“Pensioen mag geen tweede Brexit worden”

Gepubliceerd op: 25 april 2019

APG heeft een uitdagend jaar achter de rug. Dalende aandelenkoersen in het vierde kwartaal leidden tot een negatief rendement voor pensioenfondsen. En ondanks alle inspanningen van betrokkenen ligt er nog altijd geen nieuw pensioenakkoord. Dat betekent onzekerheid voor veel pensioenfondsklanten en hun deelnemers. Bestuursvoorzitter Gerard van Olphen en Ronald Wuijster - verantwoordelijk voor vermogensbeheer - blikken terug én vooruit en leggen uit hoe APG omgaat met deze en andere dilemma’s zoals rendement versus duurzaamheid en bonussen voor beleggers.

 

De slepende discussie over het pensioenakkoord in de Nederlandse polder, de politieke onzekerheid in de wereld, de daling van de rente en het sterk dalen van de aandelenmarkt in het vierde kwartaal: 2018 was geen gemakkelijk jaar voor APG. Het rendement was negatief. Hoewel bpfBOUW begin van het jaar nog licht kon indexeren, daalde de dekkingsgraad van klant ABP onder de 100%. Daarmee ligt de mogelijkheid van korten op de pensioenen bij ABP weer op de loer. De indexatie werd al eerder geschrapt. Inmiddels zijn de aandelenmarkten weer gestegen en is het belegd vermogen van APG met 500 miljard euro hoger dan ooit. Daarmee zijn de zorgen nog niet voorbij, aldus voorzitter raad van bestuur Gerard van Olphen en Ronald Wuijster, verantwoordelijk voor het vermogensbeheer van de aangesloten pensioenfondsen, onder meer ABP, bpfBOUW en SPW.

 

Waar lagen jullie in 2018 wakker van?
Gerard van Olphen: ‘Het meest uitdagend vond ik de externe omstandigheden. Wij werken hard aan pensioenwaarde: we willen zo veel mogelijk waarde creëren voor elke euro die deelnemers via ons inleggen. Het afgelopen jaar hebben we een paar goede stappen gezet: we liggen strategisch op koers, we hebben gemiddeld de uitvoeringskosten per deelnemer met zes procent verlaagd en we geven klanten meer inzicht in hun pensioen. Tegelijkertijd blijft het kortingsspook boven de markt zweven door de lage rente. Bovendien neemt het vertrouwen van de deelnemer en het maatschappelijk draagvlak steeds verder af door het uitblijven van een pensioenakkoord. Dat is lastig.’

 

Ronald Wuijster: ‘Voor ons als beleggers kwam de grootste uitdaging aan het eind van vorig jaar. De eerste negen maanden van 2018 zag het ernaar uit dat we een redelijk rendement zouden boeken, het laatste kwartaal sloeg dat ineens om. Wij zitten hier om rendement te halen voor de deelnemers, dus een negatief resultaat is gewoon niet fijn. We hebben met onze beleggingen weliswaar beter gepresteerd dan de markt, maar het blijft heel vervelend. Ook al omdat we de dekkingsgraad van ABP graag uit de gevarenzone hadden gehouden.’

Het pensioenvermogen is hoger dan ooit. Waarom blijft indexatie dan toch uit en moet er misschien zelfs gekort worden?


Gerard: ‘Ja, dat voelt heel dubbel en is bijna niet uit te leggen. Sinds 2008 is ons vermogen twee keer zo groot geworden, maar door de extreem lage rente zijn de verplichtingen nog hárder gegroeid. Terwijl ik dit uitleg, besef ik heel goed dat mensen daar geen brood van kunnen eten en dat is heel zuur. Als APG kunnen wij er alleen niet zo veel aan doen. De regels eisen hoge dekkingsgraden om aan de pensioenverplichtingen te voldoen. Daarom is het belangrijk dat er snel een pensioenakkoord komt, waarin niet wordt uitgegaan van een pensioengarantie, maar van een pensioenambitie. Dan kan de uitkering gaan mee ademen met de economie, ontstaat er meer ruimte voor indexeren, maar de keerzijde is wel dat dan ook eerder zal worden gekort.'

