Beleggen in Nederland
Sluiten

Navigeer snel in deze serie:

Sluiten

Deel deze serie:

Beleggen in Nederland

Van windmolenparken tot hotels en van snelwegen tot kansrijke startups: we vinden het belangrijk om te investeren in Nederland. Waar doen we dat? En waarom? Hierover meer op deze pagina.

Thema
Lange termijn beleggen
Collectie inhoud
35 Publicaties

Navigeer snel in deze serie:

“Investeren in hypotheken blijft interessant”

Gepubliceerd op: 6 maart 2023

APG investeert namens zijn pensioenfondsklanten ABP, bpfBOUW en SPW in hypotheekleningen van MUNT Hypotheken. Wat verwacht de pensioenbelegger van de hypotheekmarkt op de langere termijn? En hoe kan deze investering bijdragen aan de verduurzaming van Nederlandse woningen? We vragen het Kay Mennens, Senior Portfoliomanager Credits bij APG.

Met de investering in de onafhankelijke hypotheekaanbieder MUNT Hypotheken is zo’n 1,75 miljard euro gemoeid. Negen van de tien grootste pensioenfondsen van Nederland beleggen nu in MUNT Hypotheken. Dit doen zij via het platform van DMFCO, dat dient als onafhankelijke vermogensbeheerder van Nederlandse hypotheken. 

De huizenmarkt lijkt in Nederland wat af te koelen. Vormt de hypotheekmarkt nog wel een aantrekkelijke investering?
“Het rendement blijft nog wel zodanig op peil dat een investering als deze interessant genoeg is voor investeerders. Wel wordt verwacht dat de komende jaren minder hypotheken worden afgesloten. Dat komt met name omdat veel huizenbezitters afgelopen jaar hun hypotheek hebben overgesloten. De reden daarvoor was dat ze toen nog hun lening voor een lage rente voor langere tijd konden vastzetten. Daarnaast kunnen mensen tegenwoordig de rente en voorwaarden van hun huidige hypotheek meenemen wanneer ze verhuizen. Die groep zal ook niet snel een nieuwe hypotheek afsluiten. Deze ontwikkelingen zorgen wel voor wat druk op het rendement, want de concurrentie wordt groter. De hoeveelheid investeerders en de hoeveelheid beschikbaar geld blijven immers gelijk, maar het aantal hypotheken neemt af. De afgelopen jaren zagen we dat er voor investeerders wel een ondergrens bestaat voor wat betreft het rendement. Als het rendement te slecht wordt, haken bepaalde investeerders al dan niet tijdelijk af, waarna het rendement weer zal aantrekken. Ik denk dan ook dat de vooruitzichten nog steeds positief zijn, en we over een langere periode een aantrekkelijk rendement kunnen behalen. Ons doel is om 0,75 tot 1 procent meer te verdienen dan de risicovrije rente.”


De directeur van DMFCO kijkt ernaar uit om “de ervaringen van APG en zijn pensioenfondsklanten op het gebied van ESG te gebruiken om ons hypotheekbedrijf verder door te ontwikkelen.” Wat zijn enkele voorbeelden van deze ervaringen waarmee DMFCO aan de slag kan?
“Toen we in 2018 investeerden in Vista Hypotheken waren we de eerste grote investeerder op dat platform, waardoor we daar een stevige vinger in de pap hadden. We hebben toen gezegd dat de hypotheken van Vista een duurzaam karakter moesten krijgen. Zij zijn vijf jaar geleden daarom begonnen met een zogeheten ‘groenkorting’. Dat wil zeggen dat je korting krijgt op je hypotheekrente als de woning een energielabel A heeft, of wanneer je het energielabel na aankoop verbetert naar A. Dat is daarna door meerdere hypotheekverstrekkers overgenomen. Tegelijkertijd is de aandacht veel meer komen te liggen op het helpen van klanten om hun woning te verduurzamen. Dat kan met behulp van financiering, maar wat je veel vaker ziet is dat het probleem ligt bij het feit dat de consument onbekend en onervaren is met dit onderwerp. Wat dan helpt is het verstrekken van informatie en ervoor zorgen dat de klant in contact komt met een aannemer. Die kan dan duidelijk maken wat het verduurzamen van een woning kost en wat het oplevert.


Een ander leerpunt is dat de periode rond de aankoop van een huis niet het uitgelezen moment is om het met de koper te hebben over verduurzaming. Vaak heeft de klant dan al genoeg aan z’n hoofd en komt informatie over verbouwingen ten behoeve van duurzaamheid en de financiering daarvan op een ongeschikt moment. In plaats daarvan kijken we naar de mogelijkheid om contact met de klant te blijven houden ná het afsluiten van de hypotheek. Dat doen we om de klant zoveel mogelijk te helpen en mogelijke drempels weg te nemen, zodat hij daadwerkelijk zijn woning gaat verduurzamen. Een hypotheekproduct geeft de mogelijkheid om op een heel directe manier met de consument te praten over verduurzaming. Daarin hebben hypotheken wel een unieke rol, want bij andere beleggingen heb je meer te maken met bedrijven.”

De kredietverliezen op hypotheken over de afgelopen jaren zijn heel laag geweest

Het is anno 2023 voor veel Nederlanders, zeker voor starters, lastig om een hypotheek te krijgen. Dit komt onder meer doordat de voorwaarden, zoals het meebrengen van eigen geld, een stuk strenger zijn dan voorheen. Kan APG daarin iets betekenen nu het namens zijn fondsklanten in hypotheken investeert?
“Veel van die voorwaarden zijn wettelijk vastgelegd en daar kunnen we als APG dus weinig aan veranderen. Overigens is het zo dat de strenge regelgeving een van de redenen is waarom hypotheekproducten het goed doen wat risico betreft. De kredietverliezen op hypotheken over de afgelopen jaren zijn heel laag geweest. En niet alleen in de afgelopen jaren toen het economisch goed ging, ook tijdens de financiële crisis van 2008 bleven de verliezen heel laag: zo’n 0,1 procent in een jaar op basis van een hele portefeuille. En dan heb je het nog over een crisisjaar. Die strenge acceptatiecriteria en voorwaarden zijn positief voor het kredietprofiel van hypotheken.


Dat nieuwe hypotheekleningen nu door de hogere rente wat minder betaalbaar zijn, is nu eenmaal zo. Tegelijkertijd liggen de zogeheten ‘loan-to-value’-limieten in de ons omringende landen veel lager, waardoor je daar meer eigen geld moet meebrengen om een huis te kunnen kopen. Daarom zijn buitenlandse investeerders ook terughoudend om zich op de Nederlandse hypotheekmarkt te begeven, omdat je hier tot 100 procent van de waarde van je huis kunt lenen, wat in principe hartstikke risicovol is. Daar staat weer tegenover dat hier strenger wordt getoetst of het inkomen van de hypotheekaanvrager voldoende is om de maandelijkse rente en aflossing te kunnen betalen. In tegenstelling tot andere landen wordt hier een hypotheek verstrekt op basis van iemands inkomen, niet enkel op basis van het huis als onderpand. Dat is het grote verschil.”


Tot slot: wat merkt de Nederlander die een huis wil kopen van deze investering?
“Ik denk eerlijk gezegd niet zo heel veel. Het landschap van Nederlandse hypotheekverstrekkers is al geruime tijd vrij breed. Er zijn rond de veertig hypotheeklabels op de markt. MUNT Hypotheken is in 2014 begonnen en heeft een stuk of 25 Nederlandse pensioenfondsen als investeerder. Het totale bedrag aan uitstaande hypotheekschuld in Nederland is ruim 800 miljard euro. Een nieuwe investering van 1,75 miljard euro gaat niet veel veranderen aan het product van MUNT, maar de investering kan er wel voor zorgen dat ze hun huidige marktpositie als een van de grootste hypotheekaanbieders van Nederland vasthouden en misschien nog wel verstevigen.”

 

Bekijk hier het persbericht over de investering in MUNT Hypotheken.

Volgende publicatie:
Neemt de overheid de rol van vastgoedbeleggers over?

Neemt de overheid de rol van vastgoedbeleggers over?

Gepubliceerd op: 16 februari 2023

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Hoofd Europees vastgoed Robert-Jan Foortse over de assertievere rol van de rijksoverheid op het gebied van de woningbouw. “We zijn als vastgoedbelegger op zoek naar zowel een financieel als een maatschappelijk rendement en werken actief mee aan een oplossing, maar we zíjn niet de oplossing.”


Vorige week werd bekend dat Amsterdam een financiële bijdrage van het Rijk krijgt voor de bouw van zo’n 1.000 flexwoningen. In totaal stelde minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) 100 miljoen euro beschikbaar aan 42 gemeenten voor ongeveer 8.360 flexwoningen. Dit past in het kabinetsplan om tot en met 2030 zo’n 900.000 woningen te bouwen. De vraag is of de overheid daarmee de rol van vastgoedbeleggers overneemt.


Ambitieus

Allereerst de vraag of het plan van minister De Jonge überhaupt haalbaar is. “Het is op z’n minst ambitieus”, stelt Foortse. “Afgelopen jaar is een recordaantal van 74.000 woningen gebouwd. Dat is niet genoeg om het totaaldoel van 900.000 te behalen. En voor dit jaar worden er ‘maar’ 60.000 nieuwe woningen verwacht, dus het tekort stapelt zich op.”


Om het doel in 2030 te behalen zijn vijf factoren nodig: grond, vergunningen, materialen, bouwvakkers en geld. Elke factor kent zo z’n eigen uitdagingen. “Want waar is die grond, en wat is de prijs? En hoe zit het met de vergunningen? Het proces gaat nu langzaam, doordat er veel bezwaren worden ingediend en gemeenten onderbemand zijn om de vergunningen tijdig te kunnen verlenen.”


Het zijn stuk voor stuk uitdagingen die lastig te tackelen zijn. “De grond wordt bijvoorbeeld veelal gecontroleerd door gemeenten, voor wie de verkoop ervan een belangrijke inkomstenbron is geworden. De grondprijzen stijgen als het ware om de gemeentebegroting op orde te houden.” En de afgelopen jaren is niet alleen de grondprijs gestegen, maar ook die van materialen en arbeid, waardoor de nieuwbouwwoningen duurder worden, vervolgt Foortse. “Dat vormt nog een extra probleem, want die 900.000 nieuwe woningen moeten wel grotendeels betaalbaar zijn. Nieuwbouwwoningen duurder maken is ongewenst, want dan blijven ze onbereikbaar voor starters. Gemeenten hebben de inkomsten van de gestegen grondprijs echter nodig en beleggers willen een redelijk rendement halen. Wie moet dan toegeven?” 

De overheid heeft een andere rol dan een investeerder

Spelregels
Om de impasse te doorbreken, zijn twee oplossingen mogelijk, aldus Foortse. “Ofwel moet iemand de regie nemen en de woningbouw centraal aansturen, bijvoorbeeld in de persoon van de minister, ofwel er wordt besloten om de markt zo vrij mogelijk te laten in de verwachting dat dan zoveel mogelijk huizen worden gebouwd. Het probleem bij de tweede oplossing is dat er dan vooral in het duurdere segment zal worden gebouwd, wat mogelijk ten koste gaat van de kansen voor starters als de doorstroom niet op gang komt. Ik snap dat de minister probeert de regie naar zich toe te trekken. Maar ik weet niet hoe succesvol hij daarin zal zijn, gezien de vele uitdagingen en de verschillende belangen op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau.”


De rol van vastgoedbeleggers is zeker nog niet uitgespeeld, want die brengen een onmisbare factor mee en dat is geld, zegt Foortse. “Eind november zijn we met vertegenwoordigers van vijf van de grootste woningbeleggers van Nederland, waaronder APG, op gesprek bij minister De Jonge geweest. Wij hebben gezegd dat we als Nederlandse pensioenbelegger interesse hebben om namens onze pensioenfondsklanten te beleggen in woningen in Nederland, en dat Nederlandse huurwoningen ook al een belangrijke component van de beleggingsportefeuilles van onze klanten vormen. We zijn als vastgoedbelegger op zoek naar zowel een financieel als een maatschappelijk rendement en werken actief mee aan een oplossing, maar we zíjn niet de oplossing. De opgave en kosten van 900.000 nieuwe woningen zijn dermate groot, dat ook buitenlandse investeerders nodig zijn. Daarbij helpt niet dat de regelgeving de afgelopen jaren meermaals is gewijzigd. Denk aan het aanpassen van de overdrachtsbelasting of de uitbreiding van het puntenstelsel naar de vrije huursector. Het komt erop neer dat tijdens het spelen de spelregels worden aangepast. Dat is onplezierig, zeker omdat we als pensioenbelegger een lange-termijn-horizon hebben. We benadrukten bij de minister dan ook het belang van heldere en voorspelbare regels. Want voorspelbaarheid verlaagt het risico en trekt daarmee investeerders aan.”


Bijdrage

Dat de overheid de rol van vastgoedbeleggers niet overneemt, blijkt ook uit de geringe omvang van de bijdrage van het Rijk aan de Amsterdamse flexwoningen. “Het gaat om 12 miljoen euro voor zo’n 1.000 woningen, dat is 12.000 euro per woning. De overheid is geen vastgoedbelegger, maar geeft een bijdrage, een subsidie als het ware. Dat is een andere rol dan die van ons als investeerder. Ik denk echter wel dat alle marktpartijen het erover eens zijn dat Nederland erbij gebaat is dat er snel veel meer woningen worden gebouwd”, besluit Foortse.

Volgende publicatie:
APG richt Noordzeker op voor ontwikkeling offshore windparken

APG richt Noordzeker op voor ontwikkeling offshore windparken

Gepubliceerd op: 15 november 2022

Voor het eerst richt APG zich op de ontwikkeling van een groot offshore windpark vanaf de beginfase. Noordzeker, een consortium dat in opdracht van ABP wordt opgericht, bereidt een bod voor op maximaal vier kavels in de Noordzee. 

De Nederlandse overheid heeft de ambitie om windenergie op zee (offshore) fors uit te breiden. In dat kader zal voor de kust van IJmuiden een enorm windpark worden ontwikkeld. IJmuiden Ver (IJVER) wordt verdeeld in vier kavels, die gezamenlijk 4 gigawatt (GW) aan schone elektriciteit zullen opwekken – genoeg om meer dan 5 miljoen huishoudens van stroom te voorzien. In lijn met ABP’s ambitie om te investeren in de Nederlandse energietransitie, richt APG een consortium op om deel te nemen aan de aanbesteding en een leidende rol te spelen in de ontwikkeling van windenergie op de Noordzee.

Nieuwe aanpak

“We hebben natuurlijk al eerder geïnvesteerd in windenergie, zowel aan land als offshore, ook in Nederland”, zegt Bart Saenen, Senior Portfoliomanager Infrastructure. “Maar dit is de eerste keer dat we deelnemen aan alle fasen – aanbesteding, ontwikkeling, bouw en exploitatie – van een offshore project. Hiervoor werken we samen met een toonaangevende ontwikkelaar van hernieuwbare energie. We zijn verheugd om namens ABP en haar deelnemers een leidende rol op ons te nemen in het realiseren van de Nederlandse ambities voor wind op zee.”

Het kabinet kondigde onlangs plannen aan om de productie van offshore windenergie enorm uit te breiden. In 2030 moet Noordzee-windenergie goed zijn voor 21 GW of ongeveer 75 procent van het huidige Nederlandse elektriciteitsverbruik. Naar verwachting groeit de productie tot ongeveer 70 GW in 2050. Locaties voor de ontwikkeling van windparken worden in fases geveild – waarbij de IJVER-kavels in 2023 aan de beurt zijn. In de aanbestedingsvoorwaarden zijn zowel financiële als kwalitatieve criteria opgenomen. Die laatste gaan onder meer over systeemintegratie en ecologie.

Stimuleren van innovatie

“De Nederlandse overheid wil innovatie stimuleren om oplossingen te vinden en op te schalen voor systeemintegratie en om ecologische uitdagingen aan te pakken”, zegt Bart. “Het bouwen van een windpark is één ding, maar we moeten ook vraag en aanbod van windenergie in evenwicht brengen, bijvoorbeeld door batterijopslag te integreren en waterstof als energiedrager te gebruiken. De bouw en exploitatie van windparken heeft ook invloed op het vogel- en zeeleven. Noordzeker zal samen met Nederlandse onderzoeksinstituten, universiteiten en milieuorganisaties zoeken naar manieren om de negatieve effecten te verminderen en zelfs ecosystemen te versterken.”

De concurrentie bestaat waarschijnlijk uit grote windparkontwikkelaars, energiebedrijven en olie- en gasbedrijven. “De overheid heeft aangekondigd dat kwalitatieve criteria voor systeemintegratie en ecologie een belangrijke rol spelen in het aanbestedingsproces”, legt Bart uit. “Samen met onze partners in Noordzeker kunnen we een uniek bod doen op basis van onze langetermijn betrokkenheid bij de Nederlandse energietransitie en Noordzee offshore wind, onze succesvolle staat van dienst bij het opbouwen van langdurige partnerschappen en de stevige wortels van APG en ABP in de Nederlandse samenleving.”

Financieel en maatschappelijk rendement

Investeren in de ontwikkeling van windparken op de Noordzee levert naar verwachting een goed en stabiel rendement op voor de deelnemers van ABP – vooral omdat we investeren voor de zeer lange termijn. En het levert belangrijke maatschappelijke voordelen op, zoals ook ABP aangeeft: “We beleggen Nederlands pensioenvermogen en bundelen onze krachten met Nederlandse en Europese bedrijven om offshore energieproductie mogelijk te maken. Zo dragen we bij aan een betrouwbare en duurzame energievoorziening voor Nederlandse huishoudens en bedrijven. Dat is goed voor de pensioenen, ons klimaat, de energiezekerheid en de werkgelegenheid.”  

Gegadigden moeten eind 2023 hun bod indienen en de selectie zal naar verwachting in 2024 plaatsvinden.

Volgende publicatie:
Jongeren krijgen in podcast een kijkje in de (beleggings)keuken

Thijs Knaap over het werk van professionele beleggers in jongerenpodcast

Gepubliceerd op: 15 juli 2022

In aflevering 109 van de podcastserie Jong Beleggen vertelt de hoofdeconoom van APG enthousiast en bijna zonder adem te halen over zijn werk. Dat doet ‘ie op basis van de vele vragen die op hem afgevuurd worden. Hoe is het om als hoofdeconoom te werken bij een pensioenuitvoerder als APG?

 

Hoe belegt APG meer dan 550 miljard euro namens ABP en zijn andere pensioenfondsklanten? Hoe wordt de asset allocatie bepaald bij een professionele belegger? Wat zijn de verwachtingen op de financiële markten voor de toekomst? En wat gaat er eigenlijk veranderen in de pensioenuitvoering?

 

Wil je in een uurtje bijgepraat over beleggen in de pensioenwereld, luister dan naar deze podcast.

 

Volgende publicatie:
“Nadat je de aanschafkosten hebt terugverdiend, beschik je over gratis stroom”

“Nadat je de aanschafkosten hebt terugverdiend, beschik je over gratis stroom”

Gepubliceerd op: 15 maart 2022

APG heeft een belang genomen in zonne-energieleverancier enie.nl. De investering maakt onderdeel uit van ABP’s Nederlands Energietransitiefonds (ANET). Jeroen Schreur, bij APG verantwoordelijk voor ANET, licht het belang van de investering toe. “Wij delen de ambitie van enie.nl om het bedrijf verder te laten groeien en zo een belangrijke bijdrage te leveren aan de energietransitie.”

De hoge energieprijzen hebben geleid tot een grotere vraag naar zonnepanelen, stelt Schreur. “Men voelt nu nog meer de urgentie dan voorheen, waardoor er meer interesse is in zonnepanelen maar bijvoorbeeld ook in warmtenetten, om zo van het aardgas af te komen. De oorlog in Oekraïne en de energieafhankelijkheid van Rusland benadrukken nogmaals het belang van de energietransitie en het ANET-mandaat. We hadden uiteraard liever gezien dat mensen overtuigd waren geraakt van de noodzaak van de energietransitie door al de wetenschappelijke bevindingen over klimaatverandering en het nieuws over orkanen en overstromingen en andere gevolgen van klimaatverandering. Maar in het algemeen lijkt het of mensen pas in actie te komen als het hen direct in de portemonnee raakt. Dat is ook wel begrijpelijk. Het belangrijkste is dat mensen nu in ieder geval nog meer de urgentie van de energietransitie voelen.”

Wat maakt enie.nl zo geschikt om in te investeren?
“Wat hen goed maakt ten opzichte van hun concurrenten is hun klantreis. Ze hebben ervoor gezorgd dat potentiële klanten op enie.nl vrij eenvoudig het hele traject kunnen regelen, van de aankoop van een zonnepaneel tot de installatie. Het bedrijf heeft daar ook al goede resultaten mee behaald."

Hoe ziet de investering eruit?
“Wij financieren de groei van enie.nl. Zij willen verder opschalen en met voldoende kapitaal is er ruimte om bijvoorbeeld de sales-afdeling te vergroten. Het bedrijf is gevestigd in het noorden van het land. Daar hebben ze naamsbekendheid, maar ze willen hun vleugels uitslaan naar de rest van Nederland. Zo kunnen ze meer zonnepanelen verkopen en installeren. En als ze door blijven groeien en er nog een kapitaalinjectie nodig is, dan zijn we zeker bereid daarnaar te kijken.”

APG beschikt over behoorlijk wat kennis en een groot netwerk. Op welke manieren kan dat bijdragen aan het succes van enie.nl?
“Wij zijn een financiële investeerder en hebben dus in principe geen technische kennis van zonnepanelen. Wat we wel hebben, is een enorm netwerk en een grote portefeuille. Zo kan APG bijdragen aan de naamsbekendheid van enie.nl. Via onze vastgoedportefeuille beschikken we over goede banden met bijvoorbeeld woningbouwverenigingen. Daar ligt een kans voor de plaatsing van zonnepanelen. Maar ook buiten Nederland beschikken we over veel vastgoed waarvan de daken kunnen worden bedekt met zonnepanelen. Ons doel is uiteindelijk een bijdrage te leveren aan de energietransitie én aan een goed pensioen voor de deelnemer. Als we zo een win-winsituatie weten te creëren dan is ons doel bereikt.”

Misschien gaan zonnepanelen wel langer dan dertig jaar mee

Enie.nl wil dankzij de investering toewerken naar het energiebedrijf van de toekomst. Hoe ziet dat eruit?
“Het komt erop neer dat ze meer producten dan alleen zonnepanelen willen gaan aanbieden. Gisteren scheen de hele dag de zon, maar vandaag niet. De kans is dan groot dat jouw panelen gisteren veel meer hebben opgewekt dan wat je nodig had waarna de restenergie verdwijnt in het energienet. Maar stel dat je die te veel opgewekte energie op zou kunnen slaan in een batterij die in de garage of meterkast staat. Dan kun je die restenergie op een zonloze dag als vandaag gebruiken om de wasmachine te laten draaien. Dat is een voorbeeld van hoe enie.nl meerdere producten aan elkaar wil koppelen. Voor ons als investeerder is dat aantrekkelijk omdat het bedrijf zo meer producten kan verkopen wat weer goed is voor de winst en de waarde van het bedrijf.”

Het aanschaffen van een zonnepaneel kan een flinke investering zijn. Wanneer heeft de koper die kosten er gemiddeld uit?
“Het vergt inderdaad een investering en heeft een terugverdientijd van zo’n zes à zeven jaar. Dat hangt natuurlijk wel af van hoe vaak de zon schijnt. Nadat je de aanschafkosten hebt terugverdiend, beschik je over gratis stroom. Hoe lang zonnepanelen precies meegaan is nog niet helemaal duidelijk. Voorheen dachten we dat ze 20 jaar mee zouden gaan, tegenwoordig wordt al rekening gehouden met 25 jaar. Van elektrische auto’s zei men aanvankelijk ook dat de batterij na zeven jaar niet meer geschikt zou zijn om er nog mee te kunnen rijden. Er komen echter verhalen uit Californië van Tesla’s met een miljoen kilometer op de teller. Die batterijen blijven het dus maar doen. Wellicht geldt dit ook voor zonnepanelen en gaan ze misschien wel langer dan dertig jaar mee.”

Via ANET wil ABP bijdragen aan de financiering van de energietransitie in Nederland. Zijn er al genoeg mogelijkheden om te investeren in de energietransitie?
“Er zijn gigantisch veel mogelijkheden, maar niet elke investering is geschikt voor ons. En soms wil een andere investeerder meer betalen voor aandelen dan wij. Wat ook meespeelt is hoe het management van een bedrijf naar APG als investeerder kijkt. Als wij financiering verstrekken en het gaat vervolgens goed met het bedrijf, dan kunnen wij daarna vaak nogmaals een investering doen. Dat is anders bij een durfkapitaalfonds. Die investeren in de regel eenmalig, hopen op een goede winst en gaan dan door naar de volgende kans. Bij enie.nl is de eerste prioriteit groei. Als de taart van enie.nl groter wordt, geldt dat ook voor onze taartpunt. Die taartpunt willen we dan niet meteen inruilen voor geld want wij delen de ambitie van enie.nl om het bedrijf verder te laten groeien en zo een belangrijke bijdrage te leveren aan de energietransitie.”

Volgende publicatie:
Kunnen we meer pensioengeld in Nederlandse infrastructuur investeren?

Kunnen we meer pensioengeld in Nederlandse infrastructuur investeren?

