Is constante economische groei essentieel voor onze welvaart?

Gepubliceerd op: 20 juli 2023

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: hoofdeconoom Thijs Knaap over de vraag of economische groei per se nodig is om de welvaart op peil te houden. “De mens wil er altijd op vooruit gaan.”

Economische groei werd lange tijd gezien als een positieve ontwikkeling, maar de laatste jaren wordt het tegengeluid steeds luider: economische groei heeft ook schadelijke effecten, voor mens en milieu. “In deze discussie is het de vraag wát er precies groeit. Dat is het bruto binnenlands product, ofwel het bbp. Bij productie denkt men vaak aan chemische fabrieken waar spullen uitrollen die je bijvoorbeeld bij Blokker koopt. Maar bij productie kan het evengoed om diensten gaan, zoals een bezoek aan de kapper, de belastingadviseur of een rit met de trein.”


Vervuilend

In de afgelopen decennia zijn mensen meer diensten gaan kopen dan producten. “De CO2-uitstoot die gepaard gaat met de productie van een product of dienst neemt al af sinds de metingen begin jaren negentig begonnen. Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland weer worden opgebouwd en bestond de productie in fabrieken vooral uit onder meer auto’s, fietsen en bouwmaterialen voor huizen. Nu kun je bij productie ook denken aan het programmeren van een computerprogramma of het bezoek aan een psychotherapeut. Vooral die laatste is een dienst waar geen grondstof aan te pas komt en dus ook niet zozeer vervuilend is. Met dit soort diensten kun je het bbp nog lange tijd laten groeien, zeker als men steeds nieuwe vormen bedenkt.”


De groei van het bbp kan worden opgesplitst in drie componenten, vervolgt Knaap. Het gaat om hogere productie door bevolkingsgroei, groei van kapitaal (bijvoorbeeld kantoren, fabrieken maar ook menselijk kapitaal in de vorm van opleidingen) en vooruitgang. “In Nederland komt de groei tegenwoordig vooral op rekening van die laatste component. Maar ook de vooruitgang door bijvoorbeeld nieuwe innovaties is tegenwoordig minder groot dan in de jaren tachtig en negentig.” Er is dus al minder economische groei én de groei die nog plaatsvindt is minder vervuilend dan voorheen.

Ook in Nederland lijkt de krapte op de arbeidsmarkt een structurele ontwikkeling

Psychologische factor
Knaap benadrukt dat er ook geen economische wet bestaat die zegt dat er altijd groei moet zijn. De economie kan immers ook krimpen. “Toch is het fijn als er groei is, maar dat komt vooral door een psychologische factor. De mens wil er namelijk altijd op vooruit gaan. Je wordt niet zozeer gelukkig van het welvaartsniveau dat je al hebt, maar vooral van het vooruitzicht dat je welvaart (verder) zal stijgen. In die zin is het een positieve ontwikkeling als de economie elk jaar wat verder groeit. Voor armere landen is dat effect nog groter dan voor rijkere landen, want die eerste kunnen daardoor misschien wel kindersterfte, honger en dakloosheid uitbannen.” In deze context verwijst Knaap ook naar de recessie in 2008-2009. “Het bbp ging toen omlaag, de werkloosheid steeg en de huizenprijzen daalden. Kortom: misère alom. Maar het bbp was nog net zo hoog in 2007, en dat was economisch gezien een fantastisch jaar.”


Een puur economisch argument voor groei is dat de economie deels is gestoeld op verwachtingen, en over het algemeen zijn dat verwachtingen van groei. “Stel dat ik een hotel aan een meer bouw, dan verwacht ik dat daar mensen naartoe komen en ik m’n investering na een aantal jaar terugverdien. Een groot deel van de (Nederlandse) economie is gebaseerd op dit soort verwachtingen voor de komende decennia. Als we besluiten dat er dan geen groei meer mag plaatsvinden, zullen er aardig wat faillissementen volgen en mensen werkloos raken voordat er mogelijk een nieuw evenwicht ontstaat.”


Japan

De groei kan ook op een soort natuurlijke manier tot stilstand komen. “Zoals we zagen groeit de factor kapitaal nog amper, en neemt de invloed van innovaties ook af. Dan blijft nog de bevolking over als groeifactor. Sommige landen hebben echter al te maken met een teruglopende bevolking en deze ontwikkeling zal in de toekomst in meer landen gaan spelen. Landen met lage geboortecijfers zijn onder meer Italië en Zuid-Korea, maar ook China, Duitsland en Nederland. En in Japan daalt de bevolking al sinds 2010. “Het bbp in Japan neemt echter nog steeds toe, dus de drie genoemde factoren voor economische groei bestaan ook niet helemaal onafhankelijk van elkaar. Als de bevolking afneemt, is het belangrijk om de productiviteit te verhogen zodat iedereen nog naar de supermarkt of de kapper kan. Zo zetten ze in Japan al veelvuldig robots in, niet alleen in fabrieken maar ook in bejaardentehuizen.” Ook in Nederland en de rest van West-Europa lijkt de krapte op de arbeidsmarkt een structurele ontwikkeling, nu de grote babyboomgeneratie met pensioen gaat. “Door net als in Japan in te zetten op een verdere groei van de productiviteit, kunnen de gevolgen van de vergrijzing ook hier in redelijk goede banen worden geleid”, besluit Knaap.