De regels voor ons pensioen werkten jarenlang goed. Maar ze gaan steeds meer knellen. Er is de afgelopen jaren namelijk veel veranderd in de samenleving. De demografie, economie en arbeidsmarkt zijn anders. Mensen worden steeds ouder. Er zijn minder werkenden ten opzichte van gepensioneerden. Mensen werken niet meer hun hele leven bij een werkgever, maar veranderen vaker van baan of beginnen voor zichzelf. Ons huidige pensioenstelsel past minder goed bij deze veranderde maatschappij. Het pensioen is de afgelopen jaren duurder geworden, indexatie van pensioenen is lang uitgebleven en de pensioenpremies zijn gestegen. Daarom heeft het kabinet samen met werkgevers- en werknemersorganisaties een pensioenakkoord gesloten met nieuwe pensioenafspraken. Dit is de nieuwe pensioenwet, de Wet Toekomst Pensioenen (Wtp).
We worden gemiddeld steeds ouder
Iedere maand betalen werknemers en werkgevers premie voor het opbouwen van pensioen. Toen de gepensioneerden van nu begonnen met sparen, was de levensverwachting 75 jaar. Maar we worden tegenwoordig gemiddeld steeds ouder. Dat betekent dat de ouderen van nu veel langer met pensioen zijn. En dat de pensioenfondsen meer en langer moeten uitbetalen dan van tevoren was berekend.
De arbeidsmarkt is veranderd
Het huidige pensioenstelsel werkt goed als mensen hun hele leven bij dezelfde werkgever werken. Maar dat is tegenwoordig niet meer zo. Mensen wisselen vaker van baan. Of ze stoppen een tijdje met werken. En als ze weer aan het werk gaan, werken ze soms minder of gaan ze aan de slag als ZZP’er. Werkenden die halverwege hun loopbaan als zelfstandigen aan de slag gaan, bouwen te weinig pensioen op.
Een toekomstbestendig pensioenstelsel
Pensioenfondsen hebben meer vermogen dan ooit, maar de deelnemers zien dat niet terug in hun portemonnee. Met het vernieuwde stelsel zijn pensioenverhogingen eerder mogelijk. Met de nieuwe regels voor pensioen zorgen we dat we ook in de toekomst kunnen rekenen op een prettige oude dag.