“Mijn functie is heel veel luisteren, nadenken en uitleggen”

Gepubliceerd op: 17 april 2025

Wie zijn de mensen die er bewust voor kiezen om in de pensioensector te werken? Wat doen ze elke dag om jouw pensioen te regelen? En wat vinden ze leuk aan hun werk? In de serie ‘De mens achter je pensioen’ nemen we je mee achter de schermen. Bo Hanssen is software architect. 


Je bent afgestudeerd in scheikunde. Hoe komt een scheikundige nou in de pensioenwereld terecht?
“Toen ik net klaar was met mijn studie, gingen er een paar grote bedrijven over de kop. Organon ging dicht, DSM had een vacaturestop. Daardoor kwamen er veel hoogopgeleide mensen op de markt die meer werkervaring hadden dan ik. Omdat programmeren mijn hobby was, trok ik de stoute schoenen aan en schreef enkele softwarebedrijven aan. Zo kwam ik als software-engineer bij Inther Logistics in Venray terecht. Anderhalf jaar later werd ik voor het eerst vader. Daar wilde ik niet te veel van missen, daarom zocht ik werk in de buurt van mijn woonplaats Kerkrade. Ik ging aan de slag bij een grote consultancyfirma. Zij plaatsten mij voor een project bij APG.”

Wat was je opdracht?
“Het platform dat de systemen van APG aan elkaar knoopte, moest gerenoveerd worden. Als integratiespecialist schreef ik hiervoor softwareprogramma’s. Bij dit traject werkten APG-architecten samen met externe architecten. Maar de een kreeg een nieuwe baan, een ander ging met sabbatical. Na twee jaar was er nog maar eentje over. Toen ben ik eens met APG gaan praten: ik zie dat jullie eigenlijk behoefte hebben aan een extra technische architect, die communicatief de verbinding kan leggen tussen functionaliteit en technische infrastructuur. Dat ben ik nog niet, maar ik denk dat ik dat wel kan worden. En zo kwam ik in 2019 bij APG in dienst.”

Dus je hebt je baan zelf gecreëerd?
“Het was meer een open sollicitatie. APG zoekt altijd mensen. Ik probeer te begrijpen waar de behoeften liggen en hoe ik met mijn kennis en vaardigheden daaraan kan bijdragen, of wat ik daarvoor nog moet leren.”

Wat doe je als software architect?
“Als software – of solution – architect beschrijf ik een probleem en schets de gewenste oplossingen. Bijvoorbeeld: we willen wat meer organisatorische ontkoppeling in een proces bereiken, zodat teams niet per se afhankelijk zijn van elkaar. En dan zijn er weer anderen, zoals DevOps engineers, die de gekozen oplossing in detail uitwerken.” 

Werk je voor heel APG, of maak je deel uit van een team?
“Op dit moment werk ik voor het Pensioen van Straks-programma van APG, en dan speciaal voor het blok Systemen & Processen. Het is een vrij solistische functie, het wisselt per week met wie ik veel samenwerk. Ik heb geen mensen onder mij, maar ik geef wel richting aan. In feite geef ik leiding zonder formele macht. Zo moet de rol van een architect ook zijn.”

 

Wat is jouw taak binnen het Pensioen van Straks-programma?
“Administreren is een generiek proces: iedere pensioenuitvoerder doet dat ongeveer hetzelfde. De processen die starten wanneer iemand met pensioen gaat of overlijdt, zijn specifieker. Die vallen onder de dienstverlening die APG namens de fondsen uitvoert. De oude APG-systemen ondersteunen zowel de generieke als de specifieke processen. APG heeft het generieke deel nu uitbesteed aan Festina. Om daaraan het ‘APG-sausje’ te kunnen toevoegen, bouwen we zelf ook een nieuw systeem. Maar je bouwt nooit álles zelf. Je knipt zo’n systeem op in losse componenten en stelt per onderdeel de vraag: bouwen of kopen? En daartussen liggen nog zo’n vijftig grijstinten.
Daar begint mijn rol. Ik schets een ruwe oplossing en vraag experts om aanvullende informatie. Vervolgens leg ik alle opties zo begrijpelijk mogelijk uit aan degenen die de knopen doorhakken; het management als het gaat om investeringen, en de engineers als het om implementatie gaat. Die wisselwerking vind ik leuk. Ik houd van nadenken. Mijn werk draait om luisteren, nadenken en helder uitleggen.”

Ondertussen heb je vast aardig wat pensioenkennis opgedaan?
“Ik kan meebabbelen. Ik snap voldoende waar pensioenexperts het over hebben om hun zorgen te begrijpen en daarvoor technische oplossingen te zoeken. Maar echte pensioenkennis heb ik niet.”

Welke eigenschappen zijn essentieel voor jouw werk? 
“Nieuwsgierigheid. En uit je comfortzone durven gaan. Je moet ook een beetje twijfelen. Twijfelen aan wat er is en aan wat je denkt te weten. Het is heel belangrijk dat je durft te erkennen dat er mensen zijn die meer weten dan jij. En dat je die mensen opzoekt en vragen stelt, zodat je daarvan kunt leren.” 

Hoe wil jij je verder ontwikkelen? 
“Bij APG programmeer ik nauwelijks meer. Maar thuis programmeer ik nog wel omdat ik vind dat je de zaag scherp moet houden. Voor mij is het vooral een manier om te ontdekken wat er technisch allemaal mogelijk is. Ik wil continu meer leren. En APG is een organisatie waar heel veel kennis is. Dus er is altijd wel iemand die mij iets kan vertellen wat ik nog niet wist. Ik denk graag na over wat mijn rol zou moeten zijn en welke skills ik daarvoor nodig heb. Daarom lees ik veel en kijk ik op YouTube naar presentaties van architecten die ik hoog heb zitten. En ik volg af en toe cursussen, bijvoorbeeld bij DDD Europe. Ik overwoog nog een tweede master te gaan doen, Enterprise architectuur. Maar toen kregen we ons tweede kind, dus die master gaat voorlopig niet gebeuren.”

Heb je nog steeds genoeg tijd om van je kinderen te genieten?
“Ik heb een fulltime contract, maar heb nu zes uur ouderschapsverlof per week voor mijn dochter (9) en mijn zoontje (2).”

Werk je ook vaak thuis? 
“Ik werk zoveel mogelijk op kantoor. Deels omdat ik afhankelijk ben van wat ik om mij heen hoor. Dan werkt het gewoon beter als je aanwezig bent. Bovendien zit ik vaak in overleg en ik vergader liever niet via Teams. Want ik let graag op lichaamstaal. Als ik thuiswerk, word ik ook sneller afgeleid. Even een wasje draaien ofzo. Na al dat thuiswerken tijdens corona vind ik het ook heerlijk om weer op kantoor te zijn.”

En hoe ontspan je je? 
“Ik wandel graag, het is een fijne manier om mijn gedachten te ordenen. Ik probeer iedere dag minstens een half uurtje te lopen. Als dat tijdens mijn pauze niet lukt, ga ik ‘s avonds, als de kinderen in bed liggen. Met mijn kinderen wandel ik meestal in de dierentuin, daar wonen we op loopafstand vandaan. Of we gaan fietsen. Zelf houd ik niet zo van fietsen, maar dan zitten mijn kinderen op hun fiets en hol ik erachteraan.”