“Ik houd ontzettend van complexe puzzeltjes”

Gepubliceerd op: 9 juli 2025

Wie zijn de mensen die er bewust voor kiezen om in de pensioensector te werken? Wat doen ze elke dag om jouw pensioen te regelen? En wat vinden zo leuk aan hun werk? In de serie ‘De mens achter je pensioen’ nemen we je mee achter de schermen. Deze keer: Koen Vrancken is business projectmanager bij het programma Pensioen van Straks. Dit programma zorgt ervoor dat de overgang van de pensioenfondsklanten naar het vernieuwde pensioenstelsel - en de pensioenuitvoering door APG – goed verloopt.

 

Je bent eind veertig en werkt al ruim 27 jaar bij APG. Wilde je na je studie zó graag de pensioensector in?

“Nee, na de heao werkte ik eerst drie jaar als projectmanager op het hoofdkantoor van de Hema in Amsterdam. Maar ik was nog erg jong en struikelde best vaak. Bovendien miste ik Limburg. Dus toen ik hier in 1998 als developer kon beginnen, was dat ideaal. Ik heb bij APG zoveel geleerd! Ik heb alles aangegrepen wat er was om me te kunnen ontwikkelen en dat heeft me veel gebracht. Ik vind het superdeluxe hoe medewerkers daarin gefaciliteerd worden.”

 

Heb je nooit een overstap naar een ander bedrijf overwogen?

“Toen ik hier tien jaar werkte, vroeg ik me af: wat nu? Blijf ik mijn leven lang in de pensioenen? Ik besloot om te blijven, want ik vind mijn werk inhoudelijk heel interessant.”

 

Speelde de maatschappelijke betekenis van APG ook een rol?

“Nee. Nou ja, het is heel tof dat APG het pensioen verzorgt voor één op de vier Nederlanders. Het is superrelevant wat wij doen. En ik vind APG echt de beste pensioenuitvoerder van Nederland. Maar ik houd ontzettend van complexe puzzeltjes, van problemen waar je creativiteit voor nodig hebt om ze op te lossen. Dat vind ik fan-tas-tisch! Al zou ik wat dat betreft natuurlijk net zo goed bij een ander bedrijf kunnen werken.

Ik vind het ook leuk om projecten te organiseren en aan te sturen. Vooral multidisciplinair werken, mensen bij elkaar brengen, vind ik belangrijk. En ik doorgrond graag de systemen, vind het fascinerend om dingen uit te zoeken. Ik ben best een dossiervretertje.”

 

Je staat ook bekend als een troubleshooter.

“Iemand zei eens tegen mij: ‘Als we een project hebben waarvan we denken: dat lukt écht niet, dan bellen we jou’. Dat was een groot compliment. Ik heb inderdaad projecten geleid waarvan ik aanvankelijk ook dacht: ja, maar hóe dan? Het pensioenfonds voor de architectenbureaus binnen een jaar als nieuwe klant binnenhalen? Dat kán toch niet? Maar het kon wel.

Inmiddels ben ik als projectleider bij het Pensioen van Straks-programma verantwoordelijk voor de bouw van een nieuw polis- en kapitaaladministratiesysteem. Dat doen we samen met het Deense bedrijf Festina Finance. Gemiddeld staat daar vijf tot zeven jaar voor. Wij moesten het voor PPF APG en PWRI - de eerste twee fondsen die op 1 januari 2025 overgingen naar het vernieuwde pensioenstelsel - in minder dan twee jaar doen.”

 

Wat is je geheim?

“Je kunt er heel ingewikkeld over doen, maar het is gewoon teamwork. Het team maakt het succes. Zij zorgen voor kwaliteit, voor een goed verloop van het proces. Ik maak bij wijze van spreken de planningen en presentaties wel en zorg dat zij zich kunnen focussen op hun taak. Samen eten we de olifant in hapjes op. Want problemen zijn vaak te groot om ze in één keer aan te pakken.

Waar het om gaat, is dat je met slimme mensen werkt. Mensen die know how hebben, die gemotiveerd zijn om het elke dag weer net iets beter te doen. En je hebt mensen nodig die durven. Het is namelijk best spannend om iets te durven doen, om beslissingen te nemen. Want als het fout gaat, moet je weer opnieuw beginnen.”

 

Hoe ziet een doorsnee werkdag voor jou eruit?

“Die verloopt nooit zoals het in mijn agenda staat. Ik werk vaak op kantoor en heb meestal veel afspraken. Het overgrote deel van mijn werk bestaat echter uit het begeleiden van het team. Ik probeer daarbij steeds vooruit te filmen: waar gaan we naartoe? Hoe komen we daar, wat heb je nodig? Hoe gaat het met je? De werkdruk is hoog, dus dat vraagt veel aandacht. 

Tegenwoordig houd ik mijn agenda op vrijdag leeg. Dan kan ik lekker doorwerken, planningen en rapportages maken. Ook fijn. Mijn 12-jarige zoon zegt weleens: ‘Jij krijgt betaald om te praten’. Zelf wordt hij er op school vaak op aangesproken dat ‘ie te veel kletst. Dan zeg ik: moet je later mijn werk maar gaan doen, hahaha.”

 

Je werkt maar een beperkt aantal dagen thuis?

“Klopt. En natuurlijk kijk ik ‘s avonds wel eens op mijn telefoon en lees ik mailtjes. Maar ik vind: thuis is thuis. Daar loop ik het liefst in een versleten spijkerbroek en een polootje door de tuin. Ik ga met de auto naar mijn werk, want dan kan ik op de terugweg een half uurtje afschakelen. Onderweg bel ik soms met een collega: lopen we samen even leeg. Of ik zing hard mee met de radio, of luister juist naar de stilte. En dan kom ik thuis en ben ik gewoon weer de vader van Pieter en de vriend van Astrid, mijn vriendin.”

 

Hoe zie je jouw toekomst? Want in principe moet je misschien nog twintig jaar doorpraten?

“Als het kan, wil ik over pakweg tien jaar stoppen. Daarom hebben Astrid en ik onszelf als doel gesteld dat we ons huis rond onze vijftigste vrij hebben. Zodat we als we zestig zijn kunnen zeggen: dit was het qua werk. Het zou jammer zijn als ik tot mijn zeventigste doorwerk en vervolgens denk: verdorie, had ik maar meer tijd aan mijn kind en mijn partner besteed. Want dát is het allerbelangrijkste. Bovendien draait het bij APG niet om mij. Zodra je denkt dat je onmisbaar bent, heb je een probleem. Want het lost zich echt altijd op.”

 

Heb je al plannen voor later?

“Vrijwilligerswerk vind ik heel leuk. Ik help graag op school. Vroeger werkte ik in een cultureel café met mensen die een afstand hadden tot de arbeidsmarkt. Dat bestaat helaas niet meer, maar zoiets lijkt me straks ook geweldig. En ik vind tuinieren heerlijk, lekker met de klompen aan in de tuin schoffelen.

Verder houden Astrid en ik ontzettend van wandelen. Het belangrijkste van de wandeling vinden wij de lunch, want je moet wel een doel hebben. Er moet minimaal een stuk vlaai wachten. Ook heb ik al twintig jaar een modelspoorbaan, waar ik de laatste jaren weinig aan toe kom. Of misschien ga ik experimenteren met een eigen bedrijfje? Ik wil wel iets dóen. Stilstaan is niet oké.”