Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: hoofdeconoom Thijs Knaap over de vraag of de voltijdsbonus ertoe leidt dat meer mensen voltijds gaan werken. “Een proef moet je altijd aanmoedigen.”
Vorig jaar waren in Nederland 9,3 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar aan het werk, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van die totale beroepsbevolking werkte 48 procent in deeltijd, een percentage dat de afgelopen jaren nauwelijks is veranderd. Onder deeltijd wordt een werkweek van minder dan 35 uur verstaan. Het percentage deeltijdwerkers onder vrouwen is met 70 procent fors hoger dan onder mannen, waarvan 28 procent in deeltijd werkt. In de zorg, het onderwijs en dienstverlenende beroepen is het aantal deeltijdwerkers het hoogst. Vanwege de hoge tekorten in het onderwijs begint het kabinet met een proef door op tien scholen een voltijdsbonus te introduceren. Die houdt in dat leraren die meer willen werken een bonus krijgen. Maar heeft zo’n financiële prikkel wel zin?
Wig
Bij deze vraag speelt het progressieve belastingstelsel van Nederland een belangrijke rol, legt Knaap uit. “Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je betaalt en hoe minder toeslagen je krijgt. Dat is op zich prima, maar betekent wel dat de laatste dag van de werkweek, of je nu drie, vier of vijf dagen werkt, het meest is belast. Op die dag verdien je dus relatief het minst.” De economische term hiervoor is de wig, die het verschil aangeeft tussen de loonkosten van de werkgever en het nettoloon van de werknemer. “Die wig kan bij sommige mensen oplopen tot wel 70 procent, wat dus wil zeggen dat je van elke euro die je verdient, maar 30 cent krijgt uitbetaald. Dat komt omdat je loonbelasting betaalt en mogelijk ook nog toeslagen verliest.”
De vraag is of de voltijdsbonus nu de juiste oplossing is om het huidige arbeidstekort op te lossen. “Hierover worden debatten gevoerd in de Tweede Kamer en de grootste onduidelijkheid is de omvang van de wig.” Die is voor iedereen anders en hangt van verschillende factoren af, legt Knaap uit. Bijvoorbeeld van je burgerlijke staat, of je een gezin hebt en in welke gemeente je woont. “Heel veel mensen weten zelf ook niet wat hun wig is, sommigen gaan naar een belastingconsulent om te vragen wat een extra dag werken hen oplevert. Ik vind het idee dat iemand op basis van zo’n voltijdsbonus besluit meer te gaan werken, terwijl de meeste mensen niet precies weten wat het in totaal oplevert, daarom moeilijk voor te stellen.”