Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: hoofdeconoom Thijs Knaap en Hoofd HR Strategie Roosmarije Reneman over de toename van het aantal werkende ouderen in Nederland.
Na een leven lang de Britse kroonprins te zijn geweest, mocht Charles zaterdag op 73-jarige leeftijd dan eindelijk het koningschap aanvaarden. Een goed moment om te kijken hoe het in Nederland zit met 65-plussers op de arbeidsmarkt.
Charles blijkt lang niet de enige 70-plusser die nog niet met pensioen is. In 2003 werkte 3,3 procent van de Nederlanders in de leeftijdscategorie van 70 tot 75 jaar, blijkt uit cijfers van het CBS. In 2019 was dit opgelopen tot 8 procent, om in de twee coronajaren te zakken tot 7,5 procent. Dit betekent dat 1 op de 13 ouderen tussen de 70 en 75 jaar nog werkt. De stijging onder 65-jarigen was nog groter. In 2003 werkte minder dan 1 op de 10 ouderen van 65 jaar, om daarna gestaag te stijgen tot ruim 4 op de 10 vorig jaar, wat verband houdt met de gestegen AOW-leeftijd.
Pensioen
Naast de hogere AOW-leeftijd zijn er nog vier redenen waarom mensen langer doorwerken dan vroeger, stelt Knaap. “Pensioenen zijn langere tijd niet verhoogd. Als je een hoger pensioen krijgt, is het financieel gezien makkelijker om eerder te stoppen met werken. Als het pensioen daarentegen lager is dan gewenst, is het aantrekkelijk om wat langer door te werken. Het effect hiervan zal wat kleiner zijn dan de gestegen AOW-leeftijd, maar het speelt wel mee.” Een derde, recente reden, is dat er momenteel veel vraag is naar arbeid. “We gaan nu door een demografische overgang waarbij er veel gepensioneerden zijn die geld uitgeven terwijl er steeds minder mensen aan het werk zijn. Het is daarom logisch dat de vraag naar mensen stijgt, ook voor deeltijd en incidenteel werk. Dat zal in de toekomst nog verder toenemen.”
Reden nummer vier heeft te maken met de transformatie van een economie die voornamelijk gericht was op fysiek werk naar de huidige diensteneconomie. “Werken op het land of in de fabriek kon je niet meer na je 65ste, dat is ook de reden dat pensioen is bedacht”, aldus Knaap. “Een 65-plusser zal niet meer in de hoogovens gaan werken, maar bijvoorbeeld wel op kantoor. Een groot deel van het werk wordt tegenwoordig zittend op kantoor of thuis verricht. Dat maakt het makkelijker voor ouderen om door te werken. De laatste reden is dat er steeds meer werkende vrouwen zijn. Dat was na de Tweede Wereldoorlog een zeldzaamheid, maar sinds de jaren zestig neemt het aantal toe. De generatie van werkende vrouwen heeft nu de leeftijd van 65 jaar bereikt, en daaronder zullen ook vrouwen zitten die op hogere leeftijd nog aan het werk zijn.”