'Geef mensen met meer vermogen meer vrijheid in pensioenopname'

Gepubliceerd op: 17 september 2020

Stel, je bent tussen de 60 en 70 jaar en hebt nog maar een paar jaar te gaan tot de hypotheek van je huis volledig is afgelost. Over de jaren heen heb je – bijna ongemerkt – flink wat vermogen opgebouwd, maar dat zit grotendeels vast: in je huis en bij je pensioenfonds. Als je dat totale vermogen zou kunnen omzetten (wanneer je op de AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen gaat) naar een maandelijkse uitkering, ontvang je meer dan 70 procent van je laatstverdiende salaris. Eigenlijk vind je dan ook dat je te veel vermogen hebt opgebouwd waar je niks mee kunt. Vervroegd pensioen zou kunnen, maar is niet aantrekkelijk: vijf jaar eerder stoppen bijvoorbeeld vermindert het pensioen met tientallen procenten. En natuurlijk kun je vermogen vrijmaken door een tweede hypotheek op je huis te nemen, maar dan ga je wel weer een schuld aan, met bijbehorende verplichtingen. De mogelijkheden zijn dus beperkt.


Je kinderen helpen

Zou het niet mooi zijn als je met een deel van dat opgebouwde pensioen je kinderen kunt helpen bij de aankoop van een huis? Of je eigen huis ermee verbouwen zodat je er kunt blijven wonen, mocht je ooit slecht ter been worden? Met 10 tot 20 procent van je totale vermogen zou je zo veel meer halen uit wat je hebt opgebouwd in al die jaren.
Het is een belangrijke reden waarom ik pleit voor ‘voorwaardelijke keuzevrijheid op basis van het gehele vermogen’. Momenteel worden er al eisen gesteld aan het opnemen van je pensioen, maar daarbij wordt alleen gekeken naar het pensióen dat je hebt opgebouwd. Daardoor beschermen die voorwaarden ¬– gelukkig – de groep Nederlanders die weinig pensioen heeft opgebouwd en geen eigen woning bezit. Een voorbeeld van zo’n voorwaarde is de regel dat iemands pensioen na gebruik van de keuzemogelijkheden (bijvoorbeeld vervroegd pensioen, of een tijdelijk lagere of hogere pensioenuitkering) niet onder 50 procent van het oorspronkelijke niveau mag zakken.


Verantwoorde flexibiliteit

Er zit echter een keerzijde aan deze ‘beschermende voorwaarden’. Ze beperken een relatief grote groep meer vermogende Nederlanders onnodig in het realiseren van hun voorkeuren. Voor je oude dag is uiteindelijk je totále vermogen relevant, niet alleen het opgebouwde pensioen. Als je de keuzevrijheid voor het opnemen van pensioen laat afhangen van dat hele vermogen (inclusief het vrij vermogen in de eigen woning en beleggingen), heb je een realistischer en relevante basis om te kunnen inschatten of iemand gebaat is bij bescherming – of dat juist flexibiliteit gewenst en verantwoord is. Voor mensen met meer vermogen ontstaat er dan ruimte om een deel van hun pensioen op een alternatieve manier te gebruiken.
Met voorwaardelijke keuzevrijheid op basis van het totale vermogen helpt de overheid burgers met een goede spreiding van hun inkomen over de hele levensloop, en forceert ze hen niet onbedoeld tot oversparen. Ook het overheidsstreven om mensen langer aan het werk te houden, is erbij gebaat.

 

Eduard Ponds is Senior Strategist Research & Analytics bij APG en bijzonder hoogleraar aan Tilburg University