Netspar doet nu onderzoek naar die risicobereidheid?
“Er loopt een onderzoek met APG bij het pensioenfonds voor de bouw. We onderzoeken of we die risicometing wat aantrekkelijker kunnen maken door een saaie wetenschappelijke vragenlijst om te zetten in een serious game. De resultaten daarvan vergelijken we met die van een reguliere vragenlijst, aan de hand van drie verschillende meetmethoden.”
Kun je al iets zeggen over de uitkomsten?
“We hebben de eerste uitkomsten net gedeeld met het bestuur van bpfBOUW. We zien bij de verschillende onderzoeksmethodes dezelfde patronen voor het verschil in risicobereidheid naar leeftijd, naar hoge en lage inkomens, en naar achtergrond – of het medewerkers op de werkplaats zijn of op kantoor. Maar het niveau van de risicobereidheid verschilt wel per methode. Ook dat roept vragen op: hoe moeten we daarmee omgaan?”
Maar de deelnemers waren dus sowieso bereid om risico’s te nemen?
“Ja. Kijk, als je het de mensen op straat vraagt, zouden ze zeggen: liefst zoveel mogelijk zekerheid. Financiële onzekerheid, daar houden ze niet van. Dus ze kiezen liever voor een vaste dan voor een variabele uitkering. Zelfs als dat rationeel eigenlijk niet bij ze past.
Ook daar hebben we onderzoek naar gedaan; voor de meeste mensen is het echt beter om wat risico te nemen. Dat vergroot de kans op een hogere uitkering. Want zekerheid is duur.”
Hoe jonger, hoe groter de risicobereidheid?
“Dat wordt inderdaad bevestigd in onze onderzoeken. We zien dat ook terug in de internationale literatuur.”
Maar uiteindelijk maken de fondsbestuurders de keuze.
“Zij bepalen hoe ze hun beleggingsbeleid gaan invullen. Bij die keuze kunnen ze gebruikmaken van onze onderzoeksresultaten. Bovendien is het goed dat de risicobereidheid van deelnemers elke vijf jaar gemeten wordt. Die uitslag kun je niet zomaar naast je neerleggen. Het is ook meteen een communicatiemoment. Als je de afweging tussen risico en rendement op toegankelijke wijze uitlegt, kan dat wederzijds begrip creëren.
We zien overigens in de onderzoeken dat ook de samenstelling van het bestuur – hoeveel mannen, vrouwen, jongeren, ouderen – invloed heeft op hoeveel risico er genomen wordt.”
Dus als er drie vrouwelijke dertigers in het bestuur zitten dan…
“... heb je een andere uitkomst dan als het drie mannen van in de vijftig zijn. En dat is eigenlijk wel gek, want je wilt dat de risicobereidheid afhangt van de samenstelling van een fonds.”
Netspar onderzoekt ook de risicocapaciteit van deelnemers?
“Klopt. Het mooie is dat het Centraal Bureau voor de Statistiek veel gegevens heeft over vermogens die mensen hebben, hun tweede pijler pensioenaanspraken bij verschillende fondsen of verzekeraars, hun spaartegoeden en woningvermogen. Zo kunnen we op individueel niveau – uiteraard anoniem – inzicht in het totaalplaatje krijgen. En hoe dat er bijvoorbeeld per sector, leeftijd- en inkomenscategorie uitziet. Ook van die onderzoeksresultaten kunnen de verschillende sectoren straks bij hun keuzes gebruikmaken.”
Helaas blijven sommige sectoren ook in het nieuwe stelsel buiten de pensioenboot vallen.
“Ja, de zelfstandigen bijvoorbeeld. Zeker bij de middeninkomens wordt er weinig pensioen opgebouwd. Ook mensen met flexibele contracten en werknemers in kleine bedrijven, de MKB’ers, bouwen relatief weinig tot niets op.”
Wat vertellen onderzoeken van Netspar daarover?
“Dat een van de drempels opnieuw de lage kennis over pensioenen is. Ze weten niet goed hoe het werkt. Slechts 50 procent van de zzp’ers is ervan op de hoogte dat er een fiscale jaarruimte is, blijkt uit verschillende onderzoeken. Je kunt fiscaalvriendelijk pensioensparen, maar veel mensen weten het niet of vinden het te ingewikkeld.
Bovendien hebben zelfstandigen vaker een wisselend inkomen. Ze willen wel sparen, maar niet in een pensioenproduct waar ze niet meer bij hun geld kunnen als het een jaar slechter gaat. Dat is een lastige horde. Want je wilt ook niet dat mensen het er zomaar uit kunnen halen: dan is er later geen pensioen meer.”
Zelf heb je twee parttime banen: je bent directeur van Netspar én hoogleraar empirische micro-economie aan de Universiteit Leiden. Wat drijft jou?
“Wat mij beweegt, is een betere oude dag voor Nederland. Dat is ook de missie van Netspar. Het is belangrijk dat je daarvoor zowel kennis als kennissen verzamelt – mensen uit de wetenschap en uit de praktijk in verschillende disciplines – die samenwerken om die missie te bereiken. Kennis krijgen we via onderzoeksprojecten die door de partners van Netspar geprioriteerd worden. Die informatie delen we met verschillende doelgroepen op drie niveaus: snel up-to-date, praktische toepassing en diepgaande kennis. Snel up-to-date is bijvoorbeeld een one-page met de belangrijkste conclusies en beleidsindicaties. Of een laagdrempelige podcast.”
Wordt daar dankbaar gebruik van gemaakt?
“APG is een van onze partners, en met verschillende afdelingen van APG die zelf ook onderzoek doen, werken we nauw samen. Maar ik heb het idee, ook bij andere partners, dat we met onze onderzoeksresultaten nog meer medewerkers kunnen bereiken. Omdat de inzichten voor iedereen nuttig en relevant zijn. Daarom proberen we onze kennis zo toegankelijk mogelijk te verspreiden. Bijvoorbeeld via websites, sociale media, nieuwsbrieven en dergelijke.”
En een tweede doel van Netspar is netwerkontwikkeling?
“Dat is heel belangrijk. Verschillende stakeholders zijn bij ons netwerk betrokken: pensioenfondsen, verzekeraars, sociale partners, toezichthouders, wetenschappers, de overheid. Dat netwerk proberen we zoveel mogelijk uit te breiden. Want al die typen organisaties hebben allemaal hun eigen rol in pensioenen. We horen van elkaar wat er speelt en pakken samen dingen aan. En we delen onze kennis.
Toen ik nog geen directeur van Netspar was, deed ik zelf onderzoek: wat zijn nou de pensioenvraagstukken en zijn die onderzoeksuitkomsten relevant voor de praktijk, waar is behoefte aan? Als directeur kan ik dat nog iets breder doen, door mensen aan elkaar te verbinden.”
Kortom: delen en verbinden, dat is jouw missie?
“Nou, ik vind het ook leuk om mensen positief te verrassen met wetenschap. Onlangs gaf ik een presentatie en na afloop zei iemand tegen mij: ‘Goh, ik dacht: Netspar, dat wordt vast erg moeilijk. Maar het was heel interessant en relevant. En ik heb nieuwe ideeën opgedaan.’ Die aha-erlebnis van mensen, dat ze de wereld weer een beetje beter begrijpen, en dat dit plezier oplevert, daar word ik blij van. Ook dat is wat mij drijft.”