Er is al heel wat gezegd en geschreven over de nieuwe pensioenwet die vorig jaar inging, maar toch blijven er misverstanden bestaan. In de serie ‘Pensioenmythes ontkracht’ nemen we steeds één mythe onder de loep. De derde – er is straks geen pensioen meer voor jongeren – leggen we voor aan Ruben Laros, strategisch beleidsmedewerker bij APG.
Bij jongeren leeft soms het idee dat het opbouwen van pensioen geen zin heeft, omdat er voor hen straks toch geen geld meer over is. Een terechte vrees? Nee, zegt Laros. Die angst was al onterecht in het ‘oude’ stelsel en voor het vernieuwde stelsel geldt hetzelfde.
Laros: “Naast AOW bouwen de meeste Nederlanders aanvullend pensioen op, waarvoor je – in de meeste gevallen verplicht – inlegt via je werkgever. Die heeft hiervoor afspraken gemaakt met een pensioenuitvoerder (een pensioenfonds, verzekeraar, of premiepensioeninstelling, red.). Je inleg wordt door deze uitvoerder belegd op de financiële markten en rond je pensioenleeftijd omgezet in een levenslange pensioenuitkering. De hoogte daarvan is onder meer afhankelijk van je inleg, het behaalde beleggingsrendement en de ontwikkeling van de levensverwachting. Ook dit verandert niet met de invoering van het vernieuwde stelsel. Bovendien kun je, net zoals nu, inzien hoe hoog je verwachte pensioenuitkering is via mijnpensioenoverzicht.nl, de Uniforme Pensioenoverzichten en de eigen portals van je pensioenuitvoerder of -uitvoerders.”
Transparanter
In het vernieuwde stelsel treden wel een aantal andere veranderingen op, vervolgt Laros. “Het belangrijkste verschil is dat je inleg nu helemaal ten goede komt aan je persoonlijke pensioenvermogen. In het oude stelsel werden, via de zogeheten doorsneesystematiek, oudere werknemers gesubsidieerd door jongere werknemers. De gedachte was dat dit 'nadeel' voor jongeren vanzelf weer gecompenseerd werd zodra ze zelf ook tot de categorie ouderen behoorden. En omdat de meeste mensen vroeger lang in dienst bleven van een werkgever, werkte dit ook zo. Tegenwoordig is dit echter veel minder het geval. Daarnaast wordt de pensioenopbouw transparanter. Je krijgt meer inzicht in je persoonlijke pensioenvermogen en hoe dit vermogen jaar op jaar verandert.”
Spookverhaal
Dat er straks geen geld meer is voor jongeren, is dus een spookverhaal? Laros: “Dat klopt. Wel kan de (verwachte) pensioenuitkering dalen als er schokken optreden. Bijvoorbeeld een aandelencrash, een rentedaling, of een sterke stijging van de levensverwachting. Ook inflatie heeft invloed op de waarde van je pensioenuitkering. Toch was dit in het ‘oude’ stelsel ook al zo. Hoewel de mechaniek onder de motorkap is gewijzigd, verandert er voor deelnemers niet veel. Uiteindelijk blijft je pensioen afhankelijk van langetermijntrends.“
Vertrouwen in toekomst
Juist het feit dat de (verwachte) uitkering kan fluctueren, maakt het pensioenstelsel bestendig en zorgt dat er in de toekomst – ook voor de jongeren van nu – pensioenuitkeringen zijn, zegt Laros. “Het verschil is dat in het vernieuwde stelsel het pensioenvermogen directer meebeweegt met de financiële markten. In het vernieuwde stelsel krijgen pensioenfondsen overigens meer instrumenten om die fluctuaties zo klein mogelijk te maken. Ten slotte zijn er nog andere waarborgen waardoor jongeren met vertrouwen naar de toekomst kunnen kijken. Zoals de eisen die gesteld worden aan pensioenfondsbestuurders om de belangen van alle deelnemers – huidige en toekomstige – evenwichtig af te wegen en het uitgebreide toezicht door De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.”
In de serie ‘Pensioenmythes ontkracht’ gaan we uit van de solidaire premieregeling (SPR), een van de twee contractvormen waaruit fondsen in het vernieuwde stelsel kunnen kiezen. Alle fondsen waarvoor APG werkt, hebben voor de SPR gekozen.