Droom & daad: “Het maakt me boos dat vrouwen nog steeds met 2-0 achterstaan op de arbeidsmarkt”

Gepubliceerd op: 3 augustus 2021

Maar doodslaan deed hij niet

Want tussen droom en daad staan wetten

In den weg en praktische bezwaren

(uit: Willem Elsschot, Het Huwelijk)

 

Pensioen mag voor generatie Z een ver-van-hun-bedshow zijn, zij zijn wel de generatie van de toekomst. Waar dromen ze van? Wat doen ze om dat te bereiken? En wat staat het in de weg? In deze reeks laten we jongeren aan het woord over hoe nu en later er voor hen uitziet.

Laura Bas (24) uit Amsterdam: “Ik maak me zorgen over de wachtlijsten in de ggz. Mensen die hulp nodig hebben – en dat zijn er sinds de pandemie steeds meer – kunnen nu nergens terecht.”

 

Wie: Laura Bas (24). Ze werd onlangs derde bij Miss World Nederland en begint in september aan de master Culture Organization & Management aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Eerder volgde ze aan het hbo een rechtenstudie. Daarnaast is ze ambassadrice van het project ‘Omdat ik het verdien’, waar ze samen met Europarlementariërs Agnes Jongerius en Vera Tax workshops over de loonkloof geeft aan (jonge) vrouwen. “In Nederland verdienen mannen nog steeds gemiddeld 15 procent per uur meer dan vrouwen. Het is mijn missie om dat te veranderen en daar wil ik me voor blijven inzetten.”

Woont: In een studio (24m2 à 320 euro) op een sociaal project in Amsterdam. “De helft van de bewoners is statushouder, het is de bedoeling dat we met elkaar gaan mengen. Een erg leuke plek om te wonen, op nog geen tien minuten van de universiteit.”

Werkt: Freelance in het contractrecht en als eindredacteur bij de Amsterdamse Studentenvakbond.

Houdt van: Schrijven, geschiedenis, filosofie, psychologie en ‘eigenlijk alles wat op ‘ie’ eindigt behalve biologie’.

 

Waar droom je van?

“Dat ik als managementconsultant boardrooms mag bestormen in het bedrijfsleven, liefst internationaal. Ik zou graag zien dat vrouwen over vijf jaar al een stuk beter zijn vertegenwoordigd op de arbeidsmarkt dan nu. Ik wil me bezighouden met vraagstukken rondom thema’s als diversiteit en inclusiviteit. Ik zie het als een taak van mijn generatie om organisaties bij de tijd te brengen door verouderde processen aan te pakken. Neem alleen al voornaamwoorden. Bij de Amsterdamse studentenvakbond waar ik voor werk is een aantal mensen non-binair. Zij willen worden aangesproken met ‘hen’ in plaats van ‘hij’ of ‘zij’. Dat zijn veranderingen die wij als generatie moeten gaan doorvoeren, ook in het bedrijfsleven.”

 

En wat hoop je privé nog te doen in je leven?

“Ik hoop nog veel van de wereld te mogen zien. Als naïeve 17-jarige heb ik voor een ‘gap year’ in Brazilië gewoond en daar heb ik veel van geleerd. In zo’n land moet je constant je eigen normen en waarden op de weegschaal leggen om er te kunnen aarden. Het heeft mijn blik op de wereld verruimd, sindsdien oordeel ik veel minder snel. Het heeft me ook doen inzien hoe goed we het in Nederland hebben. Ik ga nog iedere twee jaar terug naar Brazilië om mijn vrienden en de familie bij wie ik woonde op te zoeken. Het is heel interessant om hun visie op bepaalde onderwerpen te horen. Andere culturen leren kennen is wat mij betreft een van de meest inspirerende dingen in het leven. Vliegschaamte heb ik nog niet, maar ik hoop heel hard dat de mensen die er verstand van hebben een duurzame manier kunnen ontwikkelen om verantwoord te kunnen reizen.”

Ik zou in een wereld willen leven waarin we mensen in hun waarde laten, zonder stereotyperingen en vooroordelen”

Wat is je droom voor Nederland?

“Ik hoop dat ons land in de toekomst nog een stukje inclusiever en diverser is, wat meer openminded, met meer acceptatie. In de Tweede Kamer zitten nu eindelijk een vrouw van kleur (Sylvana Simons) en een transgender (Lisa van Ginneken), het zou mooi zijn als de politiek en het bedrijfsleven nog meer een afspiegeling worden van de samenleving. Ik zou willen dat Nederland een veiliger plek wordt voor minderheden. Want op het gebied van lhbtqi zijn we er nog niet, en strenggelovigen hebben het ook lastig. Ik hoop dat we met z’n allen meer in rust met elkaar kunnen samenleven. Dat wens ik ook buiten Nederland. Ik zou in een wereld willen leven waarin we mensen in hun waarde laten, zonder stereotyperingen en vooroordelen.”

