Kwaliteit pensioensystemen zit wereldwijd in de lift

Gepubliceerd op: 22 oktober 2025

Uit de publicatie van de 2025 editie van de Mercer CFA Institute Global Pension Index blijkt dat veel landen met hun pensioensysteem hoger scoren dan in het jaar daarvoor. Dat geldt ook voor het Nederlandse stelsel, dat net als in 2024 uit de bus kwam als beste wereldwijd. Aan Alwin Oerlemans, Head of Product Management bij APG Asset Management, vroegen we om een toelichting van de resultaten uit het onderzoek.


Na Nederland volgen IJsland, Denemarken, Singapore en Israël als hoogst scorende landen. De pensioenstelsels van deze vijf genieten op de lijst een ‘A-status’, die door Mercer wordt omschreven als ‘een solide en toekomstbestendig pensioenstelsel dat adequate uitkeringen waarborgt, financieel duurzaam is en wordt gekenmerkt door een hoge mate van transparantie en integriteit’.


Wat valt je dit jaar op aan de resultaten van het Mercer-onderzoek?
Oerlemans: “Elk jaar worden er wel een paar nieuwe landen in de index opgenomen. Dit jaar zijn Koeweit, Namibië, Oman en Panama toegevoegd. En veel landen zijn gestegen qua score. Dat betekent dat het onderwerp pensioenen goede aandacht krijgt en dat landen ook naar elkaar kijken om te leren wat wel en wat niet bij een goed pensioensysteem hoort. Daarnaast valt op dat de hoogste categorie is uitgebreid met Singapore, dat nu de vierde plek bezet. Ik heb het Singaporese stelsel altijd als een heel volwassen pensioensysteem gezien en dat wordt in dit onderzoek weerspiegeld.


In het onderzoek van Mercer komt, naast de scores van landen, elk jaar een specifiek thema aan bod. Deze keer is dat overheidsbeleid. Daarvoor presenteren ze acht principes. Vier daarvan gaan over de regels die een overheid stelt om tot een goed pensioensysteem te komen. De andere vier principes gaan over eventuele overheidsrestricties aan de beleggingen van fondsen. Dit jaar wordt overigens ook op twee bladzijden aandacht besteed aan het longevity economy rapport van het World Economic Forum, waarvan Annette Mosman in de Steering Committee zit.”


Wat zeggen die twee pagina’s over de longevity economy?
“Feitelijk is het een call to action om de demografische en financiële uitdagingen van vergrijzing wereldwijd het hoofd te bieden en mensen te helpen weerbaarder te worden in hun langere levens. In het onderzoek worden daar drie hoofdoplossingen voor genoemd. Een basispensioen dat als vangnet dient voor iedereen, een betere toegang tot goed beheerde, kosteneffectieve pensioenregelingen, en ondersteuning van initiatieven gericht op een hogere pensioenafdracht. Vervolgens worden er specifieke aanbevelingen gedaan, waarmee je die oplossingen gestalte kunt geven.”


Nederland voert de lijst dus weer aan. Bevat het onderzoek ook nog verbetersuggesties voor ons?
“Nederland scoort met een totaal van 85,4 inderdaad het hoogst. Om die score nog verder te verhogen, worden drie aanbevelingen genoemd. Die zijn overigens niet nieuw voor ons. De eerste is een reductie van de schulden van huishoudens, waarmee wordt gedoeld op onze hoge hypotheekschulden. Een andere aanbeveling is de introductie van een tweede pijlerpensioen voor degenen die een groot deel van hun tijd voor de kinderen zorgen. Deze aanbeveling hangt samen met de lage arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland, die vaak twee tot drie dagen werken. In de tijd waarin ze voor de kinderen zorgen, bouwen ze immers geen tweede pijlerpensioen op. De laatste aanbeveling is een betere bescherming van de opgebouwde pensioenrechten van deelnemers. Dat advies komt mede voort uit de indexatiediscussies die onder het nFTK – het oude toezichtskader – plaatsvonden. Dat is een minder belangrijke aanbeveling, met de komst van het vernieuwde pensioenstelsel.”


Het onderzoek is gebaseerd op informatie uit 2024, waarin het oude pensioenstelsel nog van kracht was. Gaat het vernieuwde stelsel leiden tot een nog betere score?
“Ik denk niet dat het wezenlijk uitmaakt. Een wezenlijk andere score zou alleen ontstaan op het moment dat de contributies of de wijze van beleggen heel erg zouden veranderen, of als de kosten enorm zouden stijgen. Daar is in het vernieuwde stelsel allemaal geen sprake van.


Overigens loopt het onderzoek wel al enigszins vooruit op de Nederlandse stelselwijziging. Men merkt op dat Nederland ingrijpende pensioenhervormingen doorvoert, waarbij wordt overgestapt van overwegend uitkeringsregelingen naar een systeem van meer beschikbare premieregelingen. Maar Nederland krijgt nog steeds de hoogste indexscore. Men voorziet namelijk dat het vernieuwde stelsel waarschijnlijk nog steeds zeer goede uitkeringen biedt, ondersteund door een sterke vermogensbasis en zeer solide regelgeving.”

 

Wil je meer weten over het onderzoek? Het volledige rapport (Engels) vind je hier.