 

Moet APG zelf ook anders met de deelnemer communiceren?
Gerard: ‘De pensioensector en dus ook APG heeft mensen altijd het gevoel gegeven dat het wel goed kwam met hun pensioen en dat ze er zelf niet naar hoefden te kijken. Daardoor is de verwachting ontstaan dat dat pensioen gegarandeerd was. Nu er niet wordt geïndexeerd en soms gekort, zeggen mensen: ik krijg niet waar ik recht op heb. Dat is een volstrekt logische reactie. Wij hebben als sector gewoon niet goed gecommuniceerd dat pensioen altijd gepaard gaat met een stukje onzekerheid en dat mensen zich moeten voorbereiden op hoe ze er later financieel voorstaan.’

 

Deelnemers snappen ook niet waarom APG bij een negatief rendement toch bonussen uitkeert.
Ronald: ‘Ik kan me goed voorstellen dat mensen zich afvragen hoe dat zit. We beleggen voor de lange termijn en dus beoordelen we de prestaties ook op de lange termijn. Het afgelopen decennium hebben we bij ABP gemiddeld tien procent rendement per jaar gehaald. In 2018 werd het totaalrendement uiteindelijk negatief door de slechte aandelenmarkt, maar de niet-beursgenoteerde beleggingen hebben het juist wél goed gedaan. Daar hebben we ook beter gepresteerd dan de markt. We belonen mensen daarnaast voor niet-financiële prestaties, zoals leiderschap en samenwerking. We kijken bij de beloning dus niet naar dat ene mindere jaar, maar naar de lange termijn en naar het geheel.’

Toch klinkt het best veel: circa 31 miljoen aan variabele beloning en vijf mensen die een miljoen of meer verdienen.


Ronald: ‘31 miljoen euro is veel geld, maar het is minder dan tien procent van onze totale kosten. Bovendien wordt circa vijf miljoen daarvan in Nederland uitgekeerd en de rest in het buitenland. De vijf mensen die een miljoen of meer verdienen, werken voor ons in Amerika. Voor het aantrekken van topbeleggers daar ontkom je soms niet aan variabele beloning. Je moet ook kijken naar de opbrengsten. Omdat die topbeleggers op de lange termijn extra rendement weten te genereren voor de deelnemers, verdient die variabele beloning zichzelf in veelvoud terug.’


Gerard: ‘Voor alle duidelijkheid: mijn collega-bestuurders en ik krijgen géén variabele beloning. Die variabele beloning is alleen bedoeld voor een klein clubje beleggers. Wij doen bij APG driekwart van alle beleggingen zelf. Je moet dus goede mensen in huis halen. Als je bijvoorbeeld belegt in de aanleg van een snelweg in Australië, dan heb je mensen nodig die de markt kennen: boots on the ground. Je kunt een miljardenportefeuille nu eenmaal moeilijk beheren via telefoon of skype vanuit Amsterdam. Je kunt beleggingen ook uitbesteden, maar dat is een stuk duurder. Dat doen we dus alleen als het niet anders kan. Bovendien wordt dan niet zichtbaar hoeveel er aan variabele beloning is betaald, want dat gebeurt door die externe partij. Terwijl wij er transparant over zijn.’

 

APG beheert Nederlands pensioengeld, waarom wordt dat grotendeels in het buitenland belegd en niet in eigen land?


Ronald: ‘Ik snap de vraag, maar de Nederlandse economie is in omvang slechts 1% van de wereldeconomie. Wereldwijd beleggen biedt meer kans op rendement. We willen bijvoorbeeld ook profiteren van de groei in Azië. Bovendien moet je niet alle eieren in hetzelfde mandje leggen, maar de risico’s zoveel mogelijk spreiden. We willen de komende jaren overigens wel meer in Nederland gaan beleggen. We zijn onder andere al betrokken bij de financiering van de Afsluitdijk, energiezuinige huizen en windmolens. Je kunt ook denken aan andere investeringen in de infrastructuur, zoals een betere verbinding tussen Schiphol en Amsterdam. In veel landen worden dergelijke projecten door pensioenfondsen gefinancierd. Dat kan ook voor ons interessant zijn, mits het rendement goed is.’

 

Stel, APG moet kiezen tussen rendement of duurzaamheid bij een investeringsbeslissing?
Ronald: ‘Het is primair onze opdracht om een goed pensioen voor de deelnemer te realiseren, daarom is een goed rendement nodig. Maar daarnaast willen we met onze beleggingen bijdragen aan een goede leefomgeving, anders heb je later niets aan dat goede pensioen. Een goed pensioen, in een duurzame wereld, nadrukkelijk in die volgorde. In de praktijk ervaren we trouwens amper een dilemma tussen rendement en duurzaamheid. Sterker nog: omdat we niet alleen naar de financiële cijfers kijken, maar ook naar duurzaamheid, nemen we betere beleggingsbeslissingen.’