Gepubliceerd op: 22 februari 2022

‘De financiële sector zal een belangrijke bijdrage moeten leveren aan de financiering en het versnellen van de duurzame transitie.’ Dat schreef minister Kaag van Financiën voorafgaand aan het debat op 22 februari 2022 over de beleidsprioriteiten van haar ministerie voor de komende kabinetsperiode. Hierin komt ook aan bod in hoeverre overheid en bedrijfsleven samen kunnen optrekken voor belangrijke en omvangrijke investeringen in de toekomst van Nederland. Er zijn zeker mogelijkheden, bijvoorbeeld door pensioengeld in Nederlandse infra te beleggen, stelt Ronald Wuijster, CEO Asset Management bij APG. Maar er is werk aan de winkel. ‘We hebben hier in Nederland gezamenlijk nog niet goed genoeg naar gekeken.’


"Aan het begin van het kalenderjaar praat ik altijd bij met de voorzitters van de internationaal grootste asset managers die net als APG beleggen voor de lange termijn, zoals pensioenfondsen en sovereign wealth funds. Tijdens één van die gesprekken, met het Canadese CDPQ, kwam weer eens op tafel wat ons als Nederlandse pensioenuitvoerder al langer bezighoudt. Dit fonds investeert bijna  20 procent van het beheerde vermogen in met name lokale infrastructuur in de provincie Quebec. Waarom doen Nederlandse pensioenfondsen dat eigenlijk niet? Onze overheid geeft van de ene kant aansporingen en werpt van de andere kant blokkades op om dat te doen. Hoe zit dat precies? En wat beweegt pensioenfondsen eigenlijk in hun beleggingsbeleid?

 

Als Nederlandse beleggers hebben we vanuit onze – jong aangeleerde – overtuigingen niet zo veel op met een zogeheten ‘home market bias’. Ons land is een relatief kleine en zeer open economie en we geloven sterk in diversificatie. Met een open geest en met de blik naar buiten zoeken we wereldwijd gericht naar de beste beleggingen.

Maar dient het investeren van pensioenvermogen in Nederland dan geen maatschappelijk belang, waarmee ook het belang van pensioendeelnemers gediend wordt? We beleggen immers voor goede pensioenjaren van onze pensioendeelnemers. Het antwoord op die vraag is dat het er maar net van afhangt. De nationale economie is namelijk minder gebaat bij het beleggen in Nederlandse overheidsobligaties en grote multinationals. En juist deze categorieën wegen vaak zwaar in pensioenportefeuilles. Als je het verschil wil maken en echt aan de wortels wil staan van economische groei in eigen land, komen met name twee beleggingsklassen in aanmerking: durfkapitaal – venture capital – en infrastructuur. Nu kan beleggen in jong ondernemerschap zeker aantrekkelijk zijn. Maar het is ook een feit dat de Nederlandse durfkapitaalmarkt een geringe omvang heeft, die niet in verhouding staat tot het pensioengeld dat we moeten beleggen. De pensioensector kan dus relatief weinig geld aan het werk zetten in de Nederlandse durfkapitaalmarkt.

Bij ’s lands infrastructuur daarentegen, ligt dat heel anders. Daar zijn immers grootschalige investeringen nodig. Bovendien passen de karakteristieken van deze beleggingscategorie erg goed bij de doelstellingen van een langetermijnbelegger van pensioengeld: een relatief stabiel, inflatie-gecorrigeerd rendement en een grote bijdrage aan duurzaamheid – denk bijvoorbeeld aan investeringen in de energietransitie.

 

Daar komt ook nog iets bij. Begin dit jaar werd bekend dat het Nationaal Groeifonds infrastructuurinvesteringen niet langer tot de doelstellingen gaat rekenen. Tegelijkertijd is er een aanzienlijke behoefte aan financiering van infrastructuur op allerlei terreinen – denk aan het elektriciteitsnetwerk, glasvezel voor internet en de energietransitie. Er is dus veel potentiële ruimte voor investeringen door andere beleggers, zoals pensioenfondsen. Is  één plus één dan niet twee, en waarom creëert de overheid dan niet veel meer mogelijkheden?

 

Vaak worden daarvoor twee redenen genoemd. Op de eerste plaats kan de overheid historisch goedkoop lenen, al voor enkele procenten en de laatste jaren zelfs ongeveer ‘gratis’. Het rendement van pensioenbeleggers daarentegen, lag zowel over de afgelopen vijf jaar als over de afgelopen 100 jaar tussen de 7-8 procent. Dat schept natuurlijk wel een duidelijk andere rendementsverwachting. En dan wordt de keuze snel gemaakt, maar daardoor blijven wel mogelijkheden onbenut. Uit divers onderzoek blijkt namelijk dat de combinatie van publiek- met privaat geld leidt tot betere business cases, omdat ze ontwikkeld zijn vanuit een breder stakeholder perspectief. Sinds de moderne monetaire theorie in zwang is en er voor de pandemie talloze overheidssteunprogramma’s zijn opgezet, lijkt soms de mening opgeld te doen dat overheden straffeloos nagenoeg oneindig kunnen lenen. Maar naast potentiële inflatiezorgen leidt dit volgens het Centraal Planbureau óók tot een ‘hypotheekschuld’ voor de toekomstige generaties. Economen van de Rabobank nuanceerden dat. Ze wezen er terecht op dat die hypotheekschuld afhangt van het rendement op de investeringen die met het geleende geld voor toekomstige generaties worden gedaan. Maar zo is de cirkel wel rond, investeringen zijn verstandig maar vergen een goede business case en voor die goede business case is betrokkenheid van privaat geld een belangrijke stimulans, zo niet een voorwaarde.

 

De tweede reden waarom de overheid mondjesmaat mogelijkheden biedt om pensioengeld in onze nationale infrastructuur te investeren: als land willen we niet graag dat onze cruciale infrastructuur buiten overheidshanden valt. Voormalig minister van Financiën Wopke Hoekstra maakte dit duidelijk in antwoord op Kamervragen. Daartegen zou je kunnen inbrengen dat pensioenfondsen toch bekende binnenlandse partijen zijn, maar om alle investeerders een gelijk speelveld te bieden is het  niet gewenst om onderscheid te maken tussen verschillende potten met beleggingsgeld.


Alles in ogenschouw nemend, ben je geneigd te concluderen dat de behoeften van de overheid en die van beleggers van pensioengeld simpelweg onverenigbaar zijn. Toch is mijn overtuiging dat we hier in Nederland gezamenlijk nog niet goed genoeg naar hebben gekeken. In het buitenland is het niet ongebruikelijk om onderscheid te maken tussen economisch en juridisch eigendom van de infrastructuur en zijn er diverse mogelijkheden om dat zorgvuldig te structureren. Kortom, hier moet meer inzitten. Al sinds enige jaren nemen we als ABP en APG daarom het initiatief om met overheidsinstanties en andere pensioenuitvoerders te praten over mogelijkheden om het pad te effenen voor meer pensioengeldbeleggingen in Nederlandse infrastructuur.

 

De 20 procent van CDPQ in Quebec moet daarbij natuurlijk niet richtinggevend te zijn. Maar zelfs met 5 procent van het totale pensioenvermogen spreken we al over ongeveer 100 miljard euro, dat op termijn beschikbaar zou kunnen komen voor investeringen in Nederlandse infrastructuur. De gesprekken gaan voort, hopelijk binnenkort ook met resultaat."

 

 

Ronald Wuijster, CEO APG Asset Management

 

Volgende publicatie:
APG wacht met spanning op Unilever’s initiatieven om de prestaties te verbeteren

APG wacht met spanning op Unilever’s initiatieven om de prestaties te verbeteren

Gepubliceerd op: 24 januari 2022

Als reactie op Unilevers recente bod op GSK CH, heeft APG zijn standpunt op deze verrassende stap geformuleerd.

Over het algemeen maakt APG zich geen zorgen over de huidige strategie van Unilever. In feite ondersteunen we het multi-stakeholdermodel van het bedrijf. Unilever is naar onze mening met haar focus op betekenisvolle merken een van de koplopers in het zetten van de noodzakelijke stappen voor de voedingsindustrie om op weg te gaan naar een duurzamere wereld. Dit sluit perfect aan bij de opvattingen en verwachtingen van APG als langetermijn verantwoorde belegger. Ondanks Unilevers uitstekende duurzaamheidsprestaties wachten we echter op een verbetering van de onderliggende groei van het bedrijf, wat volgens ons slechts een kwestie van tijd is.

Unilever heeft door de jaren heen een aantrekkelijk rendement op haar vermogen weten te genereren. Dit is voor ons een belangrijke prestatiemaatstaf, die ook deel uitmaakt van Unilevers managementbeloning. Dit is voornamelijk bereikt door autonome ontwikkeling en kleine acquisities. Wij ondersteunen deze strategie zoals deze zich in het verleden heeft bewezen. Het plan van het bedrijf om een ​​meer radicale verschuiving in het bedrijf door te voeren door te bieden op GSK CH verraste ons. Hoewel we van positieve verrassingen houden, is het ons niet duidelijk of dit er een is.

We zien veel strategische voordelen van het op grote schaal betreden van het gebied van consumentengezondheid. Met name de mogelijkheid om gebruik te maken van Unilevers sterke distributienetwerk in opkomende markten in o.a. India, Indonesië en Brazilië. Grote acquisities hebben vaak een slechte reputatie. Unilever lijkt echter succesvol te zijn met de integratie van het overgenomen merk Horlicks (ook van GSK) in India. Het zou hebben geholpen als het management meer informatie had gedeeld over hun vertrouwen om het succes van Horlicks op grote schaal te kunnen kopiëren met GSK HC.

We wachten met spanning op de belangrijkste initiatieven van Unilever om haar prestaties te verbeteren. Unilever moet zich gepassioneerd richten op de behoeften van de consument om de omzetgroei nieuw leven in te blazen. We zouden graag nieuwe innovatieve producten zien die het marktaandeel zouden moeten vergroten, maar ook de algemene groei van de categorie zouden moeten versterken. Een waarschijnlijke verandering van de matrixstructuur zal het bedrijf zeker opschudden, maar uiteindelijk moet het bedrijf zijn innovatiekracht vergroten.

Kortetermijnproblemen zoals stijgende kosten en vertragende opkomende markten zijn stormen die Unilever decennia na decennia heeft weten te overwinnen. Het introduceren van innovatieve, duurzame producten tegen een redelijke prijs, gecombineerd met het sterke distributienetwerk van het bedrijf, met name in opkomende markten, waren in het verleden de basis voor het succes van het bedrijf en zullen dat waarschijnlijk ook in de toekomst zijn.

Volgende publicatie:
Weten wat je krijgt

Weten wat je krijgt

Gepubliceerd op: 16 december 2021

Of het nu met Sinterklaas of kerst is, voor velen is december de cadeaumaand. Wat je krijgt, weet je meestal niet. En dat brengt me op de vraag: wat is nou de waarde van verrassingen? Is meer weten beter?

 

Economen verwijzen in deze maand nog wel eens naar het ‘welvaartsverlies’ van cadeautjes geven. Dit verlies ontstaat als cadeaus niet aansluiten op de voorkeuren van de ontvanger. Als je geld had gegeven, dan had hij of zij iets leukers kunnen kopen. En dan was die persoon dus beter af geweest. Dertig jaar terug heeft een econoom eens uitgezocht dat van alle miljarden die aan kerstcadeautjes opgaan, tot een derde eigenlijk weggegooid geld is.

 

Het is een informatieprobleem. We kunnen nu eenmaal niet in elkaars hoofd kijken. Bij sommige mensen lukt het iets beter. Zo weten we bij cadeaus aan onze wederhelften het welvaartsverlies tot 10 procent te beperken.

 

Bij beleggen kan onvolledige informatie juist lonend zijn. Ga maar na. Bij een staatsobligatie van een kredietwaardig land heb je alle informatie. De zekerheid van de beloofde kasstromen tot het einde van de looptijd is groot. Maar het verwachte rendement is laag. Bij aandelen is de looptijd in principe oneindig en zijn zowel de dividenden als de koersbewegingen onzeker. Gemiddeld word je daarvoor op de lange termijn wel beloond. Juist door niet te weten wat je krijgt kun je een risicopremie verdienen.

 

Meer informatie is ook niet altijd beter. Beleggers in een index-tracker – maar ook pensioendeelnemers – zullen in veel gevallen hun ‘pakje’ niet openmaken. Het gaat erom dat ze een goed gespreide portefeuille hebben. Niet om hoeveel procent Ahold, Apple of Alphabet er nu precies in hun mandje zit.

 

Meer informatie is vaak handig. Maar een voordeel neemt soms zijn lelijke broertje mee. Stel dat de dokter een test heeft die met grote zekerheid je sterfdatum kan voorspellen. Dat is natuurlijk superhandig als je in eigen beheer een individueel pensioen opbouwt. Je weet precies hoeveel geld je hoelang opzij moet leggen. Dan betaal je nooit te veel. Toch vermoed ik dat die test weinig aftrek zou vinden. Het is, zeg maar, een beetje ongezellig.

 

Terug naar dat welvaartsverlies. Als iedereen zijn eigen cadeau koopt, dan is dat een superefficiënte economenoplossing. Maar ook hier geldt: het is niet zo gezellig. Misschien moeilijker om in geld uit te drukken, maar de verrassing zelf is ook wat waard. En de onderstreping van de relatie tussen gever en ontvanger.

Weten wat je krijgt, is nu eenmaal niet het leven. Zoals John Lennon zijn zoon Sean toezong: ‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans’.

En nu we toch in Top-2000 sferen zijn, kunnen we ook de Stones aanhalen: ‘You can’t always get what you want. But if you try sometime you'll find you get what you need’.

 

Charles Kalshoven is macro-econoom en senior strateeg bij APG

Volgende publicatie:
‘Aandelen gaan van geweldig naar goed’

‘Aandelen gaan van geweldig naar goed’

Gepubliceerd op: 7 oktober 2021

APG-beleggers over de laatste ontwikkelingen op de financiële markten

Nu het ergste van de pandemie voorbij lijkt, trekt de westerse economie weer aan. Hogere rentes liggen voor de hand. Betekent dit dat de piek in winstgroei achter ons ligt? En gaan westerse overheden net als China platformbedrijven hard aanpakken? Ook dit kwartaal buigen economen en beleggers van APG zich over trends en ontwikkelingen op de financiële markten. Zij delen hun visie in de Asset Management View.

 

Lees hier de laatste editie van AM View

Volgende publicatie:
“Blijft de AEX records breken of is het eind in zicht?”

“Blijft de AEX records breken of is het eind in zicht?”

Gepubliceerd op: 10 september 2021

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: chief economist Thijs Knaap over de stormachtige ontwikkeling van de AEX. “De 800-puntengrens is een goed moment om je achter de oren te krabben.”

Aandelen zijn nog nooit zo duur geweest. De AEX bereikte op maandag 6 september nét niet de ‘magische’ grens van 800 punten. Is equity te prijzig geworden? Dat valt mee, zegt Knaap, want de koersen weerspiegelen de goede resultaten van het Nederlandse bedrijfsleven. Bovendien zijn andere beleggingsklassen óók duur. Dus er is weinig om naar uit te wijken. Maar dat de AEX niet naar beneden kan, is te veel gezegd. “Is er een manier waarop dit uit de hand kan lopen? Ja, als spaarders weer massaal de markt verlaten. Er is best een kans dat we achteraf zeggen: deze waarderingen waren te hoog.”

Ongeschonden
Die 800-puntengrens is een goed moment om te markeren waar we staan en ons achter de oren te krabben, volgens Knaap. “Voor APG als belegger is de AEX niet zo heel relevant. We beleggen wereldwijd, dus we richten ons op de MSCI World Index. Maar de AEX is dit jaar met 27 procent gestegen en daarmee heeft hij het beter gedaan dan bijvoorbeeld de S&P500 en veel beter dan de MSCI Europe. Waarom? Omdat het met de Nederlandse economie best goed gaat – we zijn de pandemie redelijk ongeschonden doorgekomen. Daar komt bij dat technologiebedrijven veel gewicht in de schaal van de AEX leggen: ASML, ASMI, Adyen. Die bedrijven hebben het heel goed gedaan dit jaar. In die zin is de ontwikkeling van de AEX gewoon een weerspiegeling van de positieve Nederlandse bedrijfsresultaten.”

Toch is dat niet het hele verhaal. Want ook als je die mooie bedrijfsresultaten in beschouwing neemt, zijn de koers-winstverhoudingen – de aandelenkoers gedeeld door de winst per aandeel – van de AEX-bedrijven hoog. Zo’n hoge koers-winstverhouding kan twee dingen betekenen: het aandeel is overgewaardeerd, óf beleggers verwachten een grote winststijging. Van dat laatste lijkt geen sprake te zijn. Overgewaardeerd dus? Knaap: “Ik snap dat het goed gaat met de AEX-bedrijven, maar de huidige waarderingen zijn wel érg fors. Dat maakt toekomstige rendementsverwachtingen voor aandelen laag. Om te bepalen of een aandeel duur of goedkoop is, gebruik je als belegger in eerste instantie de koers-winstverhouding. Maar daarnaast speelt natuurlijk gewoon de kwestie van vraag en aanbod.”

Hard bewijs
En die vraag is duidelijk toegenomen, terwijl dat niet geldt voor het aanbod van aandelen. Volgens Knaap heeft dat te maken met een flinke toevloed van geld op de aandelenmarkten. “Centrale banken maken geen haast met het verkrappen van de geldhoeveelheid en tijdens de coronacrisis is door de steunmaatregelen het inkomen van veel mensen niet gedaald. Tegelijkertijd namen de mogelijkheden om geld uit te geven – vakantie, uit eten – af. Dat heeft geleid tot enorme spaaroverschotten. Sparen levert momenteel niks op, dus de aanname is dat veel van dat geld op aandelenmarkten is terechtgekomen. Hard bewijs heb ik er niet voor. Maar er is wel anekdotisch bewijs, bijvoorbeeld de problemen die veel mensen hadden om een beleggingsrekening te openen. Normaliter wordt een sterk stijgende vraag – en dus sterk stijgende prijzen – beantwoord met een aandelenaanbod door andere beleggers. Toch is dat nu maar gedeeltelijk het geval. Wat dat betreft was de recente paper van Ralph Koijen en Xavier Gabaix een eyeopener voor me. Zij betogen dat elke euro die nu naar de aandelenmarkt stroomt, de totale marktwaarde met 3 tot 8 euro doet stijgen. Een betrekkelijk kleine stijging van de vraag leidt dus tot een grote prijsstijging. De oorzaak van die buitenproportionele reactie is volgens Koijen en Gabaix dat grote institutionele beleggers – pensioenfondsen, verzekeraars, indexfondsen – tegenwoordig de markt domineren. Zij hebben een strategisch beleggingsplan uit te voeren, met vaste allocaties naar aandelen. Er moet een behoorlijke verschuiving in de prijs plaatsvinden, willen ze afstand doen van die stukken. Zo kan een kleine stijging van de vraag leiden tot een forse prijsstijging. Betrekkelijk kleine beleggers kunnen op die manier een relatief grote invloed op de aandelenmarkt hebben.”

En die relatief grote invloed is meteen het risico van de huidige situatie. Knaap: "Als dit model klopt, en de spaarders weer uit de aandelenmarkt willen, kan de markt weer net zo hard naar beneden bewegen – zonder dat het met de bedrijven slechter gaat. En dat geldt dus ook voor de AEX.”  

Volgende publicatie:
“De komst van 5G gaat voor veel innovatie zorgen”

“De komst van 5G gaat voor veel innovatie zorgen”

Gepubliceerd op: 25 augustus 2021

613 Miljard euro. Dat is het totaal belegd vermogen van APG wereldwijd (stand eind juli 2021). Doel: een goed pensioen in een leefbare wereld voor de deelnemers van de pensioenfondsen. De portefeuille is vanzelfsprekend goed gespreid. Van investeringen in windmolenparken in Zeeland tot Australische beursgenoteerde aandelen in winkels. En van veilige obligaties tot de wat meer fluctuerende handel in goud of soja. Wie zijn de mensen achter die beleggingen? Welke keuzes maken ze? En waarom?

 

In deze aflevering van de serie De beleggers: Frank Dekker, binnen APG verantwoordelijk voor beleggingen in de telecom- en mediasector.

 

Telecombedrijven leggen in razendsnel tempo glasvezelnetwerken aan. Dat zorgt voor meer snelheid en meer mogelijkheden waar het gaat om bijvoorbeeld 5G, kunstmatige intelligentie en the internet of things. Tegelijk neemt de dynamiek in de sector toe en zijn telecombedrijven aantrekkelijke overnamepartijen. Wordt KPN overgenomen door buitenlandse investeerders? Wie koopt T-Mobile, dat nu in de etalage staat? Wat is de impact van dergelijke marktbewegingen op de telecombeleggingen van APG?


Senior portfoliomanager Frank Dekker volgt de sector al vijftien jaar en is binnen APG verantwoordelijk voor de beleggingen in telecom. Zo ook voor KPN, waarmee APG onlangs een joint venture aanging. “Veelbelovend,” noemt Dekker deze samenwerking, die het mogelijk maakt de uitrol van het glasvezelnetwerk van KPN te versnellen. Maar misschien is Dekker niet helemaal objectief?

 

Dekker: “Terechte vraag. Maar niet juist. Als portfoliomanager in telecomaandelen word ik volledig afgeschermd van de activiteiten van de collega’s die deze deal met KPN sloten. Ik mocht gedurende de periode van de deal en de voorbereiding daarvan, niet in het aandeel KPN handelen. En intern ook met niemand hierover communiceren. Daar zijn we heel strikt in. We zijn er overigens ook toe verplicht. Hoe dan ook, ik vind de joint venture tussen KPN en APG veelbelovend. Want door de investering van APG kan KPN de aanleg van het glasvezelnetwerk eerder voltooien. Daardoor kunnen ze hun kopernetwerk sneller afbouwen, wat tot belangrijke kostenbesparingen leidt. Bovendien snijdt KPN door deze versnelde aanleg mogelijke concurrenten de pas af.”

 

Hoe ziet dat concurrentieveld er in Nederland uit?

“Ziggo is een aantal jaar geleden gefuseerd met UPC en vervolgens samengegaan met Vodafone. T-Mobile heeft twee prijsvechters gekocht, Tele2 en Simpel. En dan hebben we marktleider KPN. De Nederlandse telecommarkt is nu dus heel overzichtelijk, met deze drie partijen. Nederland heeft goede netwerken voor mobiele en vaste telefonie. De prijzen voor mobiel zijn de laatste jaren flink gedaald.”

 

T-Mobile wordt, als het aan eigenaar Deutsche Telekom ligt, zo snel mogelijk verkocht. Wat betekent dat voor de Nederlandse telecommarkt?

“T-Mobile heeft in Nederland een klein vast net. Deutsche Telekom wil in iedere markt graag de nummer een of twee zijn. In Nederland gaat dat vermoedelijk niet lukken, dus daarom gaat het bedrijf in de verkoop. KPN of Vodafone Ziggo mogen deze nummer drie waarschijnlijk niet overnemen vanwege Europese mededingingsregels. Of de concurrentie op de Nederlandse telecommarkt door de verkoop van T-Mobile toe- of afneemt, is afhankelijk van de nieuwe eigenaar. Wie dat wordt, is moeilijk te zeggen. Het is bekend dat Delta flink in glasvezel investeert. In een samenwerking met T-Mobile kan dat bedrijf voor extra concurrentie op de Nederlandse telecommarkt zorgen. Op dit moment huurt T-Mobile voor een groot gedeelte de vaste lijn van KPN voor hun klanten die nog een vaste telefoon gebruiken.”

 

APG belegt meer dan gemiddeld in KPN. Hoeveel muziek zit er nog in die koers? 

“Ik mag daar vanuit mijn rol helaas niet in detail op ingaan. We kijken bij onze beleggingen naar een termijn van drie tot vijf jaar. Het is moeilijk om te voorspellen welke sector het beter gaat doen dan andere sectoren. Daarom proberen we vooral bínnen een sector een bovengemiddeld rendement te maken; bijvoorbeeld door te kiezen voor de bedrijven die best-in-class presteren, die de beste rendement-risicoverhouding laten zien. Kijken we naar de Nederlandse markt, dan is Vodafone Ziggo de belangrijkste concurrent van KPN. Dat bedrijf heeft nog geen glasvezel, en moet nog flink gaan investeren in de noodzakelijke verbetering van hun huidige kabelnetwerk.”

 

Zijn telecombedrijven in Nederland over het algemeen eigenlijk een goede belegging?

“Meestal kijken beleggers dan naar het dividendrendement. Maar wat je vaak ziet, is dat telecombedrijven met een hoog dividendrendement een slechte belegging zijn. Ze betalen op dit moment relatief veel dividend, maar de vraag is of dat duurzaam is. Ze moeten de komende jaren immers flink investeren in hun netwerken. De onderliggende kasstromen voor de komende jaren, waarbij we proberen in te schatten wat de omzet en de marges gaan doen, vinden we veel belangrijker dan dividend. We kijken ook naar de structuur van de telecommarkt, hoe de concurrentie zich zal ontwikkelen. En wat de relatie met de regelgever en de politiek is. De corona-epidemie heeft eens te meer laten zien hoe belangrijk goede connectiviteit is; beleidsmakers zullen investeringen hierin dan ook willen stimuleren, bijvoorbeeld met regelgeving. Concluderend: in Nederland zien we dan een relatief gezonde marktstructuur. Minpunt voor de telecombedrijven is dat de politiek lage prijzen voor consumenten wil. Tegelijkertijd acht ik de kans op een prijzenoorlog vrij klein.”

Wat zou de impact zijn van zo’n prijzenoorlog?

“Prijzenoorlogen ontstaan als er veranderingen in de lokale concurrentie ontstaan. Meer concurrentie betekent vaak dat bedrijven gaan stunten en tarieven dalen. Dat is fijn voor de consument, maar niet gunstig voor de aandeelhouder. Bij minder concurrentie is de kans op prijsstijgingen hoger én kunnen de kosten voor klantacquisitie omlaag. Onze beleggingsfilosofie is er daarom op gericht prijzenoorlogen voor te blijven. Zo is India nu een interessantere markt geworden, sinds ze van veertien naar drie telecomaanbieders zijn gegaan. Maar ook Brazilië, Canada en Finland zijn interessant. In de VS daarentegen, stijgt juist de kans op een prijzenoorlog. Daar is een grote overname geweest, met als gevolg dat andere spelers op een agressievere manier marktaandeel proberen te winnen.”

