Bij economisch nieuws wordt vaak de vergelijking gemaakt met vóór de coronaperiode. Vormen die jaren inderdaad een trendbreuk, of bevinden we ons weer op dezelfde weg (omhoog) als voor corona? We bellen erover met Charles Kalshoven, macro-econoom en expert strateeg bij APG.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: kun je in het geval van corona spreken van een economische waterscheiding?
“Het hangt ervan af waar je naar kijkt. In de tien jaar voor corona kenden we een gemiddelde economische groei van zo’n 1,7 procent per jaar. In periode tussen 2020 en nu was de gemiddelde economische groei ook 1,7 procent. In die zin lijkt het business as usual. Natuurlijk kreeg de economie een flinke opdoffer door de coronacrisis, maar nu lijken we die klap te boven te zijn gekomen. Dat geldt overigens niet voor elke sector. Denk maar aan het aantal treinreizigers. Dat bevindt zich door de populariteit van het thuiswerken nog steeds ver onder het volume van voor de coronaperiode, en de NS maakt dan ook nog altijd forse verliezen. Ook het vervoer door de lucht is nog niet terug op het oude niveau – er wordt ruim een derde minder verdiend dan vóór corona. Daar staan sectoren tegenover die de laatste jaren juist harder groeiden dan eerst, zoals de overheid, zorg, sport en recreatie, detailhandel en telecommunicatie. Het CBS meldde deze week nog dat Nederlandse en buitenlandse toeristen afgelopen jaar 111,2 miljard euro in Nederland besteedden. Dat is bijna 6 miljard euro meer dan in 2023, het eerste volledige jaar zonder coronamaatregelen. De totale toegevoegde waarde aan de Nederlandse economie is weer bijna op het niveau van 2019.”
De door het coronavirus veroorzaakte economische schok leidde tot fors hogere overheidsuitgaven. Wat deed dat met staatsschulden?
“In Amerika kregen mensen cheques van de overheid zodat degenen die hun baan verloren toch nog een vorm van inkomen hadden tot ze een nieuwe baan vonden. In Europa was het beleid er vooral op gericht dat werkgevers hun mensen zoveel mogelijk in dienst hielden, en kregen bedrijven steun. In Amerika hebben veel mensen dan ook een andere baan dan voor de coronaperiode, terwijl in Europa meer mensen bij dezelfde werkgever konden blijven.