Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: chief economist Thijs Knaap over de gevolgen van de krapte op de arbeidsmarkt voor de Nederlandse economie.
3,1 Procent. Dat is het percentage van de beroepsbevolking dat in juli 2021 geregistreerd stond als werkloos, aldus het CBS. Een dergelijk laag werkloosheidscijfer heeft een krappe arbeidsmarkt tot gevolg. Gaat de Nederlandse economie daaronder lijden? In de komende jaren niet, zegt Thijs Knaap. Maar op de lange termijn spelen er trends die serieuze aandacht nodig hebben, anders pakt het wél nadelig uit voor onze economie.
GGD
Knaap: “Tijdens de coronacrisis hebben we een cijfer van 4,6 procent gezien, dus de werkloosheid daalt nu best wel hard. Helemaal nul wordt de werkloosheid nooit. Maar met die 3,1 procent zitten we aardig dicht bij het laagste cijfer ooit – 2,9 procent in februari 2020. Er zijn nu meer vacatures dan werklozen. Maar dat komt óók door de mismatch tussen de soorten banen die worden aangeboden en de profielen van de werkzoekenden. Dat heeft een tekort tot gevolg, maar de ervaring leert dat zo’n probleem zichzelf binnen een paar jaar ook weer oplost. Een kwart van het horecapersoneel is bijvoorbeeld iets anders gaan doen tijdens de coronacrisis. Een deel van deze mensen is bij de GGD gaan werken, dus die zijn nu niet beschikbaar. Maar dat past zich wel weer aan, door hogere horecalonen bijvoorbeeld.”
En zo zijn er op de arbeidsmarkt volgens Knaap wel meer tijdelijke onevenwichtigheden die zichzelf oplossen. “Er is in Nederland ook nog een flinke hoeveelheid aan onbenut arbeidspotentieel. Er zijn 3,7 miljoen mensen die niet op zoek zijn naar werk, maar sommigen daarvan kunnen daartoe wel verleid worden. Parttime werkende vrouwen bijvoorbeeld. Dat potentieel kun je aanboren door lonen te verhogen maar ook door andere, aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden te bieden. Voorbeeld: iemand die nu een beperkt aantal uren werkt vanwege de combinatie met de zorg voor kinderen, wil wellicht meer werken als dat werk vanuit huis gedaan kan worden.”
Op de loer
Over de ‘snelle dynamiek’ zoals Knaap het noemt, maakt hij zich dus niet zo veel zorgen. In de komende decennia ligt er echter een structureel probleem op de loer dat zichzelf niet zomaar oplost. “We zouden ons meer zorgen moeten maken over de langzame dynamiek die ondertussen optreedt. De vergrijzing speelt daarin een sleutelrol. Er komen steeds meer gepensioneerden. De mensen die nu met pensioen gaan, zijn gaan werken in de jaren zeventig – waarin pensioenopbouw al gebruikelijk was. Op die manier loopt het aandeel op van mensen die niet werken maar wel geld besteden. Naarmate mensen ouder worden, hebben ze een grotere behoefte aan diensten. Bijvoorbeeld iemand die de tuin doet of huishoudelijke taken uit handen neemt, of een fysiotherapeut. Het aandeel van mensen die deze diensten kunnen leveren, neemt echter af. In de snelle dynamiek speelt dit effect een ondergeschikte rol. Maar op de lange termijn gaat dit echt wringen, tenzij je er iets aan doet.”
Met dat ‘wringen’ doelt Knaap op het inflatiespook. Bij een stijgende vraag en een dalend aanbod zal arbeid – en daarmee eigenlijk alles – onherroepelijk duurder worden. Wat kun je doen om dat te voorkomen? Knaap: “Grofweg zijn daar drie manieren voor. De eerste: zo veel mogelijk goederen importeren en Nederland zo veel mogelijk een diensteneconomie laten zijn. Zodat we voldoende aanbod van diensten realiseren en de prijzen daarvan dus niet heel sterk hoeven te stijgen. De tweede manier is migratie, zodat we nieuwe arbeidskrachten krijgen. Dat is de oplossing waarop Nederland de afgelopen jaren het meest heeft ingezet. Maar die oplossing levert wel weer nieuwe problemen op. Het zet de huizenmarkt en het openbaar vervoer verder onder druk. Bovendien is het een politiek beladen oplossing. De derde manier is het verhogen van de productiviteit, bijvoorbeeld via zorgrobots en zelfrijdende taxi’s. Daarin spelen die lonen nog wel een rol want als arbeid duurder wordt, ontstaat er een prikkel om te innoveren.”
Falen
Welke oplossing of combinatie van oplossingen ontstaat, is deels aan de politiek. Maar een scenario waarin helemaal geen migratie plaatsvindt, kan slecht uitpakken voor de gepensioneerde, waarschuwt Knaap. “Niet alles valt te importeren of te automatiseren. Zonder arbeidsmigratie kan het leven flink duurder worden, waardoor een pensioen in feite minder waard wordt. In zekere zin falen we dan in onze missie als pensioenuitvoerder.”