 

Komt voor telecombedrijven de echte concurrentie op termijn niet eerder uit de hoek van giganten als Amazon, Facebook, Apple, Google en Microsoft?

“Zeker. Er wordt veel waarde gecreëerd met de digitalisering van de samenleving. Deze waardecreatie gaat niet meer naar de KPN’s van deze wereld, maar naar die giganten. Dus daar beleggen we ook in. Deze Amerikaanse en Chinese bedrijven investeren in toenemende mate in digitale infrastructuur zoals datacenters en de onderzeekabels, die het meeste intercontinentale internetverkeer transporteren. Vroeger waren die in bezit van de telecomoperators, maar die tijd is voorbij. Het grootste gedeelte van de digitale infrastructuur dat de Europese telecombedrijven nog bezitten, is de last mile, het laatste stuk van de verbinding naar de klant.”

 

5G staat centraal in die digitale infrastructuur. Wat gaat dat netwerk nu concreet voor ons betekenen?

“De komst van Uber kunnen we terugkijkend toeschrijven aan de doorbraak destijds van 4G, de smartphone en datacenters. Ik verwacht dat 5G, samen met toepassingen van kunstmatige intelligentie, voor veel innovaties gaat zorgen op het gebied van onder meer zelfrijdende auto’s, virtual reality, op afstand bedienbare robots die operaties uitvoeren, drones, noem maar op. Die vergen stuk voor stuk enorm veel rekenkracht en zo min mogelijk vertraging. Een voorbeeld? Een ambulance die een slachtoffer met derdegraads brandwonden naar het ziekenhuis vervoert, waarbij via een videoverbinding een arts op afstand al een diagnose kan stellen en de vereiste apparatuur kan klaarzetten. Of kunstmatige intelligentie waarmee je realtime simulaties kunt uitvoeren: wat is bijvoorbeeld de kans dat er een ongeluk gebeurt met een zelfrijdende auto. Voor dit soort innovaties heb je echt 5G nodig.”   

 

Er is toenemende politieke druk om Chinese apparatuur van bijvoorbeeld Huawei, die de telecomaanbieders in Nederland ook gebruiken, te weren. Een groot risico voor de Nederlandse telecomsector?

“Ja, dat is het absoluut. De VS maken zich zorgen over de technologische voorsprong die China heeft in 5G. We zagen meer initiatieven van politici en beveiligingsagentschappen om te waarschuwen voor cyberbeveiligingsrisico’s vanwege het bezit van bijvoorbeeld Huawei-apparatuur. De toegenomen controle op de Chinese apparatuurleveranciers dwong KPN om Huawei uit het mobiele kernnetwerk te verwijderen. KPN selecteerde Huawei ook voor andere 5G-onderdelen, zoals antennes. Nu loopt KPN het gevaar dat het Huawei ook van zijn mobiele radionetwerk moet verwijderen. Maar niet als enige: T-Mobile heeft de meeste Huawei-apparatuur in zijn netwerk. Een ban van Huawei zal de telecomaanbieders geld kosten, maar dat kunnen ze deels compenseren door consumenten hogere prijzen te rekenen op de draadloze markt.”

 

Tot slot: ook als grote belegger heb je te maken met concurrentie. Hoe onderscheid jij je daarvan?

“Het leuke aan het werken voor APG is dat we veel schaal hebben. Hierdoor hebben we bovengemiddeld veel toegang tot research, management en alternatieve data, maar houden we de kosten laag. Die data, zeker sectorspecifieke data, zijn kostbaar en niet elke belegger kan zich die veroorloven. Maar goed, het gaat er ook om wat je met die gegevens doet. Met mijn team kijk ik naar ontwikkelingen binnen sectoren en niet tússen sectoren. Relatief beleggen, heet dat. We kunnen onze tijd dus volledig gebruiken om de verschillen tussen spelers in de telecommarkt te onderzoeken en die in ons voordeel te laten werken.”

 

En, werkt het een beetje?

“We hebben het de laatste elf jaar ongeveer 30 procent beter gedaan dan de concurrentie (benchmark), met een absoluut rendement van 12,6 procent per jaar. Dus: ja, werkt prima.”

Wie is Frank Dekker?

 

Master of Finance aan de Vrije Universiteit. Werkt inmiddels vijftien jaar bij APG bij Fundamental Stock Selection. Managet de portfolio samen met collega Henny Crauwels. Die afdeling kenmerkt zich door sectorkennis, het nemen van relatieve bets en langeretermijnbeleggen. Is getrouwd en heeft drie kinderen. Woont in Zandvoort.

 

Beleggerscarrière

Mijn vader was timmerman en had een slechte rug. Hij werd afgekeurd en is thuis privé gaan beleggen.” Dekker kreeg het beleggen dus van jongs af aan mee. En dat is nooit meer opgehouden. In mijn vrije tijd lees ik graag boeken over beleggen.”

 

Manier van werken

“Ik vind het leuk om me in een onderwerp te verdiepen en er een mening over te vormen. Van huis uit heb ik een dikke huid meegekregen. Dat helpt me om een standpunt in te nemen dat afwijkt van de consensus.”

 

Beleggingsfilosofie

“Veel beleggers kijken top-down hoe de macro-economie of hoe bepaalde sectoren zich gaan ontwikkelen. Wij onderscheiden ons door binnen één sector naar bedrijfstrends op de langere termijn te kijken.”

Feiten & Cijfers

 

Waarin belegt APG op gebied van telecom en media?

Interactive media: Google, Facebook, Snap, Twitter

Broadcasting: Fox, Prosieben, Discovery, Viacomcbs

Interactive home entertainment (gaming companies) Activation Blizzard, EA

Cable & satellite: Comcast, SES

Advertising: (Advertising agencies) Publicis, WPP

Movies & entertainment: Netflix, Disney

 

Voor hoeveel?

De satelliet portfolio 1218 belegt iets meer dan 1,5 miljard euro.

Volgende publicatie:
"We kunnen het nog halen, maar we moeten wél aan de bak"

"We kunnen het nog halen, maar we moeten wél aan de bak"

Gepubliceerd op: 13 augustus 2021

Het rapport van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, onderstreept: de aarde warmt sneller op dan ooit. En de mens speelt daar een grote rol in. Als er niks gebeurt, kan de temperatuur in het uiterste geval tot bijna 6 graden Celsius stijgen richting het einde van deze eeuw. Gebeurt er wél wat, dan zijn de klimaatdoelen van Parijs nog haalbaar. Grote bedrijven en beleggers kunnen het verschil maken. De vraag rijst: doen we nu wel genoeg om het tij te keren? Volgens Joost Slabbekoorn, senior responsible investment & governance manager bij APG, zijn we in ieder geval op de goede weg. “We zien al langer de noodzaak om actie te ondernemen en handelen daar ook naar.”

 

De belangrijkste conclusies uit het VN-rapport zijn niet écht nieuw: de mens speelt ‘ondubbelzinnig’ een rol in klimaatverandering, de aarde is in 100 jaar tijd ruim 1 graad opgewarmd (veel sneller dan daarvoor gebeurde), de effecten van klimaatverandering zijn overal ter wereld merkbaar en de komende 30 jaar loopt de temperatuur sowieso op. Of dat in het gunstigste geval 1,5 graad en in het zwartste scenario 5,7 graden is, heeft alles te maken met hoe we daar wereldwijd op gaan acteren.

 

Beleid herijken

“Ja, het IPCC-rapport is confronterend”, zegt Slabbekoorn, met zijn team verantwoordelijk voor de uitvoering van het duurzaam en verantwoord beleggingsbeleid van onder meer pensioenfonds ABP. “Maar eigenlijk wisten we al dat het nog niet goed gaat.” Dat besef bestaat al langer. Niet voor niets groeide de focus op het duurzaam en verantwoord beleggingsbeleid van fondsklanten als ABP de laatste jaren fors. Maar soms, zegt Slabbekoorn, zie je dat de aanpak scherper moet én kan. Conclusies zoals die uit het rapport van het IPCC kunnen dan daadwerkelijk doorslaggevend zijn om het beleid te herijken. Slabbekoorn: “Dat heeft ABP onlangs dan ook gedaan. We beseften dat het versnellen van de energietransitie de enige optie is – en het huidige beleid voorziet daar niet voldoende in. Daarom scherpen we onze klimaatambities in 2022 aan.” ABP gaat daarbij niet over één nacht ijs. Een panel van wetenschappers aan universiteiten ondersteunt bij de vorming van het aangescherpte beleid.

 

Fossiel

Daar komt bij dat APG samen met 32 andere grote beleggers meewerkte aan het zogeheten ‘Net Zero Investment Framework’, een raamwerk dat handvatten biedt voor het aanpakken van klimaatverandering. “Het zijn dit soort initiatieven én onze inspanningen op het gebied van engagement – onze invloed als belegger aanwenden om bedrijven te stimuleren duurzamere beslissingen te maken – waarmee we kunnen bijdragen aan een leefbare wereld.” Maar, benadrukt Slabbekoorn, het verschil maak je niet alleen. “Als pensioenbelegger met invloed vind ik dat we het verplicht zijn om te doen wat binnen onze mogelijkheden ligt. Maar iedereen moet zijn bijdrage leveren.” Een van de mogelijkheden die vaak door klimaatorganisaties wordt geopperd, is afstappen van beleggingen in fossiele brandstoffen. Zorgt het IPCC-rapport ervoor dat APG haar klanten zal adviseren om volledig uit ‘fossiel’ te stappen? “Niet per se”, zegt Slabbekoorn. “Idealiter is de fossiele industrie ook onderdeel van de oplossing. Maar olie- en energiebedrijven zullen de komende jaren moeten versnellen in hun transitie van fossiel naar hernieuwbaar. En daar kijken we kritisch naar. Als het ons niet snel genoeg gaat of we verliezen ons vertrouwen, dan zullen we eruit stappen.”

 

Risico’s in kaart

Eén van de andere conclusies uit het rapport luidt dat de gevolgen van klimaatverandering overal ter wereld zichtbaar zijn. De overstromingen in Limburg, België en Duitsland zijn daar een voorbeeld van. Ook dat gegeven is van invloed op de beleggingen van APG. Slabbekoorn: “De veranderende weersomstandigheden hebben nu al impact op onze beleggingen. En in alle scenario’s warmt de aarde de komende jaren sowieso op. Dat betekent dat klimaatverandering invloed blijft hebben op onze beleggingen. Daarom zijn we al druk bezig met het in kaart brengen van risico’s bij overstromingen, droogte, bosbranden of de stijging van de zeespiegel voor onze vastgoedbeleggingen. Ook hebben we een dashboard ontwikkeld dat inzicht biedt in de fysieke risico’s van klimaatverandering per land.”

 

Lichtpuntje

“Het rapport, of beter gezegd: de conclusies uit het rapport, betekenen dus echt wat voor de manier waarop we beleggen. We zetten de juiste stappen, maar er is altijd ruimte voor ontwikkeling”, zegt Slabbekoorn, die ondanks de sombere boodschap van het rapport, toch ook een lichtpuntje ziet. “Er staat ook dat we de klimaatdoelen in 2050 nog kúnnen halen. Maar dan moeten we echt aan de bak.”

Volgende publicatie:
'Wereldeconomie werkt in ploegendienst'

'Wereldeconomie werkt in ploegendienst'

Gepubliceerd op: 28 juli 2021

Beleggingsspecialisten APG over trends en ontwikkelingen op de financiële markten

 

In de VS groeit de economie het snelst, China is over de piek heen en Europa zit nog in de heropeningsfase. De wereldeconomie groeit op verschillende snelheden. Wat doet én deed dat met beleggingen? En wat zegt het over het wereldwijde investeringsklimaat? Ieder kwartaal buigen economen en beleggers van APG zich over trends en ontwikkelingen op de financiële markten. In de Asset Management View delen ze hun visie.

 

Lees hier de laatste editie van AM View

Volgende publicatie:
Hoe beleg je 250 miljoen euro in de Nederlandse energietransitie?

Hoe beleg je 250 miljoen euro in de Nederlandse energietransitie?

Gepubliceerd op: 16 juli 2021

568 miljard euro. Dat is het totaal belegd vermogen van APG wereldwijd (stand eind mei 2021 ongeveer 587 miljard euro). Doel: een goed pensioen in een leefbare wereld voor de deelnemers van de fondsen. De portefeuille is vanzelfsprekend gespreid. Van investeringen in windmolenparken in Zeeland tot Australische beursgenoteerde aandelen in winkels. En van veilige obligaties tot de wat meer fluctuerende handel in goud of soja. Wie zijn de mensen achter die beleggingen? Wat drijft ze? Welke keuzes maken ze? En waarom? In deze aflevering: Jeroen Schreur, binnen APG verantwoordelijk voor beleggingen in de Nederlandse energietransitie.

Serie De beleggers 

 

Pensioenfondsen krijgen kritiek: waarom doen ze met hun beleggingen niet meer voor het klimaat? ABP-bestuursvoorzitter Corien Wortmann reageerde eind juni met de bijgestelde ambitie van het ABP ‘om een volgende stap te zetten richting een meer verantwoord beleggingsbeleid’. Hoe pakt APG dit op? “We doen er steeds meer aan”, zegt Jeroen Schreur, bij Asset Management verantwoordelijk voor beleggingen in de Nederlandse energietransitie (ANET). Van slimme warmtenetten tot software waarmee je energie kunt besparen, de eerste investeringen zijn gedaan. Er zullen er nog vele volgen, schetst Schreur.

 

De energietransitie moet versnellen. En daar is geld genoeg voor. Dat constateren de wetenschappers Friedemann Polzin (Universiteit Utrecht) en Mark Sanders (Universiteit van Maastricht) in een recent onderzoek naar de rol van de financiële sector in de Europese energietransitie. Een van hun conclusies: er is kapitaal te over, maar het ontbreekt banken, beleggers en beleidsmakers aan de cruciale kennis en durf. Institutionele beleggers zouden best wat meer risicodragende investeringen mogen doen, bepleitte het duo.

APG heeft die handschoen inmiddels opgepakt, vertelt Jeroen Schreur: “ABP heeft in 2015 een ambitieus verantwoord beleggingsbeleid opgesteld en in 2020 herijkt. Met als doel om meer te beleggen in sectoren dan wel bedrijven die hun CO2-uitstoot belangrijk verlagen. En daarnaast om meer te beleggen in hernieuwbare energie. Dat doen we vanuit de overtuiging dat de sterkere nadruk op verduurzaming van onze beleggingsportefeuilles geen nadelige invloed heeft op de rendementen van onze beleggingen, en het risico acceptabel blijft. Toen het Bestuur van ABP tevens stelde meer in Nederland te willen beleggen, om zo als grootste pensioenfonds bij te dragen aan economische structuurversterking in Nederland, hebben we deze twee beleidsuitgangspunten samengevoegd en in overleg een energietransitiefonds opgericht: ABP’s Nederlands Energietransitiefonds (ANET).”

 

ANET is speciaal opgericht voor investeringen in relatief kleine en innovatieve projecten en bedrijven in Nederland die actief zijn in het opwekken, de opslag, de verspreiding en het gebruik van energie, verduidelijkt Schreur. “Dat we met ANET een goede eerste stap hebben gezet, werd onlangs bevestigd - ondersteund door het onderzoek van Polzin en Sanders, waarin ze laten zien dat juist veel kleinschalige investeringen noodzakelijk zijn om innovatie te stimuleren -  tijdens een gesprek met collega Nienke Vledder en het Sustainable Finance Lab over de financiering van de energietransitie (vanaf min 46: Sustainable Finance Lab : Hoe betalen we de energietransitie? - Pakhuis de Zwijger).

 

Hoeveel geld is er beschikbaar in dit fonds? 

“ABP reserveert in eerste instantie 250 miljoen euro voor innovatieve, kleinschalige initiatieven op het gebied van duurzame energie. En bij gebleken succes kunnen we dat bedrag - indien gewenst - later verhogen of uitbreiden naar Europa. Immers niet alle energietransitie oplossingen worden in Nederland bedacht. Wij verschaffen direct groeikapitaal aan bedrijven of projectfinanciering, nog vóór de fase dat het kapitaal van private equity-beleggers normaal gesproken aan bod komt. Dit is vrij nieuw voor APG. Aan de andere kant beleggen we indirect – via een gespecialiseerde manager - in bijvoorbeeld vijftig startups die een bijdrage leveren aan de Nederlandse energietransitie. Rockstart is een startup-accelerator die veelbelovende jonge bedrijven begeleidt en ondersteunt. Zowel met geld als met toegang tot de juiste kennis en mensen.”

 

Hoeveel van die 250 miljoen hebben jullie al belegd?

“We zijn eind 2019 gestart, toen hadden we ons beleggingsteam samengesteld en de interne processen gereed. In de tussentijd hebben we ons netwerk opgebouwd. In Nederland was toen ook net het Klimaatakkoord gesloten, dat gaf ons een flinke stimulans. De coronapandemie zorgde vervolgens voor de nodige uitdaging, maar de teller staat nu op zo’n zestig miljoen euro. Het grootste deel van deze beleggingen, zo’n 45 miljoen euro, betreft onze investering in slimme warmtenetten. Daarbij wordt warm water via buizen naar woningen en kantoren gedistribueerd, waardoor die van het aardgas af kunnen. Voor het verwarmen van dat water gebruikt men uiteenlopende warmtebronnen, zoals aardwarmte, zonnewarmte, restwarmte van fabrieken, warmtepompen en lokaal resthout en snoeiafval.”

 

Met alle respect: 250 miljoen, waarvan 60 miljoen op dit moment effectief is geïnvesteerd. Is dat niet wat weinig?

“Iedere individuele belegging is klein in de context van het totale vermogen  onder beheer van APG. Kern van beleggen is een breed gespreide portefeuille om risico’s te spreiden. En als je kijkt naar fondsen die zich in Europa richten op de energietransitie, dan zijn we een van de grootste. De impact die we kunnen maken met ANET in Nederland is groot. Door onze beleggingen worden complete wijken in Nederlandse steden van het aardgas gehaald, kunnen Nederlandse bedrijven groeien en werkgelegenheid creëren en bouwen we mee aan een bloeiend Nederlands ecosysteem voor startups.”

 

Verwacht je dat de aanscherping die ABP-bestuursvoorzitter Corien Wortmann onlangs aankondigde, gevolgen zal hebben voor de omvang van deze investering?

“Dat is uiteraard aan ABP. Als ABP wil uitbreiden, dan kunnen wij dat faciliteren. Er zijn zeker voldoende mogelijkheden om het ANET-concept uit te breiden naar Europa. Een klimaatneutrale economie biedt volop kansen voor nieuwe verdienmodellen, banen en investeringsmogelijkheden. En als wij bij voorbaat geen nieuwe technieken of oplossingen uitsluiten, is het ook goed om buiten onze landsgrenzen te kijken. Immers niet alle technieken en oplossingen komen uit Nederland.”

Je sprak over slimme warmtenetten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van biomassa. Die methode ligt de laatste tijd opeens onder vuur. Met dergelijke risico’s heb je als belegger dus ook te maken.

“Zeker, dat vereist een goede afweging vooraf. Bij die slimme warmtenetten wordt biomassa gebruikt tijdens piekmomenten. Als de vraag sterk toeneemt op een koude winterdag of als het aanbod hapert. We hebben in onze voorwaarden gesteld dat binnen een straal van honderd kilometer alleen Nederlands resthout of snoeiafval mag worden gebruikt, afkomstig van gemeenten en Staatsbosbeheer. Afgesproken is dat houtresten en snoeiafval traceerbaar uit de omgeving moeten komen. Er wordt dus geen hout verbrand afkomstig van bomenkap in natuurgebieden of bossen in Nederland of het buitenland. Wij, en dat geldt ook voor het ABP, zien verbranding van resthout en snoeiafval als een tijdelijke fase in de energietransitie.”

 

Daarnaast belegt APG dus rechtstreeks in bedrijven. Beschikken jullie zelf over de noodzakelijke technologische kennis om bijvoorbeeld een vinding van een bedrijf goed te kunnen beoordelen?  

“Nee, met ons kleine ANET-team is dat onmogelijk voor alle bedrijven. Maar binnen APG werken heel veel specialisten op allerlei deelterreinen. Voor onze belegging in slimme warmtenetten, hebben we uitgebreid overlegd met onze collega’s die in Infrastructuur beleggen. Zij kennen de kansen en risico’s van die warmtenetten. En zo geldt dat voor al onze beleggingen. Daarnaast spreken we veel met universiteiten, zoals de TU’s in Delft en Eindhoven, waarvan we bijvoorbeeld veel leren over onderzoek naar waterstoftoepassingen. Onderdeel zijn van een energietransitie ecosysteem is een belangrijke doelstelling van ANET om kennis, kunde en ervaringen te delen en vanuit de overtuiging dat we samen de energietransitie moeten realiseren.
Een van onze eerste directe beleggingen betreft een investering van 2,5 miljoen euro in NET2GRID: dit Nederlands bedrijf geeft met geavanceerde Kunstmatige Intelligentie technologieën nutsbedrijven en energieleveranciers de mogelijkheid om hun eindklanten te voorzien van bruikbare inzichten, gebaseerd op een actuele analyse van hun energieverbruik. Daarmee kan je energie besparen en een bijdrage leveren aan de energietransitie. Bij de beoordeling van deze belegging hebben onze IT beleggingsspecialisten met ons meegekeken.”

 

Krijgen jullie veel voorstellen voor directe beleggingen? En hoeveel daarvan keuren jullie goed?

“We krijgen enorm veel ideeën en financieringsaanvragen voorgelegd. Bedrijven en initiatiefnemers komen soms met de meest prachtige plannen, die meestal veel geld kosten en zeer risicovol zijn. Het scheiden van het kaf van het koren kost ons veel energie en tijd, maar is wel nodig. We hebben nu zo’n tweehonderd proposities  gezien. Daarvan zijn er nu drie door de selectie heen gekomen, zoals NET2GRID. En er zijn op dit moment nog een stuk of tien voorstellen van bedrijven of projecten die serieus kans maken om in onze ANET-portefeuille te komen. De rest is afgevallen.”

 

Naast die directe beleggingen bouwt APG met partner Rockstart een portefeuille op van vijftig startups. Waar beleggen jullie zoal in?

“Rockstart selecteert deze groep in de komende vijf jaar. Elk jaar worden gemiddeld acht tot tien startups toegevoegd. Die zijn op allerlei manieren bezig met het digitaliseren van de energietransitie door data-toepassingen en digitale technologieën. Denk aan energiezuinige huizen, slimme meters of software voor netbeheerders die ze helpt hun energienetwerk beter aan te sturen. Via Rockstart hebben we nu onder andere belegd in Starke Energy, een bedrijf dat ‘slimme’ batterijen maakt die energie gebruiken wanneer die nodig is maar deze terug leveren aan het net wanneer er een overschot is. Een andere investering betreft Bia Power, een bedrijf dat software maakt die kan zien wanneer er op het stroomnet sprake is van pieken of dalen in vraag en aanbod. Zo kunnen consumenten optimaal laden, waardoor het elektriciteitsnet in balans blijft en accu’s langer meegaan. Van deze uiteindelijke groep van vijftig zal een deel succesvol doorgroeien en wellicht weer bij ons aankloppen voor vervolgfinanciering. Datzelfde geldt voor de bedrijven waar wij direct in hebben belegd. We hebben voor deze vervolginvesteringen al een deel van die 250 miljoen euro opzijgelegd; dat geld noemen wij ‘dry powder’.”

 

Is beleggen in startups die innoveren op gebied van energietransitie niet veel te risicovol voor een pensioenfonds? Je moet maar afwachten of zo’n belegging rendement oplevert.

“Dat laatste is waar. Voor APG staat voorop dat we de deelnemers van onze pensioenfondsen altijd van een goed pensioen kunnen voorzien. Tegelijk willen we bijdragen aan een leefbare, duurzame wereld. Die twee uitgangspunten gaan uitstekend samen, is onze ervaring. Ook als je belegt in de energietransitie. Maar binnen deze sector staat voor ons als belegger het rendement echt voorop, zodat we altijd de pensioenen kunnen garanderen. Wat betreft de risico’s: op korte termijn zijn die er wel degelijk. Maar op lange termijn middelen de risico’s zich uit. Het risicoprofiel, dus de vergoeding voor het risico dat je neemt, is op lange termijn gelijk aan dat van andere beleggingen.”

 

Van welke rendementen gaan jullie uit?

“Het is nu nog te vroeg om concrete percentages te noemen. Maar ook hier gaat de kost voor de baat uit. De rendementen volgen de bekende J-curve: eerst maak je verlies, maar na enige tijd kan de omzet dan wel de winst exponentieel versnellen. Maar dan heb je het dus wel over de lange termijn. Aan iedere potentiële belegging worden uiteraard rendementseisen gesteld. Voor bedrijven, initiatiefnemers, projectmanagers met een financieringsbehoefte bevat de financieringswijzer van de taakgroep financiering van het klimaatakkoord[1] een aantal concrete indicaties van mogelijke looptijden, bedragen, rentemarges en rendementseisen.”

 

Wouter Bos, topman van Invest-NL dat ook innovatieve bedrijven in de energietransitie wil financieren, verwacht dat 70 tot 80% van zijn investeringen het niet gaat redden. Is dat niet frustrerend?

