Pensioenpraat

Gepubliceerd op: 29 juli 2020

Nieuwsupdate week 32

 

Waar praat Nederland over als het om pensioenen gaat? Van het nieuws uit het torentje in Den Haag tot de keukentafel in Drenthe: wij maken wekelijks de balans voor je op. Deze keer – uiteraard – de ontwikkelingen rondom het nieuwe stelsel.

 

Iedereen gaat erop vooruit

Nu ook de Tweede Kamer heeft ingestemd met de vervolgstappen, kunnen kabinet, werkgevers en werknemers het pensioenakkoord van 2019 verder uitwerken. Het nieuwe pensioenstelsel moet uiterlijk in 2026 volledig zijn ingevoerd. De nieuwe afspraken spitsen zich toe op de toekomstige pensioenregeling. Volgens minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken pakt die regeling straks voor iedereen goed uit.

Maar waar draaien de hervormingen ook alweer om? Een korte update.

 

Eerlijker voor jongeren en zzp’ers

Het grote verschil is dat in de nieuwe opzet niet de uitkering vaststaat, maar de ingelegde pensioenpremie. Dat is vooral voor jongeren goed nieuws. Zij bouwen nu verhoudingsgewijs minder pensioen op dan hun oudere collega’s, terwijl ze dezelfde premie betalen. Jongeren zullen straks meer profiteren van het beleggingsrendement van hun pensioenfonds.

Verder wordt uitgewerkt hoe zzp’ers beter pensioen kunnen opbouwen. Het is de bedoeling dat ze zich vrijwillig kunnen aansluiten bij een pensioenfonds in hun sector.

 

Meer risico’s maar ook meer zekerheid

In de nieuwe regeling gaat het rendement op beleggingen vrijwel direct naar de pensioenen zelf, in plaats van naar een financiële buffer voor slechte tijden. Dat heeft ook een keerzijde: als de economie tegenzit, kunnen de pensioenen eerder worden verlaagd. De risico’s voor de deelnemers worden dus groter. Werkgevers krijgen echter meer zekerheid, doordat ze precies weten welke premie ze moeten betalen.

 

Geen gedoe meer over dekkingsgraden

Het grote voordeel van de nieuwe opzet is dat er geen discussie meer is over de (lage) rekenrente, waartegen vaste pensioenen moeten worden berekend. Er is straks ook geen sprake meer van een dekkingsgraad die continu daalt en stijgt met de economische ontwikkelingen.

 

Hoe zit het met opgebouwde pensioenrechten?

Het kabinet, de werkgevers en werknemers hebben afgesproken dat al opgebouwde pensioenrechten worden samengevoegd met de aanspraken die onder de nieuwe regels worden opgebouwd. Hoe dat gebeurt, moet nog worden uitgewerkt. Dat geldt trouwens ook voor de vergoeding voor oudere werknemers, die straks minder pensioen gaan opbouwen.

 

Kortingsdreiging nog niet voorbij

Er moeten nog afspraken komen over de omgang met de lage dekkingsgraden (de verhouding tussen het geld dat fondsen in kas hebben en het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen) die veel pensioenfondsen op dit moment hebben. De kans dat pensioenen tussentijds worden verlaagd bestaat nog steeds.

 

AOW-leeftijd stijgt minder snel

De AOW-leeftijd gaat vanaf 2024 langzamer omhoog. In plaats van 12 maanden stijgt deze dan nog maar acht maanden voor elk jaar dat we – gemiddeld - naar verwachting ouder worden.

 

Voorlopig geen indexatie

Inflatiecorrectie van de pensioenen zit er de komende jaren nog niet in. Zolang het huidige pensioenstelsel van kracht is, blijven kortingen mogelijk, aldus minister Koolmees in een interview met het Algemeen Dagblad. Hij wijst erop dat veel pensioenfondsen door de huidige lage rente tot 20 procent onder de vereiste dekkingsgrens van 110 procent zitten. Pas daarboven is indexatie mogelijk.

Gepensioneerden vrezen forse pensioenverlagingen in de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel. Ouderenorganisaties willen daarom een overgangsregime dat de kans hierop verkleint.