Heeft Europa een effectief antwoord op importheffingen van Trump?

Gepubliceerd op: 8 januari 2025

Mocht Donald Trump zijn dreigement over importheffingen op Europese producten waarmaken, dan moet de EU met een duidelijk antwoord komen, aldus Manfred Weber. De leider van de Europese Volkspartij (EVP), de grootste fractie in het Europees Parlement, suggereerde onlangs dat Brussel kan terugslaan met maatregelen tegen Amerikaanse digitale bedrijven. Is dit echt een effectief antwoord? We vragen het Charles Kalshoven, expert strateeg bij APG. 

 

Is het verstandig als Brussel met tegenmaatregelen komt, of had Christine Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, gelijk toen ze de EU opriep om eerst te onderhandelen met Trump?
“Uiteindelijk valt vrijhandel altijd te verkiezen boven importheffingen. Vrijhandel is simpelweg het meest efficiënt. Landen leggen zich dan toe op het produceren van dingen waar zij het beste in zijn, en dat leidt ertoe dat consumenten niet te veel betalen voor producten. Vanuit dat oogpunt bezien is niets doen voor Europa de beste optie. Maar ik zeg er meteen bij dat dit is gebaseerd op het ideaal van vrijhandel. In werkelijkheid wil je natuurlijk wel iets terugdoen, om te voorkomen dat iemand anders – in dit geval Trump – voortdurend de zaken dicteert. Mogelijk werkt het matigend op de ander als je laat zien dat je voor jezelf opkomt. Natuurlijk is het goed om te praten, maar of het zo verstandig is om bij voorbaat al met het chequeboek te zwaaien ‒ om daarmee Amerikaanse spullen te kopen, zoals Lagarde voorstelt ‒ weet ik niet. Maar goed, zij gaat er ook helemaal niet over.”


Wat zijn voorbeelden van tegenmaatregelen die de EU kan nemen? 
“Je kunt denken aan belastingheffing op digitale diensten die vooral worden aangeboden door Amerikaanse digitale bedrijven die in Europa actief zijn, zoals Weber voorstelt. Voorbeelden daarvan zijn Amazon, Apple, Google’s moederbedrijf Alphabet en Microsoft. Die zijn gevestigd in Ierland en betalen daar nu relatief weinig belasting. Ook kan Brussel importheffingen instellen voor producten die vooral in de Amerikaanse swing states worden geproduceerd, denk aan sojabonen, om zo maximale politieke druk uit te oefenen op Washington.

 

Verder kan Europa exportproducten waarvan de VS afhankelijk is extra belasten. Voorbeelden zijn gespecialiseerde producten binnen de chemie, farmacie en zelfs de metaalindustrie waarvan de VS er veel uit Europa haalt. Niet alles zal onvervangbaar zijn, maar als de VS ook minder uit China, Mexico en Canada wil halen, moet het wel erg veel zelf gaan doen, en dat in korte tijd. En champagne, rioja, Parmezaanse of Goudse kaas zullen ze in de VS nooit kunnen maken omdat champagne nu eenmaal uit de Champagne-regio moet komen. De grootste troefkaart is misschien wel ASML. Grote Amerikaanse bedrijven als Intel en NVIDIA kunnen niet zonder de technologisch geavanceerde chipmachines die alleen ASML kan maken. Maar dan wordt het wel echt serieus economisch wapengekletter, en daarmee ook linke soep. Hopelijk komt het niet zover.” 

We voetballen hier in Europa soms een beetje tegen onszelf

Europa hoeft zich dus niet te beperken tot één specifieke tegenmaatregel?
“Mogelijk heeft de Europese Commissie een slim plan klaarliggen, maar dat zal ze niet van tevoren aan de grote klok hangen. Dit politieke steekspel is toch een kwestie van actie-reactie. De kracht van Trump is zijn onvoorspelbaarheid waarmee hij de ander steeds op het verkeerde been zet. Een vleugje onvoorspelbaarheid van Europese kant kan daarom geen kwaad; maak dus in ieder geval niet je strategie van tevoren openbaar. Een handicap is natuurlijk dat de EU op wetten en regels is gebaseerd, wat de manoeuvreerruimte soms beperkt. Dat het strategisch verstandig is om met tegenmaatregelen te komen, neemt overigens niet weg dat moet worden voorkomen dat een handelsoorlog volledig uit de hand loopt. We willen ook niet terug naar de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw. Veel landen gooiden toen hun grenzen dicht. Dat beperkte de wereldhandel, waardoor de economische crisis verergerde.”


Koersen we sowieso op een handelsoorlog af, of is er nog een alternatief scenario?
“Uiteindelijk is Trump altijd geïnteresseerd in het maken van deals, met een ander land, een handelsblok als de EU of zelfs met bedrijven. Dat verhoudt zich slecht tot de op regels gestoelde multilaterale wereldorde, maar zo’n deal heeft natuurlijk wel de voorkeur boven een handelsoorlog. Scott Bessent, de toekomstige minister van Financiën onder Trump, heeft al aangegeven dat zo’n deal niet per se alleen over handel hoeft te gaan, maar ook bijvoorbeeld de wisselkoers van de dollar of defensie-uitgaven kan beslaan. Het zou goed kunnen dat Trump eerst uit is op chaos en zijn tanden laat zien, waarna hij met een deal de symbolische overwinning kan uitroepen.

 

Maar laten we ons in Europa ook niet te veel focussen op Trump. We voetballen hier soms een beetje tegen onszelf, en het is sowieso een goed idee om daar verandering in te brengen. Dus nog los van eventuele handelsbeperkingen tegen de VS moeten we de Europese economie versterken. Dat kan door aan de slag te gaan met het plan van Mario Draghi, de voormalige president van de Europese Centrale Bank, die in september in een rapport beargumenteerde dat de EU werk moet maken van haar innovatie- en concurrentiekracht. Als we hier ons eigen huis op orde hebben, staan we ook sterker tegenover de grillen van Trump.”