“InvestNL helpt innovatieve ondernemers door het wegnemen van knelpunten voor opschaling en groei. Daarmee proberen ze de financieringsbereidheid te vergroten, omdat de ideeën van ondernemers soms zo vernieuwend en risicovol zijn dat marktpartijen er nog niet in durven stappen. Ook in onze startup-portefeuille van Rockstart zullen niet alle startups succesvol zijn. Maar door breed gespreide portefeuille worden risico’s verkleind en worden verliezen gecompenseerd door successen. Daarnaast is onze startup-portefeuille een relatief klein onderdeel van onze ANET-portefeuille waardoor het neerwaartse risico eveneens is beperkt. Het biedt echter wel een mogelijkheid om deel uit te maken van een of meer startups die wel succesvol zijn.”

 

Feiten & Cijfers

 

In welke initiatieven die moeten bijdragen aan de energietransitie, belegt ANET?

Het ABP Nederlands Energietransitiefonds (ANET) is opgericht voor beleggingen in relatief kleine projecten en bedrijven die zich richten op (technologische) oplossingen voor de energietransitie. ANET kan in alle ontwikkelingsfasen van een bedrijf bijdragen aan de financiering, van startkapitaal tot beursgang. Aansluitend op het Klimaatakkoord heeft de financiële sector, waaronder ABP, in 2019 toegezegd actief bij te dragen aan de financiering van de Nederlandse energietransitie. ANET belegt inmiddels in slimme warmtenetten in een viertal grote Nederlandse gemeenten, het Nederlands bedrijf Net2Grid dat technologie levert aan bedrijven in de energiesector en klanten inzicht direct biedt hun actuele en toekomstige energieverbruik. Tevens belegt ANET in een tiental startups, zoals Starke Energy, Bia Power en Soolutions, die met hun product, service of toepassing, oplossingen ontwikkelen voor de Nederlandse energietransitie met als doel deze bedrijven te ontwikkelen en op te schalen. 

 

Voor hoeveel?

Op dit moment zo’n 60 miljoen euro.

 

Wat levert dat op aan rendement?

Over deze korte termijn is daar nog niets over te zeggen. ANET verwacht op lange termijn een rendement te kunnen leveren dat vergelijkbaar is met het rendement van beurgenoteerde aandelen. Aan iedere potentiële ANET-belegging worden rendementseisen gesteld. Voor bedrijven, initiatiefnemers, projectmanagers met een financieringsbehoefte bevat de financieringswijzer van de taakgroep financiering van het klimaatakkoord een aantal concrete indicaties van mogelijke looptijden, bedragen, rentemarges en rendementseisen, deze zijn indicatief en afhankelijk van marktomstandigheden.

 

 

Volgende publicatie:
“Is het nieuwe klimaatplan van de EC slecht voor de aandelenmarkt?”

“Is het nieuwe klimaatplan van de EC slecht voor de aandelenmarkt?”

Gepubliceerd op: 15 juli 2021

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: aandelenbelegger Martijn Olthof, over de impact van strenger klimaatbeleid en hogere CO2 prijzen op de aandelenmarkten.

 

Fit for 55. Dat is de naam van het plan dat de Europese Commissie op 14 juli lanceerde om de Europese uitstoot in 2030 met 55% te hebben teruggebracht. Een belangrijk onderdeel van dat plan is de herziening van het emissiehandelssysteem (EU Emissions Trading System, ETS). Bedrijven die uitstoot veroorzaken, moeten die verplicht compenseren via de aankoop van CO2-emissierechten. Daarvoor kunnen ze terecht binnen het ETS.

 

De algemene verwachting is dat Fit for 55 zal leiden tot hogere en breder toegepaste prijzen voor CO2-uitstoot in Europa. Om de Parijs-doelen te halen, zal dat ook wel moeten, ondanks de grote stijging die we dit jaar al gezien hebben. Maar hogere prijzen voor uitstoot leiden tot hogere kosten voor bedrijven. Hier en daar wordt gespeculeerd dat dit zal leiden tot dalende aandelenmarkten. Terecht?

 

Winnaars en verliezers

Volgens Olthof is die redenering veel te kort door de bocht. “Het is duidelijk dat de prijs van CO2-uitstoot flink omhoog moet om het echt zoden aan de dijk te laten zetten. En in de meeste Parijs scenario’s zal dat ook gebeuren. Maar je kunt echt niet voorspellen dat een stijging van de CO2-prijs leidt tot een bepaalde daling van de aandelenmarkten. Het hangt van zóveel meer factoren af. Wat je zult zien, is dat er onder bedrijven winnaars en verliezers ontstaan.”

Of een bedrijf ‘winnaar’ of ‘verliezer’ wordt, hangt af van een aantal factoren. “Bedrijven die niet op tijd de omslag maken naar nul uitstoot  en een product leveren waarvoor een duurzamer alternatief bestaat, gaan lijden onder een hoge CO2-prijs. Hun product wordt dan simpelweg te duur ten opzichte van het alternatief. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan kolencentrales. De afnemer kan immers ook terecht bij ondernemingen die groene energie leveren, met nul uitstoot. Die energiebedrijven maken minder kosten en kunnen dus goedkoper leveren. Maar als je bijvoorbeeld een cementbedrijf bent – waarmee je flinke uitstoot veroorzaakt – zijn er op dit moment weinig alternatieven voor je product. Dat soort ondernemingen kunnen de kosten van een hogere CO2-prijs grotendeels doorbelasten aan de klant. Daardoor hebben ze er minder snel en minder direct last van als uitstootrechten duurder worden.”         

Juist de fossiele bedrijven kunnen baat hebben bij duidelijk beleid zoals Fit for 55

Spekkoper

Toch is het volgens Olthof nog lastig om te voorspellen wélke bedrijven precies spekkoper worden bij een hoge prijs voor CO2-emissierechten. “Daarvoor zijn er simpelweg nog te veel onzekerheden over hoe de energietransitie zich gaat ontvouwen. Of er een alternatief bestaat voor een bepaald product en tegen welke prijs, is namelijk sterk afhankelijk van technologische ontwikkelingen. Voor de lange termijn laten die zich lastig voorspellen.”  

Je zou het in eerste instantie niet zeggen, maar juist de fossiele bedrijven kunnen baat hebben bij duidelijk beleid zoals Fit for 55. “Het mooie van Fit for 55 is dat het duidelijkheid biedt aan veel bedrijven die schrééuwen om dit soort maatregelen. Er komt bijvoorbeeld meer steun voor groene brandstoffen. Als daarnaast ook de CO2-prijs stijgt, ontstaat er voor bedrijven een dubbele prikkel om bijvoorbeeld biokerosine te produceren. Dát is wat bedrijven willen, want dan weten ze zeker dat er een markt voor is. Veel oliebedrijven zéggen ook dat ze voorstander zijn van een hoge en stabiele CO2-prijs. Ook omdat afvang en opslag van CO2 dan pas rendabel wordt. Wat je nodig hebt, is een gezonde combinatie van verschillende beleidsmaatregelen. Dat betekent dat je bijvoorbeeld vliegmaatschappijen verplicht tot het gebruiken van een minimaal percentage aan biokerosine of andere groene brandstof. Als je daarnaast zorgt voor onder andere een hogere CO2-prijs en je past die breder toe op meer sectoren, dan gaan bedrijven stappen zetten naar nieuwe technologieën. Omdat ze meer zekerheid hebben dat ze de daarvoor vereiste grote investeringen ook gaan terugverdienen.”

 

Hard ingrijpen

En zelfs als een hogere CO2-prijs de aandelenkoersen drukt, kun je je afvragen hoe erg dat is, zegt Olthof. “Wat is het alternatief? Als je catastrofale klimaatverandering krijgt, of later hard overheidsingrijpen omdat de doelen van Parijs niet gehaald worden, is dat wellicht veel slechter voor de aandelenmarkt. Om die doelen te halen, zijn gigantische investeringen nodig. Dan moet de overheid ervoor zorgen dat het voor private sector aantrekkelijk genoeg is om die investeringen te doen. Met scherp en duidelijk klimaatbeleid kan ze daarvoor zorgen.”

Volgende publicatie:
Particulier beleggen is immens populair. Leidt dit tot een nieuwe 'zeepbel'?

Particulier beleggen is immens populair. Leidt dit tot een nieuwe 'zeepbel'?

Gepubliceerd op: 8 juli 2021

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Chief Economist Thijs Knaap over de kans op een (barstende) zeepbel door de stijgende populariteit van beleggen.

 

Beleggen is hot. Het aantal Nederlanders dat geld belegt, nam in 2020 met ruim een kwart toe. De grootste stijging sinds de jaren ’90. Veel jonge, vaak onervaren beleggers betreden de beurs via smartphone-apps van online brokers. En dat is niet zonder gevaar, vinden sommigen. Zoals de Amerikaanse topbelegger Jeremy Grantham. Hij stelde eerder dit jaar: “Particuliere beleggers hebben een historische zeepbel gecreëerd die waarschijnlijk nog vóór mei zal barsten.” Een zeepbel zoals rond de eeuwwisseling (de zogenoemde dot-com bubble), toen particuliere beleggers massaal in internetbedrijfjes investeerden en daarmee de aandelenprijzen tot recordhoogten dreven. Tot de koersen in 2000 plots in elkaar stortten. Waarop de economische groei wereldwijd terugviel. Hoewel mei achter ons ligt, blijft de vraag: is de kans op zo’n barstende zeepbel alsnog reëel?

 

Permanente effecten

Thijs Knaap is terughoudend met termen als bubble of zeepbel. “Voordat je het daarover kunt hebben, is het van belang om te snappen waar die toename van retailbeleggers (particuliere beleggers, red.) vandaan komt. Dat zit hem in drie factoren. Allereerst zijn de mogelijkheden voor de particulier om ‘even’ te beleggen groter geworden. Zowel qua gemak (via eenvoudige en handige apps) als qua kosten (ook in Nederland heb je partijen waarbij je transacties gratis kunt doen). Tweede factor is de coronapandemie: mensen zitten thuis, hebben soms geld over en de tijd om daar iets mee te doen. En zijn dus gaan beleggen. Derde reden van de groeiende populariteit is de lage, soms zelfs negatieve rente. Sinds 1 juli moet je bij sommige banken iets betalen om te sparen. Dat jaagt mensen naar de markt. Een aantal van deze factoren blijft nog wel een tijd – of voorgoed – bij ons. Die technologie, die laagdrempeligheid van beleggen, gaat niet meer weg. Van de lage spaarrente zijn we waarschijnlijk de komende jaren ook nog niet af. De vraag naar aandelen blijft dus groeien. Dit zijn permanente effecten, dus wat dat betreft lijkt van een hausse, waar iedereen na corona massaal uit zou stappen en niet meer terugkomt, geen sprake. Structurele veranderingen verklaren een groter deel van de beweging.”

 

Andere type beleggers

Máár: daarmee is de kous volgens Knaap toch niet helemaal af: “Particulieren zijn andere types dan grote beleggers. Ze beleggen over het algemeen risicovoller. Je ziet bijvoorbeeld dat ze veel in individuele aandelen zitten en geen gespreide portefeuille hebben. En callopties zijn populair, die snel meer waard worden als het aandeel omhoog gaat, maar niks waard zijn als het aandeel daalt. Als je dit soort beleggers erbij krijgt, gebeurt er van alles. Zeker in een tijd waarin mensen elkaar vinden op internetfora en daar kunnen afspreken om en masse aandelen van een bepaald bedrijf te kopen en zo de prijs op te voeren. Zelfs als het bedrijf dat eigenlijk niet waard is. Dat zag je dit jaar bij het verlieslatende GameStop en het failliete Hertz. Door gebundelde krachten lukte het honderdduizenden beleggers de prijs extreem op te voeren. Dat is problematisch, en het mag ook niet helemaal. Feitelijk is het marktbedrog, maar doe er maar eens wat aan als er zo’n bataljon mensen achter zit.”

Toch vertrouwen

Particulieren die elkaar opjutten, aandelenprijzen die worden opgedreven terwijl het bedrijf niet veel waard lijkt; zijn dit dan die typische bubbles waar zorgen over zijn? “De ontwikkelingen rondom deze beleggingen – memestocks worden ze ook wel genoemd – hebben inderdaad karaktertrekken van een zeepbel”, zegt Knaap. “Maar het gaat niet helemaal op. Bij de dot-comcrisis zag je dat de koers van het aandeel uiteindelijk helemaal kelderde toen een groot deel van de mensen uitstapte. Bij zowel GameStop als Hertz zie je dat de waarde van het aandeel nu nog steeds en consistent veel hoger is dan in het begin. Mensen lijken dus echt vertrouwen erin te hebben dat het bedrijf er iets goeds mee doet. En door de opeens goedkope financiering krijgt het bedrijf ook de kans zichzelf opnieuw uit te vinden.”

 

Markt opblazen

Terug naar de vraag: stevenen we door de groeiende populariteit van beleggen (weer) af op een zeepbel die gaat barsten? Knaap denkt van niet. Al benadrukt hij dat je het nooit helemaal met zekerheid kunt zeggen. “Ja, bij de genoemde voorbeelden en in sommige sectoren zie je inderdaad dat particulieren de prijs kunnen opdrijven. Maar dat kan alleen bij bedrijven die relatief klein zijn. Zij vormen maar een beperkt deel van de beurs. Bij de rest van de markt zie je dat niet. Het is veel lastiger om de hele markt op te blazen."

Volgende publicatie:
2020: Doorpakken op duurzame ambities

2020: Doorpakken op duurzame ambities

Gepubliceerd op: 30 juni 2021

APG publiceert Verslag Verantwoord Beleggen

 

APG heeft in 2020 opnieuw grote stappen gemaakt als het gaat om verantwoord beleggen. Door continu te verbeteren kunnen we aan de groeiende duurzame ambities van onze pensioenfondsen blijven voldoen. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde Verslag Verantwoord Beleggen.

 

Verantwoord beleggen is een van de strategische pijlers van APG. In hun voorwoord constateren Annette Mosman (bestuursvoorzitter), en Ronald Wuijster (bestuurslid verantwoordelijk voor vermogensbeheer) dat door de coronacrisis de toch al toenemende aandacht voor verantwoord beleggen in een stroomversnelling is gekomen. “Niet alleen bij maatschappelijke organisaties, maar ook in de media en bij de deelnemers van de pensioenfondsen waarvoor APG werkt. Daar luisteren we goed naar, want we realiseren ons dat we ons bestaansrecht ontlenen aan de deelnemers en voor hén werken aan een goed pensioen.”

 

Beleggen in duurzame ontwikkeling

Eind 2020 hadden we namens onze pensioenfondsen ruim € 90 miljard belegd in bedrijven en projecten die bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals: SDG’s). Deze zijn in 2015 opgesteld door de Verenigde Naties om te komen tot een betere en duurzame wereld. Onze pensioenfondsen ABP en bpfBOUW hebben beide een doelstelling voor beleggen in de SDGs. Een aanzienlijk deel van onze beleggingen in de SDGs (€ 12,2 miljard) bestaat uit gelabelde obligaties. Dit zijn obligaties uitgegeven door bedrijven, overheden en instanties voor de financiering van groene, sociale of duurzame projecten.

 

APG heeft in 2020 samen met drie internationale beleggers het SDI Asset Owner Platform opgericht om beleggen in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te stimuleren. Onze ambitie is om hiervan een wereldwijde standaard te maken. Op die manier kunnen we samen met andere verantwoorde beleggers bijdragen aan doelen als duurzame steden en gemeenschappen, betaalbare en duurzame energie en actie voor het klimaat.

 

Bijdragen aan de aanpak van de corona-crisis

Eind 2020 had APG namens de pensioenfondsklanten ruim € 1 miljard belegd in zogenoemde corona-obligaties. De opbrengsten van deze obligaties worden gebruikt om de pandemie en de gevolgen van de lockdown voor mensen en bedrijven te bestrijden. Voorbeelden daarvan zijn uitbreiding van de gezondheidszorg, programma’s voor behoud van werkgelegenheid en ondersteuning van het MKB.

 

Ook drongen we er in 2020 – zowel individueel als samen met andere grote beleggers – bij bedrijven op aan om de sociale gevolgen van de crisis te beperken en de gezondheid van werknemers voorop te stellen. Volgens de Amerikaanse organisatie Responsible Asset Allocation Initiative behoort APG wereldwijd tot de vermogensbeheerders die het meeste doen om de gevolgen van de pandemie aan te pakken.

De CO2-voetafdruk van onze aandelenbeleggingen is met 39% gedaald ten opzichte van het peiljaar 2015.

Klimaatverandering en de energietransitie

De CO2-voetafdruk van onze aandelenbeleggingen is met 39% gedaald ten opzichte van het peiljaar 2015. Alle pensioenfondsen waarvan wij het vermogen beheren hebben hier een doelstelling voor. Dit jaar publiceren we voor het eerst ook de CO2-voetafdruk van onze beleggingen in bedrijfsobligaties, vastgoed en private equity (57% van de totale portefeuille). Uiterlijk in 2022 koppelen onze fondsen hieraan klimaatdoelstellingen voor 2030. APG heeft bijgedragen aan een raamwerk voor het rapporteren van CO2-impact en aan een overzicht van meetmethoden voor de CO2-voetafdruk in de Nederlandse financiële sector.

 

Eind 2020 belegden wij namens onze fondsen € 15,9 miljard in het Duurzame Ontwikkelingsdoel ‘Betaalbare en Duurzame Energie’ (SDG 7). Door hierin te beleggen, verminderen we klimaatrisico’s in onze beleggingsportefeuille en dragen we bij aan de energietransitie.

 

Effect op risico en rendement

In 2020 hebben we een methode ontwikkeld die inzicht geeft in het effect van insluiten (het meewegen van duurzaamheidsaspecten bij elke beleggingsbeslissing) en uitsluiten van beleggingen op het rendement van de aandelenportefeuille. Over de afgelopen twee jaar is het effect licht positief. Daarbij hoort de kanttekening dat we pas uitspraken kunnen doen over de lange termijn als we gedurende een langere periode hebben gemeten. In 2021 ontwikkelen we ook methoden om na te gaan wat het effect van de andere instrumenten voor duurzaam en verantwoord beleggen op risico en rendement is, zoals sturen op vermindering van de CO2-voetafdruk en beleggen in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.

 

Eigen bedrijfsvoering

Hoewel APG de grootste duurzame impact kan realiseren met de beleggingen die we voor onze pensioenfondsen beheren, vlakken we ook de effecten van onze eigen bedrijfsvoering niet uit. We kunnen de lat voor bedrijven waarin we beleggen alleen hoog leggen als we dat voor onszelf ook doen. Ook motiveren we medewerkers op die manier om duurzaamheid in hun dagelijkse werk en keuzes mee te nemen. In 2030 wil APG aantoonbaar een klimaatneutrale bedrijfsvoering hebben. Om de besluitvorming over de duurzame ambities vorm te geven, wordt een Sustainability Board opgericht onder leiding van bestuursvoorzitter Annette Mosman. Meer hierover in ons jaarverslag.

 

Duurzame toekomst

APG belegt ruim 570 miljard euro voor onze pensioenfondsklanten ABP (overheid), bpfBOUW, SPW (woningbouwverenigingen) en PPF APG, het pensioenfonds van de eigen medewerkers. Onze pensioenfondsen hebben hun ambities en doelstellingen op het gebied van verantwoord beleggen aangescherpt. ABP maakte al in 2020 zijn nieuwe beleid tot 2025 bekend; bpfBOUW en SPW hebben dat onlangs gedaan. Net als onze pensioenfondsen blijft APG zich ontwikkelen op het gebied van verantwoord beleggen. Wij willen ‘samen werken aan jouw duurzame toekomst’. Een toekomst met een goed en betaalbaar pensioen, in een duurzame, leefbare en inclusieve samenleving. Daar zetten wij ons voor in, nu en in de toekomst.

Volgende publicatie:
APG en KPN starten glasvezelbedrijf ‘Glaspoort’

APG en KPN starten glasvezelbedrijf ‘Glaspoort’

Gepubliceerd op: 9 juni 2021

APG en KPN hebben vandaag de transactie afgerond voor de oprichting van een glasvezel joint venture: Glaspoort. Het nieuwe, in Amsterdam gevestigde bedrijf, start vanaf nu met de uitrol van glasvezel in dorpen, kleine kernen en op bedrijventerreinen. De reikwijdte van de joint venture is iets vergroot en toegenomen met 75.000 adressen. Hierdoor zullen nu 750.000 huishoudens en 225.000 bedrijven in 2026 aangesloten zijn op glasvezel.

 

Glaspoort investeert de komende vijf jaar ruim 1 miljard euro in de uitrol van glasvezel. Dankzij voldoende bouwcapaciteit en externe financiering kan Glaspoort hiermee snel van start gaan. De reikwijdte van de joint venture is iets vergroot en toegenomen met 75.000 huishoudens. Naar verwachting komen er dit jaar al meer dan 70.000 glasvezelverbindingen bij. De naam Glaspoort verwijst naar glasvezel (glas) en poort, als toegangspoort tot de digitale toekomst.  

 

Veel voordelen

Het afgelopen jaar onderstreepte het belang van betrouwbaar, veilig en snel internet voor de Nederlandse samenleving. Nu krijgen de komende jaren bijna 1 miljoen klanten in de meer afgelegen gebieden de mogelijkheid om te genieten van de voordelen van een glasvezelverbinding. De benodigde bouwcapaciteit zorgt voor ruim duizend extra banen.

Patrick Kanters, Managing Director Global Real Assets van APG, is blij met de formele lancering van Glaspoort. “We kijken ernaar uit om samen met KPN het nieuwe bedrijf op te bouwen en de uitrol van glasvezel naar bijna 1 miljoen klanten mogelijk te maken. Deze joint venture zal een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse digitale infrastructuur. Naar verwachting levert het bovendien aantrekkelijke rendementen op voor onze pensioenfondsklanten. De uitrol draagt ook bij aan energiebesparing. Want glasvezel is energiezuiniger dan koper of kabel.”

 

Bijna landelijke glasvezeldekking

“Deze transactie creëert extra waarde voor alle stakeholders,” zegt ook Joost Farwerck, CEO van KPN, enthousiast. “Dankzij de verruimde reikwijdte van het project kunnen nóg meer dorpen versneld worden aangesloten op state-of-the-art glasvezelinfrastructuur.”

In combinatie met KPN’s eigen uitrol van ongeveer een half miljoen huishoudens per jaar, resulteert dit in een bijna landelijke glasvezeldekking (80 procent) in 2026. Een resultaat dat anders pas veel later zou worden bereikt. Farwerck: “Samen met 5G zorgt glasvezel voor het modernste en krachtigste netwerk dat Nederland tot ver in de 21e eeuw zal ondersteunen.” 

 

Open netwerkstrategie

Het nieuwe netwerkbedrijf heeft een open netwerkstrategie. KPN treedt weliswaar op als hoofdhuurder op het netwerk, maar Glaspoort biedt toegang aan externe operators die hiervoor kiezen. Eindgebruikers kunnen daardoor een telecombedrijf naar keuze selecteren. Dat bevordert de concurrentie en innovatie in Nederland.

 

Jan Willem Scheerder en Ferry Niers zijn respectievelijk tot CEO en CFO van Glaspoort benoemd. Scheerder bekleedde eerder verschillende uitvoerende functies op het gebied van Wholesale Services en International Carrier Business, en gaf leiding aan verschillende start-ups. Niers heeft meer dan 14 jaar ervaring in de TMT-branche en bekleedde Corporate Finance en M&A posities bij KPN en KPMG.

 

Lees ook: Waarom investeert een pensioenbelegger in glasvezeltechnologie?

Voor meer informatie over Glaspoort: zie glaspoort.nl

Volgende publicatie:
Meer huurwoningen dankzij online leenplatform

Meer huurwoningen dankzij online leenplatform

Gepubliceerd op: 4 mei 2021

Woningcorporaties hebben miljarden nodig om hun bestaande huurwoningen te verduurzamen en nieuwe woningen bij te bouwen. Via veilingsite LIST Amsterdam kunnen ze nu heel makkelijk en snel geld lenen. APG Asset Management is mede-initiator van dit volledig digitale leenplatform. “Met vijftig afgesloten leningen ter waarde van een half miljard euro is dit inmiddels een groot succes.”

 

Hoe vind je een betaalbare huurwoning, als je een bescheiden inkomen hebt en een koophuis wel kunt vergeten? Dat wordt in Nederland steeds moeilijker. Huurders moeten vaak jaren wachten voordat ze een woning krijgen. Daarom willen de woningcorporaties er jaarlijks zo’n 34.000 sociale huurwoningen bijbouwen; het dubbele van wat ze de laatste jaren hebben laten bouwen. Daarbij neemt de druk op corporaties toe om hun (ruim twee miljoen) bestaande woningen te verduurzamen, want in 2050 moeten alle corporatiewoningen CO2-neutraal zijn.

 

Nieuwe financieringsbron

Dat kan maar één ding betekenen: de 300 woningcorporaties die Nederland telt, hebben de komende jaren vele miljarden nodig. Hoe komen ze aan dat geld? Huurverhogingen bieden weinig soelaas, omdat de huren in de sociale huursector zijn begrensd. De corporaties lenen in praktijk nu vooral geld bij twee sectorbanken, de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) en de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). “Daar is met het platform LIST Amsterdam een derde financieringsbron bijgekomen. Via deze online marktplaats kunnen corporaties heel makkelijk en efficiënt een lening aanvragen, de aanbiedingen van institutionele beleggers met elkaar vergelijken en de voor hen meest gunstige lening afsluiten,” zegt Hans van Westrienen, senior portefeuillemanager van APG Asset Management.