 

Waarom investeert APG nog steeds in bedrijven als Shell?
Ronald: ‘Je kunt besluiten om niet in dat soort bedrijven te beleggen, maar dan kun je als grote aandeelhouder ook geen invloed uitoefenen. Wij blijven als belegger liever betrokken. Shell werkt aan de transitie van fossiele brandstoffen naar nieuwe energiebronnen, mede door de druk die wij op het management uitoefenen. Je kunt idealistisch roepen dat er morgen geen fossiele brandstoffen meer gebruikt mogen worden, maar dat is niet realistisch: de wereld kan nog niet zonder. Wij kiezen niet voor een activistische benadering, maar we laten wél onze stem horen.’

 

APG wil zich meer op de deelnemer gaan richten en heeft een vijfde bestuurslid benoemd met die verantwoordelijkheid. Wat gaat de deelnemer daar concreet van merken?
Gerard: ‘In een nieuw pensioenstelsel met minder garantie en meer keuzevrijheid moeten mensen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen pensioen. Ze moeten ingrijpende keuzes maken, terwijl ze vaak onvoldoende kennis hebben en geen zin om zich erin te verdiepen. We sturen deelnemers nu één keer per jaar een bijna onleesbaar pensioenoverzicht. Zeventig procent van de Nederlanders gooit de envelop meteen weg. Je moet pensioenen dus eenvoudiger en toegankelijker maken en mensen helpen pensioenbewust te worden. Zo kun je denken aan een digitale ‘pensioen-apk’ bij levensmomenten als trouwen, scheiden, kinderen krijgen of een andere baan. Een snelle check: wat betekent dat voor je pensioen? Het afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld de Persoonlijke Pensioenpot ontwikkeld voor ABP. Daarmee kunnen inmiddels 850.000 Nederlanders zien hoeveel geld er voor ze in de pot zit. De komende periode gaan we met deelnemers in gesprek over hoe we ze verder kunnen ondersteunen.’

 

Er zijn in Nederland ook 850.000 zzp’ers zónder pensioen. Hoe moeten we daarmee omgaan?
Gerard: ‘Dat is zorgelijk. Als zzp’ers geen pensioen opbouwen, kan dat leiden tot armoede onder ouderen. De meeste werknemers werken verplicht elke week één dag voor hun pensioen. Daardoor heeft Nederland 1400 miljard euro klaarstaan als oudedagsvoorziening. Zzp’ers kunnen vrijwillig pensioen opbouwen, maar doen dat niet altijd. Als je mensen de keuze geeft om hun geld veertig jaar vast te zetten, of vandaag uit te geven bij de Mediamarkt, dan doen ze het laatste. Nu is de ene zzp’er de andere niet. Je hebt de ontslagen bouwvakker die tegen wil en dank zzp’er werd en je hebt de goedbetaalde ict’er of interim-manager. Wij vinden dat de overheid maatregelen moet nemen de kwetsbare zzp'ers en de middengroepen te beschermen. We hadden het daarom wenselijk gevonden als er een verplicht zzp-pensioen zou komen. Omdat dit politiek niet haalbaar lijkt en er ook onvoldoende draagvlak is bij zzp'ers zelf, kun je denken aan tussenvormen die de kern van dit probleem aanpakken, maar die meer ruimte bieden voor maatwerk.'

 

Tot slot: krijgen we ooit nog een pensioenakkoord?
Gerard: ‘In Nederland spreken we schande van de manier waarop Britse politici omgaan met de Brexit. De pensioenonderhandelaars moeten oppassen dat ze bij het pensioenakkoord niet hetzelfde gedrag gaan vertonen. Er wordt misschien gedacht: we hebben tot 31 december 2019, dus laten we tot de kerst onderhandelen, want dat vergroot de druk om eruit te komen en misschien komt er dan vanzelf een partij in beweging. Maar dat leidt tot grote onzekerheid voor de Nederlandse pensioendeelnemers. De partijen moeten zich realiseren welke emoties dit in het land oproept. Ze hebben de plicht om knopen door te hakken en mensen eindelijk te laten weten waar ze aan toe zijn.’