“Als je je erin verdiept, is pensioen ontzettend leuk”

Gepubliceerd op: 15 december 2025

 

Wie zijn de mensen die er bewust voor kiezen om in de pensioensector te werken? Wat doen ze elke dag om jouw pensioen te regelen? En wat vinden zo leuk aan hun werk? In de serie ‘De mens achter je pensioen’ nemen we je mee achter de schermen. Deze keer: Cindy Hursel is head of Kwaliteitsmanagement bij het programma Pensioen van Straks. Dit programma zorgt ervoor dat de overgang van de pensioenfondsklanten naar het vernieuwde pensioenstelsel goed verloopt.

 

Cindy, wat doet een head of Kwaliteitsmanagement?
“Ik leg altijd gekscherend uit dat je daar van alles of niets onder kunt verstaan. Want ja, iedereen kan wel zeggen dat ‘ie bezig is met kwaliteit. Het komt erop neer dat ons team binnen het Pensioen van Straks-programma een extra lijn vormt. De eerste lijn is het programma zelf. Daarnaast is er een tweede en derde lijn met risk, compliance en audit. KPMG is de vierde lijn. Wij helpen als extra lijn om risicobeheersing te realiseren. We ondersteunen bij het uitleggen en bewijzen hoe APG tijdens deze transitie de juiste kwaliteit en beheersing borgt voor de pensioenfondsen.”

 

Jouw functie is dus ontstaan uit een behoefte? Hij bestond nog niet?

“Klopt. Hiervoor werkte ik acht jaar bij de afdeling Risk & Compliance van APG. Daar heb ik verschillende riskrollen vervuld. Ruim twee jaar geleden ben ik overgestapt naar het Pensioen van Straks-programma, waar een implementatie- en operationaliseringsvraagstuk op het gebied van kwaliteit, risk en beheersing was ontstaan.”

 

Eerder werkte je als registeraccountant in de MKB-sector. Waarom wilde je bij APG werken?

“Omdat de functie bij APG mij inhoudelijk aantrok. De diepgang ervan, maar ook de pragmatiek waarmee je risicomanagement kunt toepassen. Bij het MKB voerde ik externe auditcontroles uit bij middelgrote tot grote MKB-ondernemers. Een totaal andere tak van sport. Meestal was er geen tijd om een bedrijf écht te leren kennen en zaken te implementeren.

Bij APG trok mij daarnaast, het klinkt wat cliché, ook de maatschappelijke relevantie aan. Ik weet dat pensioen voor de meesten geen sexy onderwerp is. Maar als je je erin verdiept, is het ontzettend leuk! We beheren zóveel gegevens van mensen en van hun pensioenkapitaal, dan wil je dat de risico’s daarvan zo beperkt mogelijk blijven.”

Wist je eigenlijk veel van pensioen toen je hier solliciteerde?

Lachend: “Helemaal niets. Ik kon net het woord pensioen spellen. Maar ik denk dat het in mijn vakgebied ook niet zo erg is als je er in beginsel weinig vanaf weet. Waar het om gaat, is dat je kritisch bent en de juiste vragen stelt. Je moet de samenhang willen weten, kunnen analyseren waar iets fout kan gaan, de risico’s afwegen en een besluit durven nemen. Als je die eigenschappen bezit, dan maak je je de materie vanzelf wel eigen. Omgaan met onbekendheid, besluitvaardigheid: dat heb ik echt geleerd in de MKB-sector. Ik zeg dan ook weleens voor de grap dat de gemiddelde APG-er ook wel een stukje MKB-mentaliteit zou kunnen gebruiken.”

 

Meer praktijkgericht denken, bedoel je?