 

Inspelen op trend platformisering

Hij vertelt dat APG een paar jaar geleden werd benaderd door de Amsterdamse ondernemers Adriaan Hendriksen en Erik Wilders. “Zij zagen kansen voor een online leningenplatform waar woningcorporaties voor hun financieringsbehoefte direct contact konden leggen met institutionele beleggers. Zonder allerlei tussenschakels, zoals brokers; dat scheelt meteen flink in de kosten. Wij vonden dat een uitstekend idee en hebben hen geholpen met het opzetten van dit platform.” LIST Amsterdam speelt daarmee in op de trend van platformisering: we zijn immers gewend geraakt aan online platforms om eten te bestellen, een taxi of overnachting te regelen of een klusser in te huren. Geld uitlenen via crowdfunding-platforms als Geldvoorelkaar, Kickstarter en Voordekunst kennen we ook al jaren, maar een platform voor omvangrijke, langetermijnleningen is nieuw, constateert Van Westrienen: “Het werkt simpel, de woningcorporatie zet zijn geldvraag via LIST Amsterdam direct uit bij institutionele beleggers. Gewone banken komen er niet aan te pas.” Had APG niet zelf dit platform willen oprichten? “Nee, in dit geval geldt: schoenmaker, blijf bij je leest. Aan het opzetten van zo’n online veilingsite kleven bovendien strikte voorwaarden, vanuit wet- en regelgeving.”  

 

Meer concurrentie, lagere rente

Het platform voorziet duidelijk in een behoefte: na twee jaar zijn er zo’n vijftig leningen via LIST Amsterdam verhandeld, met een totale waarde van een half miljard euro. Waarom doet APG hieraan mee? Van Westrienen: “Wij doen deze beleggingen graag via dit platform omdat onze klanten, de pensioenfondsen ABP, bpfBOUW, SPW en PPF APG, niet alleen langlopende leningen met een stabiel en betrouwbaar rendement willen verstrekken, maar ook willen bijdragen aan een oplossing van het woningtekort en aan de noodzakelijke verduurzaming van woningen. Bovendien willen ze waar mogelijk meer in Nederland beleggen.” Uit de hoek van de woningcorporaties heeft Van Westrienen veel lovende reacties gehad. “Ze kunnen nu kiezen uit meer financiers. En omdat er meer concurrentie is gekomen, betalen de woningcorporaties een wat lagere rente dan voorheen.”

 

Rendement, risico, kosten en duurzaamheid

APG gaat in haar beleggingen doorgaans uit van vier criteria, vertelt Van Westrienen: “Het risico, het rendement, de kosten en het duurzame, sociale karakter van de investering. Aan dat laatste criterium voldoen we - door te beleggen via LIST Amsterdam - zeker, gezien de wens van corporaties om met deze leningen meer huurwoningen bij te bouwen en bestaande woningen energiezuiniger te maken.”

Wat het risico betreft; de Nederlandse Staat waarborgt dit type langetermijnleningen aan woningcorporaties. Dat gebeurt via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), een constructie die voor institutionele beleggers als APG interessant is. “Vanwege die waarborg is het risico voor ons laag. De rente van deze leningen ligt iets hoger dan op Nederlandse staatsobligaties, zo kunnen we per saldo tegen een vergelijkbaar risico een iets hoger rendement realiseren. Tegelijk is dat rendement op deze risico-arme leningen relatief gering, waardoor ze voor de gewone grootbanken minder aantrekkelijk zijn. Maar dat lage rendement is geen probleem, ook omdat we, door te beleggen via LIST Amsterdam, op de andere drie criteria zo goed scoren.” En het vierde criterium, de kosten? “Die zijn relatief laag, omdat het hele veilingproces geautomatiseerd en zeer efficiënt verloopt.”

 

Eenvoudig digitaal veilingsysteem

Die automatisering zit ’m deels in vergaande standaardisatie, schetst Van Westrienen. Normaliter kun je in dit soort grote leningen allerlei opties-op-maat verwerken. Denk aan de mogelijkheid van vervroegde aflossing, een variabele rente tijdens de looptijd, of een annuïtaire structuur. Bij de leningen via LIST Amsterdam heb je alleen te maken met een template waarop je de looptijd, het te lenen bedrag en het rentepercentage kunt invullen. Dat is heel overzichtelijk.” Het systeem werkt verrassend eenvoudig: om elf uur in de ochtend, op vaste dagen in de week, krijgen beleggers een template te zien waarop corporatie X heeft aangegeven hoeveel miljoen euro ze willen lenen. Geïnteresseerde beleggers vullen dan het rentepercentage in dat ze voor die lening willen hebben. De corporatie krijgt vervolgens vijf minuten de tijd om aan te vinken welke rente ze prefereren, en daarmee automatisch met welke belegger ze in zee gaan. En dan is de deal rond. “Wij hebben dus geen contact met de desbetreffende woningcorporatie. Vroeger verwerkten we dit soort beleggingen handmatig in onze administratie. Mijn collega’s van Trade Processing hebben, samen met ons Integration team, ervoor gezorgd dat alles digitaal en gestandaardiseerd loopt. Zelfs het zetten van de vereiste handtekeningen door alle partijen gaat nu elektronisch, via AdobeSign. Zeker nu vrijwel iedereen vanuit huis werkt, is dat superhandig. Deze digitalisering zorgt voor minder fouten, meer snelheid en lagere kosten. Goed nieuws voor de woningcorporaties én voor onze klanten en hun deelnemers, waar we voor beleggen.”

 

 

 

“LIST Amsterdam is heel goed nieuws”

 

Woningcorporatie De Alliantie was de eerste die in 2019 een lening afsloot via LIST Amsterdam. Jan Michiel Aeilkema, treasurer bij De Alliantie, zei hierover begin dit jaar op de website van ABP: “Het is onze missie om voor voldoende sociale huurwoningen te zorgen. In ons geval bestaat negentig procent van ons bestand uit woningen waarvan de huren begrensd zijn. Die huren kunnen we niet zomaar verhogen om bijvoorbeeld de verduurzaming te bekostigen.”

“We proberen zo goedkoop mogelijk geld te lenen, tegen een zo laag mogelijke rente. Omdat we via LIST Amsterdam geen brokers nodig hebben en veel processen in hoge mate geautomatiseerd zijn, hebben we op deze manier ook minder onkosten bij het aantrekken van financiering. En bevallen de aanbiedingen die we op het platform krijgen niet, dan kunnen we altijd nog de sectorbanken benaderen.”

 

Wat vindt Aeilkema van LIST Amsterdam? “Voor woningcorporaties, de sociale woningbouwmarkt en de grote groep mensen die hierop zijn aangewezen, is dit heel goed nieuws. De goedkopere leningen en lagere kosten zorgen ervoor dat we woningen betaalbaar kunnen houden en verder kunnen verduurzamen. Het is dus een erg goede zaak voor Nederland.”

Volgende publicatie:
“De markt voor grondstoffen is grillig, dat maakt het interessant”

“De markt voor grondstoffen is grillig, dat maakt het interessant”

Gepubliceerd op: 4 mei 2021

568 Miljard euro. Dat is het totaal belegd vermogen van APG wereldwijd (stand februari 2021). Doel: een goed en duurzaam rendement voor de deelnemers van de fondsen. De portefeuille is vanzelfsprekend breed. Van investeringen in windmolenparken in Zeeland tot aandelen in internationale hotelketens. En van veilige obligaties tot de wat meer fluctuerende handel in goud of soja. Wie zijn de mensen achter die beleggingen? Wat drijft ze? Welke keuzes maken ze? En waarom?

 

In deze eerste aflevering: Peter Verbaken, Hoofd van het Team Grondstoffen van APG.

 

In 2019 een plus van 17%, in coronajaar 2020 een min van 16%: wie belegt in grondstoffen moet over stalen zenuwen beschikken. Zijn grondstoffen als olie, goud, soja of suiker dus een té risicovolle belegging voor een pensioenbelegger als APG? Nee, stelt Peter Verbaken, Hoofd van het Team Grondstoffen van APG Asset Management. “Met grondstoffen kun je een betere risicospreiding in je totale beleggingsportefeuille aanbrengen.” Een goed gesprek over de aanpak, kansen en dilemma’s van APG - ook als het gaat om duurzaamheid.

 

 

Wat zorgt nu voor die enorme fluctuaties in de prijzen van grondstoffen?

“Daar zijn meerdere factoren voor aan te wijzen. In het laatste decennium zagen we veel prijsdalingen op de grondstoffenmarkt, omdat de economische groei matig was. Lijkt de groei aan te trekken, dan veren grondstofprijzen meteen weer op. Verder treden er heel snel grote verschuivingen op in vraag en aanbod, zoals op de oliemarkt. Vorig jaar daalde de olieprijs extreem hard en noteerde zelfs even negatief. Over heel 2020 deden koper, goud en zilver het juist heel goed, net als een aantal agrigrondstoffen, zoals soja, mais en cacao. Waar aandelen, obligaties en vastgoedbeleggingen vaak dezelfde kant op bewegen, zie je bij grondstoffen dus veel eerder tegengestelde koersbewegingen. Ofwel, de correlatie tússen verschillende grondstoffen is erg laag. Dat biedt kansen voor beleggers zoals wij, die beleggen vanuit actief beheer. Dat betekent dat wij niet zomaar een grondstoffenindex volgen, maar zelf kiezen in welke grondstoffen we investeren. Een van onze doelen is om een hoger rendement te halen dan zo’n index, die we als benchmark beschouwen.”


Sommige experts voorspellen een nieuwe ‘supercycle’ in grondstoffen; een lange periode van prijsstijgingen door coronavaccins, de monetaire steunpakketten van centrale banken en uiteindelijk economisch herstel. Wat verwacht jij?

”Die kans zit er zeker in. Grondstofprijzen stijgen doorgaans als de wereldwijde economie groeit, maar ook als de inflatie laag blijft. Daarbij moet je ook fundamenteel kijken: voor sommige grondstoffen ligt een toenemende vraag erg voor de hand. Neem koper, een grondstof die een cruciale rol zal spelen bij de elektrificatie binnen veel markten. Of lithium, dat gebruikt wordt voor accu’s die producenten onder meer gebruiken in elektrische auto’s. De vraag naar dergelijke grondstoffen zal toenemen, terwijl het aanbod niet noemenswaardig stijgt. Dat betekent overigens niet dat de prijzen van deze grondstoffen meteen in een rechte lijn omhoog gaan. Bovendien zit er al de nodige verwachting in de huidige prijzen.”


Hoe verklaar jij de enorme prijssprongen van de olieprijs? En waar gaat die prijs naartoe?

“Dat laatste is lastig te voorspellen. De olieprijs is misschien wel het meest beweeglijk van alle grondstofprijzen. Toen de coronacrisis uitbrak, daalde de vraag naar olie door al die lockdowns logischerwijs scherp. Tegelijk verhóógden de twee grote olieproducenten Saoedi-Arabië en Rusland vanwege een onderling conflict hun productie. En dus daalde de olieprijs in april naar het absolute dieptepunt van zo’n 20 dollar. Heel kort was de prijs zelfs negatief. Daarna bereikten de OPEC-landen, plus Rusland, toch een akkoord om de olieproductie te beperken. Waarna de prijs gestaag ging klimmen. De olieprijs noteerde begin april iets boven de 60 dollar per vat. Een enorme stijging, vergeleken met afgelopen voorjaar.”

 

Maar als wereldwijd de klimaatdoelen serieus worden genomen, zal de vraag naar olie de komende jaren toch structureel afnemen?  

“Op korte termijn stijgt de olieprijs door de verwachting van een economisch herstel, waardoor de vraag naar olie toeneemt. Maar inderdaad, cruciaal is hoe de klimaattransitie de komende jaren gaat uitpakken. Welke alternatieve brandstoffen breken verder door? En wat gebeurt er aan de aanbodkant? De laatste jaren was er bijvoorbeeld veel aanbod van (relatief dure) schalie-olie uit de VS, maar de olieproducenten zijn daar zeer zwaar geraakt door de lage olieprijs. Kortom, zowel aan de vraag- als aan de aanbodkant is de komende jaren van alles mogelijk.”

 

In het jaarverslag 2020 lezen we ‘dat APG haar invloed als grote belegger gebruikt om bedrijven aan te sporen tot CO2-reductie’. Maar dan kun je toch niet tegelijkertijd in een fossiele brandstof als olie beleggen?

“Er is maatschappelijk gezien veel aandacht voor fossiele brandstoffen. Vanuit APG kijken we dan ook zorgvuldig naar de effecten van de energietransitie. Het wordt heel interessant hoe snel duurzame energiebronnen op grote schaal beschikbaar worden. Dat de vraag naar fossiele brandstoffen zoals olie moet afnemen om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen, is evident. Daarvoor moeten regeringen, bedrijven en consumenten verantwoordelijkheid nemen en grote veranderingen in gang zetten of gaan versnellen.”

 

Moet APG die verantwoordelijkheid ook nemen, onder andere met de beleggingen in grondstoffen?

“Zeker. Maar het is wel een cruciaal verschil of je - zoals wij - via derivaten en dan met name futures belegt op bijvoorbeeld de olieprijs, of dat je via aandelen of obligaties directe belegt in olieproducerende bedrijven. Die laatste beleggingen dragen door de activiteiten van deze bedrijven te financieren daadwerkelijk bij aan meer productie. Daarom verhouden beleggingen in grondstoffen zich in mijn ogen lastiger met de CO2 reductie-ambities. Onze beleggingen in een olie-future bijvoorbeeld dragen niét bij aan een hogere olieproductie; het is wat CO2-uitstoot betreft een neutrale belegging. Maar inderdaad, het is een soms lastig uit te leggen verschil.”

 

Rendementen van grondstofbeleggingen kunnen nogal grillig zijn. Is het dan wel verstandig om de pensioenpremies hiervoor te gebruiken? 

“Terecht punt. Wij kijken voor onze klanten altijd naar hun totale beleggingsmix. Die varieert per klant, afhankelijk van de rendementen die men wil behalen en tegen welke risico’s. Op basis daarvan bepalen wij, in nauw overleg met de klant, de ideale mix. Dus de percentages die we beleggen in respectievelijk aandelen, obligaties, vastgoed en een aantal andere assets, zoals private equity, infrastructuur en grondstoffen. Een paar klanten vinden de risico’s te groot, maar de meeste zien graag dat we voor hen ook een klein deel in grondstoffen beleggen. De logica hierachter is dat je met grondstoffen een betere risicospreiding in je totale beleggingsportefeuille kunt aanbrengen.”

 

Wanneer doe je het nu boven verwachting goed in deze markt?

“We maken gebruik van grondstof-futures. Daarbij kiezen we meestal voor termijncontracten met een looptijd van een maand. Ons uitgangspunt is een benchmark met daarin 22 verschillende grondstoffen, waaronder olie, goud, zilver, koper, koffie, tarwe en cacao. Wij hebben zelf een kwantitatief model ontwikkeld. Aan de hand van dit model beslissen we voor ieder van deze grondstoffen of we met onze weging willen afwijken van de benchmark. Want dat is de manier om die benchmark te verslaan. Ons doel? De benchmark jaarlijks gemiddeld met 0,65% verslaan. In 2020 deed de benchmark minus 20%, wij boekten een min van 15%. Het klinkt natuurlijk een beetje gek, maar dan hebben wij het dus relatief gezien erg goed gedaan.”

 

Goud werd door veel beleggers altijd beschouwd als een ‘veilige haven’, vaak steeg de koers als er onrust was op de financiële markten. Is dat nog steeds zo?

“Goud doet het goed bij een hoge beursvolatiliteit. Maar ook bij lage reële rentes, zoals we nu al jaren zien. Goud is eigenlijk een buitenbeentje in onze grondstoffenmix, omdat het vaak meer gezien wordt als een valuta dan als een grondstof.”

 

De rente is de laatste tijd iets opgekropen. Zie je dat dan meteen terug in een dalende goudprijs?

“Ja. Maar je kunt beter kijken naar de lange termijn. Centrale banken hebben erop gehint dat ze de rentes voorlopig laag willen houden, om het economisch herstel niet in de kiem te smoren. Dat is dus gunstig voor goud. Al verloopt die relatie nooit in een rechte lijn.”

 

Wat kunnen particulieren doen die in grondstoffen willen beleggen? Grondstof-futures zijn voor hen nogal lastig…

“Ik geef geen advies. Maar voor wie wil, zijn er de laatste tijd steeds meer grondstoffen-etf’s. Dat zijn producten waarmee je vrij eenvoudig in een mandje grondstoffen kunt beleggen. Ook voor particuliere beleggers kunnen grondstoffen een mooie risicospreiding toevoegen aan hun portefeuille. Vanwege de hoge volatiliteit zijn de risico’s ook vrij groot, dus normaal gesproken zou de belegging in grondstoffen geen groot deel van je portefeuille moeten uitmaken.” 

 

Jij belegt al sinds 2008 in grondstoffen. Wat maakt het zo leuk?

“Haha, goede vraag. Ik startte als junior portfoliomanager begin 2008 op de Grondstoffen-desk van APG. Precies toen de vorige supercycle in grondstoffen, vooral gedreven door de vraag uit China, op zijn eind liep. En vlak voor de val van Lehman Brothers, die de financiële crisis inluidde. Beleggers met dertig jaar ervaring zaten in die maanden verbijsterd naar hun beeldschermen te staren. De koersval van aandelen, maar ook van grondstoffen, was in dat jaar ongekend. Ik ben daarna altijd in grondstoffen blijven beleggen, omdat de markt door zijn grilligheid zo interessant is. Dat kan beleggers, zoals nu, volop kansen bieden. Sinds 2015 leid ik het Commodities-team. De teamleden beschikken samen over veel ervaring en hebben zowel kennis van de modelmatige kant als van de fundamentele ontwikkelingen in de grondstoffenmarkt. Die combinatie heeft ertoe geleid dat wij in het afgelopen decennium de grondstoffen-benchmark structureel hebben verslagen.”

Feiten & Cijfers

 

In welke grondstoffen belegt APG?

In olie, benzine, goud, zilver, aluminium, koper, nikkel; maar ook in agrarische grondstoffen als tarwe, mais, suiker, koffie, cacao en sojabonen. Handelsvolumes in ‘grote’ grondstoffencontracten zoals olie, goud en koper zijn enorm. Er wordt voor tientallen miljarden per dag verhandeld in de derivaten op deze grondstoffen.

 

Voor hoeveel?

33 miljard euro (circa 5,7% van het totale belegde pensioenvermogen). 

 

Wat levert dat op aan rendement?

2016 +11%

2017  +7%

2018 -13%

2019  +17%

2020 -16%

2021 tot en met midden april +19%

Sinds 2015 gemiddeld circa +2,5% per jaar

Beleggers-ABC

Volgende publicatie:
Corona versnelt beleggingstrends APG

Corona versnelt beleggingstrends APG

Gepubliceerd op: 16 april 2021

Wanneer je als belegger een nieuwe investering op het oog hebt, wil je uiteraard weten wat voor vlees je in de kuip hebt. Om niet-beursgenoteerde ondernemingen als belegger te kunnen doorgronden, moet je er meestal naartoe. Alleen: dat is momenteel, door de pandemie, nogal lastig. Hoe gaat APG met die beperking om? PensioenPro had er een gesprek over met APG’s Chief Investment Officer, Peter Branner.  

 

Over beursgenoteerde ondernemingen is veel informatie beschikbaar, alleen al omdat er bepaalde wettelijke vereisten zijn. Ook is er vaak al veel inschattingswerk gedaan door aandelenanalisten: professionals buiten de onderneming die – als ze hun werk goed doen – een onafhankelijk oordeel vormen over de vooruitzichten en het potentieel van het bedrijf of project.

Over niet-beursgenoteerde bedrijven is vaak veel minder informatie voorhanden. Daarom is het des te belangrijker dat je er als belegger naartoe gaat. Een investering kan er op afstand nog zo aantrekkelijk uitzien, als je op de werkvloer rondloopt of het management spreekt, kun je signalen oppikken die je op andere gedachten brengen.

 

Dichter bij huis

Nu veel vliegtuigen aan de grond staan en landen op slot gaan – zeker voor buitenlanders – moeten beleggers op zoek naar alternatieve manieren om een oordeel te vormen. In het interview met PensioenPro legt Branner uit dat APG dat op drie manieren doet.

De eerste manier: zoek het dichter bij huis. Als je in Nederland belegt, bijvoorbeeld in het glasvezelnetwerk van KPN, hoef je niet het vliegtuig in. Bovendien draagt zo’n investering bij aan de invulling van een bestaande ambitie van APG’s grootste pensioenfondsklant ABP: meer in Nederland beleggen.

De tweede manier voor APG om met de huidige reisbeperkingen om te gaan, is om de bestaande beleggingen in specifieke niet-beursgenoteerde ondernemingen uit te breiden door een groter belang te nemen in een bestaande onderneming of project. Een groot deel van de informatie die APG nodig heeft om de belegging te kunnen doen, is al in een eerder stadium verzameld. Een project of onderneming hoeft daarvoor niet opnieuw te worden bezocht. Het uitbreiden van bestaande beleggingen was bij APG overigens al een trend voordat corona om zich heen begon te grijpen, zo maakt Branner duidelijk. De reden laat zich raden: het drukt de kosten.   

 

Data rooms

De derde manier die APG gebruikt om toch nieuwe niet-beursgenoteerde beleggingen te kunnen doen, is zogeheten digitale due diligence: het hele uitgebreide boekenonderzoek dat een serieuze kandidaat-koper doet voordat hij de definitieve beslissing neemt. Normaal gesproken vindt zo’n onderzoek plaats in een fysieke data room, in het land waar het bedrijf gevestigd is. Tegenwoordig worden die data rooms ook wel in digitale vorm aangeboden, waardoor reizen niet meer nodig is.

Alle drie de manieren om met de coronabeperkingen om te gaan, zijn trends die volgens Branner niet zullen verdwijnen. Tot op zekere hoogte hadden ze zich dus ook al ingezet, maar door Corona vinden ze versneld plaats.

 

Thuisvermaak

Uit het PensioenPro interview wordt ook duidelijk dat APG als belegger actief inspeelt op kansen die corona biedt. Zo stapte het al vroeg uit de aanbieders van cruiseschepen, om weer in te stappen op het moment dat de koersen zich op een dieptepunt bevonden – en de aandelen dus goedkoop waren geworden. Ook kocht APG vroegtijdig doe-het-zelfwinkelketens, aanbieders van thuisvermaak en exploitanten van vakantiehuisjes. Die actieve aanpak betaalde zich in 2020 maar ook in de afgelopen vijf jaar uit met een bovengemiddeld beleggingsrendement.

Volgende publicatie:
Bitcoin-pensioen

Bitcoin-pensioen

Gepubliceerd op: 15 april 2021

Vervroegd met pensioen dankzij de Bitcoin. Iemand in mijn omgeving is het gelukt. Vooral de koersexplosie sinds vorige zomer heeft geholpen. Een idee voor pensioenfondsen? In de laatste weken krijgen we daar bij APG mediavragen over. Met als resultaat artikelen die concluderen dat grote beleggers nog aarzelen.

 

Let op het woordje ‘nog’. Is het een kwestie van tijd? Kom ik op terug. Laten we eerst kijken naar de beleggingsaanpak van pensioenfondsen. Doel is deelnemers van een goed pensioen te voorzien. Een belangrijke vraag is hoeveel beleggingsrisico je wilt nemen. Mijden van risico leidt tot een pensioen dat vrij zeker is, maar ook vrij laag. Accepteren van meer risico leidt gemiddeld tot hogere pensioenen, maar ook tot een grotere ‘waaier’ daaromheen. Het uiteindelijke beleggingsbeleid moet aansluiten bij de behoeften van de deelnemers.

 

Passen Bitcoins daarin? De koersschommelingen zijn nogal fors. Het heeft de vriendin van een vriendin hierboven waarschijnlijk de nodige nachtrust gekost. In de laatste tien jaar is de koers drie keer 70% of meer gedaald. Voor haar heeft het uiteindelijk in euro’s goed uitgepakt en inmiddels kan ze bijslapen. Mijn punt is dat je de fenomenale koersstijging moet relateren aan de grote springerigheid van de koersen. Gecorrigeerd voor risico is de beloning over de afgelopen tien jaar vergelijkbaar met die van een (50/50) portefeuille met wereldwijde aandelen en obligaties (voor de wonks: de Sharpe ratio is gelijk).

 

Maar het gaat om de toekomst. Voegen Bitcoins dan iets toe aan een portefeuille? Daarvoor is het belangrijk eerst de rendementsverwachtingen te bepalen in verschillende ‘weersomstandigheden’. Wat is de zogenaamde ‘investment case’? Waar komt het rendement vandaan? Neem aandelen of vastgoed. Die hebben terugkerende inkomsten – dividenden en huurinkomsten – die meebewegen met de economie of inflatie. Daar kun je op rekenen.

Tot hoever de koers nog kan oplopen, vind ik lastig te zeggen

Bij Bitcoins kan dat niet. Er is geen kasstroom. Er valt dus geen ‘fair value’ of verwacht rendement te bepalen. Het rendement wordt volledig bepaald door de prijsontwikkeling van de Bitcoin. En omdat het aanbod nauwelijks stijgt, wordt de prijs vooral gedreven door de vraag. En wat drijft de vraag dan? Waarschijnlijk geen kopers die de Bitcoin als betaalmiddel willen gebruiken, want betalen is traag en duur. Dan blijft over: kopers die speculeren op een (verdere) koersstijging. Waarom zouden de koersen dan stijgen? Simpel: omdat ze stijgen. Dat mechanisme bestaat echt. Stijgende koersen lokken vaak nieuwe vraag uit en voeden zo weer een verdere koersstijging.

