Wat veroorzaakt de stijging van de dekkingsgraad?

Gepubliceerd op: 20 april 2022

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Chief Economist Thijs Knaap over de stijgende dekkingsgraden van pensioenfondsen.

Veel pensioenfondsen kwamen donderdag met goed nieuws: hun dekkingsgraad - die de financiële positie van een fonds weergeeft - is het afgelopen kwartaal gestegen. Om te kunnen bepalen of het huidige vermogen van een fonds voldoende is om (later) de pensioenen uit te kunnen betalen (de zogeheten verplichtingen), wordt de rekenrente toegepast. Hoe hoger die rente, hoe minder een fonds aan vermogen hoeft te hebben en hoe hoger de dekkingsgraad. Het is te vergelijken met sparen voor een vakantie: hoe hoger de rente, hoe minder je maandelijks opzij hoeft te leggen. Op basis van de dekkingsgraad bepaalt een pensioenfonds of het de pensioenen verhoogt. Een belangrijk percentage dus.

Rendementen
“Het is een slechte economische tijd,” vertelt Knaap. “Zo is er oorlog in Oekraïne en bestaat er schaarste aan personeel en goederen doordat de economie na corona ineens op volle toeren begon te draaien. Ten slotte is China in lockdown na de laatste corona-uitbraak. Dat zorgt voor extra schaarste. Dat de economie door deze factoren een klap heeft gekregen, zie je ook terug in de rendementen van de pensioenfondsen over het afgelopen kwartaal. Zo lieten de obligatie- en aandelenportefeuilles verliezen zien van zo’n 5 à 6 procent. Dat soort kwartalen moet je niet te vaak hebben. In het verleden waren er weleens kwartalen waarbij de aandelen met 20 procent onderuit gingen, maar dan had je nog vaak obligaties die juist meer waard werden.”


Nu daalt de waarde van alle beleggingen, met uitzondering van de zogenaamde alternatives zoals grondstoffen, private equity en infrastructuur. “Maar met alleen goede resultaten daarop red je het niet. Het rendement van veel fondsen is nog steeds negatief en dat heeft z’n weerslag op hun vermogen: dat daalt. Maar het gekke is dat de dekkingsgraad niet alleen op het vermogen van een pensioenfonds is gebaseerd, maar ook op de verplichtingen. Dat bedrag wordt berekend met de rente en die is nu aan zo’n snelle stijging bezig dat het geld sneller aangroeit en er door de fondsen minder opzij hoeft te worden gelegd voor de betaling van pensioenen. Met andere woorden: de verplichtingen dalen, waardoor de dekkingsgraad stijgt en zelfs op een niveau komt dat we bij een aantal fondsen sinds 2008, vlak voor de kredietcrisis, niet meer hebben gezien. Het is nu een merkwaardig verhaal met de dekkingsgraad: negatieve rendementen maar wel een hogere dekkingsgraad. Dat is precies het omgekeerde verhaal als dat van de afgelopen tien jaar. Toen haalden pensioenfondsen geweldige rendementen maar daalden de dekkingsgraden. Want altijd was het verhaal dat hoe hoog de rendementen ook waren, de verplichtingen nog harder stegen als gevolg van de dalende rente.”

Het is wat mij betreft nog veel te vroeg om te zeggen dat we definitief aan het einde zijn van de almaar dalende rente

Rente
De huidige hogere dekkingsgraden zijn dus te danken aan de gestegen rente. Dat brengt de vraag met zich mee hoe lang de rente hoog blijft. “Vanaf de jaren tachtig is de geloofwaardigheid van de centrale banken en hun beleid om de inflatie te beteugelen steeds betrouwbaarder geworden. Nu stijgt de inflatie en doet de Europese Centrale Bank nog niets, waardoor de kans bestaat dat de geloofwaardigheid van centrale banken weer afneemt. Dat kan betekenen dat de rente permanent hoger wordt omdat beleggers gecompenseerd willen worden voor het risico dat de inflatie in de toekomst opnieuw piekt.”


Er zijn echter ook redenen om aan te nemen dat de rente op den duur weer gaat dalen. “Op dit moment is er heel veel spaargeld, zowel in het Westen bij bijvoorbeeld babyboomers als in de opkomende economieën zoals China.” Dat drukt de rente, en de factoren die aan het overschot van (spaar)geld ten grondslag liggen, bestaan nog steeds. “Al kun je er wel een paar aanwijzen die wat aan het omslaan zijn, zoals lage inflatieverwachtingen. Een andere is de Chinese aanbodschok. Spullen uit China zoals tv’s en mobiele telefoons werden almaar goedkoper. Sinds corona wil het Westen minder afhankelijk worden van Chinese productie. Dat kan leiden tot minder import van goedkope producten uit China. Lagelonenlanden willen daarnaast meer gaan verdienen aan hun producten, die daardoor duurder worden. Bovendien zal China ook steeds meer willen gaan uitgeven. Dat kun je ook zeggen van de Westerse babyboomers, die nu met pensioen zijn. Vraag en aanbod van geld komen dan meer met elkaar in evenwicht, wat de trend van dalende rente eventueel kan keren. Maar het is wat mij betreft nog veel te vroeg om te zeggen dat we definitief aan het einde zijn van de almaar dalende rente.”