“Ja, we moeten misschien wat minder vanuit theoretische modellen en methodieken redeneren, maar meer vanuit een kritische houding en pragmatische toepassingen. Het klinkt een beetje raar uit de mond van een risk manager, maar we zouden af en toe iets meer risico kunnen nemen. Ik ben voorstander van een doordacht plan van aanpak, maar daarna moet je overgaan tot operationalisering. En daarvoor verantwoordelijkheid durven nemen: dit is goed, dit kan ik uitleggen. Natuurlijk moet je ook flexibel zijn en bereid blijven om dingen bij te schaven. Want je kunt er ook weleens naast zitten. Maar je kunt niet élke mogelijke vraag, probleem of risico van tevoren voorzien. Onzekerheid neem je nooit helemaal weg, ook niet met twintig extra controles. Dat is gewoon het eerlijke verhaal.”

 

Inmiddels zijn twee van de acht pensioenfondsen waarvoor APG werkt overgestapt naar de nieuwe regels voor pensioen. Wat heb jij geleerd van dit gigantische, arbeidsintensieve traject?

“Dat je tijdig om hulp moet vragen als je ergens tegenaan loopt. Niet wachten tot je met je rug tegen de muur staat, want dan moet het onder stoom en kokend water. Zelf ben ik ook iemand die denkt: het is mijn verantwoordelijkheid, dus ik moet het oplossen. Maar als je problemen proactief bespreekt, zijn er altijd mensen bereid om je te helpen. En de tweede belangrijke les is: neem tijd voor reflectie. Even de ontwikkelingen van een afstand bezien, bekijken wat er nodig is. Dat voorkomt dat je issues te laat ontdekt. Eigenlijk moet ik het omdraaien: als je regelmatig reflecteert, kun je ook tijdig om hulp vragen.”

 

Je werkt fulltime en hebt twee kinderen. Hoe combineer jij werk en privé?

“Ik werk meestal drie, soms vier dagen per week op kantoor. Op woensdag werk ik altijd thuis omdat mijn kinderen ’s middags vrij zijn. Mijn man is elke maandag na schooltijd voor hen thuis. En ze gaan twee dagen naar de BSO. Toen ik deze functie accepteerde wist ik dat die veel tijd zou vragen, dat veertig uur per week niet genoeg was. Ik moet meer reizen en ben sowieso twee avonden per week aan het werk. Dat hebben mijn man en ik van tevoren goed besproken: willen we dit? En hoe gaan we dat dan organiseren? Ik heb het geluk dat mijn kinderen al wat zelfstandiger zijn. Mijn zoon zit in groep 8, mijn dochter in groep 6. Als ze nog heel klein zouden zijn, was dit niet gelukt.”

 

Pas in 2028 gaat het laatste pensioenfonds over naar het nieuwe stelsel. Dat betekent nog zeker drie hectische jaren?

“Het is hard werken, maar we doen het ook echt ergens voor. Dat motiveert. Samen rennen we bij APG op sprintsnelheid een marathon. Daarom is het belangrijk dat je elkaar in de gaten houdt, zorgt dat er ook tijd wordt vrijgemaakt voor leuke dingen. Work hard, play hard.”

 

En hoe ontspan jij je?

“Dankzij mijn kinderen blijft mijn leven in balans. Ik vind mijn werk ontzettend leuk, krijg er veel energie van. Maar ik ken mezelf: als ik geen kinderen had, zou ik misschien nóg meer werken. Zij helpen me om te relativeren. Ze hebben hobby’s, zitten op voetbal. Ik vind het belangrijk én leuk om bij hun club vrijwilligerswerk te doen. Zelf ga ik naar Zumba. Ik kan er niks van, maar wat maakt dat uit. Het is gewoon gezellig. Verder spreek ik regelmatig met vrienden af.”

 

Denk je weleens na over een volgende stap in je loopbaan?

“Mijn levensmotto is simpel: ik doe dingen die ik leuk vind. Op de middelbare school was ik goed in economie, daarom ging ik bedrijfseconomie studeren. Zo werd ik uiteindelijk registeraccountant. Ik ben niet zo’n carrièreplanner, ik denk altijd: als je iets doet wat je leuk vindt, word je daar ook goed in. Dat zien de mensen om je heen ook. En dan doet zich vanzelf weer een nieuwe kans voor.”