 

Tot hoever de koers nog kan oplopen, vind ik lastig te zeggen. Nog 20%? Een verdubbeling? Een vertienvoudiging? Ik sluit het allemaal niet uit. Over de timing van de piek kan ik iets preciezer zijn. Dat zal zijn als de maximale breedte van de piramide aan de onderkant is bereikt. Zodra de aanwas van nieuwe groepen kopers stokt, kan de koers niet meer omhoog. Als ‘bitcoin-pensionado’s’ dan willen uitstappen, kan het proces zich omkeren (dalende koersen, stijgende verkopen, et cetera). Leg dat als pensioenbestuurder dan maar eens uit aan je achterban en de toezichthouder.

 

Overigens zal de Bitcoin bij veel pensioenfondsen al vóór de investment case struikelen omdat het niet past in de beleggingsovertuigingen. Duurzaam kun je de Bitcoin namelijk niet noemen met zijn forse energieverbruik. Het is een beetje zinloos om de stroom van je nieuwe wind- en zonneparken meteen weer hierdoor te laten opslurpen.

 

Terugkomend op het woordje ‘nog’, denk ik dat het nog wel een tijdje duurt voordat pensioenbeleggers over hun aarzelingen heen zijn. Hoe lang? Langer dan het duurt om een piramide te bouwen.

 

 

Charles Kalshoven is senior strateeg bij APG

Volgende publicatie:
“Verkopen uit paniek is nooit verstandig”

“Verkopen uit paniek is nooit verstandig”

Gepubliceerd op: 1 april 2021

Ronald Wuijster over beleggen in een coronajaar

 

Ondanks de coronacrisis en de daarbij behorende beurscorrectie kan APG toch terugkijken op een "uitstekend beleggingsjaar". Ronald Wuijster, lid raad van bestuur en verantwoordelijk voor Asset Management en HR, legt uit waarom. “We hebben als belegger flink moeten aanpoten en menig discussie gevoerd. Maar aan onze lange termijnaanpak hebben we verder niets veranderd.”

Hoe heeft APG het op het gebied van vermogensbeheer in 2020 gedaan?
“Echt goed. We hebben mooie rendementen voor onze klanten behaald, tussen de 6,5 en 10 procent, en ons goed hersteld ten opzichte van het jaar 2019. Dat haalde immers het vijfjaarsrendement wat omlaag. Om even terug te kijken: het absolute rendement – dat wat je uit de markt haalt – was in 2020 goed, maar wat lager dan in 2019. Dan is het aan Asset Management om extra te verdienen bovenop de marktgemiddelden, dat heet excess return. In 2019 lukte dat niet, toen zaten we onder het marktgemiddelde. De excess return in 2020 was echter weer heel goed en het vijfjaars-excessrendement steeg daardoor ook.”

Er werd in 2020 meer ruimte gemaakt voor beleggingen in Nederland. Waarom eigenlijk? En waarop werd die keuze gebaseerd?
“APG wil zijn maatschappelijke rol in Nederland onderstrepen en een bijdrage leveren aan de economie. Dat doen we niet door lukraak overal in te investeren. Beleg je bijvoorbeeld in staatsobligaties, dan is je bijdrage aan de Nederlandse economie tamelijk beperkt. Bovendien is daar voldoende interesse in, dus daar zijn we niet van meerwaarde. Asset Management heeft daarom twee gebieden geïdentificeerd waar we die bijdrage wel leveren: infrastructuur en venture capital, ofwel durfkapitaal. En dat laatste steken wij onder andere in startups die zich richten op de energietransitie, zoals recent bij NET2GRID. Naast het maatschappelijk belang moet beleggen in Nederland natuurlijk wel voldoen aan de karakteristieken op het gebied van risicorendement. We beleggen dus zeker niet ten koste van alles in Nederland, maar als zich een serieuze investering voordoet die zich goed vergelijkt met andere marktmogelijkheden, dan heeft die wel een streepje voor.”

2020 was op veel vlakken een roerig jaar. Wat is de overall conclusie als we nu terugkijken?
“Dat we afgelopen jaar de goede beleggingsrendementen hebben kunnen vasthouden. En dat maakt mij wel heel trots. Begin 2020 werden we opgeschrikt door de beurscorrectie; door Covid-19 was er een plotselinge, zeer scherpe daling op de beurs. Dat zorgde voor onrust en zorgen, soms ook bij onze klanten. Die zagen de beurzen hard onderuitgaan en vroegen of we niet voorzichtiger moeten zijn. Maar wij weten uit ervaring en goede analyses dat je op zo’n moment juist geen gas terug moet nemen. Als je uit angst voor risico op laag niveau verkoopt, moet je na herstel op hoog niveau bijkopen. Dat zou zonde zijn. We hebben dus onze langetermijnkoers vastgehouden en volgens ons herbalanceringsbeleid juist aandelen bijgekocht terwijl de waarderingen omlaag gingen. Kort uitgelegd betekent dat het volgende: als bepaalde beleggingscategorieën sterk in waarde toe- of afnemen, komt de met de klanten afgesproken verdeling over de categorieën in gevaar. En moet je dus bij- of verkopen: herbalanceren. Een juiste beslissing.”

Wij weten wanneer je wel of juist geen gas moet geven

Aan die  beurscorrectie zijn we dus ontsnapt door vast te houden aan de langetermijnkoers. Maar had corona dan helemaal geen effect op de beleggingsstrategie?
“Wereldwijd reageren bedrijven anders op corona. Er zijn bedrijven die hebben geprofiteerd, anderen merkten geen verschil en een derde groep heeft echt onder de crisis geleden. Voor ons als belegger betekende het dat we in bepaalde sectoren - hotels, entertainment, real estate - moesten aanpoten. Denk aan herfinancieren of het moeten toepassen van bijzondere maatregelen. We hebben menig discussie hierover gevoerd en hier en daar hulp kunnen bieden, maar aan onze lange termijnaanpak hebben we verder niets veranderd. Wat we meenemen uit deze crisis is de wetenschap dat een dergelijke gebeurtenis trends in werking zet die een langere duur zullen hebben. Denk aan groei in logistiek en werken op iedere locatie. Daar kunnen we op inspelen.”

APG stelt hoge duurzaamheidseisen aan bedrijven waarin het namens de fondsen belegt. Zelf blijkt de uitvoerder daar echter nog niet overal aan te voldoen. Wat wordt daar aan gedaan?
“We leggen voor anderen de lat hoog en dan wil je er als bedrijf ook aan voldoen. Maar je ziet ook dat de kapper soms zijn eigen haar niet goed knipt. Dat kan natuurlijk niet, dus we hebben een plan opgesteld om onze eigen duurzaamheid te verbeteren. Via diverse programma’s werken we aan mobiliteit, diversiteit en inclusie en financiële zelfredzaamheid voor deelnemers van onze pensioenfondsklanten. Ook wordt onze huisvesting verduurzaamd en kijken we naar het nieuwe werken.”

 

Dan even iets anders. Eén van de thema’s in het nieuwe jaarverslag van APG: beloningen. Het totaal aantal variabele beloningen bij APG steeg in 2020 flink. Hoe kan dit?
“Dat komt door het aantal medewerkers in het domein waar de bonussen worden uitgekeerd. Binnen APG hebben we variabele beloning afgeschaft, met uitzondering van één specifieke groep: werknemers met een heel directe beleggingsverantwoordelijkheid. Dat zijn de portefeuillemanagers en die groep is toegenomen vanwege doelstellingen van onze klanten in met name de illiquide beleggingen. 2020 was een uitstekend beleggingsjaar en extra positief voor ons vijfjaarsrendement. De beloningen zijn juist ook gekoppeld aan prestaties op de lange termijn. En als je goed belegt, is dat goed voor klant en consument en gaan de variabele beloningssystemen in werking.”

 

APG geeft meestal aan dat er vooral variabele beloningen worden uitgekeerd aan medewerkers die werken in één van de buitenlandse kantoren van APG. Klopt dit nog altijd?
“We hebben een groep medewerkers in Nederland met een directe beleggingsverantwoordelijkheid. Die groep ontvang echter slechts 15% van de variabele beloningen. 85% wordt dus betaald in Amerika en Azië waar variabele beloning past bij de beloningscultuur die daar gangbaar is.”


De leden van de raad van bestuur bij APG zijn gemiddeld meer gaan verdienen, bijna 30.000 Euro per jaar. Uzelf bent zelfs 66.000 Euro meer gaan verdienen. Wat is de reden voor deze stijging van de salarissen van de rvb-leden en uzelf in het bijzonder?
“Wat mijzelf betreft: bij mijn aanstelling is de afspraak gemaakt dat bij goed functioneren mijn salaris na twee jaar naar een vooraf afgesproken niveau zou worden opgehoogd. Afgelopen jaar heeft de raad van commissarissen vastgesteld dat het functioneren zeer goed is, dus vandaar de groei. De andere stijgingen hebben te maken met onder andere een cao-stijging, vakantiegeld waarvan de betaling achterloopt en wat incidentele gevallen zoals het afscheid van bestuursvoorzitter Gerard van Olphen.”

En is dit uit te leggen als het land door de coronacrisis zo’n enorme klap heeft gekregen?
“De inzet en productiviteit van onze medewerkers heeft zeker niet geleden onder de coronacrisis. Verwachte prestaties zijn meer dan geleverd. Voor APG was er daarnaast geen bedrijfseconomische reden om anders te belonen. APG profiteert niet van corona, maar lijdt er ook niet onder. Dat geldt dus door de hele organisatie heen. Bovendien creëert juist daling van salarissen onzekerheid die de economie zou schaden, niet voor niets heeft de overheid steunprogramma’s afgekondigd voor sectoren in de problemen. Ook in het belang van onze economie was salarissen handhaven dus het beste wat we konden doen.”

 

De nieuwe voorzitter van de raad van bestuur gaat niet hetzelfde verdienen als haar voorganger? Welke overweging ligt daaraan ten grondslag?
“Annette Mosman gaat iets minder verdienen dan Gerard van Olphen. Bij het vaststellen van een beloning kijken we naar interne verhouding - wat verdient de gemiddelde medewerker ten opzichte van de voorzitter-, naar de marktbenchmark en naar maatschappelijke aspecten. Haar salaris ziet er keurig uit, het is hooguit iets lager, maar ze staat ook aan het begin van haar periode, Gerard had er al een paar jaar opzitten.”

Volgende publicatie:
APG zet nieuwe stap naar CO2-neutrale beleggingsportefeuille

APG zet nieuwe stap naar CO2-neutrale beleggingsportefeuille

Gepubliceerd op: 29 maart 2021

APG sluit zich aan bij het Net Zero Asset Managers initiatief (NZAM).  Het NZAM is een initiatief van een groep internationale vermogensbeheerders die zich inzetten voor een klimaatneutrale beleggingsportefeuille in 2050 of eerder. De partijen die deel uitmaken van NZAM vertegenwoordigen samen ruim één derde (36 procent) van het totale beheerde vermogen in de wereld.  

 

“APG zet zich namens de pensioenfondsklanten in om bij te dragen aan de doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken”, zegt Peter Branner, Chief Investment Officer (CIO) van APG Asset Management. “Het Net Zero Asset Managers-initiatief sluit naadloos op deze ambitie aan. We sluiten ons dan ook graag bij dit initiatief aan. Ik ben verheugd dat onze beleggingsteams in alle regio’s waarin we actief zijn klimaatgerelateerde beleggingskansen zien. Voor onze klanten is het bovendien geruststellend dat we hierin kunnen beleggen zonder de rendementsdoelstellingen in gevaar te brengen.”  Het initiatief, opgericht in december 2020, groeit snel en heeft nu 73 ondertekenaars met een gezamenlijk beheerd vermogen van $ 32 biljoen.

APG en haar pensioenfondsklanten hebben al klimaatdoelstellingen voor 2025, zoals beleggen in hernieuwbare energie (ABP: € 15 miljard) en het verminderen van de CO2-voetafdruk van de aandelenportefeuille. Vanaf het boekjaar 2020 worden ook bedrijfsobligaties, vastgoed en private equity (niet-beursgenoteerde bedrijven) meegenomen in de berekening van de CO2-voetafdruk. Samen zijn deze beleggingcategorieën goed voor meer dan de helft van het door APG beheerde vermogen. Het doel is dat klanten uiterlijk in 2022 klimaatdoelen in lijn met ‘Parijs’ kunnen stellen.

We werken actief samen met andere beleggers om kennis en inzichten over klimaatgerelateerde risico’s en meetmethodes te delen. APG is medevoorzitter van het Net Zero Investment Framework (NZIF), dat beleggers praktische handvatten biedt om hun beleggingsportefeuilles in lijn te brengen met de Parijse klimaatdoelen. In het NZIF staan principes en minimumvereisten voor CO2-doelstellingen in beleggingsportefeuilles en voor het investeren in klimaatoplossingen. APG is ook medeoprichter van het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF), dat streeft naar een standaardmethode om de CO2-uitstoot van leningen en investeringen vast te stellen en openbaar te maken.  

Het commitment van APG aan een klimaatneutrale beleggingsportefeuille in 2050 gaat verder dan alleen het verkleinen van de CO2-voetafdruk, zegt Joost Slabbekoorn, duurzaamheidsspecialist bij APG. “Als grote belegger hebben we meerdere mogelijkheden om bij te dragen aan het verminderen van de uitstoot in de reële economie. Dat kan door engagement – ook samen met andere beleggers – om bedrijven waarin we beleggen aan te moedigen hun CO2-uitstoot te verlagen. Ook investeren we in klimaatoplossingen, zoals hernieuwbare energie en CO2-besparende technologie.”

Volgende publicatie:
Dit is waarom ABP investeert in glasvezel van KPN

Dit is waarom ABP investeert in glasvezel van KPN

Gepubliceerd op: 26 maart 2021

Pensioenfonds ABP helpt KPN met versnelling glasvezelaanleg, werd eind maart bekend. APG, de pensioenuitvoerder van ABP, start daarvoor samen met KPN een joint venture. Maar wat moet een pensioenbelegger in glasvezeltechnologie? En wat betekent dat voor gepensioneerden? Zeven vragen.

 

Eind vorig jaar meldde KPN de komende jaren vol in te zetten op de uitrol van glasvezelaansluitingen. Met de vervanging van het oude kopernetwerk door supersnelle internetverbindingen via glasvezel wil KPN zowel consumenten als bedrijven beter ondersteunen in hun digitale activiteiten. Goed nieuws voor zowel (steeds meer thuiswerkende) particulieren als bedrijven die meer en meer digitale diensten aanbieden.

 

Hoeveel meer mensen gaan er profiteren van deze aangekondigde ‘versnelling’?

KPN’s oorspronkelijke plan was om in de komende vijf jaar 2,5 miljoen huishoudens in grotere gemeenten te voorzien van snel internet via glasvezel. Daarmee zou dan in totaal 65% van alle Nederlandse huishoudens voorzien zijn. Door deze joint venture komen daar nu zo’n 900.000 glasvezelaansluitingen bij, vooral in dorpen, waardoor de teller eind 2026 in één klap op 80% staat. Prettig voor de klant, en KPN versnelt hiermee de uitrol van haar glasvezelnetwerk.

 

De voordelen voor KPN zijn duidelijk, maar waarom stapt ABP hierin?

Senior portfoliomanager Laurens-Jan Sipma, die namens APG deze joint venture met KPN coördineerde: ‘Naast onder andere aandelen, obligaties, vastgoed en grondstoffen, beleggen we een deel van onze portefeuille ook in infrastructuur. Denk aan windmolenparken, elektriciteitsnetwerken, snelwegen en luchthavens. Daar vallen ook projecten in de telecomsector onder, zoals zendmasten voor mobiele telefonie en dus ook glasvezelnetwerken. Glasvezel is een futureproof technologie: niet alleen door de snelheid en schaalbaarheid, maar ook omdat deze technologie relatief energiezuinig is.’

 

Heeft deze joint venture ook maatschappelijk belang? 

Sipma: ‘Snelle glasvezelverbindingen bieden voordelen voor allerlei sectoren. Neem de zorg, daar zal men de komende jaren steeds vaker gebruikmaken van videoconsulten. Of denk aan een situatie dat een patiënt vanuit huis een foto van bijvoorbeeld een huidaandoening wil mailen naar zijn huisarts: daar heb je echt een snelle, veilige internetverbinding voor nodig. Glasvezel biedt dat en is een beter alternatief dan de kabel of de oude koperverbinding. Maar er zijn ook andere maatschappelijk belangen: zo zorgt de versnelde uitrol voor ruim duizend extra banen. Er is nu meer behoefte aan de mensen die al die kabels gaan leggen, denk aan monteurs, planners, lassers, noem maar op. Daarnaast is glasvezel duurzamer, omdat het minder energie vergt dan koper of kabel. Last but not least geeft supersnel internet een sterke impuls aan de economische groei van Nederland. Al met al voldoet deze joint venture dan ook duidelijk aan de ambities en wensen van ABP.’   

 

Heeft een belegger als APG wel genoeg verstand van glasvezeltechnologie?

Sipma: ‘Jazeker. Zo hebben we eerder in de VS een investering gedaan in Conterra, een bedrijf dat een uitgebreid glasvezelnetwerk heeft en uitbreidt. En in Frankrijk beleggen we in het bedrijf TDF, dat nu ook glasvezel uitrolt naar zo’n één miljoen Franse huishoudens in buitengebieden. We weten dus heel goed tegen welke kinderziektes je kunt aanlopen met glasvezel. En wat de risico’s en mogelijkheden zijn. Maar bij de beoordeling van deze business case hebben we uiteraard ook analyses gemaakt met uiteenlopende specialisten van buitenaf.’ 

 

Welk rendement mogen klanten en deelnemers van deze deal verwachten?

Arjan Reinders, Hoofd van het APG-team dat belegt in Europese Infrastructuur: ‘Met de investering in deze joint venture, waarin KPN en APG, namens ABP, ieder voor 50% participeren, is een bedrag gemoeid van in totaal ruim één miljard euro. Daarvan neemt APG 440 miljoen euro voor zijn rekening. De eerste helft direct als de handtekeningen onder de contracten zijn gezet; de andere 220 miljoen euro maken we in termijnen over, afhankelijk van het tempo van de daadwerkelijke uitrol. Het rendement dat we op deze investering verwachten ligt in lijn met de rendementen die we normaal gesproken bij dit soort infrastructurele beleggingen voor onze klanten realiseren. Gemiddeld zo’n 7% per jaar. Zodra de uitrol gedaan is, krijgen we jaarlijks dividend. Kortom, dit is voor ons een hele solide investering c.q. belegging.’

 

Is de keus voor zo’n joint venture voor een belegger als APG niet een beetje apart?

Reinders: ‘Tja, dat lijkt voor buitenstaanders misschien wat wonderlijk, maar is voor APG bekend terrein. We doen dit vaker. Samenwerken binnen zo’n joint venture geeft ons als medeaandeelhouder zeggenschap. Het is een vrij flexibele vorm, met een eigen managementteam en eigen commissarissen. De joint venture staat dan ook los van KPN zelf, die is net als wij aandeelhouder. KPN zorgt uiteraard wel voor de operationele aansturing, want daar ligt hun expertise. Wij kunnen bijvoorbeeld wel meebeslissen over het tempo van de uitrol en of we in andere gebieden willen uitrollen. Daarnaast bieden we expertise op het gebied van investerings- en financieringsbeslissingen.’

 

Als al die glasvezelverbindingen gelegd zijn, mogen ook andere telecomaanbieders daar dan gebruik van maken?

Reinders: ‘Ja. Straks wordt KPN de hoofdhuurder op het netwerk, maar andere telecomspelers kunnen ook toegang huren bij de joint venture. Wat voor ons uiteraard de soliditeit van deze belegging verder versterkt.’   

Volgende publicatie:
‘Interesse voor nieuwe vormen van geld is zeer terecht’

‘Interesse voor nieuwe vormen van geld is zeer terecht’

Gepubliceerd op: 24 maart 2021

Chief economist Thijs Knaap positief over de ontwikkeling van een eigen digitale munt.

 

De centrale banken praten deze week tijdens het BIS Innovation Summit over de ontwikkeling van een eigen digitale munt. Een goed plan? “Eindelijk,” aldus APG’s chief economist Thijs Knaap in het programma Zakendoen op BNR Nieuwsradio. “Die interesse voor nieuwe vormen van geld is zeer terecht.” Verder aan bod in de uitzending: je spaargeld beleggen in aandelen, is dat op dit moment een slim idee?

 

Mensen zitten noodgedwongen thuis, vervelen zich en kunnen weinig geld uitgeven. In 2020 stortten Nederlanders in totaal 42 miljard euro op spaarrekeningen, waar ze weinig tot geen rente op krijgen. Dan lijkt het kopen van aandelen aantrekkelijk. Los van het feit dat enige marktkennis hiervoor onontbeerlijk is: aandelen zijn nu ook duur. De vraag die in de uitzending wordt gesteld: is het daarom niet slimmer om met je spaargeld iets anders te doen?

Dat hangt ervan af, vindt Knaap. “Aandelen zijn duur ten opzichte van de behaalde winst. Niet alleen door de lage winsten in 2020, maar ook in langer perspectief.” Dat is niet gunstig voor het verwachte rendement. Maar er zijn weinig goede alternatieven. “Andere dingen, zoals obligaties, woningen, noem maar op, zijn nu ook duur. Relatief gezien valt het dan wel weer mee met die aandelen.”

 

Met één oog kijken naar inflatie

De hoge waarderingen hangen samen met de lage rente. Een van de redenen dat de rentestand zo laag is, is dat er internationaal kapitalen gespaard zijn. “In China is de spaarvoet bijvoorbeeld nog veel hoger dan bij ons.” Moet die rente nu koste wat kost laag blijven? “Dat is wel een belangrijke factor,” aldus Knaap. “De centrale banken kijken met één oog naar de inflatie. Als die plotseling oploopt, komt er een eind aan het regime waar we al heel lang in zitten: lage inflatie en dus lage rente. Dan wordt het een heel ander verhaal. Dat zal er onder meer toe leiden dat bijvoorbeeld obligaties weer goedkoper worden. Dan zijn aandelen verhoudingsgewijs wel heel duur.”

 

Nieuwe digitale munt

De opkomst van de bitcoin en andere cryptocurrencies heeft de centrale banken aan het denken gezet over de toekomst van digitaal geld. Hierover praten ze deze week tijdens een Innovation Summit van de Bank for International Settlements (BIS). De centrale banken willen hun eigen digitale munt gaan ontwikkelen. “Eindelijk. Papiergeld wordt steeds minder belangrijk, je rekent alles af met je pas. Dat plaatst de banken een beetje buiten de monetaire orde. Dus die interesse voor nieuwe geldvormen vind ik zeer terecht. Als mensen geld aanhouden op een rekening direct bij de centrale bank, dan kun je veel beter een monetair beleid voeren. Zo heb je in de gaten hoeveel geld er gecreëerd wordt en hoeveel tegoed mensen hebben. De vraag is dan wel of we onze bankrekeningen bij de ‘gewone’ bank nog nodig hebben. Die banken spelen ook een belangrijke rol, en het veroorzaken van een nieuwe bankencrisis is natuurlijk niet iets waar de centrale bank nu zijn vingers aan wil branden.”

 

Beluister de hele uitzending op BNR Nieuwsradio.

 

Volgende publicatie:
APG investeert in technologiebedrijf voor energiesector

APG investeert in technologiebedrijf voor energiesector

Gepubliceerd op: 22 maart 2021

APG heeft vandaag bekendgemaakt te investeren in NET2GRID. NET2GRID levert technologie op basis van Kunstmatige Intelligentie aan bedrijven in de energiesector. Daarmee kunnen energieleveranciers en nutsbedrijven hun klanten direct inzicht bieden in hun actuele en toekomstige energieverbruik. De investering past binnen ANET: het fonds waarmee APG investeert in snelgroeiende bedrijven en projecten die bijdragen aan de Nederlandse energietransitie.

 

"Real-time energie-inzicht wordt steeds belangrijker voor consumenten en energieleveranciers omdat het bijdraagt aan meer bewustzijn over energieverbruik en manieren om energie-efficiënter te worden", zegt Nienke Vledder, senior portfolio manager ANET bij APG. "Energieopwekking via onder andere wind en zon nemen in Nederland toe en de duurzame energie die op het energienet komt, dus ook. De via NET2GRID verkregen inzichten helpen om vraag en aanbod van die duurzame energie in balans te brengen.”

 

De investeringen die APG via ANET doet, dragen bij aan een optimaal rendement (rendement en risico staan in de juiste verhouding tot elkaar) en maximalisatie van CO2-reductie.  

 

Lees hier het persbericht van NET2GRID.

 

Volgende publicatie:
Bang voor spoken?

Bang voor spoken?

Gepubliceerd op: 18 maart 2021

Een monster onder je bed is nooit leuk. En dan kunnen je ouders wel zeggen dat spoken niet bestaan, zo voelt het als kind niet. Ook op financiële markten kruipt er soms een monster rond. Eentje met het vermogen om iedereen de stuipen op het lijf te jagen: het inflatiespook. Hoe bang moeten we daar nu voor zijn?

 

Het slechte nieuws: dit spook bestaat wél echt. In westerse landen zijn er in de vorige eeuw drie periodes geweest met forse inflatie. In Nederland ging het in beide wereldoorlogen om zo’n 10% gemiddeld per jaar. In de jaren zeventig om 7% per jaar. In dat tempo is je geld na tien jaar nog maar de helft waard. Met hetzelfde pensioen kom je dan maar tot halverwege de maand.

 

De schade kan al ontstaan voordat het monster zich roert. Het is namelijk de angst voor inflatie die de rente kan opjagen voordat er nog maar één prijskaartje is vervangen. Want inflatie maakt staatsobligaties met een vaste vergoeding in euro’s minder aantrekkelijk. Als bange beleggers deze stukken dumpen, dan daalt de prijs en stijgt de rente. En een hogere rente pakt vaak ook negatief uit voor aandelen en huizenprijzen. Die maakt toekomstige winsten en huren minder waard. Ook kunnen huizenkopers minder lenen.

