Pensioen, wonen en zorg worden in Singapore in samenhang bekeken

Gepubliceerd op: 3 januari 2024

Het beste pensioenstelsel ter wereld. Dát hebben we in Nederland, volgens de jaarlijks gepubliceerde Mercer CFA Institute Global Pension Index, waarin 47 landen worden meegenomen. Doen ze het in andere landen dan zo slecht? In de serie ‘Pensioen in het buitenland’ duiken we in de stelsels van verre en minder verre landen. Voor deze aflevering begeven we ons naar het land van de mythische Merlion, Marina Bay en het Raffles hotel: Singapore.

 

Singapore bezet de 7e plek in de Mercer ranglijst en met een B+ rating bevindt het land zich in dezelfde groep als Finland en Australië. De verschillen tussen het pensioenstelsel van de Singaporezen en dat van ons zijn fors. Waar het Nederlandse pensioen vooral bestaat uit AOW, pensioen opgebouwd via de werkgever en aanvullende regelingen, is er in Singapore sprake van een geïntegreerde oplossing. Meer specifiek: een oplossing waarbij zorg, pensioen en wonen met elkaar worden gecombineerd. Het doel is dat deelnemers comfortabel met pensioen kunnen gaan, een basiszorgverzekering hebben en huisbezitter zijn. Een van de opvallende resultaten van dit systeem is dan ook dat 9 op de 10 Singaporezen een eigen woning bezitten.

De partij die dit alles voor meer dan 4,2 miljoen deelnemers uitvoert in Singapore, is de Central Provident Fund Board (CPFB). Het CPFB heeft een wettelijk monopolie voor de markt en vormt daarmee, zoals je dat in Nederland zou beschouwen, de eerste en de tweede pijler. Maar, zoals gezegd, doen ze meer dan dat.

Geen keuze
Deelname aan de CPFB is verplicht voor alle werkende Singaporezen en ‘permanent residents’. Tot de leeftijd van 55 jaar leggen deelnemers 37 procent van hun salaris in, daarna wordt het stapsgewijs minder. Van die 37 procent komt 17 procentpunt voor rekening van de werknemer en wordt 20 procentpunt opgehoest door de werkgever. De inleg wordt verdeeld over verschillende rekeningen: voor het pensioen, voor de woning en voor de zorgkosten. De verdeling van de inleg over die rekeningen gebeurt via een vaste staffel. Deelnemers hebben daar dus geen keuze in, al is er in sommige gevallen wel beperkte beleggingsvrijheid voor deelnemers die voldoende hebben gespaard en de verantwoordelijkheid voor beleggingen willen overnemen.

Vanaf 55-jarige leeftijd komt er een speciale rekening bij waarop het pensioen maandelijks wordt gestort. Daarnaast kan de overheid subsidies op je rekening storten en is er fiscale ruimte om zelf in te leggen. Dat laatste is onder andere voor zelfstandigen interessant. Ook in Singapore stijgt hun aantal, waardoor ook de zorgen over adequate pensioenopbouw toenemen.

Lage woonlasten
Om zelf verantwoordelijk te kunnen zijn voor je eigen financiële situatie, is flexibiliteit nodig. Dat is de filosofie in Singapore. Vermindering van woonkosten is een nadrukkelijk onderdeel van een goede levensstandaard na pensionering. Ook zijn er geïntegreerde woon-pensioenoplossingen beschikbaar, zoals omkeerhypotheken en mogelijkheden om kleiner te gaan wonen en de overwaarde in te zetten voor een hoger pensioeninkomen. Pensioen, wonen en zorg worden in Singapore dus integraal bekeken.

Een ander resultaat van het systeem – naast het hoge percentage eigen huizenbezit – is dat de vervangingsratio’s (het pensioeninkomen afgezet tegen het inkomen vóór pensionering) in Singapore een stuk lager liggen dan in Nederland. In Nederland ligt de netto vervangingsratio boven de 85 procent, waar deze in Singapore eerder rond de 60 procent bedraagt. Juist door dat eigen woningbezit hebben gepensioneerden in Singapore vaak relatief lage woonlasten, waardoor die vervangingsratio ook lager kán zijn. Wat verder opvalt, is dat zowel de inleg, het behaalde beleggingsrendement en de uitkering onbelast zijn.

Risicogroepen
De pensioenregeling van het CPFB kan omschreven worden als een defined contribution-regeling met defined benefit-elementen: elke deelnemer heeft zijn eigen vermogen, maar risico’s worden gedeeld en er zijn subsidies voor risicogroepen zoals lagere inkomens en oudere deelnemers.

