vat Kalshoven samen. “De meeste banen zullen in 2023 dan ook beter betalen dan ze dit jaar deden. Dit jaar was de arbeidsmarkt natuurlijk erg extreem. Denk maar aan die reclame waarbij de werkgevers komen ‘solliciteren’ bij een werknemer thuis. Ook zag je soms dat je kon solliciteren via Whatsapp of snapchat of zonder CV. Die gekte gaat er waarschijnlijk wel een beetje vanaf volgend jaar, maar het blijft een goede markt om een baan te vinden.”