 

Financiële markten houden rekening met stijgende inflatie. Dat is af te lezen uit de oplopende prijs van een verzekering tegen inflatie. Waarom? Stijgend optimisme over economisch herstel door vaccins en fiscale injecties speelt een rol. Inflatie is hoger in een economie die groeit. Maar ook duurdere grondstoffen en logistieke problemen kunnen leiden tot hogere prijzen. Een tekort aan chips werkt door in de productiekosten, een tekort aan containers op de goede plek drijft de vervoerskosten op.

Hoge inflatie is niet het meest waarschijnlijke scenario, maar het zou onverstandig zijn om er geen rekening mee te houden.

Toch zouden dit soort problemen tijdelijk moeten zijn. Juist oplopende prijzen voor specifieke goederen en diensten lossen logistieke problemen op – groter aanbod van containers waar ze het meest nodig zijn – en lokken hogere productie uit. De huidige productieknelpunten zijn zeker niet economie-breed. Voorlopig zit de wereld namelijk nog ver onder zijn oude productieniveau. Daarmee is oververhitting – een spiraal van oplopende lonen en prijzen – nog ver weg. Bedenk ook dat de inflatie al jaren (te) laag is, ondanks het forse geldaanbod van de ECB.

 

Toch maar rustig gaan slapen dan? Nee, dat ook niet. Hoge inflatie is niet het meest waarschijnlijke scenario, maar het zou onverstandig zijn om er geen rekening mee te houden. Op wat langere termijn is het denkbaar dat het aanbod in de knel komt en tegelijk de vraag stijgt. Handelsbeperkingen, klimaatschade, strenge regels en kostprijsverhogende belastingen zijn voorbeelden van belemmeringen aan de productiekant. Extra vraag kan komen van flinke publieke investeringsprogramma’s, gesteund door ruim monetair beleid. Meerdere scenario’s zijn denkbaar. Om er een te noemen: een late, abrupte energietransitie die samenkomt met fysieke klimaatschade.

 

Mocht u het inflatiespook in een nachtmerrie tegenkomen, ga er dan even in mee. Doordenk de consequenties als een dergelijk scenario zich voordoet. Het doorleven van een risicoscenario helpt namelijk om de volgende dag betere beslissingen te nemen. Met als resultaat dat u de nacht erop dan weer een stuk rustiger kunt slapen.

 

Charles Kalshoven is macro-econoom en senior strateeg bij APG

Volgende publicatie:
Steunmaatregelen en vaccins zijn richtsnoer voor beleggers

Steunmaatregelen en vaccins zijn richtsnoer voor beleggers

Gepubliceerd op: 22 februari 2021

Hoofd beleggingen APG Asset Management Peter Branner over 2021

 

Het beleggingsjaar 2020 was voor APG niet slecht. Ondanks de coronacrisis. De vooruitzichten voor 2021 zijn echter onzeker. Prijsstijgingen op financiële markten, een toenemend inflatierisico en zorgen over de snelheid van vaccineren tegen corona. Wat betekent dit voor de beleggingen van APG? Peter Branner, hoofd beleggingen van APG Asset Management, blikt terug en kijkt in vogelvlucht vooruit aan de hand van elf thema’s.

 

2020

“Ondanks alle hectiek hebben we qua beleggingsresultaten toch een heel behoorlijk jaar gehad. De pensioenfondsen waar wij voor werken, hebben in 2020 een rendement van zo’n 7% behaald, wat overeenkomt met ons gemiddelde over de afgelopen jaren. De aandelenkoersen liepen, na de stevige koersdalingen in maart, richting de zomer weer flink op en stegen ook in de rest van het jaar. Voor onze twee grootste klanten, ABP en BpfBOUW, realiseerden we over 2020 een gemiddeld extra rendement ten opzichte van de markt van 0.90%. Dat komt voor een deel door een actief beleggingsbeleid in meerdere categorieën, binnen zowel aandelen als vastrentende waarden.”

 

Centrale banken

“Beleggingsjaar 2021 zal grotendeels bepaald worden door wat de centrale banken gaan doen. De vraag is of ze de markten blijven steunen, met ultralage rentes en het opkopen van staatsobligaties, waardoor beleggers lage risicopremies zullen blijven vragen. Ik verwacht dat ze ermee zullen doorgaan, en dat zal dit jaar het belangrijkste onderwerp blijven. Iedere mogelijke beleidsaanpassing, of zelfs maar het hinten in die richting, kan erg slecht nieuws betekenen voor de financiële markten. Gelukkig zijn centrale bankiers heel rationeel; ze kijken vooral naar inflatie en werkloosheidscijfers. De hamvraag is hoe snel de economie zal herstellen van de coronapandemie en hoe verstandig de centrale banken hun steun dan afbouwen. Zónder de financiële markten in gevaar te brengen.”

 

Coronacrisis

“De media besteden veel aandacht aan de gevolgen van de lockdown en de vertragingen in het vaccineren van de bevolking. Ik vind dat het vaccinatiebeleid in Nederland langzaam op gang komt. Ik vrees dan ook dat we langer met het virus en mogelijke mutanten te maken zullen hebben. De economische gevolgen hiervan zullen uitdagingen met zich meebrengen voor de ene sector, en groeikansen voor de andere. In een dergelijk klimaat is een actief beleggingsbeleid, zoals wij dat voeren, cruciaal.”

 

Consumentengedrag

“Voor Nederland zie ik de consumentenbestedingen in de eerste zes maanden van dit jaar nog niet veel stijgen. Zolang de onzekerheid rond werkgelegenheid hoog blijft, zal dat een dempend effect hebben op de consumptie. Belangrijk om te volgen is wat consumenten gaan doen met het geld dat ze nu besparen, bijvoorbeeld omdat ze niet kunnen reizen. Waarschijnlijk blijven ze geld uitgeven aan het opknappen van hun huis, aan elektronica en andere zaken.

Het is daarnaast zeer de vraag of we ons oude leven weer zullen oppakken, dus fulltime op kantoor werken, veel vliegen, noem maar op. Tegelijk zullen beleidsmakers met fiscaal beleid het consumentengedrag verder sturen. Denk aan belastingen op vervuilend gedrag, zoals een vliegtaks, maar ook de komende CO2-heffing voor bedrijven. Consumenten zullen voorlopig nog erg onzeker blijven over de economie, hun koopkracht, het behoud van hun baan. Die onzekerheid zien we terug op de financiële markten, met name in de ‘VIX’, de graadmeter voor de onrust van beleggers. Deze VIX piekte afgelopen jaar boven een stand van tachtig, en schommelt nu al een tijdje rond de twintig. Dat is nog steeds hoger dan gemiddeld, en dat zie ik nog wel een tijdje aanhouden.” 

 

Steunmaatregelen

“Beleidsmakers in zowel de VS als de eurozone hebben in het afgelopen jaar enorme fiscale stimuleringsprogramma’s opgetuigd. Dat is goed nieuws en kan erg goed uitpakken. Maar die programma’s zijn complex om te implementeren, in tegenstelling tot het rentewapen van centrale banken dat veel eenvoudiger is en direct impact heeft. De fiscale stimulering zal in 2021 aantrekken. We zullen nauwgezet volgen hoe die stimulering in praktijk wordt opgenomen in de economie en hoe snel we de gevolgen daarvan zullen zien. Dat is niet eenvoudig en kost tijd. Voor succes heb je politici nodig zoals Mario Draghi; zeker voor een land als Italië is de aanpak en het effect van fiscale stimulering cruciaal.”     

 

Joe Biden

De verkiezing van Joe Biden tot nieuwe president heeft verstrekkende gevolgen. Sowieso voor de wereldwijde aanpak van het klimaatprobleem, het is mooi dat Biden er meteen voor heeft gezorgd dat de VS zich weer aansluit bij het Klimaatakkoord van Parijs. De grootste economie van de wereld heeft nou eenmaal een grote invloed op het tempo van de noodzakelijke verduurzaming. Daarnaast ga ik ervan uit dat de handelsrelaties tussen de VS en de EU-landen zullen verbeteren, met positieve effecten voor sommige delen van de economie. Overigens zijn er nog wel belangrijke knelpunten. Denk aan de mate waarin we de grote techbedrijven in Europa belasting willen laten betalen.

Ik denk dat Biden nog wat meer fiscaal zal stimuleren dan zijn voorganger, maar laten we niet vergeten dat Trump enorme belastingverlagingen gaf aan de rijken. Biden moet zijn herstelplannen op de een of andere manier zien te financieren, hij zal een fiscaal beleid moeten voeren waarmee hij sociale onrust voorkomt. Dat is op de korte termijn niet per se goed voor financiële markten, al snap ik de logica hiervan.

De verhouding tussen de VS en China zie ik niet erg verbeteren. De denkbeelden van Biden over de invulling van de handelsrelatie met China wijken niet ver af van die van Trump. En laten we wel zijn: de krachtmeting tussen de VS en China is in feite nog maar net begonnen.”

 

Sectoren

“Deze politieke en macro-economische trends hebben uiteraard gevolgen voor de sectoren waarin we beleggen. Ik denk dat de techbedrijven ook in 2021 goed zullen presteren, net als online retailers. De consensus is dat fysieke winkels, winkelcentra maar ook bedrijven in de reiswereld, het lastiger zullen krijgen. Als belegger die zijn investeringen goed spreidt, hielden we al vóór de pandemie rekening met deze trends. Digitalisering en robotisering zijn voorbeelden van thema’s waar we onze beleggingen - binnen de meest lucratieve delen van waardeketens, en de meest lucratieve delen van de kapitaalstructuur van die bedrijven - op selecteren.”

 

Fossiele brandstoffen

“Met de olie- en gasbedrijven waarin we beleggen, zijn we al jaren in dialoog. Juist als betrokken aandeelhouder kun je invloed op deze bedrijven uitoefenen zodat ze eerder de transitie maken richting het opwekken van duurzame energie, en hun CO2-uitstoot afneemt. We moeten met name beleggen in bedrijven die de transitie het beste doorvoeren, die met succes zijn overgestapt van de winning van energie uit olie en gas naar windparken op zee en zonne-energie.”

 

Opkomende markten

“De coronapandemie heeft in de meeste landen wereldwijd voor negatieve groeicijfers gezorgd. Behalve in China en een paar opkomende markten in Afrika. Voor de lange termijn beschouw ik de oprukkende robotisering in Westerse landen wel als een risico voor opkomende markten. We hebben ook gezien dat de vrachttarieven afgelopen jaar zeer hard stegen. Tel daar het klimaatvraagstuk bij op, dan zie je dat de opkomende landen, met hun fragiele economie, afhankelijker worden van de binnenlandse vraag. Dat zal moeilijk worden, met uitzondering van China. Sowieso denk ik dat we onze perceptie van China als ‘opkomende economie’ moeten aanpassen. China is zowel Europa als de VS in veel opzichten allang voorbij, waar het gaat om het gebruik van moderne technologie.”

 

Infrastructuur

‘Naast beleggen in onder andere aandelen, obligaties en vastgoed, beleggen we direct in infrastructuur. Denk aan windmolenparken, havens, vliegvelden, snelwegen, bruggen en tolwegen. Deze beleggingen dragen in positieve zin bij aan onze rendementen en hebben een stabiliserende rol en daarnaast dragen we ons steentje bij aan de energietransitie. Het gaat vaak om complexe beleggingen, mede daarom niet geselecteerd door de meeste andere investeerders, met het voordeel dat we een iets hoger rendement behalen. Wereldwijd zullen de investeringen in infrastructuur sterk aantrekken, ook door alle stimuleringsmaatregelen van overheden. Ik verwacht niet dat we bij interessante, infrastructurele beleggingsprojecten moeten ‘concurreren’ met publiek geld. Ik denk eerder dat overheden met ons de samenwerking zullen zoeken, vanwege onze kennis van complexe investeringsanalyses, onze ervaring met partnerships en platforminvesteringen (investeringen waarbij we geleidelijk onze interesse kunnen uitbreiden)."

 

Bitcoin

“Ja, nu is bitcoin de hype van dit moment, vooral voor speculatief ingestelde beleggers, voorlopers als Elon Musk en nu ook een paar transactiebanken. Ik bewonder de blockchain technologie achter de bitcoin, maar ik maak me zorgen over de werkelijke waarde van Bitcoin. Ik  beschouw het niet echt als een nieuwe vermogensklasse. Punt is wel dat het in praktijk enorm veel energie kost om bitcoins te ‘minen’.

 

Het lastige is dat bitcoins niet ondersteund worden door de centrale banken. Die zijn wel bezig met de ontwikkeling van een digitale munt, en dat juich ik toe. Deze munt wordt centraal door hen wordt beheerd zodat de waarde min of meer gegarandeerd blijft. In een land als Zweden is het plegen van belastingfraude veel moeilijker geworden, nu daar het gebruik van munten en bankbiljetten afneemt. Ik hoop dat in de toekomst de centrale banken daadwerkelijk een digitale munt lanceren. Daar zie ik meer toekomst in dan in bitcoins.”

Volgende publicatie:
“We hebben een andere definitie nodig van een goed leven”

“We hebben een andere definitie nodig van een goed leven”

Gepubliceerd op: 22 februari 2021

Twee economen over een andere vorm van economische groei

Economische groei begint zijn tol te eisen van mens en milieu. De natuur heeft haar grenzen bereikt en mensen komen in opstand tegen de ongelijke verdeling van rijkdom. Volgens economen Hans Stegeman van Triodos Investment Management en Charles Kalshoven van APG hebben we een drastisch andere denkwijze nodig. “Je ziet dat mensen een ander gevoel krijgen voor wat waardevol is.”

 

Hans Stegeman is Chief Investment Strategist bij impactbelegger Triodos Investment Management. Hij publiceert regelmatig over de grenzen aan het huidige economische systeem. Charles Kalshoven is macro-econoom en senior strateeg bij APG. In zijn columns bespreekt hij economische ontwikkelingen en wat die betekenen voor ons dagelijks leven.

 

Hans, als econoom publiceer je geregeld over je overtuiging dat het huidige systeem van streven naar eindeloze economische groei niet meer houdbaar is. Wat bedoel je daarmee?

“Ik ben niet tegen economische groei, maar die heeft wel grote nadelige gevolgen voor de aarde. Denk aan klimaatverandering, toenemende sociale ongelijkheid en de drastische afname van biodiversiteit. Er wordt wel gezegd dat nieuwe technologie die problemen kan oplossen, maar daarvoor heb ik nog geen overtuigend bewijs gezien. Ik hoop van harte dat technieken als CO2-afvang (het opvangen van CO2 zodra het bij verbranding vrijkomt en daarmee voorkomen dat het in de lucht komt, red.) helpen, maar ik heb mijn twijfels. Ik denk echt dat we naar een andere vorm van groei moeten. Overigens vind ik economische groei een beperkt begrip om vooruitgang te meten. Groei staat niet altijd gelijk aan geluk of welzijn.”

 

Charles: “De klassieke economische theorie ziet economische groei als de uitkomst van kapitaal en arbeid. Maar sinds de industriële revolutie is daar een belangrijke factor bijgekomen, namelijk energie. En tot dusverre is dat vooral fossiele energie. Die heeft zijn prijs, in de vorm van schade voor mens en milieu. Maar die wordt niet of onvoldoende doorberekend in de prijs van producten.”

 

Toch hebben arme landen economische groei nodig om uit de armoede te komen.

Charles: “Dat is een lastig dilemma. Als je armoede wil bestrijden, heb je economische groei nodig. En die leidt weer tot een grotere vraag naar energie. Aan de andere kant wil je het gebruik van energie beperken om klimaatverandering tegen te gaan. We moeten dus op zoek naar een ander soort groei, waarvoor minder energie nodig is en meer gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energie. We moeten zorgvuldiger met grondstoffen omgaan en die hergebruiken; we moeten minder spullen én mensen over de hele wereld vervoeren. Wat helpt, is dat economische ontwikkeling meestal leidt tot kleinere gezinnen en dus een lagere bevolkingsgroei. Dat is weer gunstig voor het klimaat.”

 

Hans: “De grenzen van ons ecosysteem zijn keihard. Er is maar één aarde. Daar is niet aan te tornen. We zullen een manier moeten vinden om binnen deze grenzen welvaart te creëren voor iedereen. De welvaart is enorm ongelijk verdeeld. De rijkste 10% van de wereld – en daar horen ook de meeste Nederlanders bij – kopen steeds meer spullen, zonder daar echt gelukkig van te worden. Terwijl er tegelijkertijd miljarden mensen zijn die honger lijden en amper een dak boven hun hoofd hebben. Dit moet eerlijker.”

 

Hoe krijgen we zo’n duurzame, eerlijke vorm van economische groei van de grond?

Hans: “We moeten in het westen anders gaan denken. We leven in een competitieve wereld, waarin iedereen naar de top wil racen. Met een duur horloge of merkkleding als statussymbool. Maar worden we daar echt gelukkig van? Of zijn dat toch eerder waarden als saamhorigheid, en tevreden zijn met wat je hebt? Om zo’n omslag in het denken voor elkaar te krijgen, moeten alle betrokken partijen meewerken: de overheid, bedrijven, consumenten én beleggers. Je moet op alle borden schaken. En elke partij start vanuit een ander punt. Dat is heel complex.”

 

Charles: “We hebben een andere definitie nodig van ‘een goed leven’. Nu is dat massaconsumptie. En status. Maar wat status geeft, kan veranderen. De jongere generatie vindt het allang niet ‘cool’ meer om 80 uur per week te werken, en hecht belang aan andere zaken dan veel geld verdienen. Ook de overheid heeft hier een rol in te spelen. Die moet een stip op de horizon zetten: daar willen we met ons allen heen. En dit vervolgens stimuleren met wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld door de kosten van CO2-uitstoot in de prijzen van producten op te nemen.”

    Hans Stegeman (links) en Charles Kalshoven. 

 

 

Heeft ‘corona’ iets veranderd in onze manier van denken? Heeft het een duurzame economie dichterbij gebracht?

Hans: “Je ziet dat mensen een ander gevoel krijgen voor wat waardevol is. Zo vroeg ik bijvoorbeeld of dit interview een kwartiertje eerder kon beginnen, omdat ik mijn zoontje met de slee van school wilde halen. Wat ik heb geleerd, is dat mensen worden gemotiveerd door een positieve beloning. Niet door de afschrikwekkende werking van een negatief vooruitzicht. Als we iets willen veranderen in ons economisch denken, bereiken we het meest door met positieve voorbeelden te inspireren. Vooral aangeven wat er wel kan en hoe dat kan bijdragen aan ons welzijn.”

 

Charles: “Ik zie dat corona wel invloed heeft gehad op de politiek. In Europa heeft corona echt een impuls gegeven aan groene initiatieven, zoals de Green Deal (een actieplan om de economie van de Europese Unie duurzaam te maken, red.). De houding van overheden is ook verschoven van bezuinigen en financiële discipline naar investeren in de maatschappij en het ondersteunen van getroffen mensen en ondernemingen. Het verhogen van de overheidsschuld is niet meer zo’n taboe als voorheen.”

 

Hans: “Het virus heeft ons bewuster gemaakt van onze relatie met de natuur. Ik vind wel dat de overheid een enorme kans heeft laten liggen door geen voorwaarden te verbinden aan de steun voor bedrijven, bijvoorbeeld Schiphol. Dit was een mooie gelegenheid geweest om de verduurzaming van Schiphol te versnellen. Het in stand houden van iets wat niet houdbaar is, is eigenlijk weggegooid geld.”

 

Welke rol kunnen pensioenfondsen en beleggers spelen in de verduurzaming van de economie?

Charles: “Met het geld dat we namens onze pensioenfondsen beheren, spelen we een belangrijke rol. En dat gaat verder dan producenten van slechte producten uitsluiten. Wij gaan met bedrijven in gesprek. Bijvoorbeeld over hoe ze de omslag van fossiele naar duurzame energie kunnen maken. Of juist omdat we vinden dat ze heel goed bezig zijn en we hun voorbeeld willen delen met andere bedrijven waarin we beleggen. Denk aan Arcadis, dat mede door gesprekken met ons ging rapporteren over hoe ze bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Uitdaging is wel dat er nog steeds veel te weinig informatie is over de duurzaamheid van bedrijven en projecten. Wij dringen daar dan ook bij bedrijven op aan en dragen bij aan de ontwikkeling van duurzaamheidsstandaarden, zodat zoveel mogelijk beleggers dezelfde taal spreken.”

 

Hans: “Je moet als belegger weten waar je naartoe wil. En daaraan bijdragen. Dat gaat veel verder dan een lagere CO2-voetafdruk dan de markt. De markt als geheel is een weerspiegeling van de wereld en de wereld is verre van duurzaam. Wij stellen aan het begin van ons beleggingsproces vast aan welke positieve ontwikkelingen we willen bijdragen en daar beleggen we in. Denk aan microfinanciering, zonnepanelen of online platforms waar je voedingsproducten rechtstreeks van de boer kan kopen. Zaken als kernwapens en fossiele energie horen daar niet bij.”

 

Triodos Investment Management heeft klanten die bewust kiezen voor een ‘groene’ belegger; APG bedient pensioenfondsen waarbij de deelnemers verplicht zijn aangesloten. Maakt dat verschil in de manier waarop je verantwoord beleggen kunt doorvoeren?

Hans: “Triodos is ooit begonnen met het uitsluiten van bepaalde beleggingen op ethische gronden, en dat is ontwikkeld naar een focus op positieve impact. APG heeft natuurlijk te maken met de verwachtingen van deelnemers in de pensioenfondsen waar ze voor werkt. APG krijgt een bepaald mandaat van de pensioenfondsen en daar hoort een bepaald beleid bij. Maar het kan scherper, wat mij betreft. Er moet een ondergrens zijn. Als de kern van een bedrijf niet duurzaam is en verbetergesprekken op niets uitlopen, moet je eruit. Ook zou APG concreter kunnen uitleggen welke positieve impact ze wil bereiken.”

 

Charles: “Wij geloven in de kracht van engagement (verbetergesprekken met bedrijven, red.). Als je alle fossiele-energiebedrijven verkoopt, wordt de wereld daar niet groener van. Door met ze in gesprek te gaan, kun je positieve veranderingen bewerkstelligen. Bedrijven als Shell en BP begrijpen heel goed dat we naar een andere vorm van energie toe moeten. In de energiesector is heel veel kennis én geld aanwezig. Daar moeten we gebruik van maken. Met een vermogen van ruim € 500 miljard kunnen we ook relatief grote belangen in bedrijven nemen, waardoor we invloed kunnen uitoefenen. Maar ook wij verkopen een bedrijf als engagement uiteindelijk niet werkt.”

 

Hans: “Er zijn wel fossiele bedrijven die de omslag maken naar groene energie. Denk aan het Deense Ørsted. Maar de echte verandering gaat niet van de grote oliebedrijven komen. De meeste willen toch hun olievoorraden nog zo lang mogelijk uitmelken. Verandering komt eerder van kleine bedrijven met slimme, nieuwe ideeën. Wij nemen relatief grote belangen in dit soort startups en niet-beursgenoteerde bedrijven. Zo kunnen wij vanaf het begin invloed uitoefenen.”

 

Gaat beleggen in duurzame economie ten koste van de rendementen die je kan behalen?

Hans: “Op de langere termijn niet. Natuurlijk, in een jaar waarin de olieprijs stijgt, profiteren wij daar niet van. Maar over de langere termijn hebben we daar geen last van. Daar komt bij dat duurzaamheidsinformatie extra inzicht geeft in een bedrijf. Het is een hardnekkige mythe dat duurzaamheid ten koste van het rendement gaat. Er zijn talloze onderzoeken die aangeven dat het niet zo is.”

 

Charles: “Eens. Je pakt met verantwoord beleggen niet alleen financiële, maar ook een ander soort risico’s aan. Denk aan het risico dat je vastgoedpanden overstromen door klimaatverandering. Als je precies weet waar dit speelt en voorbereidende maatregelen treft, breng je juist het risico van je beleggingen omlaag. Niet duurzaam beleggen is pas een risico.”

Volgende publicatie:
”Op kleinere schaal zijn er wel degelijk mogelijkheden in Nederland”

”Op kleinere schaal zijn er wel degelijk mogelijkheden in Nederland”

Gepubliceerd op: 12 februari 2021

Jeroen Schreur over beleggen in de Nederlandse energietransitie

 

Van slimme batterijen tot vernieuwende laadtechnieken voor elektrische auto’s: met innovaties als deze kunnen startups bijdragen aan de Nederlandse energietransitie. APG belegt namens ABP in deze jonge ondernemingen. Dat gebeurt via Rockstart, dat gespecialiseerd is in de selectie en ondersteuning van veelbelovende startups. Vandaag werden de eerste namen bekend van de bedrijven die zijn geselecteerd. Jeroen Schreur, bij APG verantwoordelijk voor beleggingen in de energietransitie: “We verwachten dat Rockstart sommige bedrijven kan laten groeien tot belangrijke spelers in het energiedomein.”

Om voor ABP te investeren in de Nederlandse energietransitie via relatief kleine en innovatieve projecten en bedrijven, heeft APG begin 2019 ANET (‘ABP Nederlands Energietransitiefonds’) opgericht. Het fonds belegt in projecten en bedrijven die zich richten op energieopwekking, -opslag,-distributie en -besparing. Schreur: “Pensioenfondsen zijn voor het beleggen van hun forse vermogens vaak aangewezen op grotere bedrijven en projecten wereldwijd. Het is lastig om die in Nederland te vinden. Maar op kleinere schaal zijn er wel degelijk mogelijkheden in Nederland. Het zou zonde zijn als we daaraan voorbijgaan, want het is een interessante markt die volop in beweging is en aantrekkelijke kansen biedt. Door in een breed gespreide portefeuille van veelbelovende jonge bedrijven te investeren, verwachten we een goed rendement te behalen tegen een aanvaardbaar risico.”