De basisuitkering die een deelnemer in het Singaporese pensioensysteem kan verwachten is ongeveer 600 euro, maar deze kan oplopen tot ongeveer 1400 euro als er meer is ingelegd (daarbij moet wel in ogenschouw worden genomen dat Singapore al jaren tot de duurste steden ter wereld behoort, terwijl Amsterdam in 2023 bijvoorbeeld op de 28e plaats uitkwam). De deelnemer kan kiezen voor een gelijkblijvende pensioenuitkering, een uitkering met een vaste jaarlijkse stijging van 2 procent of een uitkering met een vaste daling. Ook kan de deelnemer de pensioendatum een jaar uitstellen, wat ervoor zorgt dat de pensioenuitkering met 7 procent stijgt.

Op de rekeningen verdient een deelnemer een gegarandeerd rendement tussen de 2,5 en 5 procent. Dit rendement kan het CPFB garanderen omdat de overheid van Singapore speciale obligaties uitgeeft die bedoeld zijn voor het CPFB. De hoogte van het gegarandeerde rendement is afhankelijk van op welke rekening de inleg gestort wordt. In totaal belegt het CPFB, via een fondsmanager die voor de overheid werkt, meer dan 350 miljard euro. Daarmee is het een van de tien grootste pensioenfondsen ter wereld.

Sociale woningbouw overnemen
Via de rekening voor de zorgverzekering verzekert een deelnemer zichzelf en de naaste familie voor medische kosten. Hierdoor wordt het risico dat de deelnemer bij een ziekenhuisopname moet bijleggen, fors verminderd. Daarnaast is er nog een universele zorgverzekering en een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

De filosofie van de Singaporese overheden is altijd geweest dat elke Singaporees een deel van het land moet kunnen bezitten. Om die reden is fors ingezet op sociale woningbouw die de bewoner van de overheid kan overnemen.

Het (geïntegreerde) systeem in Singapore is uniek en scoort relatief goed op houdbaarheid, maar is niet zonder uitdagingen. Zo vergrijst de populatie snel. Ook is er in de sociale zekerheid een grotere rol weggelegd voor ondersteuning door familie, maar is er een trend naar kleinere gezinnen ingezet. Veranderingen op de arbeidsmarkt (de opkomst van digitale platformwerkers en zelfstandigen) zetten de bestaanszekerheid op lange termijn verder onder druk.

Kwetsbaar
Het stelsel van het CPFB legt de nadruk op een deelnemer die werkt en via de werkgever inlegt bij het CPFB, vergelijkbaar met de tweede pijler in Nederland. Deelnemers die niet werken – bijvoorbeeld omdat ze mantelzorg verlenen – zijn daarmee kwetsbaar en er wordt gezocht naar manieren om hen verder te ondersteunen.

Het Singaporese pensioenstelsel:    Facts & figures

 

Waardering in de Mercer CFA Institute Global Pension index 2023: B-Grade (B+, “Een systeem met een degelijke structuur en veel goede eigenschappen, maar heeft een aantal verbeterpunten waardoor het niet tot de A-grade categorie behoort.”).

Inrichting: Geïntegreerd systeem, waarbij zorg, pensioen en wonen met elkaar worden gecombineerd.

Financiering: Kapitaalgedekt

Adequaatheid (Mercer ranglijst): 8e         

Houdbaarheid (Mercer ranglijst): 8e

Integriteit (Mercer ranglijst):       19e

 

 

0,5

0,75

1

1,5

2

3

             

Netto pensioen

30.8

46.2

61.6

92.4

85.9

71.2

Netto vervangingsratio

60.1

60.7

61.6

62.8

44,1

25.0

Totaal netto pensioenvermogen bij pensionering

11.8

11.9

12.1

12.3

8.6

4.9

 

Toelichting tabel:

De kolom onder ‘1’ geeft de situatie weer voor iemand met het gemiddeld netto inkomen. De kolom onder 0,5 weerspiegelt de situatie van iemand met de helft van het gemiddeld netto inkomen, et cetera.

Netto pensioen: het netto pensioen dat iemand ontvangt als percentage van het netto gemiddeld inkomen. 

Netto vervangingsratio: het netto pensioen dat iemand overhoudt, uitgedrukt in een percentage van het totale loon van het betreffende individu.

Totaal netto pensioenvermogen: waarde van de verwachte uitkeringen als meervoud van netto jaarinkomen.