Hoe ziet je gedroomde pensioen eruit?

“Ik hoop voor een werkgever te mogen werken waar het pensioen goed geregeld wordt. Daarnaast wil ik zelf geld gaan beleggen om eerder te kunnen stoppen. Ik denk dat we moeten werken tot ons 70ste, dat vind ik erg lang. Mijn vader gaat nu bijna met pensioen en die is van plan om met zijn vriendin lekker met de camper door Amerika te trekken, dat lijkt mij ook een prachtig pensioen.”

 

Wat baart je zorgen, met het oog op de toekomst?

“Polarisatie, en ik denk dat sociale media daarin een grote rol spelen. Als ik foto’s like van mensen die zeggen dat gras paars is in plaats van groen, zorgt dat ervoor dat ik alleen nog maar content te zien krijg van mensen die dat ook vinden. Die filterbubbel geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid, dat vind ik zorgelijk. Ik ben bang voor de gevolgen ervan.

Waar ik me ook zorgen over maak, zijn de wachtlijsten in de ggz. Mensen die hulp nodig hebben – en dat zijn er sinds de pandemie steeds meer – kunnen nu nergens terecht. Ik woon in een project met veel statushouders, die de vreselijkste dingen hebben meegemaakt. Veel van hen kampen met trauma’s, maar krijgen geen hulp. Als het dan een keer misgaat, roepen we als samenleving: ‘Zie je nou wel, het zijn altijd weer die vluchtelingen’. Maar we moeten eens in de spiegel kijken en er als samenleving voor zorgen dat deze mensen worden geholpen.

Die vooroordelen zitten me trouwens ook dwars. Ik krijg vaak de vraag of ik me niet onveilig voel in mijn buurt, omdat er veel jonge mannen met een migratie-achtergrond wonen. Die vraag kreeg ik nooit toen ik in een volkse buurt in Amsterdam-Noord woonde. Ik voel me hier juist ontzettend veilig. Als me hier iets zou overkomen en ik zou schreeuwen, weet ik zeker dat die jongens hun containers uit komen rennen om me te redden.”

 

Ik vind het niet van deze tijd dat mensen met minder inkomen minder toegang hebben tot educatie”

Wat maakt je boos?

“Onrecht. Het maakt me bijvoorbeeld heel boos dat vrouwen nog steeds met 2-0 achterstaan op de arbeidsmarkt. Dat wordt gebagatelliseerd met het argument dat het onze eigen schuld is, dat we deeltijd wel lekker vinden. Maar dat is niet de kern van het probleem.

Over het leenstelsel ben ik ook niet te spreken. Ik vind het niet van deze tijd dat mensen met minder inkomen minder toegang hebben tot educatie. Want je kunt wel doen alsof die studieschuld niets uitmaakt, maar zie later maar eens een huis te vinden op deze woningmarkt als jij en je partner allebei 40.000 euro studieschuld hebben. En ook zonder die schuld is het al niet te doen, zeker niet voor mensen die weinig verdienen. De kloof tussen arm en rijk wordt alleen maar groter.”

 

Wat staat je dromen in de weg?

“Beleidskeuzes. Dat we er als maatschappij voor kiezen om te bezuinigen op de zorg, dat de huizenprijzen de pan uitrijzen en dat je niet meer kunt studeren zonder een schuld op te bouwen. Maar het kan altijd erger. Mijn vrienden in Brazilië hebben te maken met corruptie en een leider als Bolsonaro. Voor hen is het nog moeilijker om hun dromen waar te maken.”

 

Wat doe je zelf om je dromen te realiseren?

“Ik ga moeilijke gesprekken niet uit de weg, werk hard en zet me in voor maatschappelijke organisaties en doelen waar ik achter sta.”

 

En wat doe je voor een betere wereld?

“Ik probeer veel minder vlees te eten en koop alleen tweedehands kleding, met uitzondering van sportkleding en ondergoed. Wat dat betreft ben ik echt een millennial. Daarnaast moedig ik anderen aan voor hun passies en ambities te gaan en zich niet te laten leiden door kritiek van anderen. Daar wordt de wereld ook beter van. Ik wil mensen meegeven dat falen onderdeel is van succes. In Nederland wordt falen gezien als iets slechts, maar je kunt niet succesvol worden zonder een paar keer onderuit te gaan. Van vallen en opstaan leer je veel meer dan wanneer je in één rechte lijn omhoog gaat.”

 

Is de politiek niets voor jou?

“Die vraag krijg ik vaak. Op dit moment niet, maar ik sluit het niet uit in de toekomst. Stiekem denk ik dat het bedrijfsleven veel meer macht heeft dan de politiek. Veel politici beginnen met de beste bedoelingen op het Binnenhof, vol goede moed om een verschil te maken, maar komen dan in zo’n slangenkuil terecht dat het lastig wordt om hun ambities waar te maken. In het bedrijfsleven is het misschien makkelijker om echt dingen te veranderen.”