Vervolgkapitaal
Rockstart is ­– naast Asper (slimme warmtenetten) – één van de gespecialiseerde investeerders waarmee ANET de samenwerking heeft gezocht. Rockstart is een zogeheten startup accelerator, die veelbelovende startups ondersteunt en intensief begeleidt. Schreur: “Het gaat om ondersteuning bij het verder ontwikkelen van hun business-, marketing- en financieringsplannen. Rockstart voert dit soort programma’s al uit sinds 2012, onder andere in de gezondheids-, voeding en landbouw-, en ICT-sector. Daardoor kunnen zij startups toegang geven tot relevante netwerken van mensen, organisaties, kennis, kunde en ervaring. Op het moment dat startups succesvol zijn, is er – naast het accelerator programma – ook vervolgkapitaal beschikbaar dat ze verder kan helpen met doorgroeien. Juist voor startups is het vinden van financiering voor verdere groei een lastige opgave. Rockstart heeft zijn specifieke aanpak ontwikkeld voor de Agri & Food-sector en op die manier al flink wat bedrijven geholpen om de volgende fase te bereiken. Voor ANET doen ze hetzelfde, voor bedrijven die de energietransitie in Nederland met innovatieve technologie stimuleren.”

Aantrekkelijke partij
Voor investeerders als Rockstart en voor de bedrijven met een groeibehoefte is APG een aantrekkelijke partner. Schreur: “Strategische partners als Rockstart brengen de kennis, kunde en ervaring mee. Wij als APG brengen het voordeel mee dat we een langetermijnbeleggingshorizon hanteren. Wij hebben meer tijd om een belegging tot volle wasdom te laten komen dan durfkapitalisten, die meestal na een jaar of vijf uitstappen. Bedrijven die op zoek zijn naar financiering om hun bedrijf te laten groeien, vinden dat een interessante propositie.”

De eerste startups die voor ANET zijn geselecteerd, zijn de bedrijven Advanced Infrastructure, Bia, Helio, Klimate, OKTO, Soolutions, Starke Energy en eDRV. Ze dragen allemaal op de een of andere manier bij aan oplossingen om de Nederlandse energiehuishouding te verduurzamen. Starke Energy plaatst binnenkort bijvoorbeeld een slimme batterij bij het kantoorgebouw van woningcorporatie Parteon in Wormerveer. De aan de batterij gekoppelde technologie maakt het mogelijk om zijn energie te gebruiken wanneer die nodig is maar terug te leveren en verhandelen wanneer er een overschot is. Met dit proefproject wil Starke kijken of de technologie ook kan worden toegepast voor betaalbare verduurzaming van huurwoningen, waarin de woningcorporaties met ruim 2,4 miljoen woningen een belangrijke rol spelen. Groeikansen voor Starke Energy dus, en daarom besloot het van oorsprong Spaanse bedrijf zich in Nederland te vestigen.

Overbelasting elektriciteitsnet
Ook Bia Power maakt deel uit van de geselecteerde startups. De software van dit bedrijf biedt een oplossing voor de sterk toenemende vraag naar stroom door de opmars van de elektrische auto (electric vehicle, EV). Op piekmomenten kan het laden tot overbelasting van het elektriciteitsnet leiden. De software van Bia Power ‘leest’ wanneer er op het stroomnet sprake is van pieken of dalen in vraag en aanbod. Dat maakt het mogelijk om optimaal te laden, waardoor het elektriciteitsnet in balans blijft en accu’s langer meegaan. Ook Bia Power is een van oorsprong Spaans bedrijf dat inmiddels bezig is zich in NL te vestigen’.

ANET heeft momenteel € 250 miljoen te beleggen en wordt beheerd door een APG team van vier beleggers. Naast fondsbeleggingen zoals Rockstart richt het team zich ook op directe investeringen in bedrijven en projecten die zich met name in de zogeheten scale-up fase bevinden (bedrijven met een bewezen technologie, die nu moeten opschalen naar commerciële toepassing). Ook bedrijven die wel al wat verder op weg zijn qua groei, zijn financierbaar voor ANET.

Belangrijke toekomstige spelers
ANET bouwt via Rockstart een portefeuille op van vijftig startups, die in de komende vijf jaar worden geselecteerd. Elk jaar worden gemiddeld acht tot tien startups toegevoegd. Eind 2021 vindt de tweede ronde plaats. Schreur: “Er wordt zorgvuldig geselecteerd, onder andere via intensieve selectiedagen. Van die selectie van vijftig bedrijven zullen er misschien tien tot twintig in aanmerking komen voor vervolgfinanciering waarmee ze verder kunnen groeien. Met zijn accelerator model blijkt Rockstart goed in staat om bepaalde risico’s bij dit soort jonge bedrijven te matigen. Een aantal bedrijven zal het niet overleven, maar we verwachten dat Rockstart sommige bedrijven kan laten groeien tot belangrijke toekomstige spelers in het energiedomein.”

Volgende publicatie:
Allemaal meedenken over duurzaam digitaliseren

Allemaal meedenken over duurzaam digitaliseren

Gepubliceerd op: 29 januari 2021

Digitalisering kan bijdragen aan een duurzame wereld. Denk aan online werken, met minder woon-werkverkeer en een dalende CO2-uitstoot als gevolg. Maar de inzet van robots, kunstmatige intelligentie en online diensten heeft ook zijn schaduwzijden, zoals banenverlies of energieslurpende datacenters. Duurzame digitalisering is mogelijk, maar alleen als overheid, bedrijven en (pensioen)investeerders samen optrekken.

 

Dit was de conclusie van een online evenement van ABP en APG, getiteld ‘Werk maken van beleggen in SDG’s: duurzame digitalisering’. Digitale technologie eist een steeds belangrijkere plaats op in de beleggingen die APG voor zijn pensioenfondsklanten doet. Niet in de laatste plaats omdat digitale oplossingen kunnen helpen bij de grote uitdagingen waarmee mens en milieu voor staan, zoals klimaatverandering, of de Covid-19-pandemie.

 

Schaduwzijden

Maar er is een andere kant van de medaille. Robotisering gaat gepaard met banenverlies en de noodzaak van omscholing. Datacenters slurpen energie – naar verwachting nemen ze binnen 20 jaar 80% van de wereldwijde energiebehoefte voor hun rekening. De grondstoffen voor computers, chips en andere hardware worden vaak onder moeilijke omstandigheden gewonnen. Zo komt de helft van alle kobalt, een onmisbare grondstof voor batterijen en accu’s voor elektrische auto’s, uit de Democratische Republiek Congo. In dat land komen veel mensenrechtenschendingen en kinderarbeid voor. Dichter bij huis roept de machtspositie van grote platforms als Facebook, Twitter en Google vragen op over dataprivacy.

 

In 1986 richtte de Nederlandse regering al een instituut op dat de impact van technologie op ons leven moest onderzoeken: het Rathenau Instituut. Deze instelling doet onder andere onderzoek naar hoe je met behulp van digitale technologie vraag en aanbod van energie op elkaar af kunt stemmen. Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut: “Energie uit bronnen als wind, water, warmtekracht wordt lokaal opgewekt. Wij willen uitzoeken hoe je dit aanbod zo goed mogelijk afstemt op de vraag van mensen en bedrijven, met zo min mogelijk verspilling.”

 

Circulair ondernemen moet lonen en digitalisering kan hierbij een rol spelen

Zeggenschap over je eigen energie

Grote platformbedrijven in de Verenigde Staten en China meten nu al de energiebehoeften van mensen via hun thermostaat. Zo kunnen ze voorspellen wanneer de vraag naar energie een piek bereikt en hierop inspelen. “Handig,” zegt Peters, “maar je wil niet dat grote bedrijven of andere landen bepalen wanneer de toevoer van energie in Nederland wordt aan- of uitgezet. Dit betekent dat je niet alleen in de grote technologiebedrijven zou moeten investeren, maar ook in kleinere, innovatieve bedrijven in Nederland of Europa. En met ze in gesprek gaan over zeggenschap.”


Maurice van Tilburg kent dit soort start-ups. Hij is directeur bij Techleap.nl, een belangenorganisatie voor Nederlandse start-ups. “Een van die start-ups heeft bijvoorbeeld een slimme tool ontworpen waarmee veel energie kan worden bespaard,” vertelt Van Tilburg. “Met behulp van hun software, die gebruik maakt van onder andere kunstmatige intelligentie, kun je beter plannen en daardoor het energieverbruik in de logistiek drastisch omlaag brengen.”


Alle hens aan dek

Digitaliseren op een manier die bijdraagt aan duurzaamheid is een complex vraagstuk, waar niet één oplossing voor bestaat. “Samenwerking is cruciaal,” zegt Van Tilburg. “Zo is het voor bedrijven nu nog vaak het goedkoopst om goederen die ze niet meer gebruiken, weg te gooien. Circulair ondernemen moet lonen en digitalisering kan hierbij een rol spelen. De overheid kan bijvoorbeeld de kosten van afvalverwerking inprijzen. Maar er is ook een belangrijke rol voor pensioenbeleggers als APG en zijn pensioenfondsklanten. Investeerders met een lange adem, die met een bedrijf meedenken. Hierbij is internationale samenwerking essentieel, zodat we niet allemaal afzonderlijk het wiel uitvinden.”


“ABP zet al stappen met beleggingen in start-ups via het ABP Nederlands Energietransitiefonds (ANET) en Inkef,” zegt ABP-bestuursvoorzitter Corien Wortmann. “Maar we willen meer doen. Ik roep de overheid op om meer mogelijkheden te scheppen voor publiek-private samenwerkingen, zodat overheid en (pensioen)beleggers hun geld en deskundigheid kunnen bundelen om duurzame digitalisering mogelijk te maken.”

Volgende publicatie:
‘Het gaat beter dan gedacht’

‘Het gaat beter dan gedacht’

Gepubliceerd op: 12 januari 2021

Chief economist Thijs Knaap bij BNR over beurssentiment en rentestijging

 

De tweede coronagolf is een feit is en Nederland moet nog drie weken langer op slot, maar op de beurzen is er geen zuchtje tegenwind te bespeuren. Sterker nog: analisten zijn in hun voorspellingen over winsten ‘buitengewoon positief’. Dat vertelt APG’s Thijs Knaap in het programma Zakendoen op BNR Nieuwsradio. “De cijfers van bedrijven die we volgen waren het afgelopen kwartaal niet zo slecht als men eerder dacht. En de verwachting is dat dit herstel doorzet.”

 

Knaap, chief economist bij APG, schuift geregeld aan bij het beleggerspanel van Zakendoen. In de uitzending van vandaag bespreekt hij ook de licht stijgende rente. En wat het presidentschap van Biden daarmee te maken heeft. “De Amerikaanse rente loopt op. En dat doet ‘ie sinds de resultaten van de senaatverkiezingen in Georgia bekend zijn”, vertelt hij in gesprek met presentator Thomas van Zijl en panellid Martine Hafkamp. “Daarmee kan Biden straks zijn beleid uitvoeren zonder dat hij in de wielen wordt gereden door het congres. En dat betekent dat er vanuit de VS veel meer stimulans gaat komen en dat er veel meer geleend moet worden. De Europese rente pikt daar iets van mee. Het nieuws van die stimulans is best goed voor aandelen. Het betekent dat we de kans op recessie iets lager kunnen inschatten.”

 

Andere kijk op de economie

Een recessie die zich volgens veel economen in het eerste kwartaal van 2021 zomaar eens kan laten zien. Vanwaar dat optimisme bij de analisten? Knaap: “Ik kijk naar het algemene beeld en volg analisten die voor banken groepen bedrijven volgen. Die geven een voorspelling af: wat gaan die bedrijven verdienen en hoeveel winst wordt er gemaakt? Vervolgens gaan analisten die voorspellingen herzien. En als ze goed nieuws krijgen, wordt het iets meer, bij slecht nieuws iets minder. Wat je de laatste maanden ziet, is dat de herzieningen buitengewoon positief zijn. Die zijn in de geschiedenis nog niet zo positief geweest als nu. Dat betekent niet dat er winstgroei is, maar dat de eerste voorspellingen héél slecht waren en de nieuwe stukken beter. Dat is nog steeds niet goed. Maar het geeft wel aan dat we een draai gemaakt hebben in hoe de naar de economie kijken.”

 

Beluister de hele uitzending op BNR Nieuwsradio.

Volgende publicatie:
Pensioen Pro Awards voor BPF Schoonmaak en BpfBOUW

Pensioen Pro Awards voor BPF Schoonmaak en BpfBOUW

Gepubliceerd op: 11 december 2020

BpfBOUW heeft de zilveren Pensioen Pro Award gewonnen voor Beste grote pensioenfonds. BPF Schoonmaak sleepte de Pensioen Pro Award Diversiteit & Inclusie naar binnen.

 

BpfBOUW won deze hoge onderscheiding in de pensioenbranche omdat het als enige van de grote pensioenfondsen in 2020 – voor de derde maal op rij – de pensioenen kon verhogen. De vakjury prees BpfBOUW voor zijn goede strategie in moeilijke tijden – “de hoogste dekkingsgraad van de grote fondsen, een echte langetermijnbelegger.” Verder roemde het juryrapport de grote aandacht voor duurzaamheid en “het oog voor human capital van de deelnemers”.

Award voor BPF Schoonmaak

BPF Schoonmaak kreeg de prijs voor Diversiteit en Inclusie vanwege zijn lef om het belang van diversiteit en etniciteit aan de orde te stellen. Op de eigen website zegt het pensioenfonds hierover: "Waar je ook vandaan komt en of je nou man of vrouw bent, oud of jong: iedereen verdient een plek". Die overtuiging draagt BPF Schoonmaak niet alleen uit: ze laten het ook overtuigend zien in de samenstelling van hun bestuur.

Beste communicatie-initiatief

Tot slot rolde de Pensioenchecker uit de bus als beste Communicatie-initiatief. De Pensioenchecker is een mobiele app waarmee deelnemers snel kunnen opzoeken hoeveel netto pensioen zij kunnen verwachten. De tool is het product van een samenwerking tussen verschillende pensioenfondsen, onder leiding van de Pensioenfederatie. Het Experimenten Team van ABP/APG ontwikkelde het prototype. De jury prees het feit dat meerdere partijen uit de pensioensector hieraan hebben gewerkt. Eerder won de Pensioenchecker ook al de Pensioen Wegwijzer-Award 2020.

 

De prijzen werden op donderdagavond 10 december online uitgereikt aan de winnaars, na afloop van het Pensioen Pro Jaarcongres. Lezers en luisteraars van Pensioen Pro, het Financieele Dagblad en radiozender BNR konden stemmen voor de publieksprijs.

Volgende publicatie:
‘We zien kansen in betaalbare huurwoningen in steden’

‘We zien kansen in betaalbare huurwoningen in steden’

Gepubliceerd op: 1 december 2020

Robert-Jan Foortse, Hoofd Europees vastgoed bij APG, over de beleggingsstrategie na corona

 

Ook voor vastgoedbeleggers is 2020 een zeer turbulent jaar. Kantoren staan leeg omdat werknemers vanuit huis werken, consumenten shoppen steeds meer online, winkeliers hebben de grootste moeite hun huur te betalen. Hoe speelt een grote vastgoedbelegger als APG hier op in? Door veel flexibeler te zijn, vertelt Robert-Jan Foortse, Hoofd Europees vastgoed bij APG. “De tijd dat je als belegger een kantoor kocht, een huurcontract voor 10 of zelfs 25 jaar kon afsluiten, en dan achteroverleunend ieder kwartaal alleen een factuur hoefde te sturen is echt wel voorbij.”

 

De vastgoedmarkt is nu enorm hectisch, in hoeverre heeft dat impact op jullie beleggingsstrategie?

“Een deel van ons vastgoed is beursgenoteerd, daar kunnen we vrij snel in schuiven als we andere accenten willen leggen; bijvoorbeeld wat meer beleggen in datacenters en wat minder in winkels. Maar onze beleggingsstrategie verandert niet wezenlijk door de coronacrisis. We willen een portefeuille van wereldwijde vastgoedbeleggingen opbouwen en beheren die een voorspelbaar dividend biedt, en op de lange termijn in waarde groeit. Dat is wat onze klanten van ons verlangen. Rendement staat voorop, zodat deelnemers verzekerd zijn van een betaalbaar pensioen. Daarnaast staat verduurzaming van ons vastgoed bovenaan onze agenda, dat heeft echt topprioriteit.”     

 

In welke regio’s beleggen jullie en waarin?

“We beleggen wereldwijd zo’n 42% in Europa, 30% in Noord- en Zuid-Amerika, en 28% in Azië. Binnen Europa gaat het dan vooral om beleggingen in Nederland, Engeland, Duitsland en Frankrijk. Van ons totaal aan beleggingen, medio november zo’n 535 miljard euro, zit ruim 42 miljard euro in vastgoed. We investeren niet alleen in woningen, winkels, outlet centers en kantoren, maar ook in logistiek, denk aan magazijnen en distributiecentra. Een kleiner deel beleggen we onder andere in hotels, studentenhuisvesting en datacenters. Kortom, een heel uiteenlopende vastgoedportefeuille waardoor we onze risico’s goed hebben gespreid.”

 

Werkt deze gespreide aanpak ook tijdens een megacrisis als de coronapandemie? 

“Ook wij zullen in 2020 waarschijnlijk een negatief rendement draaien. Dat zijn we bepaald niet gewend, we boekten de afgelopen vijftien jaar een gemiddeld rendement van 8,7% per jaar. En let wel, dat gemiddelde is dus inclusief de gevolgen van de financiële crisis van 2008, toen het ook erg slecht ging. Kantoren en winkels staan nu onder druk, maar we zien tegelijk dat de woningportefeuille stabiel is en dat datacenters en logistiek vastgoed heel goed gaan. Dat geldt ook voor outlet centers zoals Batavia Stad Fashion Outlet in Lelystad, die zien de bezoekersaantallen nauwelijks dalen. Dus ja, het nut van een goed gespreide portefeuille bewijst zich eens te meer.”

 

De huurinkomsten zullen voorlopig onder druk blijven, hoe gaat APG daarmee om? Nu nog winkelpanden verkopen brengt waarschijnlijk weinig op…

“De tijd dat je als vastgoedbelegger een kantoor kocht, een huurcontract voor 10 of zelfs 25 jaar kon afsluiten, en dan achteroverleunend alleen ieder kwartaal een factuur hoefde te sturen, is echt wel voorbij. En de zekerheid dat een huurder altijd zijn huur betaalt, is nu ook gaan wankelen. Op zich logisch, als je inkomsten stilvallen. Maar ondanks dat ze gewoon een contract hebben redeneren sommige huurders nu: als mijn buurman stopt met huur betalen, waarom zou ik die dan nog wel betalen? Bovendien adviseerden overheden in sommige landen dit voorjaar winkeliers min of meer om huurbetaling uit te stellen. Hierdoor leek het ineens maatschappelijk geaccepteerd te worden om de afspraken van een huurcontract te negeren. Dit soort ontwikkelingen hebben wij niet in de hand, dus dat betekent dat wij gek genoeg veel tijd moeten besteden aan het naleven van contracten. Maar bovenal betekent het dat wij ons veel flexibeler moeten opstellen.”

 

Hoe dan?

“Je moet veel dichter bij je huurder zitten om het maximale rendement uit je gebouw te halen. Daarom kiezen wij steeds vaker voor beleggingen waarbij wij meer controle hebben en nauwer kunnen samenwerken met de operationele, lokale partner die het gebouw echt beheert. Nee, dat doen wij niet zelf, daar hebben we niet de mankracht voor. Neem onze belegging in The Student Hotel, een Nederlandse  aanbieder van studentenhuisvesting in Europa met vestigingen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Maastricht, Groningen en Delft. In The Student Hotel aan de Wibautstraat in Amsterdam, in het voormalige kantoorpand van Parool en Trouw, wonen studenten, kunnen hotelgasten een kamer boeken, en kunnen flexwerkers overdag rustig werken. Er is een restaurant en er zijn allerlei sportvoorzieningen. In de kelder, waar vroeger de drukpersen stonden, zit nu een zwembad waar je les kunt krijgen van Johan Kenkhuis, een voormalige Olympische zwemmer. Het is een levendig gebouw, met allerlei functies. Een prachtig voorbeeld hoe je flexibel en creatief om kunt gaan met de ruimtes in een pand.”

 

En kantoorpanden?

“Daar zou ik diezelfde flexibiliteit ook graag zien: veel huurders weten nu echt niet hoe lang ze er willen zitten, en met hoeveel medewerkers. Dus pin ze dan niet vast op een langjarig huurcontract. Verhuur bijvoorbeeld een verdieping tijdelijk aan flexwerkers. Als verhuurder c.q. eigenaar moet je dicht op je huurders zitten, zodat je weet wat ze willen.”

 

Een ander voorbeeld zijn hotels die, nu hotelgasten wegblijven, lege kamers per dag verhuren aan flexwerkers. Ziet APG daar ook kansen?

“Ja, dat is ook een mooi voorbeeld van flexibel denken. We zijn al in 2008 in CitizenM gestapt, de succesvolle hotelketen van ondernemer Rattan Chadha. Die heeft nu twee opties gelanceerd: je kunt in zijn hotels een abonnement nemen op een werkruimte. En een “global passport” kopen waarmee je in alle CitizenM-hotels ter wereld een kamer kunt huren voor een maand, voor omgerekend ongeveer 50 euro per nacht. Op dat vlak zoeken we zeker naar nieuwe kansen.”

 

Even los van de huidige coronacrisis, door welke langjarige megatrends laten jullie je leiden bij de selectie van investeringen?

“Bijvoorbeeld door de demografische en sociale veranderingen. Elke generatie, van babyboomers tot millennials tot de generatie Z, heeft zijn eigen voorkeuren, wensen en behoeften. Mensen worden ouder, en wonen langer thuis. Daarnaast zullen mensen de komende decennia meer naar steden trekken, al zitten we nu even in een periode dat mensen sommige steden juist ontvluchten. Die trends betekenen dat er kansen liggen in onder meer zorgvastgoed en betaalbare huurwoningen in steden. Zo beleggen we, via een belegging in het Australische Lendlease, in Australisch seniorenvastgoed. Daarbij gaat het om villa’s voor gepensioneerden in aparte dorpjes, die helemaal op hun behoeften zijn ingericht. In Europa zoeken we nog naar iets dergelijks. En in Londen investeren we nu in het bouwen en verhuren van betaalbare huurwoningen, waar de komende jaren veel vraag naar zal zijn. Daarnaast neemt door technologische trends als digitalisering en de groei in e-commerce, de vraag naar bijvoorbeeld distributiecentra en datacenters sterk toe.”

 

En de trend van verduurzaming?
“Die trend staat bij ons met stip op één. In 2008 stonden we mede aan de wieg van “GRESB”, de Global Real Estate Sustainability Benchmark. Vrijwel alle partijen in de vastgoedsector volgen nu deze richtlijn, waarmee je heel goed de duurzaamheidsprestaties van vastgoedbeleggingen kunt meten. Daarbij is de lat in de loop der jaren steeds hoger gelegd. Onze vastgoedportefeuille scoort elk jaar ruim beter dan het gemiddelde, meer dan 65% van onze investeringen scoort vier of vijf sterren, de hoogste categorieën in GRESB. En bij elke nieuwe investering verplichten wij de betreffende partijen niet alleen om mee te doen aan GRESB, maar ook om zich te committeren om in goed overleg met ons te komen tot een 4-5 sterren beoordeling.”

 

Daarnaast maakte APG in mei bekend zich te committeren aan ‘CRREM, de Carbon Risk Real Estate Monitor. Waarom?
“Deze Monitor maakt voor verschillende types vastgoed duidelijk hoeveel CO2 per vierkante meter ze jaarlijks tot 2050 mogen uitstoten om binnen de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te blijven. Zo kunnen we meetbaar maken in hoeverre we met onze vastgoedinvesteringen een bijdrage leveren. En we kunnen er vastgoedmanagers en beursgenoteerde vastgoedbedrijven op aanspreken als ze in onze ogen onvoldoende bijdragen aan de doelen van het Klimaatakkoord.”

 

Die zullen daar niet altijd blij mee zijn? Verduurzamen betekent immers flink investeren…
“Ja, het levert soms discussie op. Maar gelukkig begrijpt iedereen tegenwoordig de noodzaak van verduurzaming. Het wordt soms lastig als je gaat rekenen. Maar vergeet niet dat verduurzaming ook geld kan opleveren. Denk aan substantieel lagere energiekosten. Of de hogere huur die je als pandeigenaar kunt vragen als je een heel duurzaam pand aanbiedt aan mogelijke huurders. Daarnaast willen steeds meer huurders alleen maar verantwoorde panden huren, omdat ook zij in al hun activiteiten willen vergroenen.”

Gaat de verduurzaming in de vastgoedsector jou snel genoeg?
“Gevoelsmatig zeg ik: we gaan nog te langzaam. APG loopt op dit punt voorop in de vastgoedwereld, dat durf ik wel te zeggen. Daarom trekken we waar mogelijk op met andere grote beleggers. Want samen bereik je meer.”

 

We voeren dit gesprek nu ieder vanuit ons eigen huis. Blijven mensen ook na de coronacrisis geheel of gedeeltelijk vanuit huis werken? Of komt iedereen weer terug naar kantoor?
“Het antwoord hangt mede af van de cultuur waarin je werkt. Onze collega’s in Hongkong zijn vaak wat kleiner behuisd en willen dolgraag fulltime terug naar kantoor. Ikzelf eerlijk gezegd ook, want ik mis het contact met mijn team. Maar goed, andere mensen blijven graag deels vanuit huis werken. Het gaat spannend worden welke blijvende impact de coronacrisis zal hebben op onze vastgoedbeleggingen.”